De hele dag REKENEN
23 DECEMBER 1995
De kat heeft een vreemde
bult op zijn buik. Er zou eens
een dierenarts naar moeten
kijken, maar dat zit er in
december niet in. Even
wachten poes, tot in januari
de kinderbijslag binnen is.
In de troonrede op 19
september vroeg koningin
Beatrix om een
gezamenlijke aanpak van
sociale uitsluitingen stille
armoede. Hoe is het om arm
te zijn in Nederland?
nvi a j a
'De bijstand is een sitnatie van bijzondere onvrijheid'
..je (Tenietzoveel meer als je weinig geld
hebt zegt Charlotte. „We gaan vaak naar
het strand, mijn zoon en ik. Als we ons heel
rijk voelen, mogen we even op een terras
zitten. Dan bestellen we twee spa. Dat is
vijf gulden, daar heb je bij de Aldi vijf fles
sen voor. Als we dat niet kunnen betalen,
delen we samen een blikje op een bankje
aan de boulevard."
Charlotte leeft op het bestaansminimum.
Sinds haar scheiding woont ze met haar
11-jarig zoontje in een bescheiden eigen
huisje. Haar ex-man betaalt alimentatie en
ze verdient er wat bij met schoonmaak
werk. Omdat ze herstelt van een ziekte kan
ze niet veel werken, maar het is genoeg om
niet te hoeven aankloppen bij de bijstand.
„Ik ben blij dat ik mezelf kan redden", zegt
ze. „Dat ik niet naar instanties hoef, want
dan worden die weer je ouders. Ik wilde per
se onafhankelijk zijn.Die onafhankelijk
heid heeft zijn prijs. Maar dat maakt haar
nog geen zielig hoopje mens. „Ik heb het
eigenlijk hartstikke naar m'n zin, ik moest
alleen meer centen hebben."
Per maand krijgt Charlotte 1040 gulden ali
mentatie plus 400 gulden voor haar zoon.
„Daarvan gaat 186 gulden naar de belas
ting. Dat is gewoon belachelijk. Uw ex heeft
er voordeel van en we moeten het toch er
gens vandaan halen, zeggen ze." Voor ze
haar schoonmaakbaantje had, moest ze
zich ook particulier verzekeren '240 gul
den premie' want alimentatie geldt als
eigen inkomen. „Aan eigen bijdrage en
reiskosten naar mijn internist ben ik jaar
lijks nog eens zo'n 300 gulden kwijt."
Vervolgens moet ze geld opzij leggen voor
de onroerend zaakbelasting (943,50 gulden,
ongeveer 600 gulden meer dan bij een
huurhuis'), het Hoogheemraadschap Rijn
land (286 gulden), schoolgeld (400 gulden
per jaar), de opstalverzekering, huur van
een schuurtje, contributie voor de scou-
tingvereniging en de muziekschool voor
haar zoon.
At. met al bluft er per persoon vijftig
gulden per week over." Bijkomend pro
bleem is de voedselallergie van haar zoon.
Omdat hij lang niet alles mag eten, moet
Charlotte geregeld naar de veel duurdere
reformwinkel voor haar boodschappen.
„Het is de hele dag rekenen, zelfs in bed."
Toch trekt ze geen scheve ogen naar ande
ren die het financieel beter hebben. „Daar
kan ik niet mee zitten hoor. Het Leger des
Heils heeft hele leuke tweedehands kleren
en voor meubels kan ik bij een kringloop
centrum terecht. Wat ik zou willen is niet
een auto of een nieuw bankstel, maar iets
doen aan mijn huis. Het kamertje van mijn
zoon is ijskoud, er moet eigenlijk dubbel
glas in de ramen."
Als het om haar zoon gaat, springt af en toe
zijn vader bij. „Hij speelde piano, maar hier
is geen piano, die kan ik niet betalen. Nu
speelt hij gitaar, die heeft zijn vader voor
hem gekocht."
Maar soms houdt het gewoon op, dan is er
geen geld meer. Zoals voor de kat. „Geluk
kig is-ie gek op restjes en kan-ie naar bui
ten om zijn behoefte te doen, dus ik hoef
geen kattebakvulling te kopen. Maar hij
moet even wachten tot in januari de kin
derbijslag komt, dan pas kan ik met 'm
naar de dierenarts."
Ook voor zichzelf moet Charlotte streng
zijn. „Als ik een keertje naar de kroeg ga,
word ik wel vrijgehouden. Maar materiaal
om te tekenen en schilderen kan ik nu niet
betalen. Ik heb de kunstenaarsvereniging
opgezegd, want dat kostte me weer 300
gulden en ik werk momenteel toch niet."
Wat stoort is het keiharde gelijk van de stel
ling 'Goedkoop is duurkoop'. „Ik schaf veel
goedkopere dingen aan en die gaan eerder
kapot. En spaaracties met zegeltjes of Air-
Miles, daar heb ik niks aan. Ik kan geen du
re jas van 180 gulden kopen, dus ik krijg
ook geen Air Mile§ en mag ook niet gratis
op reis. Maar ik betaal er wel aan mee! Ik
kan ook geen lening krijgen bij een bank.
wat mensen met een hoger inkomen wél
lukt. Geld maakt geld. dat is zuur."
"voor andre de winter, dienstverlener bij
de sociale dienst in Haarlem, klinkt Char
lotte's verhaal niet onbekend. I lij is aan
spreekpunt en vertrouwensman voor 140
uitkeringsgerechtigden, met wie hij mini
maal twee keer per jaar contact heeft.
„Daarvoor heb je een stukje vertrouwen
nodig, want de mensen moeten hier met
heel hun hebben en houwen bloot."
De Winter begrijpt dan ook best dat Char
lotte onafhankelijk wil zijn. al vindt hij het
niet nodig. „We zijn geen instantie die
meteen probeert te budgetteren. Hoe men
sen hun inkomen besteden, moeten ze zelf
weten." Vëel kan' hij niet doen om de situa
tie van mensen als Charlotte te verbeteren.
Maar in elk geval wél: de weg wijzen naar
de bijzondere bijstand waarop - bijvoor
beeld - Charlotte een beroep kan doen voor
de dieetkosten die ze maakt voor haar
zoontje. „Dan moet de noodzaak worden
aangetoond. Daarvoor vragen we advies
aan een GG&GD-arts."
Bijzondere bijstand wordt verstrekt wegens
'kosten die in die situatie bijzonder zijn
voor die persoon', legt De Winter uit. „Dan
gaat het bijvoorbeeld om orthodontie-kos-
ten (voor herstel van tanden en kiezen,
OH) of bijzondere studiekosten van de kin-
Een koelkast of een wasmachine die moet
worden vervangen, valt gewoonlijk niet on
der de bijzondere bijstand. „Mensen wor
den geacht daarvoor zelf te reserveren. Bij
het vaststellen van de hoogte van de uitke
ringen gaat men er vanuit dat dat kan. In
sommige gevallen kunnen mensen voor
duurzame goederen wel leenbijstand krij
gen."
Ook de OZB moet van een uitkering be
taald kunnen worden. „Tenzij er een uit
zonderingsregeling wordt toegepast, maar
de landelijke normen zijn zo streng, dat
geldt maar voor een paar honderd mensen
per jaar. Mensen denken dan 'de gemeente
wijst mij af, maar dat is niet zo. Wij voeren
alleen de wet uit. En ze kunnen altijd in be
roep gaan."
Dat deed marga. Ze wacht nog op een
reactie op haar beroepschrift, nadat de ge
meente haar bezwaar eerder had afgewe
zen. Ze hoopt dat de provincie ook dit be
roep afwijst, dan kan haar advocate een
proefproces beginnen. Marga maakte zich
dit jaar zo boos over de OZB-aanslag, dat
ze een proefproces tegen de gemeente wil
voeren. „Dat vind ik nuttig. Ie weet maar
nooit wat je er voor anderen uit kunt sle
pen."
Marga heeft een RWW-uitkering. Na 35 jaar
te hebben gewerkt „als medisch secreta
resse, illustratrice, van alles" raakte ze
een aantal jaren geleden haanloos. „De fa
culteit van de Vrije Universiteit in Amster
dam waar ik werkte, werd opgeheven. Ik
kreeg wachtgeld, maar omdat ik nog te
jong was liep dat niet over in mijn pen
sioen. Dat gebeurt pas als je boven de 55
bent. Ik heb via uitzendbureau's gepro
beerd werk te krijgen, maar dat is niet ge
lukt en zo kwam ik twee jaar geleden in de
bijstand."
Haar uitkering bedraagt 1262 gulden per
maand „minus dertig gulden ziekenfonds
premie". De huur is 425 gulden. Na de uit
gaven voor gas, water, electriciteit en tele
foon houdt ze ongeveer 600 gulden over.
„Dat is niet eens beroerd, maar daarvan
moet ook alles. Een nieuwe winterjas hakt
er dus behoorlijk in. Dat is niet erg, tweede
hands kleding is soms ook erg leuk, maar
vroeger zag ik een mooie blazer en dan
kocht ik 'm gewoon."
Ze heeft de strijd aangebonden met de
OZB, omdat ze vindt dat die voor mensen
in de bijstand moet worden afgeschaft.
„Het is een vorm van afpersing, want als je
niet kunt betalen, komt de deurwaarder. Ik
heb ook over de waterschapsheffing ge
klaagd bij de nationale ombudsman, maar
die zegt dat het allemaal volgens de regels
gaat. Dan moeten ze die veranderen, die
regels deugen niet! I let is toch de eerste
taak van de regering en de gemeenteraad
om te weten wat er in de samenleving om
gaat!"
In de bijstand voelt Marga zich niet op haar
gemak. „Het is een toestand van bijzondere
onvrijheid. De greep die ze op je hebben is
eigenlijk mensonterend. Er zou meer res
pect moeten zijn voor mensen die de 50
zijn gepasseerd en het grootste deel van
hun leven hebben gewerkt. Je moet inzicht
geven in je privéleven, alsof je een gedeti
neerde bent! Daarom handel ik recalci
trant. Ik betaal alles contant zodat mijn uit
gaven niet te controleren zijn. Ik wil niet
dat die bijstand er ook maar iets mee te
maken heeft."
Dat alles neemt niet weg dat ze geniet
van haar vrije leven. Ze volgt enthousiast
danslessen en zou ook graag zelf eens voor
een groep oudere beginners staan, maar
dat durft ze bij de sociale dienst nog niet
aan te kaarten. „Straks denken ze dat ik er
wat bijverdien en word ik gekort op mijn
uitkering. Maar na jaren van arbeid is het
'wel lekker' om haar eigen tijd te kunnen
indelen. „Ik ben ook best bereid mijn be
stedingspatroon aan te passen."
Aanpassen is ook het motto van Nel. Zij
krijgt 1262 gulden AWW (algemene wedu
wen en wezenwet) per maand. Na aftrek
van huur en andere woonkosten houdt ze
ongeveef 300 gulden per maand over.
Daarom zoekt ze voortdurend naar koop
jes. „Ik weet nooit tevoren wat ik zal eten.
Wat in de reclame is, dat koop ik. Laatst
waren bij een supermarkt aardappelen in
de aanbieding in zakken van tien kilo. Ik
kwam zowat niet meer vooruit op mijn
fiets."
Nel verloor enkele jaren geleden haar man.
die ze jarenlang had verpleegd. „Vanwege
zijn ziekte zijn we een paar keer verhuisd
en daarvoor hebben we geld geleend. Ook
hadden we een schuld wegens de aankoop
van een auto. Ik was nog geen 60 toen mijn
man stierf en ik ben toen gaan werken om
die schulden af te lossen. Ik heb post gesor
teerd bij de PTT, nachtdiensten gedraaid
om dat geld bij elkaar te krijgen. Ik heb op
eigen kracht alles gedaan. Maar dat werd
niet gewaardeerd, want toen dat was ge
lukt, kreeg ik bericht van de huursubsidie.
Omdat ik meer inkomsten had gehad,
moest ik de huursubsidie over de afgelopen
drie jaar terugbetalen. En dat wilden ze in
tien dagen ontvangen!"
Ten einde raad klaagde Nel haar nood bij
Miss Minima, een hulporganisatie voor
vrouwen in de bijstand. „Ze schreven een
aanbevelingsbrief voor me naar een liefda
digheidsfonds en daarvan kreeg ik geld om
die nieuwe schuld af te betalen. Pas sinds
een paar maanden heb ik weer gewoon
huursubsidie."
A.ndre de Winter schrikt een beetje van
het verhaal van Nel. „Dat zijn de bekende
schrijnendegeraden. Ik kan natuurlijk niets
over dit specifieke geval zeggen, maar in
het algemeen geldt dat als er sprake is van
schulden, er een aflossingsverplichting
moet zijn. Alleen dan kan de Stadsbank ze
saneren. Met leningen bij vrienden en ken
nissen kunnen wij niet veel doen. Helaas,
want het gaat tegenwoordig zo gemakke
lijk. De kredietbanken en postorderbedrijf
jes schieten als paddestoelen uit de grond,
met op het oog hele aantrekkelijke aanbie
dingen, maar zonder zekerheid. Ik denk dat
er altijd mensen buiten de regelingen val
len en dat het daarom goed is dat er chari
tatieve instellingen zijn."
Niettemin vindt De Winter dat hij nog
steeds in staat is zijn cliënten goed te hel
pen. „Soms ben je gebonden aan regels en
is dat jammer. >ok moeilijk voor mij. Maar
ik probeer altijd met de cliënten te zoeken
naar andere mogelijkheden. Met name
door de bijzondere bijstand lukt het wel
degelijk om mensen goed te helpen."
Nel ziet intussen uit naar de dag waarop ze
65 wordt. „Dan kan ik voor half geld met de
bus en krijg ik goedkoper toegang tot at
tractieparken en musea." Nu loopt ze nog
naar het station en neemt ze 'voor een riks'
de trein naar Zandvoort voor een dagje aan
het strand. Van het vakantiegeld dat ze
krijgt, koopt ze een 60-plus seniorenkaart
van de spoorwegen waarmee ze tegen ver
laagd tarief kan reizen.
„Ik verveel me niet hoor. Ik heb net weer
wol gekregen om te breien, ik ga twee keer
per week zwemmen tijdens de daluren, er
is TV en ik heb mijn huisje te doen." Ar
moede is een relatief begrip.
Charlotte: „Afgelopen zomer heb ik m'n ei
gen stad leren kennen. Ik krijg geen vakan
tiegeld dus ik kan niet op reis. En zo zat ik
op een bankje aan het water, keek naar de
bomen en de geveltjes en dacht: 'Dit doe je
op vakantie ook, maar dan ergens anders'.
Ik voelde me geweldig."
(O/i verzoek van betrokkene!
in dn artikel de werkelijke tu
van de drie geïntervieu de vri
Ruim half
miljoen
mensen in
de bijstand
Nederland telde in 1995 ruim
een half miljoen mensen in de
bijstand. Het ministerie van
sociale zaken en
werkgelegenheid gaat in de
sociale nota '96 uit van een
raming voor dit jaar van 517.000
uitkeringsgerechtigden op
bijstandsniveau. Onder hen zijn
relatief veel vrouwen,
voornamelijk alleenstaande
moeders die (nog) niet in staat
zijn om te werken.
Het meest recente
werkloosheidscijfer ligt in
Nederland op 7,0 procent.
Tussen september en november
bedroeg het aantal
geregistreerde werklozen,
volgens berekeningen van het
Centraal Bureau voor Statistiek,
451.000. Daarmee zakte de
werkloosheid een half procent in
vergelijking met vorig jaar. Toen
werd in het najaar een piek van
7,6 procent bereikt; in absolute
getallen bijna 40.000 werklozen
meer dan nu.
Meer dan de helft van de
werklozen is langer dan een jaar
werkloos. Iets minder dan de
helft is vrouw.
UITGESTALD
Een van de oudste kerstgroepen (in kerstvak
taal 'kribben') die Krippana dit jaar heeft
staan Het is de uit halverwege de negentiende
eeuw daterende kribbe van de kathedraal in het
Franse Aix-en-Provence De 21 figuren en de zes
dieren (niet op de foto) zijn gemaakt van papier-
maché en gips De achtergrond is in olieverf ge
schilderd op geschept papier. Opvallend is dat de
figuren gekleed gaan in Franse kledij uit de ne
gentiende eeuw, de tijd waarin de groep werd
gemaakt Ook de omgeving doet eerder denken
aan de Provence anno 1850 dan aan Bethlehem
in het jaar nul. De huisjes zijn, in al hun eenvoud,
voorzien van glas in de raamkozijnen.
ip'Hf
Het is voortdurend zoeken naar koopjes. „Wat in de reclame is, dat koop ik.
FOTO HANS VAN WEEL