Tony Bennett pakt
ze nog altij d in
Koos Alberts'
laatste ronde
Tony Bennett wordt op 3 augustus van dit jaar zeventig. De
Amerikaanse zanger, die zijn ietivathese, hoge bariton het
eerst in dienst stelde als entertainer voorde troepen tijdens de
Tweede Wereldoorlog, zal dan zo'n 55 jaar in het vak zitten.
Anthony Dominick Benedetto alias JoeBari (zijn eerste
podiumtiaam), die het vak leerde in de vroege jaren vijftig
toen Las Vegas uitgroeide tot de woestijnstad van de zonde,
weet het mooiste nog voor zich.
Bennett is populairder dan ooit. Op 26 mei treedt hij op in de
Dr. Anton Philipszaal in Den Haag.
B.i.i.iai.iiUM.ifflrei
Eigen stijl
In mijn leertijd, vooral in de vroege jaren vijftig lagen die,
maakte ik de weg naar eer\ eigen individuele stijl door. Dat was
alles, toen. Nu letten de populaire artiesten daar amper op. Als
een bepaald nummer nu opgang maakt en wordt gecoverd,
dan hoor je overal dezelfde versie, dezelfde melodielijn. Wij
leerden individualist te zijn. Te pionieren. Dat kan nu niet
meer. Weet je waarom? Wij Amerikanen kennen de kwaliteit
van traditie niet. Er is nog teveel ruimte, je kunt nog een kapi
taal maken door in de VS in grond te speculeren. Waarom zou
je je druk maken om de dingen die zijn geweest?
Hij bladert door de encyclopedie. „Die is een te gekke trom
pettist Red Rodney! Ik heb een tapeje opgehad in de limousine
zo-even. Lester Leaps in, Carnegie Hall. Lester Young, Roy
Eldridge. Wat een plaat! Wat? Is Red Rodney niet meer? Zou ik
toch eh...oud worden.?!"
Iedere dag stroomt publiek uit de uithoeken van Neder
land de studio's van RTL4 in Hilversum-West binnen
voor Myrna of Viola. De 5 Uur-show is het familiepro
gramma van vergrijzend Nederland geworden. Hier doet
Zeeuwsch-Vlaanderen of Twente een dagje Randstad. Op de
studiovloer staat een gebruinde senior met microfoon kus
handjes rond te strooien naar Miep en Annie uit de Achter
hoek, afgewisseld met knipoogjes naar de presentatrice. Tony
- 'Sinatra zegt altijd: My best Friend' - pakt ze allemaal in.
Of het ook een half minuutje korter kan, vrtfhgt de regie aan
de goedgeconserveerde veteraan. 'Sure!', zegt Tony Bennett
en voldoet met zijn trio moeiteloos aan de wens. ,,I loiow how
to improvise." Je zou het niet zeggen, maar Bennett wikkelt
met die eigenschap niet alleen de bejaarden in de tv-studio
om de vingers, maar ook en in toenemende mate een jong
publiek. Ver voordat het jonge volkje terugkeerde naar de Ea
sy Tunes van de jaren vijftig en zestig, was Bennett alweer een
hit. Fly Me to the Moon, I Left My Heart in San Francisco, In
dian Summer. „Ik maak tijdloosheid chique"; zegt Bennett
met een zweem van eenvoud.
Nieuw album
Hij kijkt rond in de bar van de studio, die vaag wat weg heeft
van een Italiaanse ijssalon uit de jaren vijftig. „We durven
hier wel een capuccino aan", zegt hij lachend. De routine van
de veteraan drijft de barman tot activiteit. Dankzij MTV geldt
Bennett als een cult-hero bij uitstek - een oude man die nog
meekan. Hij trad op met vervaarlijk
uitziende, half-ontklede
rockers als Red Hot Chili Pep
pers, zong duetten i
Britse songschrijver El-
vis Costello
de Canadese zange
res k.d. lang en
vervaardigde
MTV U
plugged-album dat wereldwijd vorig
jaar 3,5 miljoen keer over de toon-
Zijn nieuwe album, Here's to The
Ladies, is een ode aan de dames die
Bennett in het vak heeft leren ken
nen en bewonderen. Hij zingt op ge
heel eigen wijze de standards, de zo
geheten signature-songs (liedjes die
iemand net zoveel typeren als haar
handtekening) van Barbara Streisand
(People), Peggy Lee (I'm in Love
Again), Judy Garland (Somewehere
over the Raibow), Doris Day (Senti
mental Journey), Mabel Mercer
(Down in the Depths), Billie Holiday
(God Bless The Child). Muziek van
toen. In een jasje van Tony.
„Nah", zegt ie met een wegwerp
gebaar. „Ik zou ook een zangeres als
k.d. lang hebben kunnen eren met
een vermelding, maar het zou mis
staan. Dit zijn allemaal joodse en
zwarte dames, vrouwen met timing,
style en klasse. Vakvrouwen die wis
ten hoe ze een nummer moesten
brengen, zozeer zelfs dat het hun
een onvervreembaar eigendom
De enige manier waarop ik
hun werk toch kon pikken lumbia.
door het te verpak-
in een ode aan hun adres. Begrijp me goed,
ereer ze, maar dat was de enige manier.
En: ik heb het natuurlijk anders gedaan.
De liedjes 'mannelijk' gemaakt en er mijn
handtekening onder gezet. Dat doe je bij
voorbeeld door een extra introotje te ma
ken voor dat Doris Day-stuk en wat te
wringen met dat lome, hoeke-tsjakke-
tempo dat In a Sentimental Journey be
paalt. Typisch een stuk van voor de jaren
zestig trouwens. Je hoort aan het tempo
hoe groot ons land toen nog was. Alle po-
'pulaie liedjes hadden toen dat trage. Waar
om zou je opschieten? De USA waren on
metelijk - je kon er net zo goed je tijd voor
en dat hoorde je aan de muziek af."
'Toffe vent, frank'
De lezer begrijpt waarom zo'n performer nog
het etiket binnenkort seniel is opgeplakt. Toen
grote broer Sinatra in december werd gehuldigd in
verband met diens tachtigste verjaardag, stal Bennett
de internationaal uitgezonden tv-show. „Ik deed
World on a String, met wat tekstaanpassingen om aan
te geven dat ik vond dat Sinatra het recht had om zo te
rug te kijken op zijn leven. Frank vond het prachtig."
Bennett knipoogt, suggereert even dat je altijd je plaats
en knipoogt nog eens. „Frank is altijd goed
me. Overal op de wereld word ik geconfron-
de uitspraak dat hij me als zijn favoriete
zanger ziet." Weer dat lachje. „Toffe vent, Frank.
b Tony Bennett met zijn
m Edison-beeldje dat in
het kantoor van zijn
platenmaatschappij
stof stond te verga-
Tony Bennett voor Daan v
Hij heeft in de regel andere vrienden dan ik, maar toffe v
Het is lachen met die Bennett. Hij accepteert r
het Edison-beeldje (zijn Unplugged-album werd hier t'
terug bekroond) dat in het kantoor van zijn platenmaatschappij
stof stond te vergaren, maar maakt de geschiedenis geen mo
ment mooier dan ze is. Daan van Rijsbergen, nieuwbakken di
recteur, krijgt een handtekening met zwier. „Heb ik wat een
leergeld voor betaald, hoor, platenmaatschappijen. Die Hollan
ders die je hier namens Columbia tegenkomt, die deugen wel,
maar er is een generatie geweest die me covers van songs van
Janis Joplin wilde laten doen. Denken dat ze wat te vertellen
hebben, hè? Dat ze belangrijker zijn dan de artiest. Producers
hebben daar ook een handje van. Is niet waar. Ik ben er nog. Zij
Verrast
De truc die de verslaggever heeft bedacht is goedkoop, maar ef
fectief. De achilleshiel van de oude ster bevindt zich op het ter
rein van de algemene erkenning van zijn werk. Bennett mag
dan op zijn bijna zeventigste ongekend populair zijn, er zijn
nogal wat standaardwerken, vooral op jazzgebied, die zijn stem
geen lemma in een encyclopedie waardig keuren. Als ik de
nieuwste editie van The Rough Guide op tafel leg, steekt Tony
al van wal. „Dat is het probleem, hè? Ze willen me een etiket
opplakken. Ben je gekeurd voor het een, dan ben je het andere
niet waardig. Zo geld ik als 'niet jazz', maar ik improviseer wel."
Zijn ogen worden zo groot als schoteltjes als Bennett toch
een eigen, uiterst aardig hoofdstukje wordt toegedicht. Tony
pakt het naslagwerk en durft niet meteen de B op te slaan.
„Goh, goed boek. Hier, Jimmy Lunceford, de bigband-leider.
Zie je deze foto, waarop hij staat afgebeeld tussen allemaal lege
stoelen? Daar wordt nu nog over gepraat door de oude jongens.
Nee, niet die van mijn leeftijd. De echt oude cats. Lunceford
werd hier gefotografeerd op de dag dat zijn band in zijn geheel
was opgestapt en hem liet zitten. Een heel beroemd moment in
zijn leven. Hij zit er heel vermoeid bij. Drama. Zijn band was de
beste, zeiden alle latere meesters. In de vooroorlogse Savoy Ball
Room in het Newyorkse Harlem zeiden ze altijd: 'De vloer
breekt hier als Lunceford nog eens terug komt'.
Natuurlijk was er ook nog een tijd voor mij. Er is altijd een
periode voorafgaand aan de jouwe. En weet je wat merkwaar
dig is? Altijd weer vertonen mensen de neiging om het verleden
nog meer waarde toe te kennen dan hun eigen tijd. Het schijnt
toen altijd beter te zijn dan nu - misschien is dat ook wel de
verklaring voor mijn succes. Ik moet eerlijk zeggen dat ik ook
achteromkijk. De plaat Here's to the Ladies gaat over dappere
vrouwen uit de dagen dat ik nog achter ze aanliep. Hahaha.
Gekheidje. Nee, ik vind dat de vrouwen in mijn vak veel vrijer
zijn in hun uitingen dan de mannen.
Toen ik als jong binkie mijn eerste lessen kreeg van de ko
miek Bob Hope, leerde hij je je mannelijk te tonen. Er werd van
je verwacht dat je je macho gedroeg, niet dat je voelde waar het
bij het zingen van de teksten om ging. De vrouwen in ons vak
hebben altijd veel meer nuance gevoeld en durven tonen. Ze
zongen in 'kleuren', in-voelend. Al heel vroeg zag je dat bij de
professionals onder hen terug. Je laten gaan en jezelf controle
ren in de voordracht van je liedje. Maar ook bij mijn eigen
vrouwelijke familieleden hoorde ik dat, als ze zongen in huis.
Veel vrijer, v
ZATERDAG 6 APRIL 1996
Het rondtrekken wordt voor Koos Alberts te
zwaar. Nog één tournee, en dan alleen nog
maar zingen voorde plaat.
Deze week stond de zanger in Tilburg en
Utrecht. De opkomsten waren niet denderend.
„Het wordt steeds moeilijker om ze bij de tv
weg te krijgen.
De portier van de
Schouwburg Til
burg schudt beden
kelijk zijn hoofd. Nee, vol zal het
vanavond niet worden. Niet eens
half vol. Hij buigt zich naar vo
ren, zet een samenzweerderige
blik op en zegt dan: „Volgens mij
is Koos Alberts een beetje op z'n
retour. Jammer hoor, zo'n aardi-
Koos Alberts (49) is bezig aan
zijn laatste tournee. De komende
maanden doet hij nog één keer
schouwburgen en concertzalen
in het land aan met succesnum
mers als Mooi Is Het Leven en Ik
Verscheurde Je Foto, dan houdt
hij op. Met toeren, niet met zin
gen: in juni komt er een nieuwe
cd uit. „Dat rondttrekken wordt
te zwaar", zegt Alberts' vrouw Jo
ke, die hem bij elk optreden ver
gezelt. „Ik heb liever dat-ie gaat
tennissen, dat is veel beter voor
zijn gezondheid.
Maar nu is het maandag 1
april en stroomt de artiestenfoyer
van de Tilburgse Schouwburg
vol. De leden van Frontline, Al
berts' begeleidingsband, verma
ken zich met een spelletje flip
per. De Belgische zangeres Tina
Rosita, die het voorprogramma
verzorgt, schenkt zelfgemaakte
soep uit een enorme pan. Naast
manager Menno Muis zitten
twee fans van het eerste uur.
Nou ja, fans... je kan beter spre
ken van goeie vrienden, zegt één
van hen, een mevrouw die
naamloos wenst te blijven. Al
tien jaar lang woont ze met haar
man elk optreden van Koos Al
berts bij.
Wat Koos Alberts zo bijzonder
voor haar maakt? „Alles. De
warmte in zijn stem, zijn door
zettingsvermogen, zijn instelling.
We hebben gewoon een onwijze
waardering voor die man." Haar
echtgenoot trekt aan zijn sigaar
en knikt. „Een onwijze waarde
ring", herhaalt hij. Over hun fa
voriete nummer hoeven ze geen
seconde na te denken: Geen
Mens Zal Ooit Mijn Tranen Zien.
Dat is Koos zijn mooiste lied.
Nee, geen mens zal ooit m 'n tra-
ook al heb ik zoveel pijn en veel
verdriet
Niemand die de tranen van m'n
leven ziet
tranen die er soms best zijn
Maar ik leef om te leven, elke dag
en dan denk ik, er is nog geluk
ik kan jullie omarmen
met mijn liefde je verwarmen
het lijkt niet veel
maar dat is mijn geluk.
Kwart voor acht. In de kleedka
mer barst Koos Alberts uit in een
gulle lach. De fotograaf heeft zo
juist voorgesteld hem tijdens het
verkleden of schmincken te ver
eeuwigen. „Joke! Hij denkt dat ik
me ga schmincken! Haha. Nee
jongens, ik schminck me niet. Ik
trek gewoon m'n jasje uit, kam
mijn haren en ik begin. Ik ben
maar een hele gewone jongen."
Het gesprek komt op het aan
tal bezoekers: 180 kaarten zijn er
voor vanavond verkocht. Het ligt
aan de tijd, denkt Alberts. „Alles
wordt minder en de mensen
kunnen hun geld maar één keer
uitgeven. Het wordt steeds moei
lijker om ze bij de tv weg te krij
gen." Zijn vrouw: „Maar voor
Koos maakt het niks uit. Al zit er
maar twintig man, dan nog geeft
hij alles. Koos gaat gewoon
door."
Als het aan Joke Alberts had
gelegen, was deze concertserie er
helemaal niet gekomen. Te veel
georganiseer, te veel gedoe, te
vermoeiend. Bovendien werkt
Koos hard aan een nieuwe cd.
Met nummers over... ja, waar
over eigenlijk? Joke Alberts:
„Daar vraag je me wat. Allemaal
een beetje de geijkte teksten hè.
Over wat er zoal in het leven ge
beurt. Man verlaat vrouw, of an
dersom. Lang niet alles is auto
biografisch, zoals Geen Mens Zal
Ooit Mijn Tranen Zien. Dat is
voor Koos nog steeds een moei
lijk liedje, daar wordt hij emotio
neel van. Want het gaat echt over
hém. En over de pijn die hij altijd
heeft, sinds dat ongeluk."
Tien over acht. Het publiek
krijgt bij de ingang van de thea
terzaal een programma in han
den geduwd door leden van de
Koos Alberts Fanclub. Koos' le
vensloop staat er kort in beschre
ven: zijn jeugd in de Jordaan, zijn
werk als metselaar in de bouw,
zijn eerste hit in 1984 en natuur
lijk het auto-ongeluk in zijn
woonplaats Hierden in 1987. Al
berts raakte daarbij zwaar ge
wond en bracht lange tijd in zie
kenhuizen en revalidatiecentra
door.
De foto's en teksten in het pro
gramma gaan over vreugde en
verdriet, over lief en leed. Op de
foto's poseren Koos en Joke Al
berts trots met hun eerste klein
zoon Daantje, een mooi manne
tje van één jaar oud. Zijn groot
ouders zeggen het een feest te
vinden om twee dagen per week
op hem te mogen passen. „Ik
hoop nog meer kleinkinderen te
krijgen want het is het mooiste
wat er is", schrijft Alberts en hij
ondertekent zijn commentaar
met 'Opa Koos'.
Kwart over acht. Tina Rosita
brengt de zaal in de juiste stem
ming met 'Ik Krijg Een Heel
Apart Gevoel Van Binnen'.
Manager Menno Muis heeft een
zwart jasje aangetrokken en ont
popt zich tot presentator. Nadat
de band nog even 'Lang Zal Hij
Leven' heeft gespeeld voor de ja
rige bandleider Klaas Dikken,
wrijft Muis zich in de handen:
„Mensen, het belooft een hele
gezellige avond te worden. En ik
ga u nu voorstellen aan de meest
gezellige man van Nederland:
Koos Alberts!"
Het publiek veert spontaan
omhoog als Koos in zijn Quicky-
rolstoel het podium opkomt.
„We gaan d'r een gezellige avond
van maken", belooft ook hij.
Onvermoeibaar zingt Alberts
het ene nummer na het andere,
van oude succesnummers tot
Amsterdamse levensliederen.
Tussen de liedjes door praat hij
genoeglijk met de zaal, roept een
gehandicapte jongen bij zich op
het podium („Gaat 't goed knul?
en neemt een tekening in ont
vangst van een bedremmeld
meisje in zwarte lakschoentjes,
dat door haar moeder het podi
um wordt opgeschoven.
„Ja mensen", zegt Alberts als
het vijfde liédje is afgelopen.
„Daar zitten we dan. Het is niet
uitverkocht, maar wat geeft dat
nou? Jullie zijn er. En als het
maar gezellig is. Daar gaan we
De portier van de Schouwburg
Tilburg had gelijk: Koos Alberts is
een aardige man.
Tournee Koos Alberts: 23/4 Con
certgebouw Amsterdam, 25/4 De
Nieuwe Doelen Gorinchem, 02/5
De Doelen Rotterdam, 09/5 De
Tamboer Hoogeveen, 11/5 Stads
schouwburg Velsen, 18/5 De
Maaspoort Venlo en 23/5
Schouwburg De Meerse Hoofd
dorp)
Koos Alberts in de kleedkamer van de Tilburgse Schouwburg. „Het is
niet uitverkocht, maar wat geeft dat nou?"
FOTO CPD FOTOBUREAU VAN EIJNDHOVEN