'De laatste patiënt opsporen, dat is de kunst
Nu ruim
4>4 miljoen
netto in de
Jackpot.
VANDAAG LAATSTE LOTElf
Feiten &Meningen
Bladwijzer
Twee miljoen
leprapatiënten
Het CDA kan niet omgaan met wapens
ZATERDAG 27 JANUARI 1996
Wie een boek leest, wordt meestal geconfron
teerd met een eigenaardig probleem. Zelden
ben je in staat een boek in een ruk uit te lezen,
dus dien je aan te geven waar je bent geble
ven. Daartoe dient de zogenaamde bladwijzer.
Zelden lees je hierover.
In Paddy Clarke Ha Ha Ha van Roddy Doyle
trof ik de volgende passage aan: 'Mijn ma las
boeken. Meestal 's avonds. Ze likte aan haar
vinger als ze onder aan de bladzijde kwam en
sloeg hem dan om; ze trok het hoekje omhoog
met haar vochtige vinger, 's Ochtends vond ik
haar boekenlegger, een stukje krantepapier, in
het boek en dan telde ik de bladzijden die ze
de avond ervoor had gelezen. Het record was
42'.
Deze moeder gebruikt dus een stukje kran
tepapier als bladwij
zer. Ik deed dat vroe
ger ook wel, maar
ontdekte al spoedig
dat zo'n stukje kran
tepapier reuze kwets
baar is. Het dwarrelt
zo tussen de bladzij
den vandaan. Eén
ogenblik van onbe
dachtzaamheid en je
weet niet meer waar
je gebleven bent.
Daarom gebruikte ik
vroeger iets wat
duurzamer is dan
een stukje krantepapier: een afgebrande luci
fer. Zelfs als die er per ongeluk tussen uitvalt
als je je boek oppakt, kun je nog goed zien
waar je gebleven bent omdat zo'n lucifer door
z'n dikte het boek op één plaats een beetje
ontwricht. Déér ben je dan gebleven.
Helaas: Mijn vader was er altijd op uit om in
de boeken waarin ik las, meestal twee of drie
tegelijk, de bladwijzers stiekem te verleggen.
Dan begon je te lezen, en dacht je: maar dit
heb ik toch al gehad? Dan keek ik verbaasd op
van mijn lectuur en ontwaarde het glunderen
de gezicht van mijn vader. Dan wist ik het al
weer: hij had de lucifer er tussen uit getrokken
en ergens anders terug gedaan. Vooral als hij
de lucifer vooruit legde, was ik de pineut, want
het is veel moeilijker vast te stellen dat je een
aantal bladzijden hebt overgeslagen dan om
te constateren: dit heb ik al gelezen. Boven
dien is het minder erg om iets tweemaal te le
zen dan om iets te missen.
Mijn hele jeugd lang heb ik strategieën
moeten ontwikkelen om de sabotage van mijn
vader te weerstaan. In plaats van lucifers ge
bruikte ik elastiekjes die ik om de helft van het
boek heen spande dat ik nog lezen moest. Die
waren minder gemakkelijk snel te verleggen
dan een lucifer. Maar één ogenblik van onop
lettendheid en mijn vader had weer toegesla
gen. Het enige wat erop zat, was om altijd als
ik een boek las en de lectuur onderbrak heel
goed te onthouden waar ik was gebleven.
Tegenwoordig zet ik als ik mijn lectuur on
derbreek het boek gewoon geopend tegen een
stoelpoot aan zodat ik het zo weer kan oppak
ken en verder kan gaan waar ik ben gebleven.
Mijn vrouw protesteert, want soms staan er in
de woonkamer acht boeken tegen stoelpoten,
maar ze komt gelukkig nooit op het idee om
zo'n boek op te pakken, en het weer op een
andere plaats geopend terug te zetten. Mijn
leven is wat dat betreft wel een stuk gemakke
lijker geworden. Toch zou ik dolgraag dat
glunderende gezicht van mijn vader nog weer
eens aanschouwen.
Morgen is het Wereld Lepra Dag
Het is stil in het gezondheidscentrum in Udawa in noord-Nige-
ria. Op een bankje op de veranda wachten twee lokale mede
werkers op hun klanten, maar vooralsnog lopen er alleen brand
houtdragers langs de weg van Kaduna naar Udawa. Het gezond
heidscentrum is het enige gebouw dat in de wijde omtrek te zien
is. Het dorp ligt een paar kilometer verderop.
'T
ichi
De Nederlandse Stichting voor Lepra
bestrijding maakt eens per maand van
het gebouw gebruik om de leprapa
tiënten in Udawa en omstreken te
controleren en nieuwe medicijnen te
geven. De veldkliniek is er één van de
duizend in het netwerk van de lepra
stichting in elf staten in noord-Nigeria.
In elke staat heeft de organisatie een
kleine honderd veldklinieken die cen
traal worden aangestuurd. Op de be
zoekdagen reist een supervisor per
motor naar de kliniek om er op toe te
zien dat de lokale medewerkers hun
werk goed doen.
Jarenlang waren de veldklinieken
drukbezochte plaatsen, vaak nog in de
open lucht onder een apebroodboom.
Vooral toen de lepra-artsen alleen nog
maar Dapsone als medicijn konden
voorschrijven, zaten er dikwijks tien
tallen mensen te wachten op de komst
van de supervisor. Dapsone hield de
leprabacterie wel in bedwang, maar
kon de ziekte niet genezen. Leprapa
tiënten waren voor de rest van hun le
ven aangewezen op het slikken van de
pillen.
De komst van MDT (multi-drug treat
ment) begin jaren negentig in Nigeria
heeft die situatie drastisch veranderd.
Vorig jaar kon de leprastichting vol
trots melden dat inmiddels alle lepra
patiënten in noord-Nigeria met de
combinatie van twee of drie medicij
nen worden behandeld. Het eventuele
besmettingsgevaar is met MDT binnen
twee weken verdwenen, en na een be
handeling van twee jaar is de leprapa
tiënt volledig genezen.
De veldklinieken zijn daardoor in om
vang afgenomen. Meestal komen er
tussen de acht en vijftien patiënten op
een bezoekdag, maar er zijn kliniekjes
zoals Udawa, waar het actuele patiën-
tenregister nog slechts twee namen
vermeldt. Niet voor niets gaat de We
reld Gezondheidsorganisatie (WHO)
ervan uit dat lepra binnen een paar
jaar bij minder dan één op de tiendui
zend mensen voorkomt.
Maar schijn bedriegt. Ook in Udawa.
Erik Post, arts en projectcoördinator in
Kaduna State, beseft maar al te goed
hoe verleidelijk het is om te denken
dat lepra bijna is uitgeroeid als ergens
nog maar twee patiënten staan geregi
streerd.
„Hetleprahulpverleningsprogramma
richt zich op mensen die uit eigen be
weging naar een veldkliniek komen.
Het gaat er nu om de mensen te berei
ken die niet zelf komen, die niet weten
dat ze lepra hebben. Dat is moeilijk,
want het gaat om een onbekend aantal
mensen op lastig te bereiken plaatsen.
Soms ontdekken we een dorp dat hele
maal niet op de kaart staat, en dan heb
je zo weer vijftien nieuwe patiënten",
stelt Erik Post.
Als mensen eenmaal het vermoeden
hebben dat ze aan lepra lijden, zijn ze
binnen drie maanden bij een veldkli
niek. Déar zit het probleem niet, weet
Erik. Het probleem zit bij de mensen
die de eerste 'diagnose' stellen. Die
Naar schatting hebben op dit r
twee miljoen mensen verspreid over 79
landen lepra. Van hen zijn er 1.291.848
geregistreerd, wat betekent dat ze een
medische behandeling krijgen. Per jaar
komen er 560.646 nieuwe gevallen bij.
Sinds in 1983 een lepragenezende me
dicijnencombinatie beschikbaar kwam,
zijn 6.687.189 leprapatiënten genezen
verklaard. De Nederlandse Stichting
voor Leprabestrijding zet zich al bijna
dertig jaar in voor de bestrijding van le
pra in 25 landen. Voor dit jaar is daar
mee een bedrag gemoeid van ruim zes
tien miljoen gulden. Nigeria krijgt
daarvan ruim twee miljoen gulden. Dat
land is vijfde in de top-tien van lepra-
landen. India heeft de meeste leprapa
tiënten, bijna een miljoen. In Brazilië
komt lepra het meest voor: veertien
van elke tienduizend inwoners hebben
de ziekte.
moeten eerder gealarmeerd raken,
want mensen lopen gemiddeld twee
jaar rond met klachten voordat die als
leprasymptomen worden herkend.
„Dat duurt veel te lang. De medewer
kers van gezondheidscentra, de verko
pers van medicijnen op de markt, de
alternatieve dokters, die moeten beter
geïnformeerd worden."
Erik Post werkt in zijn staat aan een
voorlichtingscampagne met posters en
een radiospotje. De radio is in noord-
Nigeria verreweg het belangrijkste
communicatiemiddel. In elk dorp, hoe
verstopt ook, heeft er wel iemand een
transistorradiootje waarmee hij de
sterkste zenders kan ontvangen. Post:
„Het is niet zo moeilijk om de eerste
leprapatiënten in een land te vinden.
De kunst is om ook de laatste op te
sporen."
Feit is wel dat de hulpverlening duur
der wordt naarmate minder mensen
de hulp nodig hebben. De Nederland
se Stichting Leprabestrijding besteedt
in 1996 ruim twee miljoen gulden aan
de projecten in noord-Nigeria. De
laatste jaren is het jaarlijks aantal
nieuw geregistreerde patiënten ge
stagneerd op vierduizend. In totaal ko
men ongeveer twintigduizend mensen
per jaar naar de veldklinieken en le
praziekenhuizen voor zorg en nazorg.
De stichting komt door de afnemende
klandizie steeds meer onder druk te
staan om te gaan samenwerken met
andersoortigehulpverleningsorganisa-
ties. Henk Plomp, vertegenwoordiger
van de leprastichting in Nigeria, weet
dat het bestuur van zijn organisatie
daar geen voorstander van is. „Zolang
er op de wereld nog leprapatiënten
rondlopen die niet behandeld worden,
gaat er geen leprageld naar mensen
met andere aandoeningen. Dat stand
punt kan ik wel waarderen, maar de le-
Na het debat over de onderwijs
vrijheid (artikel 23) werd de op
positiekracht van het CDA
prachtig verbeeld in een car
toon van Jos Collignon in de
Volkskrant Heerma schoot met
een bazooka, maar hield het
wapen achterstevoren vast. Hij
kwam te vroeg met een motie
van afkeuring, was onvoldoende
berekend op een tegenaanval
van PvdA, WD en D66 en in
plaats van de coalitie of minis
ter Dijkstal, beschadigde hij
zichzelf en zijn eigen CDA.
Door deze zoveelste mislukking
verhevigde de kritiek op de pre
sentatie van Heerma. En er ver
anderde wat. Er kwam een
'politiek gevoeliger.' fractietop.
Met jaap de Hoop Scheffer, van
wie bekend is dat hij wél goed is
in het debat, als vice-fractie-
voorzitter. Onmiddellijk was er
een nieuw geluid. Het CDA zou
het kabinet voortaan „met de
scherpe floret en desnoods met
de moker bestrijden", zei De
Hoop Scheffer.
Met een ongekende gretigheid
stortte het CDA zich de afgelo
pen weken op de actualiteit. Er
moest gescoord worden, en
mogelijkheden waren er ge
noeg.
Eerst was er het bezoek van mi
nister Van Mierlo aan het Pales
tijnse Orient House in Oost-Je-
ruzalem. De Hoop Scheffer eiste
dat de commissie buitenlandse
zaken terugkwam van het
kerstreces om Van Mierlo hier
van te weerhouden. De CDA'er
zette het bezoek van Van Mierlo
op scherp, want het zou de
band tussen Nederland en Is
raël ernstig beschadigen, meen
de hij samen met WD, RPF en
SGP. Tegenhouden kon De
Hoop Scheffer Van Mierlo ech
ter niet. Helaas voor de CDA'er
veroorzaakte het bezoek van
Van Mierlo vervolgens nauwe
lijks commotie in Israël. De
Jos Collignon
De tekening van Jos Collignon in de Volkskrant.
Hoop Scheffer hanteerde het
floret, maar het had geen resul
taat.
Dezelfde week was er nog een
uitgelezen kans voor het CDA
om het kabinet een slag toe te
brengen. In de Volkskrant lek
ten brieven uit die een ander
licht wierpen op het ontslag van
procureur-generaal Van Rand-
wijck. Had justitie-minister
Sorgdrager de Kamer tijdens het
zware en politiek geladen debat
over de gouden handdruk voor
de topambtenaar wel juist voor
gelicht? Nog voordat Sorgdrager
had kunnen reageren, wist het
CDA-kamerlid Frans Jozef van
der Heijden het antwoord al:
nee. „Ze moet nu toch zelf ook
tot de conclusie komen dat ze
niet meer aan kan blijven", con
cludeerde hij meteen.
De week erop was het debat,
waar helaas voor het CDA het
drama met artikel 23 een repri
se kreeg. De hele Tweede Ka-
mer keerde zich tegen de
CDA'er in plaats van tegen de
minister. Het was weer stof voor
een mooie cartoon: Van der
Heijden hief de moker omhoog,
kreeg het gewicht niet onder
controle en met een klap viel de
zware hamer achter zijn rug
omlaag.
De mislukte moker-strategie
werd zeker niet alleen veroor
zaakt door de onwil van de re
geringspartijen om het Sorgdra-
ger moeilijk te maken. De
CDA'er had de reacties op zijn
inbreng gewoonweg niet goed
overdacht. Hij zette een felle
aanval in op basis van stukken,
die hij niet openbaar wilde ma
ken. Daarmee ontkrachtte hij
zijn hele verhaal. Later bleek
bovendien dat zijn meest belas
tende beschuldiging helemaal
niet in die stukken stond. Daar
had zelfs de schaar of tipp-ex
niet geholpen.
Deze week ging het CDA in de
herkansing. De mislukte onder
handelingen tussen Wijers en
Daimler-Benz over de redding
van Fokker waren een gevoelig
onderwerp. Het werk van dui
zenden mensen staat op het
spel. Daimler Benz vroeg miljar
den. En vragen over het hoe en
waarom waren er genoeg. De
verantwoordelijke woordvoer
der bij het CDA greep deze keer
niet naar het floret, noch naar
de moker. Wim Mateman koos
de bulldozer.
De Gelderse flapuit die onlangs
werd uitgekozen om de frac
tietop te versterken, schoffeerde
iedereen die hem in de weg
liep, in zijn streven een deel van
de schuld voor het Fokker-dra
ma bij het kabinet en de coalitie
te leggen. D66 had Fokker ge
schaad door van meet af aan
geen geld te willen geven, de
PvdA Tiet de werknemers in de
steek en Wijers dacht alleen
maar aan geld en niet aan de
technologische betekenis van
Fokker.
Als de minister maar wat meer
had geboden, was het allemaal
wel goed gekomen, orakelde
Mateman. Zo overtuigd van zijn
eigen gelijk, dat hij het niet no
dig vond dit verder uit te onder
bouwen. Zijn inbreng was ge
dreven, maar onnavolgbaar. Hij
zwakte opmerkingen af om er
vervolgens weer op terug te ko
men. Een eerder aangekondig
de motie van afkeuring, wist hij
zich ineens niet meer te herin
neren. Toen hij tot slot triom
fantelijk riep dat „wij het besluit
Fokker te laten vallen in de toe
komst zullen betreuren", zat hij
al lang met zijn bulldozer vast
in het zand. Flet resultaat voor
het CDA: nul komma nul.
Met de floret en desnoods met
de moker, zei De Hoop Scheffer.
Zolang zijn collega's geen maat
weten te houden met dergelijke
steek- en slagwapens zijn ze
lachwekkend. En bovendien
een gevaar voor de geloofwaar
digheid van hun eigen partij.
DEN HAAG ANS BOUWMANS
prabestrijding wordt binnen een paar
jaar veel te duur als je de hele infra
structuur alleen voor lepra in stand
houdt."
In een aantal staten wordt leprabestrij
ding gecombineerd met tuberculose-
hulpverlening. Dat ligt ook voor de
hand, omdat het aanverwante infectie
ziektes zijn. In beide gevallen gaat de
besmetting via hoesten en niezen, al is
de incubatietijd bij lepra veel langer
(vijf tot twintig jaar) dan bij tuberculo
se. Maar vooral de langdurige nabe
handeling met medicijnen komt over
een en maakt een parallelle hulpverle
ning goed mogelijk.
In Kaduna State gaat zo'n gezamenlijk
programma in april van start, door een
samenwerkingsproject van de Neder
landse en Duitse leprabestrijding. Met
het Nederlands/Duitse geld worden al
le supervisors en lokale medewerkers
bijgeschoold op het terrein van TBC.
Op die manier kan voor de TBC-be-
strijding gebruik worden gemaakt van
de bestaande infrastructuur van de le
prabestrijding. Op lange termijn kun
nen daardoor ook de allerlaatste lepra-
gévallen goed worden behandeld.
Post: „Daar moet je wel naar blijven
zoeken als lepra-organisatie. Doe je
dat niet, dan is er straks geen hulp
voor de mensen die nu besmet raken,
pas over vijftien jaar ziek worden en de
ziekte dan verder verspreiden. Dan
kun je over dertig jaar weer helemaal
van voren af aan beginnen."
UDAWA MARGO VAN WUGERDEN
Twee lepra-patikf
ten op een banli
voor de klinie I
FOTO LEPRAZEN te
1)
Koop dus snel uw Staatslot mèt Jackpot.
Trekking dinsdag 30 januari.
Meer kans, meer geld, in de Staatsloterij.