De Drie Vissers: 'We eten er nog goed van' U Spellingsoorlog ZATERDAG 6 APRIL 1996 Bert Planjer van 'De Drie Vissers', de unieke vergunning in de hand: „We redden het v i groot gedeelte op o FOTO LOEK ZUYDERDUIN Leidens oudste snackbar bezit unieke vergunning et is niet alleen de oudste I snackbar van Leiden, maar ver- moedelijk ook de enige met een speciale patatvergunning. Zelfs bij Koninklij ke Horeca Nederland in Woerden, de officiële werknemersorganisatie toch, hebben ze nog nooit van zo'n licentie gehoord, maar bij De Drie Vissers hebben ze er een. „Althans, m'n vroegere zwager, Jacob Brinkman heeft zo'n papiertje", zegt Bert Planjer, al 44 jaar (mede-)uitbater van de frituurwinkel op de Weidse Haarlemmer straat.. „Komt door een voorvalletje met een ambtenaar van Bijzonder Wetten. Die kwam toen ze hier net begonnen waren, een keertje vervelend doen. Officieel had Brinkman met twee broers, een rivier- en zeevishandel ge opend. Vandaar de naam De Drie Vissers, maar als eerste in Leiden verkocht hij ook pa tat. Dat had die ambtenaar nog nooit gezien, dus vroeg hij of daar wel een vergunning voor was. „Die ligt bij mijn vader in Rotterdam", had Brinkman geantwoord. Gedeeltelijk naar waarheid, want zijn vader had inderdaad vlak bij de Kuip van Feyenoord een wagen waarin hij vis en een patatje verkocht. Maar die ver gunning lag daar natuurlijk niet en hij was al helemaal niet van plan die op te gaan halen. „Een paar dagen later kwam die ambtenaar terug en eiste dat Brinkman de 'patatvergun ning' binnen een week zou laten zien, anders zou hij de zaak sluiten. Dus is mijn zwager naar Economische Zaken gegaan om erom te vragen. Ook daar hadden ze er nog nooit van gehoord. Maar toen hij het geval had uitge legd, riepen ze: nou dan tikken we er toch even een. Maar vraag die ambtenaar dan wel of hij soms getikt is." Veranderingen Een doordeweekse ochtend op de Haarlem merstraat. Het gedeelte tussen Pelikaanstraat en Haven ligt er heiig, stil en verlaten bij. Er komt een man uit de koffieshop waarin vroe ger een kruideniersbedrijf was bij de Islamistische slager loopt klant naar binnen. Van de bedrijvigheid die verderop heerst aan het lange winkellint waar het hart van Leiden tikt, is maar weinig te merken als Planjer zijn auto voor de pui van zijn zaak parkeert. „Zet die van jou maar over de brug van de Haven, als je daar tenminste een plek kan vinden, want straks gaan de paaltjes erin", waarschuwt hij. „Dan is de boel hier afgesloten." Zelf parkeert hij er even later ook. Op de te rugweg naar zijn zaak, bevestigt hij: „Er is hier inderdaad heel wat veranderd, ja. Vooral op dit stuk. Vroeger had je hier drie slagerij en, twee sigarenzaken, een groentezaak en wat al niet. Moet je nu kijken", wijst hij op een blok woningen. „Maar ik zou hier toch niet wegwillen om ergens anders opnieuw te beginnen. Ten eerste zou ik de invèstering niet kunnen opbrengen, met al die regels op het gebied van hygiëne en milieu waar je te genwoordig aan moet voldoen - en ten twee de zou De Drie Vissers dan De Drie Vissers niet meer zijn. Mensen weten de zaak hier te vinden, mede vanwege onze naam. Die is een begrip in Leiden. Daarom hebben we 'm ook nooit veranderd. Niet toen de twee broers van Brinkman er al na een half jaar de brui aangaven en niet toen ik er bij kwam. Gouden tijden Hij overdrijft nauwelijks. Heel veel Leide- naars hebben geproefd van de sfeer en ken nen de inrichting van de zaak, waar vroeger het enige overdekte zwembad van de Sleutel stad tegenover stond. De eerste 'patatzaak' van Leiden had niet op een betere plek kun nen staan. Kinderen en volwassenen rolden na het schoolzwemmen en het 'vrij zwem men' zo de Drie Vissers binnen. Gelokt door de geur, voor een patatje met picallilly, „want dat was toen dé saus." Gouden tijden waren dat, zegt Planjer. Duizend tot 1400 kilo aardappels per week gingen door de schrapmachine in die jaren, toen ook het eindpunt van de gele tram nog op dat stuk Haarlemmerstraat lag. „Het was hier altijd druk", zo kijkt hij met enige wee moed achterom. „Maar die tijd is geweest, al mogen we nog niet klagen. Het aantal kilo aardappels dat we nodig hebben, is terugge lopen tot de helft maar er zijn geleidelijk an dere producten voor in de plaats gekomen." Zelfs een 'space-dog' is tegenwoordig te verorberen in de zaak waarin aan binnen en buitenkant in de loop der tijd maar weinig gewijzigd is. „De deur, die hebben we ergens anders moeten maken. In het begin zat die helemaal rechts, maar daar lag ook de klap- wissel waar de gele tram op rangeerde. En als het geregend had, stond de rails vol. Kwam de tram voorbij, dan sloeg het water hier naar binnen", herinnert Planjer zich. „En binnen is de toonbank verplaatst. Maar de laatste dertig jaar is de inrichting hetzelfde gebleven. Mensen komen hier ook een beetje vanwe ge de sfeer", denkt hij dan ook te weten. „En we doen hier nog alles hoe we het vroeger deden. Zelf patat maken en de ballen gehakt gaan in een pan op het vuur. Er is bijna niks veranderd. Ja, de omgeving. Maar ik heb er geen last van. Geen overlast, althans. We zit ten ver weg van het uitgaanscentrum, dus er komen hier geen dronken mensen. Er is ook nog nooit politie in de zaak binnen geweest, anders dan om te eten. Dus waarom zou ik Toekomst Hij is 59 nu en wil de rit tot z'n 65ste vol ma ken. „Gewoon omdat ik het leuk werk vind, omdat ik er nog steeds plezier in heb. Nee, het verveelt me nooit en die baklucht, ach die ruik je op den duur niet meer." Hij weet ze ker dat hij het nog zes jaar redt in de wereld van de frituur. De toekomst van veel snack bars mag dan op de tocht staan, die van De Drie Vissers is op weg naar het gouden jubi leum (november '99) niet in het geding. Wel procedeert Bert Planjer mee met elf collega's tegen het besluit van de gemeente om de gokautomaten uit snackbars te bannen, maar dat doet hij meer uit solidariteit en uit erger nis, dan uit noodzaak. ;,Die bak van mij stond voor de ramen en bracht het minste op in de stad. Ik ben er dus niet afhankelijk Veel van zijn collega's zijn dat wel. Als straks in 1997 landelijk wet wordt dat de gok automaten er overal uit moeten, gaan 500 tot 1000 van de 4000 snackbars op de fles, voor spelt Johan van de Weerd. „Dan is het einde verhaal voor wie zich te veel van die bak af hankelijk heeft gemaakt", zegt de voorzitter van de sectie IJsfrica van Horeca Nederland waaronder de ijssalons, frituurzaken en cafe taria vallen. „Wie wil overleven moet kijken hoe hij zijn assortiment kan aanpassen want de concurrentie is tegenwoordig moordend. Je kunt overal naar toe voor je snack. Naar de benzinepomp, naar het grootwinkelbedrijf, naar McDonalds. En dat breidt maar uit. Mc Donalds wil van 130 naar 170 vestigingen in Nederland, dus je kunt wel zeggen dat de marktpositie zich wijzigt. Food wordt op elke hoek van de straat aangeboden en dat aan bod is enorm." De snackbar is in de meeste steden al te ruggedrongen naar de wijken en de patatbak ker die niet is aangesloten bij de grote fran- chiseorganisaties (Febo, Noordzee, Burger King, Pizza Hut) die de hoge huren in de bin nenstad kunnen betalen, kan het buurtge- vecht om het bestaan alleen winnen op basis van kwaliteit. Betoogt Van de Weert. „Specialiseren. Goed kijken in welke omge ving je zit en wat daar de behoefte is, dat moet je als eigenaar van een snackbar doen. In Wassenaar zul je een andere zaak moeten runnen dan in het centrum van Leiden. Je moet het goed uitbalanceren. Dan heb je kans dat je de investering terugverdient die tegenwoordig nodig is." Vroeger kon je zomaar op een achternamid dag een snackbar beginnen. Succes verze kerd. „Je kon er rijk in worden, toen in de we deropbouw na de oorlog de cafetariabranche onstond", draait Van der Weerd de film te rug. „Voordien waren er wel broodjeszaken maar de echte frituur-handel dateert van na de oorlog. En iedereen kon ook zomaar be ginnen. Je had, en hebt, zelfs niet eens een vestigingsvergunning of diploma nodig. De branche rees in de loop der jaren dan ook de pan uit. „Van nul zaken tot zesduizend", aldus Van der Weerd, die daarbij dan wel 2000 koffieshops meetelt. „En er komen steeds meer zaken bij waar een snack te krijgen is. Zoals de bedrijven- kantines." Het maakt de spoeling dun en de patat wordt navenant gesneden. Die van de De Drie Vissers i dus, want daar zijn we beroemd om gewor den", zegt Planjer die vanaf zijn vijftiende meehielp in de winkel van zijn zwager die het steeds drukker kreeg. Na acht jaar als optisch glasslijper bij de marine kwam hij er full time in en nadat Brinkman er genoeg van had, runt hij de zaak alweer 15 jaar samen met zijn vrouw. Hij werkte er in elk geval lang ge noeg om met smaak te verhalen van vroegere klanten die nog altijd terugkomen, „met hun kinderen." Zoals die twee Chinezen uit Hong Kong en de VS, die op weg naar hun moeder in Leiderdorp steevast een of twee keer per jaar een frietje komen halen. En dat echtpaar dat al dertig jaar lang elke zaterdag hetzelfde komt eten en drinken. „Die mensen bellen zelfs als ze niet kunnen komen. Zo redden we het voor een groot gedeelte op onze naam", beseft Planjer, die de reputa tie hoog houdt met „veel liefde voor het vak, goede aardappels en goed vet. Want je ruikt het meteen als dat oud is. Als ik langs een an dere snackbar loop, hoef ik maar te snuiven om te weten of het vet moet worden ver nieuwd." Zelf eet hij overigens zelden een frietje bij een collega. „Omdat ik er de tijd niet voor heb. Ik ben op dezelfde uren open en dan sta ik hier in de zaak. Die ga ik nu niet meer ver kassen. Hier zit de loop er in. We kunnen er ook nog altijd goed van eten. Trouwens, ze gaan de boel hier opknappen. De riolering verbeteren, sierbestrating aanleggen. Per 10 juni zijn alle horeca-vergunningen voor dit stuk Haarlemmerstraat ingetrokken. Die moeten opnieuw worden aangevraagd. En je moet maar afwachten of je 'm dan Weer krijgt." Komt die patatvergunning straks misschien toch nog van pas. Het beeld staat gebeiteld in het geheugen van talloze Leidenaars. Zwemmen in de Overdekte, een patatje bij De Drie Vissers. Alleen de geur al lokte hele horden schoolkinderen naar binnen in de oudste patativinkel van Leiden. De zaak dateert van november 1947en er worden nog altijd uitbundig geboetseerde frites verkocht. Niet meer zoveel als in de gouden tijd, maar de uitbater kan de toekomst met vertrouwen tegemoet zien. In tegenstelling tot tal van zijn collega's, die met de gokautomaat de kip met de gouden eieren zien verdwijnen en steeds meer anderen zien knagen aan het marktaandeel van de snackbars. „De concurrentie is moordend, maar wij kunnen er goed van eten. Wij redden het op onze naam. Onze Taal Mooi dat ik drie maanden lang nie over de spelling geschreven heb Voor het laatst in december. De toe stand zag er toen treurig uit. He' Groene Boekje dat te haastig ge maakt was en allerlei rare fouter bevatte; en Van Dale, nog haastiger met een alternatieve spelling. Vee reacties van lezers die mijn ergemii en teleurstelling deelden. Ook ste kelige brieven van Van Dale, van dt Taalunie en van de Sdu, om mij tt zeggen dat ik het helemaal verkeerc zag. We zullen die met de mante der liefde bedekken. Het leven gaa door. Intussen zijn we een nieuwt mijlpaal gepasseerd. Dat was ten minste de bedoeling. Het is eer droevig klein paaltje geworden. II zal uitleggen hoe dat komt. Van verschillende kanten is erop aange drongen dat de Taalunie (annex Groene Boekje) en Van Dale om de tafel zouden gaan zitten om de verschillen weg te wer ken. Ik vind dat procedureel heel merk waardig, maar voor de lieve vrede is de overheid Taalunie) dan toch met een dwarsliggend bedrijf Van Dale) gaan pra ten. Waarschijnlijk omdat de Taalunie er belang bij heeft dat haar spelling zonder al te veel heisa ingang vindt. Anderzijds wil Van Dale natuurlijk niet graag bekend wor den als het woordenboek met de alternatie ve spelling. Kortom, beide partijen hadden er belang bij dat er overeenstemming zou komen. Voorafhadden ze met behulp van een computer een lijst gemaakt van precies alle woorden die in Van Dale anders ge speld staan dan in het Groene Boekje. Een deel van de verschillen bleek te berusten op kleine vergissingen en typefouten. Elk van beide neemt zich voor om die zo gauw mo gelijk recht te zetten. Van de correcties in het Groene Boekje komt een inplakvel dat gratis bij de boekhandel verkrijgbaar is. Van Dale zal een gratis brochure met de correc ties ter beschikking stellen. Prachtig. Het gezonde verstand heeft ge zegevierd. Iedereen een inlegvel of een hele inlegbrochure, en iedereen tevreden. Zo doet men dat in een beschaafd land. Of toch niet helemaal? Helemaal niet. De overeenstemming be treft maar 36 woorden: 20 correcties in Van Dale en 16 in het Groene Boekje. De vele honderden andere woorden die ver schillen, blijven verschillend. Het overleg is grandioos mislukt. Wel zal Van Dale voort aan tussen haakjes tevens de officiële spel ling opgeven, maar dat maakt het voor de gebruiker niet eenvoudiger. Herinnert ie mand zich nog dat de hele operatie er on der andere op gericht was het oude systeem van voorkeurspellingen weg te werken? Nu krijgen we dus via de achterdeur in Van Da- Ie weer twee spellingen. Om nog maar te zwijgen van de vele dui zenden woorden in Van Dale die niet in het Groene Boekje staan. Die schijnen niet ter sprake geweest te zijn, en zullen dus waar schijnlijk op z'n Van Dalens gespeld (blij ven) worden. De verschillen zitten vooral in twee grote groepen woorden. In de eerste plaats woorden waarover de regels niets zeggen (en waar het Groene Boekje een keuze ge maakt heeft), in de tweede plaats in Van Dale's alternatieve 'formulering' van de re gel voor de tussen-n (oftewel een andere re gel). Samen goed voor vele honderden ver schillen. Plus dus al die woorden die niet in het Groene Boekje staan maar wel in Van Dale: die zijn niet als 'verschillen' meege teld maar zijn het in feite wel. De argumenten van Van Dale zijn op zichzelf meestal goed. Het zij ook meteen toegegeven dat de Taalunie met haar offi ciële spelling soms het onmogelijke vergt van woordenboekenmakers. De regels zijn erg ingewikkeld en leiden vaak niet zonder meer tot een eenduidige spelling. Ook blijft er veel ongeregeld en worden er in het Groene Boekje nogal wat willekeurige kno pen doorgehakt. Maar zelfs de beste argumenten moeten het mijns inziens afleggen tegen het feit dat een officiële spelling nu eenmaal een offi ciële spelling is. Onze spelling wordt in Den Haag en Brussel vastgesteld, niet in Utrecht Gegeven het miserabele resultaat, ware het te wensen dat het anders was, maar het is niet anders.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1996 | | pagina 47