'Ze komen altijd weer
erecht bij Cees
Frans Kales streeft naar percentage-basketbal
Sport
Voetbaldoel
DAG 23 DECEMBER 1995
CHEF WILLEM SPIERDIJK. 071 5356464, PIV -CHEF ROB ONDERWATER. 071 -5356463
QBE3BH
Cees Marbus heeft nooit gespeeld voor de
stijlprijs. En als het stadion waar hij in
voetbalt volstroomt, weet hij ook wel dat
dat niet in de eerste plaats voor hem is
maar meer voor zijn directe tegenstander
Ronaldo of Patrick Kluivert. Dat neemt
niet weg dat Marbus zijn plaats in de ere
divisie heeft verdiend. „Ze kunnen me er
een week naast zetten, misschien een jaar,
tien jaar, twintig jaar. Ze kunnen kiezen
voor een voetballende voorstopper. Maar
ze komen altijd weer terecht bij Cees Mar
bus."
Hij heeft zich bewezen als pure man
dekker. In zeven jaar Go Ahead Eagles is
hij altijd overeind gebleven, in goede en
slechte tijden. En al heeft zijn stijl van
voetballen op het eerste oog iets houte
rigs, nooit twijfelde een trainer in de Ade
laarshorst aan zijn capaciteiten. Omdat
Cees Marbus weet wat verdedigen is. „Dat
is namelijk meer dan alleen maar achter
uit hollen. Misschien dat ik zes jaar gele
den nog zou zijn gedold door een speler
van het kaliber Ronaldo. Nu niet meer."
Overleven in het betaalde voetbal is
voor de Noordwijker altijd éfen kwestie ge
weest van verstand gebruiken, blijven la
chen en vooral nuchter blijven. „Als je
maar een procent van je hersens gebruikt
ben je in de voetballerij een God." Hij
weet onderhand wel dat dit een maat
schappij is die zich met niets laat vergelij
ken. „Als dat balletje eenmaalt rolt, moet
je oppassen. Dan moet je zelfs die direc
teur van dat miljoenenbedrijf in zijn busi
ness-seat goed in de gaten houden, want
anders vliegt ook hij de scheidsrechter
aan."
Cees Marbus heeft altijd zo veel moge
lijk gerelativeerd. Misschien kon hij dat
ook gemakkelijker, omdat hij naast het
voetbal al enigszins maatschappelijke ze
kerheid had. In de beginjaren in Deventer
- Marbus speelde de eerste drie jaar met
de club in de eerste divisie - volgde hij een
studie aan de Landbouwhogeschool en nu
is hij ingenieur.
Toch zit dat relativeren en dat lacherige
in zijn karakter opgesloten, niet in zijn so
ciale status. „Ik ben niet het serieuze
smoel. Voor een wedstrijd zie ik collega's
tot vervelens toe schoenen strikken en het
toilet bezoeken. Dat kan ik niet." Marbus
zegt geen last te hebben van faalangst of
druk, tot vlak voor de aftrap loopt hij dol
lend door de kleedkamer. Het is geen po
se, maar zijn manier van doen.
Binnen dat grote, stoere lichaam van de
nuchtere voorstopper huist ook maar een
mens van vlees en bloed, zo bleek on
langs. Marbus, die zich zo langzamerhand
een routinier mag noemen - „Bij de trai
ning word ik met mijn 27 al ingedeeld bij
oud." - kreeg de aanvoerdersband van
trainer Ab Fafie. En precies daar ging het
mis met Marbus. „Het heeft me zelf ook
verbaasd hoe veel problemen ik kreeg
door het simpele feit dat er een stukje stof
om mijn rechterarm zat. Ik heb altijd mijn
mondje geroerd binnen he{ veld, maar ik
ging minder praten. Die band ging voor
mij iets krijgen van 'Marbus nu ben je de
beste, laat het maar zien'. Terwijl ik niet
de beste ben en bovendien zelf al niet zo
lekker stond te spelen. Die band woog op
een gegeven moment tien kilo.
De man die altijd voor de afleiding zorg
de in de kleedkamer en fluitend het veld
opging, was uit zijn evenwicht gebracht.
„Weet je," zegt hij met een bijna veront-
schuldigdend lachje, „op een bepaald mo
ment zag ik er tegenop om als eerste dat
veld op te gaan vlak voor de aftrap, want
dat moet je als captain toch. Ik zag de
mensen in het stadion op me afkomen.
Toen wist ik dat ik die band moest terug
geven. Het is een puur persoonlijke zaak
geweest, al stond in de pers dat het een
conflict was, onzin. Ik sukkel nu weer in
mijn eigen draffie ergens achteraan in de
rij het veld op. Daar voelt Cees Marbus
zich prettig bij."
Toch voelt hij zich nog niet helemaal de
oude. Er waren jaren in de Adelaarshorst
onder trainer Versieyen en Ten Cate dat
alles met Marbus en de Eagles-defensie
vanzelf leek te gaan. Er zaten automatis
men in de ploeg. Daarvan is momenteel
niet veel meer over. Trainer Ab Fafie, die
vorig jaar met de ploeg via de nacompeti-
tie degradatie ontliep, gaat op dit moment
regelrecht op de eerste divisie af en staat
stijf onderaan met de kwakkelende Eagles
die thuis nog geen wedstrijd wonnen in
dit seizoen.
Marbus beleeft slechte tijden en bekent
dat de balans in het elftal volledig zoek is.
Ook hij is zoekende. „Ik loop tegenwoor
dig per wedstrijd veertig procent meer en
mijn niveau zakt met twintig procent. Dat
klopt niet. Ik heb jarenlang goed gefunc
tioneerd in een systeem, maar dan moet
er wel een systeem zijn. Ik ben gewend
compact te verdedigen, er moet niet te
veel ruimte om mij heen liggen."
„Er is in anderhalf seizoen nogal wat ge
beurd hier. Valk en Steinmann die buiten
werden gezet, Decheiver verkocht. Tam
mer kwam als spits en Moens als keeper.
We hebben nu ook enkele Moldaviers en
Nigerianen, die problemen met de taal en
de tactiek hebben. Iedereen heeft zijn zeg
je onderhand wel gedaan in de pers en nu
staan we onderaan. Ik heb geen zin om
nog langer te discussieren. Het wordt tijd
dat we het gaan oppakken. Ik verbaas me
er steeds weer over dat er naar buiten toe
zo vreselijk negatief en impulsief wordt
gedaan. Iedereen loopt elkaar maar af te
schieten. Mensen die de klus samen moe
ten klaren schreeuwen elkaar in de krant
en Voetbal International toe. Knallen
maar, jongens."
Marbus deed overigens zelf ook zijn
zegje in VI. Hij vergeleek de Eagles met
een 'gokautomaat waarin je veel geld
gooit, maar waar altijd minder uitkomt'.
In die reportage nam hij het overigens op
voor de selectie en de club. „Ja. ik zeg dan
wel dingen, maar wel op een reële manier.
Ajax gaat voor de titel, Go Ahead voor lijfs
behoud. Zo is het gewoon. En dan kun je
dit de kelder van het betaalde voetbal vin-
Cees Marbus
(links) in duel met
PSV'er René Ey-
kelkamp, afgelo
pen woensdag in
de Adelaarshorst.
den, we horen wel bij de beste achttien
clubs van Nederland en de beste 200 spe
lers van het land. Zo moet je dat zien, dat
is iets om trots op te zijn en het is iets om
te verdedigen."
Als dat dit seizoen niet lukt, vreest Mar
bus voor zijn voetbaltoekomst. „Mijn con
tract loopt dit seizoen af. Als Go Ahead
eerste divisie gaat spelen, zal er voor mij
misschien geen contractverlenging inzit
ten. Ik kan nu leuk leven van het voetbal,
ik noem mezelf altijd een semi-prof die
traint als een full-prof."
Onbewust dalen de gedachten van Mar
bus wel eens af naar zijn geboorteplaats
Noordwijk. In werkelijkheid is hij ook
dichterbij gekomen. Vanwege werkzaam
heden van zijn vriendin verhuisde hij on
langs naar Amsterdam. „Dat is in het De
venter Dagblad uitgelegd als een soort
vlucht. Ze schreven dat Marbus sinds zijn
vertrek naar Amsterdam niet meer de ou
de is, de rots in de branding zou langzaam
afbrokkelen. Daar ben ik boos om gewor
den, alsof ik hier de hele nacht op het
Leidse Plein rondhang. Ze weten niet dat
ik omwille van de club nog heel vaak over
nacht in Deventer." Marbus praat inmid
dels niet meer met de plaatselijke krant en
ook Radio Oost boycot hij.
Ooit was Cees Marbus in beeld bij Lu-
ton Town. Zijn broer Bram (spits bij Cam-
buur) was in contact met de Engelse club
en via de makelaar kwam ook de Eagles-
verdediger ter sprake. „Van een overgang
kwam het niet, maar Engeland trekt mij
nog steeds."
Maar hij beseft dat het evenzogoed w
Noordwijk kan worden, de club waar hij
begon. „Ik volg het voetbal in de bollen
streek nog altijd op de voet. Het is toch
een geweldige tijd geweest. In feite is de
periode dat je met je leeftijdgenoten
speelt, de mooiste fase van je leven. Ik kan
me nog herinneren dat ik in de A-jeugd
speelde bij Quick Boys, want daar ben ik
ook nog twee jaar geweest. Onder Henk
Krouwel hadden we een gouden lichting
met Tom van der Niet, Leonard Pluim-
graaff en Gert Aandewiel. Aandewiel
scoorde toen als 17-jarige al 27 keer in de
landelijke divisie. Hij is nooit opgepikt
door het betaalde voetbal en dan speelt
Cees Marbus al vier jaar eredivisie. Het
kan raar lopen."
„Zoals ik het sowieso onbegrijpelijk vind
dat die betaalde clubs niet beter scouten
in de bollenstreek. Waarom altijd zo ver
weg kijken naar spelers die je niet kent,
die de taal niet beheersen en tactisch vaak
ongeschoold zijn. Ik heb de spion van Go
Ahead wel eens tips gegeven. Toen ging
hij een keer in zijn nette pak en een dure
auto naar Rijnsburgse Boys - Katwijk.
Even indruk maken als scout van een ere
divisieclub. Nou toen hij in Rijnsburg het
parkeerterrein opdraaide waren bijna alle
auto's poter dan die van hem. Kwam-ie
terug met een gezicht van: wat ik nou
weer gezien heb. Ja, wat denk je dan, dat
je Pimmetje Langeveld tegenwoordig gek
maakt met een contract van 30.000 gul
den?"
„Het is trouwens wel opvallend dat er
vanuit de bollenstreek zo weinig spelers
de overstap maken. Als je ziet wat er van
mij is gekomen, er liggen kansen, al speelt
de factor geluk ook mee. Als John Eelman
niet ooit bij Go Ahead had gewerkt was ik
misschien ook nooit bij de Eagles geko
men. Ik ging als student, kreeg een klein
contract en nu hou ik er toch een huisje
aan over. En het zijn meestal spelers van
Noordwijk. Van der Sar, Van Dijk, Scheur
water, Van Utrecht. Brain en Gees Marbus
die hogerop gaan. Dat heeft misschien te
maken met de flair en het avontuurlijke
van die Noordwijkers. Ze hebben altijd al
meer van de wereld gezien en willen ook
meer zien. Of betaalt w Noordwijk ge
woon het slechtst van al die bollenclubs?"
In de badplaats komt hij elke woensdag
tot rust als hij zijn ouders bezoekt. „Dan
neem ik de twee honden van mijn vader
en moeder mee en ga naar het strand. Op
zo'n moment kan ik intens gelukldg zijn.
Op een verlaten strand met die twee bees
ten. Daar krijg ik kippevel van. Een leeg
strand kan mooier zijn dan een vol sta
dion."
„Nou ja, als je bij Ajax speelt en het is
uitverkocht krijg ik ook wel een kick hoor.
En als je dan ook nog scoort zoals vorig
jaar. Binnenkort word ik voor het eerst
oom. Dat is toch ook wel wat. Dan vertel
ik straks die kleine toch maar mooi dat
Ome Cees nog scoorde op het veld van
Ajax. Ja, jij lacht, maar noem mij eens een
paar ooms die dat aan hun neefje of nicht
je kunnen vertellen."
De eerste twee weken als trainer/coach
van Ton van Bemmelen/ Leiden werden
door Frans Kales als een ware 'survival'er-
varen. Er ging geen training of wedstrijd
voorbij zonder dat er een speler gebles
seerd afhaakte. Trainingen vervielen of
moesten in een of ander ontoereikend
sportzaaltje worden afgewerkt. En als klap
op de vuurpijl meldde Kales zich vorige
week half-ziek voor een training om in de
sporthal te kunnen constateren dat drie
spelers van zijn team met griep in bed la
gen.
„Het had allemaal wat voorspoediger
kunnen verlopen", erkent de 40-jarige
Noordwijkerhouter onmiddellijk. „Wat dat
betreft komt het uitstekend uit dat de
competitie nu even stilligt. Als we weer
beginnen, kunnen we dat waarschijnlijk
met een complete ploeg doen en we heb
ben dan weer wat tijd gehad om aan ver
schillende zaken te werken."
Een maand geleden hield Kales zich nog
absoluut niet met dit soort problemen be
zig. Hij mocht dan vorig seizoen zijn inge-
sprongëh als begeleider van de meiden
van Luba Zoeterwoude, aan het trainen en
coachen van een team in de promotiedivi
sie had hij toch niet direct gedacht. Totdat
hij vorige maand in Leiderdorp naar zijn
maatjes van datzelfde Luba ging kijken en
hij Hennie Nijssen tegen het lijf liep. De
manager was op zoek naar een vervanger
van de vertrokken Ton Kallenberg en of
Kales daar misschien tijd voor en zin in
had. De tijd was voorradig. Frans Kales
had net gedwongen door blessures zijn
actieve carrière afgesloten, daarbij waren
de kinderen inmiddels weer wat groter ge
worden. Wat zin betreft, zat het ook wel
goed. Het coachen van die Zoeterwoudse
meiden had de lol in het trainersvak bij
hem teruggebracht. Een wedstrijdje en
twee proeftrainingen verder zat Kales (in
het verleden als trainer werkend bij Nijs
sen Trotters, DAS en Luba Zoeterwoude)
bij BS Leiden op de bank.
Die keuze blijkt eenvoudig te zijn ge
weest. „Het klikte direct tussen de spelers
groep en mij. Er konden afspraken wor
den gemaakt en bij beide partijen bleek
het vertrouwen aanwezig dat het wel wat
kon worden. Dat laatste is het belangrijk
ste. De ploeg moet het vertrouwen hebben
dat ik de man ben die het team weer op
de rails kan zetten. En de coach moet de
zekerheid hebben te gaan werken met
spelers die willen. Als dat wederzijds ver
trouwen er niet is, hoef je er als coach niet
aan te beginnen. Al helemaal niet als je er
tussentijds inspringt."
Kales kan in Leiden werken met een 'ge
talenteerde groep'. De ploeg mag dan op
dit moment laag geklasseerd staan in de
promotiedivisie, die klassering doet naar
de mening van de nieuwe coach geen
recht aan de kwaliteiten van Leiden. „Je
zult mij niet horen zeggen dat het team op
dit moment hoog hoort te staan. Maar een
plek in de middenmoot moet kunnen. Dat
is dan ook het doel dat voor dit seizoen is
gesteld."
Een doel dat moet worden bereikt op
een manier die Kales zelf niet bedacht zou
hebben. Met slechts twee keer trainen in
de week, bijvoorbeeld. Een gegeven dat
collega-trainer Bert Samson er toe bracht
de Leidse basketbalboot vorige maand af
te houden. Kales kan zich daar wat bij
voorstellen: „Toen ik nog met Nijssen
Trotters in een vergelijkbare klasse speel
de, trainden we vier keer in de week. Dan
is het op zich vreemd dat van de twaalf li
centie-spelers van Leiden er nu maar twee
bereid zijn om het aantal trainingen naar
drie keer in de week te verhogen."
Desondanks hapte hij toe. „Omdat de
groep kwaliteit in zich herbergt. En omdat
de spelers hebben aangegeven dat ze toch
wel willen. Anders zet je je trainer niet aan
de kant. Maar dat neemt niet weg dat het
lastig wordt om te presteren. In elk geval
moet op de trainingen maximaal worden
gewerkt."
En dient het spelletje in het veld slim
mer te worden gespeeld. De ploeg moet
vanuit de eigen beperkingen leren spelen,
verduidelijkt Kales. „Er moet minder fri
vool worden gespeeld, de ploeg moet
meer haar percentage-basketbal toe. Ik
bedoel maar, als je vier keer in de week
traint, kun je het best een keer maken om
bij een drie tegen twee wel vanuit de dek
king te schieten. Je hebt dan de betrekke
lijke zekerheid dat die bal er toch wel in
valt. Als je die vastigheid mist, moet je in
zo'n geval per definitie de open man zoe
ken."
Respecteren
Het feit dat Frans Kales nu akkoord is ge
gaan met dat aantal van twee trainingen,
betekent niet dat hij zich ook op termijn
bij dat aantal neerlegt. Sterker nog, de
Noordwijkerhouter is vast van plan daar
wat aan te veranderen. „Als je midden in
de competitie bij een club binnenkomt,
heb je de afspraken te respecteren die
vooraf zijn gemaakt. Of dat nu over vakan
tie vieren tijdens het seizoen gaat, of over
het aantal trainingen. Maar dat neemt niet
weg dat je wel kunt proberen dingen te
sturen. Misschien ga ik ik wel met een
paar jongens op vrijwillige basis voor een
derde keer de zaal in. Als die mogelijkhe
den er tenminste zijn. En als ik volgend
jaar doorga als coach zal die extra training
zeker weer aan de orde komen."
En verder filosoferend: „Het mooiste
zou zijn dat de ploeg lekker gaat draaien.
Als je wint, hoger komt op de ranglijst,
dan wordt zo'n derde training in de week
een stuk haalbaarder. Zullen spelers eer
der geneigd zijn daar wel tijd voor vrij te
maken. Dat de wil er in principe is, daar
van ben ik overtuigd."
Kales noemt zichzelf basketbalmaf.
Stamt zelf ook uit de tijd dat het spelletje
door de spelers veel meer als A way of Life
werd ervaren. Hij maakte ook deel uit van
een gedreven lichting. Rein en Peter Pauli-
des, Tony Lamping, Eric-Jan Berendsen,
Ed Plomp, Wil Moerer, Peter Kop een
aantal van hen vormde ook de kern van
het vriendenteam waarmee hij tot vorig
jaar nog in Zoeterwoude actief was. Een
lichting ook uit de tijd dat basketbal het
nodige voorstelde in Nederland. Die tijd,
dat de sporthallen volstroomden, de
Groenoordhal duizenden toeschouwers
mocht verwelkomen bij thuiswedstrijden
van Parker, ligt echter al ver in het verle
den. De bomen reiken al lang niet meer
tot de hemel. Toch is Kales niet pessimis
tisch als de toekomst van 'zijn' sport aan
de orde komt. „Er zijn in het verleden
kansen gemist, dat is duidelijk. Maar de
basketbalsport heeft nog steeds alles in
zich om populair te zijn. Het spelletje is
snel, geschikt voor televisie dus commer
cieel aantrekkelijk en er is nog altijd veel
jeugd dat zich tot de sport voelt aange
trokken. Kijk frtaar naar al die pleintjes,
waar wordt gebasketbald. Het is alleen de
kunst om die jongens en meiden ook in de
zaal te krijgen. En om de goede spelers
ook in Nederland te houden, Want die
ontwikkeling van de laatste jaren, waarin
heel veel jeugdige spelers naar de States
gaan om daar te ballen, is voor de basket
balsport hier ook niet goed."
Vooralsnog houdt de vertaler Engels
zich echter met kleinschaliger opdrachten
bezig. Het in de promotiedivisie houden
van Ton van Bemmelen/ Leiden, bijvoor
beeld. „Dat is voor het basketbal in Leiden
belangrijk. Zeker als je in de toekomst aan
meer denkt, is het belangrijk je nu te
handhaven. Voor de club, en voor de
sponsor. Leiden heeft nu een geldschieter
die bereid is om in de toekomst misschien
wel wat meer te doen. Maar dan moet de
vereniging zich wel op acceptabel niveau
bevinden."
Beleving
Met Kales lijkt ook de huidige spelers
groep van BS leiden doordrongen van dat
belang. „De gasten hebben al aangegeven
dat ze nog nooit zo hard hebben gewerkt
als ze nu doen", lacht Kales. Die daarbij
onmiddellijk ook signaleert dat er nog al
tijd wel een verschil in beleving is tussen
de coach en de groep. „Ik geloof ze wel
hoor. daar gaat het niet om. En als trainer
verlang je misschien altijd wel meer van je
spelers. Maar zelf had ik die avond juist
het gevoel dat ze niet vooruit te branden
Het voetbaldoel in zijn huidige
vorm is geïntroduceerd door FC
Sheffield, de oudste club ter we
reld.
Dit gebeurde in 1875.
Het eerste doel bestond uit
twee palen. De lat ontbrak. De
referee bepaalde of een hoog
schot denkbeeldig doel had ge
troffen. of niet. Het was erin of
erover, onderkant lat bestond
niet. Dit gaf nu en dan stof tot
discussie en leidde op relatief
jonge leeftijd tot een grote sterfte
onder de arbiters van het eerste
uur. In 1865 werd voor het eerst
tussen de palen een koord ge
spannen. Een kleine verbetering
slechts. Clubs met een kleine
keeper hadden er een handje
naar het touw te laten vieren.
Maar 'sinds Sheffield' bestaat
een voetbaldoel haast overal uit
twee loodrechte palen met daar
een dwarslat bovenop. De doel
palen waren aanvankelijk van
hout en hoekig van vorm. maar
zijn onder druk van het om zich
heen grijpend bostoerisme in de
loop van deze eeuw vervangen
door aluminium palen, rond
van vorm. Dat gaf me in de
overgangsfase trouwens een hele
heisa. Commentatoren konden
van de ene op de andere dag niet
meer zonder gedegen inspectie
vooraf verzuchten dat de bal het
houtwerk weer eens had geteis
terd. Want bestond het hout
werk nog wel uit hout? Extra
vroeg meldden de heren com
mentatoren van de NTS zich in
de stadions om met de knokkel
van de wijsvinger dt* doelen van
dienst nader te onderzoeken, ja,
verdikkeme zeg, een vertrouwd
geluid, hout. ouderwets hout.
waarna wij Koen Verhoef in de
samenvatting in Sport in Beeld,
na een schot op de binnenkant
van de betreffende houten paal
hoorden verzuchten dat dit door
de Nederlandse Vereniging van
Huisvrouwen goedgekeurde
schot in geval van ronde palen
naar wij dachten vrijwel zeker in
een goal had geresulteerd.
Maar zoals u weet zijn helaas
èn Koen Verhoef èn houten pa
len uitgestorven.
Toch is geen doel hetzelfde.
Ie zou vermoeden dat er in elk
land slechts één doelenfabrikant
zou zijn, maar dit is geenszins
het geval, elke streek heeft een
eigen doelenontwerper.
(Een gewetensvraagje tussen
door. Weet u de afmetingen van
een voetbaldoel uit uw hoofd?
Nee, opzoeken mag niet. Dit is
Twee voor Twaalf niet).
Het blad Voetbal Internatio
nal slaat deze week groot alarm.
VI heeft de doelen van de PIT
Telecompetitieclubs nagemeten
en de conclusie is: er deugt niets
van.
Maar zeven clubs (Ajax. Feye-
noord, Fortuna. De Graafschap.
Heerenveen, Roda JC en FC
Twente) hebben doelen, 7.32 x
2.44die aan de afmetingen vol
doen. De overige clubs maken er
een potje van.
Neem nu NEC. Niet alleen zijn
de doelen in De Goffert zo laag
dat Van der Sar er niet zonder
helm durft te keepen, ook zijn ze
twee decimeter te smal, wat
Brookhuis niet belet toch de
meest gepasseerde keeper te zijn.
Ook de doelen van Go Ahead
blijken na meting een puldeksel
te smal, waardoor elke bal op de
paal aldaar door een andere bril
bekeken dient te worden.
Vitesse, PSV en FC Utrecht: je
reinste pupuillendoelen!
De eerste divisie en het buiten
land zijn door VI buiten be
schouwing gelaten. lammer In
Slowakije is een reportage te
maken over onbewaakte spoor
wegovergangen die tevens als
doel fungeren.
Oezbekistan: eikehouten keu
kentafels.
FC Zwolle heeft een waslijn
ah lat. Dordrecht '80 huurt eens
per veertien dagen vier basket
ballers van Goba van precies
2.44 meter in. Bij RBCgebruiken
ze vier schooltassen. Emmen
heeft vier berken op het hoofd-
veld geplant waarvan één al bij
na twee meter hoog schijnt te
zijn. Bij MW fungeren de licht
masten tevens als doel. Een club
als Helmond Sport heeft in het
geheel geen doel.
De club van Van Hanegem
heeft een kamelenechtpaar in
dienst. Onlangs won Al Halil
met 1-0 door een schot onder
kant bult, de bal landde duide
lijk achter de rechtervoorpoot
van het dier, een geldige treffer
dus.
In het nieuw te houwen sta
dion van Haarlem en Telstar
wordt, tenzij de NZH gratis twee
abri's levert, een mol aangetrok
ken ah terreinknecht. De eerste
vier hopen worden aangewezen
ah doelpalen.
Frank
Snoeks is
verslag-