VERLANGEN
Het
achter de contactadvertentie
De gezondheid
van eenzaamheid
B I J Li
23 december 1995
}e Een eenzame kerst: het
ui schrikbeeld van vele
alleenstaanden in
e, Nederland. Tijdens de
donkere maanden voor de
feestdagen, is er dan ook in
g! dag- en weekbladen een
explosieve stijging in het
„e aantal contactadvertenties
eian mensen die een poging
ondernemen die lege plek
op de bank op te vullen,
n' 'Samen met een man aan
sc het kerstontbijt, met een
ia
-kaarsje en een croissantje,
tj,aar fantaseer ik nog steeds
over."
Petra (59) woont sinds haar scheiding,
tien jaar geleden, alleen. De secretaresse
uit de provincie Groningen, die zeven jaar
omging met een getrouwde 'vrijer', heeft
drie volwassen kinderen. Een jaar geleden
schreef ze haar eerste contactadvertentie.
„Het is letterlijk een gokverslaving. Je gokt
erop dat die ene man erbij zit."
Rob (47), politieman in Zuid-Holland,
woont in 'een echte mannenflat'. Hij -
klein, stevig gebouwd - is dertien jaar ge
trouwd geweest en heeft twee kinderen
(zeven en dertien) die bij zijn ex-vrouw
wonen. Hij hield aan zijn contactadver
tenties twee keer een korte relatie over.
„Reacties krijgen op je advertentie werkt
heel motiverend. Je bent weer belangrijk,
je telt weer mee."
Een eenzame kerst.
RoB: „Ik moet er niet aan denken nog
een keer in m'n uppie te zitten met de
feestdagen. Vorig jaar had ik net zo goed
twee slaappillen in kunnen nemen. Ik had
me op m'n werk vrijwillig opgegeven voor
alle diensten tijdens de feestdagen, maar
die waren al bezet. En daar zat ik dan, al
leen thuis. Daarom heb ik dit jaar speciaal
voor de kerstperiode geadverteerd. Ik wilde
niet dat het me nog een keer zou overko
men. Hoe ik me vorig jaar met kerst voelde,
weet ik niet meer precies. De details heb ik
uit m'n herinnering gewist. Ik weet alleen
nog dat het vreselijk was. Ik zat hier weg te
kwijnen bij m'n kerstboompje.
Dat zal deze keer niet gebeuren! Ik breng
de kerstdagen door met een vrouw die ik
via mijn laatste advertentie heb ontmoet.
We gaan kerstavond naar de nachtmis.
Heerlijk. Er is iemand! Gelukkig. Ik kan heel
slecht tegen alleen zijn. Alleenzijn is akelig.
Dat gevoel doet heel zeer."
PETRA: „Ik heb de afgelopen week een
paar mannen gesproken. Maar het is me
niet gelukt iemand te vinden om de kerst
dagen mee door te brengen. Dat is geen
ramp. Op eerste kerstdag komen mijn kin
deren eten, tweede kerstdag blijf ik thuis. Ik
heb geen zin ergens de gast uit te gaan
hangen, puur omdat anderen het zo zielig
vinden datje alleen bent. En om nu zo
maar niet een vrij onbekende tweede kerst
dag door te brengen... Dat zie ik niet zitten.
Het zijn toch beladen dagen. De droom
houdt stand, jawel. Samen met een man
aan het kerstontbijt, met een kaarsje en een
croissantje, daar fantaseer ik nog steeds
over. Alleen aan tafel met een boterham
pindakaas... Je moet een sterke persoonlijk
heid zijn om je daar prettig bij te voelen. Je
wordt op dat punt ook geïndoctrineerd
door de buitenwereld. In je eentje de bank
met de feestdagen, dat hoort niet."
De eerste ontmoeting.
PETRA: „Iedere eerste ontmoeting is an
ders. Ik verbaas me nergens meer over. Je
komt lichamelijk contactgestoorde man
nen tegen. Je hebt mannen die meteen met
je naar bed willen. Wat me opvalt, is dat
mannen materialistischer zijn; het liefst
een rijke weduwe... Mannen tussen de zes
tig en zeventig willen 'een maagd met erva
ring'. Ze zoeken een vrouw die intellectueel
is, er goed uitziet, seksueel voldoende be
dreven is en vooral niet arm. Ze zijn ontzet
tend bang om financieel ergens aan vast te
komen zitten.
Tijdens zo'n eerste ontmoeting
geef je veel van jezelf. In brie
ven heb je al een hoop ver
teld, persoonlijke dingen
prijsgegeven, maar je zit
tenslotte toch tegenover
een wildvreemde. En dat j_
terwijl het altijd erg intie-
me gesprekken zijn. Dat Us
moet wel, anders leer je
elkaar niet kennen. Ik
heb het dan over zaken
die ik niet zo gauw met
een zus of een goede ~*T
vriendin zou bespreken.
Uiteindelijk is het altijd een "7.
spel. Je maakt jezelf tijdens
zo'n eerste ontmoeting iets
mooier dan je in werkelijkheid
bent. Maar niet té, want als het er
op aankomt, kun je jezelf toch niet
verloochenen. Heel intensief hoor, zo'n ge
sprek. Ik heb gemerkt dat het niet te lang
moet duren. Na twee uur heb je het
meestal wel overal over gehad.
Ik zeg nooit meteen na de eerste ontmoe
ting ja of nee. Je moet het even op je in la
ten werken. Ik geef wel altijd signalen af.
Om er bij voorbeeld achter te komen of ie
mand ook wil vrijen. Want dat schijnt op
mijn leeftijd nogal ongebruikelijk te zijn. Ik
denk dat vijfenzeventig procent van vrou
wen rond de zestig daar niet zo veel be
hoefte meer aan heeft."
ROB: „Van de eerste paar afspraken weet ik
nog hoe klunzig ik was. hoe krampachtig.
Moeilijk, moeilijk, zo'n project. Want dat
vind ik: het is een project, die ontmoetin
gen via contactadvertenties. Je moet ver
baal-sociaal vaardig zijn. Het is altijd span
nend, vooral doordat de angst om afgewe
zen te worden steeds aanwezig is.
Ik kies voor de eerste ontmoeting altijd
neutraal terrein, dat is het beste. Voor je ei
gen waarborg en ook voor de veiligheid van
de vrouw. Die is fysiek tenslotte altijd de
mindere als een man ongewenst intiem
wordt. Bovendien: op neutraal terrein kan
je sneller van elkaar af komen. Ik spreek
graag af in een Grand Café. Stationsrestau
raties? Hè, nee, never nooit. Dat is heel on
persoonlijk en er komen vaak van die im
becielen over de vloer.
Of het klikt is een combinatie van hoe ie
mand eruit ziet en wat ze uitkraamt. Niet
alleen het oog wil wat, ook het oor en het
gevoel.
Mensen doen zich vaak mooier voor dan ze
zijn. Dat is een slechte basis, ja. Als ze je die
eerste keer al belazeren, wat moet dat dan
later wel niet worden? Uitsloverij? Ja, dat
komt veel voor. Maar dat werkt niet bij mij,
daar houd ik niet van. Wees jezelf. Een gro
te fout die sommigen maken is dat ze niet
eerst puinruimen om van het verleden los
te komen. Je ontmoet wanhopige vrou-
wen, heel erg. Daar wil ik niet mee
omgaan. Dan zeg ik altijd: 'Ga eerst
maar in therapie'. Sommigen zijn
zó vreselijk eenzaam.
Ik heb me helemaal verdiept in
hoe vrouwen in elkaar zit
ten. Allerlei boeken over ge
lezen, Nancy Friday en zo.
Ik weet inmiddels dat vrou
wen heel anders in elkaar
zitten dan mijn ex. Dat tvas
een wandelende vrieskist."
De hoop.
RoB: „Ik heb moeten wennen
het idee dat er ook voor mij
nog geluk is weggelegd. Daar had
ik na mijn scheiding moeite mee. Dan
kom je in een negatieve spiraal terecht. Je
laat het geluk niet meer toe, want je denkt:
het zal toch wel weer fout gaan.
Dan heb je dat vertrouwen weer, dan ont
moet je een vrouw en dan krijg je de vraag
'Hoe zullen mijn en haar kinderen erop re
ageren?' Daar moet je verdomd mee uitkij
ken. Soms doe je het daarom ook rustig
aan, terwijl je eigenlijk alletwee meer wil. Je
moet elkaar daarin afremmen. En niet al
leen vanwege de kinderen. Gewoon, in het
algemeen. Want: hardlopers zijn vaak
doodlopers.
Ik hoop nog eens kinderen te krijgen van
de nieuwe vrouw in mijn leven. Die kinder
wens voel ik heel nadrukkelijk. Misschien
omdat ik m'n kinderen zo vreselijk mis. Er
is een bezoekregeling die door mijn ex
slecht wordt uitgevoerd. Ze maakt er een
potje van. Ik heb nou zoiets van: als ik ze
niet mag zien, maak ik toch zeker zelf an
dere... Ik geef toe: dat is een slechte basis,
maar ik verlang zo naar... Je weet wel, die
Douwe Egberts-reclame. Man en vrouw in
bed. kind huilt, om de beurt gaan kijken,
kind slaapt, koffie. Zo'n klein mormel en
dan samen de dingen oplossen. Ik zoek
huisje-boompje-beestje. Dót vinden, is
mijn doel en mijn hoop."
PETRA: „Het is de hoop dat het in de nieu
we relatie anders, beter, zal zijn. Ik wil niet
wat ik gehad heb en dat merk ik ook bij de
mannen die ik ontmoet. Je keurt bij ie
mand die eigenschappen af waar je huwe
lijk op stuk is gelopen. Je wilt niet dat het
oud zeer zich nog eens herhaalt. Mijn ex-
man was een egocentrisch persooh, voort
durend met zichzelf bezig. Dat hoef ik dus
niet voor de tweede keer. De eigenschap
pen die je bij je ex afkeurde, wil je niet op
een presenteerblaadje terug. Aan de andere
kant zoek je ook herkenning. Heel dubbel
is dat soms.
Waar ik op val, is de warmte die van ie
mand uitgaat. Iemand die mij ziet zitten. Ik
wil graag weer een beetje lief gevonden
worden. Ik ga door tofhet gelukt is. Zolang
ik bezig ben met die advertenties ben ik
nog niet afgeschreven, als je begrijpt wat ik
bedoel. Ik kan nu niet op de bank gaan zit
ten en denken: 'Zo, dat was het dan'.
In het contact via advertenties, hoop en ge
loof ik dat 'Hij' er eens bij zal zijn. Natuur
lijk: ik kan ook zo maar iemand tegen het
lijf lopen, maar daar kan ik niet op gaan zit
ten wachten..."
De afwijzing.
PeTRA: „Je went eraan, wanneer het op
niets uitdraait. Het ligt er ook aan hoe het
contact verlopen is. Of je elkaar veel hebt
gezien, of jij het wel prettig vond. Ik merk
wel dat ik cynischer ben geworden door al
le afwijzingen. Je wapent je tegen die te
genvallers. Dat beschermt me, maar leuk is
het niet."
ROB:.„Afgewezen worden, daar kan je zó'n
kloterig gevoel aan overhouden...
Een tijdje geleden ontmoette ik een vrouw
die ik al een paar keer heel geanimeerd
over de telefoon had gesproken. Het was
heel vreemd. Ik kwam bij haar binnen, ging
zitten, en ze zei al na vijf minuten dat het
niets tussen ons zou worden. Zomaar, pats.
Alsof het geen pijn doet wanneer iemand
wordt afgewezen. Ik ben meteen weer op
gestapt. Ik voelde me zó ongelooflijk ge
bruikt op dat moment. Ik begreep er niets
van. Ook omdat ik zelf niet zo in elkaar
steek. Ik zeg bij voorbeeld altijd dat ze een
mooie verschijning is, knipper met m'n
ogen. Dat zeg ik ook als ze niet mooi zijn.
Ik hou er helemaal niet van om mensen te
kwetsen. Ik weet hoe hard het aankomt."
(Om redenen van privacy zijn de namen
van de geïnterviewden veranderd)
FOTO UNHID PHOTOS DE BOER OLAF KRAAK
Denkwijzer
Tn het begin leefden de mensen gezellig en saamhorig in
een gezin of stamverband. Ze wisten niet eens wat een
zaamheid was. Ze zagen zichzelf niet als afzonderlijke in
dividuen, maar als leden van een grote familie. En toen,
plotseling, brak de moderne tijd aan. Saamhorigheid
schrompelde ineen, gezelligheid overleed. Een epidemie
van eenzaamheid stortte zich over de aarde uit, hand in
hand met de welvaart. Hoe succesvoller iemand was, hoe
erger de kwaal; en met geld kon je je niet vrijkopen.
Daarom verlangden ze steeds weer zo ontzettend naar
die korte periode, vrijwel aan het eind van het jaar, waar
op ze zich even, maar met volle teugen, konden laven
aan het gevoel van oerverbondenheid, dat voor hun
voorouders dagelijkse kost was geweest.
En niets maakte hen verdrietiger, somberder en meer le
vensmoe dan de gedachte - of de werkelijkheid - van
zelfs dan als eenzame komeet door de nachtelijke winter
hemel te moeten dwalen.'
Zo ongeveer begint de mythe van
de moderne eenzaamheid en
van de glorie van kerst. Zelfs een
radicale denker als Simone de Be-
auvoir, die geloofde dat werk aan
een vrouw een hechter en gezon
der anker in dit leven bood dan
een gezin, en die luid uitriep dat
'ze genoeg had aan zichzelf, bleek
vervolgens toch niet opgewassen
tegen de kracht ervan. Ze ontdekte,
zoals ze het zelf opschreef, dat ze
iemand anders nodig had 'om haar
een goed gevoel over zichzelf te ge
ven' en 'zette zichzelf voor joker
door verliefd te worden'. Ook zij
voelde zich eenzaam, toen de filo
soof Jean-Paul Sartre, in zijn laatste
jaren niet meer de man bleek te
zijn waar ze zo lang als partner van
gehouden had. De vrijheden en de
mogelijkheden waarover de mens
i van deze tijd beschikt, lopen zich,
I zo lijkt het, te pletter tegen de
j muur van de eenzaamheid.
Maar het is helemaal niet waar,
dat eenzaamheid een moderne
kwaal is. In een van de oudste my
thes van de Hindoes wordt gezegd
dat de wereld geschapen werd om
dat het oerwezen eenzaam was. En
al in de vierde eeuw voor onze
jaartelling drukte Job, in het gelijk
namige Bijbelboek, zijn eenzaam
heid uit op een manier die vermoe
delijk maar weinig verschilt van
hoe de moderne kerst-eenzame
zijn situatie overdenkt: „Mijn
broers houden zich verre van mij,
mijn bekenden zijn vreemden voor
mij, verdwenen zijn mijn verwan
ten, mijn gasten zijn mij verge
ten.... Al mijn getrouwen veraf
schuwen mij. ...die ik liefhad keren
zich van mij af."
Als eenzaamheid blijkbaar inhe
rent is aan de menselijke condi
tie, is de vraag interessant hoe
mensen zichzelf in de loop der tij
den daartegen gewapend of van
genezen hebben. In zijn boek 'Een
Intieme Geschiedenis van de
Mensheid' geeft de aan de univer
siteit van Oxford verbonden ge
schiedkundige Theodore Zeldin
daarop een aantal verrassende ant
woorden. Wat de in de menselijke
geschiedenis effectieve manieren
van omgaan met eenzaamheid ge
meenschappelijk hebben, zo be
toogt hij, is dat ze in feite hetzelfde
principe volgen waarop ook vacci
natie gebaseerd is: dien je zelf een
zaamheid in beperkte doseringen
toe om ervoor te zorgen dat je er
voldoende weerbaar tegen wordt.
De pioniers in dit opzicht waren
de kluizenaars, /.ij waren de man
nen en vrouwen die zich na een
aantal jaren in de gewone wereld
niet meer op hun plaats voelden,
die de hebzucht, wreedheid en
compromissen niet (langer) wilden
meemaken, of die meenden dat
anderen hen niet begrepen. In
plaats van in de samenleving te
blijven rondbaggeren en zich daar
I vervreemd te voelen, werden zij
beroeps'aliens', met het welover-
I wogen doel om 'vreemdelingen' of
'ballingen' te zijn. en om die rol
j een nobel, respectabel aanzien te
geven. Sommigen gingen daarbij
zo ver zichzelf te kastijden en te
martelen. Maar degenen die het als
kluizenaars echt 'maakten' - Boed
dha, de prins die kluizenaar werd
was een van hen - dat waren dege-
i nen die de dreiging van de een
zaamheid innerlijk wisten te over
winnen en daaruit te voorschijn
kwamen met een gevoel ontdekt te
hebben waar het in deze wereld
1 werkelijk op aankomt. Ze straalden
na een lange tijd van beproeving
een innerlijke vrede uit die immens
indrukwekkend was; van allerlei
kanten kwamen bewonderaars toe-
I stromen.
De zuivere kluizenaar of hermiet,
werd in de loop der tijd steeds
meer een excentrische of zelfs 'zot
te' figuur, maar het principe van
het hermetisch bestaan had op de
gewone man of vrouw voldoende
j indruk gemaakt om aan te moedi
gen tot het zich van tijd tot tijd te
rugtrekken uit de wereld van alle
dag. Het houden van retraites, in
j duur variërend van enkele dagen
1 tot weken en soms zelfs maanden,
was in de loop van de achttiende
en negentiende en zeker ook een
groot deel van deze eeuw, over de
hele wereld bij grote bevolkings
groepen zeer populair. I let opzoe
ken van de eenzaamheid werd een
manier om beter tegen de wereld
opgewassen te zijn, een methode
van voorbereiding tot deelname
aan de wereld. Zo sluit zich de cir
kel die volgens de Hindoes met de
schepping van de wereld begon: de
wereld is het medicijn voor de een
zaamheid en eenzaamheid is het
medicijn voor de wereld.
Maar naarmate we langer leven
we hebben nu gemiddeld bijna
40 levensjaren meer dan aan het
begin van deze eeuw - neemt ook
de tijd toe, in maanden of jaren ge
rekend, die wc nodig hebben voor
retraites of 'time-outs. Daaronder
behoren ook de time-outs uit rela
ties met anderen, inclusief partner
relaties. De moderne mens lost dat
prbbleem steeds vaker op door al
leen te gaan leven en via het ope
nen en sluiten van communicatie
kanalen - telefoon uit de wand,
antwoordmachine aan - zelf de pe
rioden van afzondering of onaf
hankelijkheid enerzijds en verant
woordelijkheid antwoord geven)
anderzijds te bepalen.
De hedendaagse populariteit
van allerlei meditatie-technieken
moet ook in dit licht gezien wor
den: tweemaal 15 minuten per dag
al dan niet 'transcendent' medite
ren is even zovele keren kluizenaar
zijn. I let is ook even zovele keren
ervaren dat eenzaam-zijn niet erg
hoeft te zijn, gezond kan zijn, be
vrijdend kan zijn, een goede voor
bereiding kan zijn op deelname
aan de wereld.
Blijkbaar zit ons leven zo in el
kaar dat we voortdurend heen
en weer dobberen, heen en weer
moeten dobberen, op de golfslag
van afzonderingen antwoord. Eh
blijkaar moeten we het andere en
de ander gedoseerd toegediend
krijgen. Hoe groot de dosering
daarvan is die we in één keer kun
nen verdragen, hangt zowel van de
omstandigheden als van onze per
soonlijkheid af. De een kan in één
keer meer aan dan de ander. En
sommige mensen kunnen er niet
genoeg van krijgen, terwijl het an
deren al gauw te veel is. Een groot
probleem tussen mensen is dal ze
weinig begrip, weinig verdraag
zaamheid hebben voor de mate
waarin ze van elkaar in dit opzicht
verschillen. Het zich terugtrekken,
de 'time-out', van de een wordt
door de ander veel vaker als per
soonlijke afwijzing dan als voorbe
reiding of voorwaarde voor een
volgende periode van omgang met
elkaar gezien.
De schrijver Roger Hall schrijft in
zijn boek 'Conjugal Rites' (I lu
welijksrlten): „If you are afraid of
loneliness, don't marry" ('Als je
bang bent voor eenzaamheid,
trouw dan niet'). Hij bedoelde
daarmee niet. dat getrouwde men
sen vaak eenzaam kunnen zijn,
maar dat voor een goede relatie het
toestaan of aanvaarden van perio
den van eenzaamheid, van terug
trekken door de ander, een belang
rijke voorwaarde is. Ik weet niet of
het boek 'Christmas Rites' bestaat,
maar als het bestaat dan zou daar
ri dat v
i f?oe'
de kerst hetzelfde geldt. Of om het
met de woorden uit John Milton's
'Paradise I»st' (Het Paradijs Verlo
ren) te zeggen: „Want eenzaam
heid is soms het beste gezelschap
en een korte afzondering maakt de
terugkeer des te plezieriger."
RENE DIEKSTRA
hoogleraar klinische en
gezondheidspsychologie