UTSCULTUUR
tot WALKMAN-EGO
Van THE
Het Ik-tijdperk
op z'n hoogtepunt
de meest typerende opmerking Verliet de
mond van zijn dochtertje. 'Pap, hoe maken
ze koeien?', vroeg ze hem in kinderlijke on
schuld. Gerard Visser had er geen passend
antwoord op, maar kon zich de vraag goed
voorstellen. ,,We leven in een tijd waarin
zulke gedachten vanzelf opkomen. Alles is
beschikbaar, alles is maakbaar. En kijk nou
eens naar die stier Herman. Tegen die ach
tergrond is 'hoe maken ze koeien' niet eens
zó vreemd."
Het brengt dr. Visser meteen op een onder
werp dat hij toch al wilde aansnijden in het
gesprek over de kenmerken van de jaren
negentig. De universitair docent filosofie
(van cultuur en samenleving) aan de Leidse
universiteit waarschuwt met nadruk. „We
zullen tot matiging in onze consumptie
moeten komen, anders vernietigen we de
natuur. Stel je voor dat morgen een miljard
Chinezen auto gaat rijden. Dan kunnen we
wel stoppen."
Zijn collega prof. dr Harry Kunneman,
hoogleraar praktische humanistiek in
Utrecht, legt de vinger op een andere zere
plek in zijn verhaal over het Ik-tijdperk
waarin consumptie, exploitatie en prestatie
centraal staan. Hij ageert fel tegen de twee
deling die de maatschappij weer doorklieft.
De breuk tussen arm en welvarend. „Die
wordt geaccepteerd en genegeerd", zegt
hij. „Door burger en overheid. 'Pech ge
had', zegt het walkman-ego tegen de ge
handicapten, de lager opgeleiden en de al
lochtonen die niet aan het werk komen. De
overheid doet qf de tweedeling niet bestaat.
Dat kan niet. Er moet een oplossing komen
voor degenen die uit het systeem vallen.
Die mensen worden apatisch, agressief of
zoeken een uitweg in verslaving. Dat zal
zich op den duur tegen de maatschappij
keren."
twee filosofen over twee grote proble
men van deze tijd. Los van elkaar wijzen ze
de walkman aan als het symbool van deze
periode. Waar dr. Visser het gezicht van de
jaren 90 ontdekt tussen de oordopjes van
de meeneemradio, daar heeft prof. dr. Kun
neman het over het 'walkman-ego'. Beiden
publiceren op termijn een boek. Dr. Visser
is bezig met een wetenschappelijk werk
over 'beleving' en benadert de jaren negen
tig vanuit die hoek. „Het zijn ook de jaren
van de pillen, van de extase, van de volle
beleving. We willen eruit halen wat erin zit,
verwachten van elke gebeurtenis dat die
het leven zin geeft, menen alles zelf in de
hand te hebben. Maar er is sprake van ver
vlakking en er gebeuren allerlei dingen bui
ten ons om. Dat uit zich in het verschijnsel
van een toenemende druk op het leven,
waarvan de stress-ziekten een voorbeeld
zijn", zegt hij.
Van prof. dr. Kunneman verschijnt begin
volgend jaar een boek over het lk-tijdperk,
waarin hij het walkman-ego centraal stelt.
Het walkman-ego is de moderne tegenhan
ger van de theemuts die de idealen van de
jaren vijftigwarm hield. „Waarbij de walk
man symbool staat voor de aansluiting via
allerlei kanalen op de 'wereld' van muziek,
film, leefstijl, sport en amusement", legt
Kunneman uit, verwijzend naar de nieuwe
communicatiemiddelen. „Met oordopjes in
lijkt het walkman-ego afgesloten van de
wereld, maar hij is er juist op aangesloten.
Hij is heel erg op de wereld betrokken,
ter en anderzijds steeds kleiner wordt. Alles
wat op welk gebied dan ook te koop is in de
wereld davert via de moderne communica
tiemiddelen de huiskamer binnen, waarin
mensen zich steeds meer terugtrekken. In
het gezin, en steeds vaker individueel. In
2000 telt Nederland rond de twee miljoen
eenpersoonshuishoudens. „De opmars van
het walkman-ego", zegt Kunneman. „Het is
de tijd van alleen aan jezelf denken maar
ook van op jezelf teruggeworpen zijn", zegt
Achteraf waren de eerste tekenen van
de individualisering al in de jaren vijftig
zichtbaar, in de tijd dat Nederland herrees.
Nozems lieten hun ouders brommen over
hun verzet tegen wat Kunneman nu aan
duidt als de 'theemutscultuur'. Vader werk
te mee aan de heropbouw van het vader
land, moeder zat thuis met mariakaakjes en
een kopje thee te wachten op de kinderen.
Het verschil tussen man en vróuw en hoog
en laag was duidelijk bepaald. Wat fatsoen
lijk en onfatsoenlijk was werd erin geheid,
de dokter werd niet tegengesproken en bin
nen en buiten de eigen zuil waren scherpe
scheidslijnen. „Was je rooms-katholiek,
dan stemde je KVP", zo herinnert Kunne
man (47) zich ook zelf nog. „En de KVP was
lijst 1Ik weet nog hoe geschokt ik was toen
de rooien opeens lijst 1 waren. Dat kon ge-
1 let was een gevoelige klap in de jaren vijf
tig, met z'n sterke schuldgevoelens bij over
treding van de waarden. Vandaar dat er
nogal wat verborgen bleef. „De theemuts
cultuur was niet alleen gezellig, maar ook
stiekem. Met een groot grijs gebied rond
seks, alcohol, slippertjes, homoseksualiteit
en onderdrukte verlangens en schuldge
voelens", aldus Kunneman die aan de hand
van provo, hippie en rebellerende student
de ontwikkelingen tekent van de jaren zes
tig-
De gedachte dat alle problemen opgelost
zouden zijn als de gezagsverhoudingen
zouden verdwijnen en mensen konden
meepraten, leidde van een bevelshuishou
ding naar de onderhandelingshuishouding
van de jaren zeventig. De begrafenis van de
grote gemeenschappelijke idealen (marxis
me/communisme) versnelde de opmars
van het individualisme.
Goed of slecht, die ontwikkeling? „Er zijn
twee interpretaties", aldus Kunneman. „De
hoera-interpretatie is sterk van liberale zij
de beïnvloed en zegt: gelukkig zijn we die
betutteling en bevoogding kwijt. I let roept
het beste in de mens op als hij naar eigen
inzicht z'n leven en de maatschappij kan
inrichten. Dus dat proces moet vooral
doorgaan.
Het spiegelbeeld daarvan is de grote be-
zorgheid in christelijke kringen. Individua
lisme is een bedreiging van de solidariteit
en de zingeving van het leven. Individualis
me leidt tot de afbrokkeling van het gezin
en een verharding van de sociale verhou
dingen. Aan die kant willen ze terug naar
de oude waarden van de theemutscultuur.
Daar ontstaat de roep om een minister van
gezinszaken."
Beide interpretaties zijn onbevredigend,
vindt Kunneman, want beide interpretaties
bieden geen oplossing voor de problemen
van het tijdperk „De 'hoera-interpretatie'
geeft mensen het recht zich terug te trek
ken. Achter schuttingen en muurtjes in
nieuwbouwwijken. De hoera-interpretatie
leidt tot struisvogelpolitiek. De kop in het
zand en de problemen moeten elders maar
worden opgelost.
Omgekeerd hebben de bezorgden geen an
der recept dan terug te keren naar de thee
mutscultuur. Maar dat kan alleen een slap
aftreksel zijn van het verzuilde model. Dat
is een gepasseerd station."
D, vraag rijst: waar ligt de oplossing dan
wel? Daar signaleren Kunneman en Visser
nog een proces: de individualisering van de
communicatie. Daarin zien beiden veel.
„Want daar wordt gezocht naar nieuwe
verhoudingen." Ouders en kinderen, man
nen en vrouwen zijn uit de onderlinge ge
zagsverhoudingen gestapt en zijn onder
handelingspartners geworden. Na veel con
flicten en emotionele ellende, maar alles
werd daarbij wel op tafel gegooid en be
sproken. Het hele gebied van seks eit ero
tiek bijvoorbeeld. Met de opmars van de
vrije seks en de 'vrije' verhoudingen tot ge
volg. Losgemaakt van de dienstbaarheid
van de vrouw, met ruimte voor de gevoe
lens van kinderen.
Het leidt allemaal niet tot het uiteenvallen
van relaties, maar tot een verdieping ervan,
zegt Kunneman, die genoemde stelling ook
kan volhouden tegen de achtergrond van
het grote aantal echtscheidingen. „Mensen
duiven de breuk nu aan, blijven niet zitten
in verzurende relaties. En degene die wel
bij elkaar blijven hebben een hechtere rela
tie - met wederzijdse erkenning voor ei
kaars individuele gevoelens."
„Vroeger werd de partnerkeuze gemaakt op
grond van externe criteria", weet Kunne
man. „De nette jongen, met goede vooruil-
zichten, van hetzelfde geloof, die werd het.
Individuele criteria deden er minder toe.
Zolang de man werkte en de vrouw voor de
kinderen zorgde, ging het allemaal nog wel.
Maar op het moment dat ze samen over
bleven, hadden ze nog maar heel weinig te
bespreken. In de nieuwe verhoudingen
moet constant gewerkt worden aan een re
latie en mensen die standhouden hebben
een hechtere band, omdat die recht doet
aan hun bijzondere kenmerken."
Daar, in zulke open verhoudingen te
kent zich een meer evenwichtige maat
schappij af, denken beide filosofen. Men
sen de ruimte bieden om verschillend te
zijn, Ieren van andere visies en culturen.
„Dat werkt relativerend. En relativeren is
alleen erg als je als standpunt hebt dat de
absolute waarde de enige goede is. In een
wereld vol verschillen, kun je niet uit de
weg met absolute waarden van Serviërs of
Mohammedanen. Dat lukt alleen als je ook
ruimte biedt aan anderen", zegt Kunne
man. „De theemutsen hoefik niet terug.
Die bieden geborgenheid en zekerheden
voor de prijs van benauwdheid. En we
moeten ons ook niet terugtrekken op ous
eigen domein, of op simpele oplossingen.
Daarmee kun je niet meer toe nu mensen
steeds meer met elkaar te maken krijgen en
onder ogen zien hoe ingewikkeld samenle
ven eigenlijk is."
De jaren negentig: alles wordt blootgelegd
en ontmaskerd. Ook de gedachte dat er
simpele oplossingen zijn. Die zitten voorlo
pig nog even vast tussen de oren.
maar via andere lijnen dan het samen bid
den voor het eten en het luisteren naar de
preek van de dominee of de pastoor. Het
walkman-ego wordt opgezogen door de
massacommercie, maar pikt er ook uit
waar hij wat aan heeft. Daarmee bouwt hij
een beeld van zichzelf op en dat is nodig. Er
is geen lokale groep meer waar hij bijhoort,
maar een mondiale oriëntatie. En de mas
sacommercie zet het individu boven de ge
meenschap. Prestatie telt. Voor het walk
man-ego is alles werk en consumptie, carri
ère en genieten."
Het geldt voor de meespelers. Niet
voor de uitvallers. En dat zijn er nogal wat.
Kunneman maakt er geen geheim van hoe
hij denkt over het streven van de overheid
om iedereen zonder WAO-verklaring terug
te brengen op de arbeidsmarkt. „Pure mis
leiding". reageert hij vinnig. „Er zijn
700.000 mensen die aan de kant staan en
iedereen weet dat er hooguit voor de helft
van dat aantal werk is. Mensen met een
handicap, mensen met een gebrekkige op
leiding en allochtonen komen er niet aan",
constateert hij. „Op die tweedeling heeft
het walkman-ego geen antwoord."
Hij zelfheeft wel een oplossing, uiteraard
geënt op zijn vakgebied. „Er moeten nieu
we vormen van praktische solidariteit ont
staan", betoogt hij. „Netwerken om te hel
pen. Mensen die niet werken, kunnen wel
boodschappen doen voor ouderen en
buurtfeesten organiseren. Laat ze dat doen:
vrijwilligerswerk met een uitkering 'plus'.
Dat is goed te financieren. Nu komt veel
van de ellende uit die groepen in het zorg
circuit, omdat mensen zich nutteloos voe
len. Combineer die twee problemen. Laat
die mensen vrijwilligerswerk doen met een
beetje extra geld, dat vrijkomt uit de ver
mindering van de zorg. Of maak daarvoor
desnoods een apart premiestelsel.
Doe in elk geval iets, roept Kunneman.
„Laat ze een bijdrage leveren, waarmee ze
als persoon gewaardeerd kunnen worden.
Anders worden mensen die uit het systeem
vallen opgescheept met het idee dat ze he
lemaal waardeloos zijn. Meer gevangenis
sen bouwen en meer politie op straat zet
ten omdat de mensen agressiever worden
en de uitweg verslaving zich aandient, is de
verkeerde kant uitwerken."
Inspelen op individuele bijzonderheden
en die ook honoreren, daar gaat het Kunne
man om. Het is een stelling van alle tijden,
die beter dan ooit past in de jaren negentig.
Midden in het Ik-tijdperk krijgt niemand
z'n eigengevoel, z'n normen en z'n waar
den nog kant en klaar aangereikt uit de
maatschappij. „Vroeger was je rooms-ka
tholiek en liberaal of socialist, had je groe
pen en rituelen om gemeenschappelijke
waarden te beleven. Al die waarden zijn
weg, niets staat meer vast. Er zijn geen ze
kerheden meer. Dus ben je nu voortdurend
bezig uit te maken wat je vindt. Van seks,
van werk, van milieu, van doodgaan. )e
moet je eigen waarden en je eigen zinge
ving creëren."
Er is een hele commerciële cultus rond het
verschijnsel ontstaan, met boeken met ti
tels als 'Thuiskomen in jezelf. Het is de ex
ploitatie van het gevoel, de uitbuiting van
de onzekerheid bij het maken van de keu
zes in een wereld die enerzijds steeds gro
Prof. dr. Harry Kunneman: „De overheid doet of de tweedeling niet bestaat. Dat kan niet. Er moet een oplossing komen voor degenen die uit het systeem vallen. Die mensen worden apatisch,
agressief of zoeken een uitweg in verslaving. Dat zal zich op den duur tegen de maatschappij keren." foto henk bouwman
De jaren negentig. Alles mag, alles kan, alles
wordt blootgelegd. Van de innigste gevoelens tot
de diepste emoties. Oude waarden en verbanden
zijn doorgesleten; prestaties bepalen het leven,
individualisering is de norm, afzijdigheid de
trend. De mens mag en moet het allemaal alleen
uitzoeken. Tot z'n pensioen aan toe. Het Ik-tijd
perk op z'n hoogtepunt. Na de 'theemuts'-cultuur
van de jaren vijftig is het nu de tijd van het 'walk
man-ego'. „Afgesloten van de wereld maar tege
lijkertijd heel intensief daarop betrokken en op
zoek naar nieuwe verhoudingen."
Twee filosofen kijken tussen de oren van de mo
derne mens.
A lie kinderen van deze aarde', heet deze terra cotta kerst-
l\ groep. De Duitse kunstenares Berta Kals uit Aken maakte de
beelden in 1986.. In 1994 won ze er de eerste prijs mee in een
kerststallen wedstrijd.
In feite is hier nauwelijks sprake van de klassieke kerststal. Jezus,
Maria en Jozef zijn weliswaar te herkennen aan het hoofd van de
tafel, maar eromheen zit een grote kring van kinderen die men
van dichtbij - nader moet bekijken. Dan blijken ze afkomstig uit alle
uithoeken van de wereld.
De groep van Klas heeft een uitgesproken maatschappij-kritisch
karakter. Naast de kring van kinderen ligt - buiten het beeld van
deze opname - een hoop gebroken raketten. Het begeleidende ge
dicht dat naast het kunstwerk ter inzage ligt, verklaart alles. De es
sentie ervan: Als alle volken van de wereld samen aan één tafel
zouden eterr, zouden alle wapens op aarde op de vuilnishoop kun
nen en zal het goede het kwade uiteindelijk overwinnen.