'Ze komen altijd weer erecht bij Cees Frans Kales streeft naar percentage-basketbal Sport Voetbaldoel DAG 23 DECEMBER 1995 CHEF WILLEM SPIERDIJK. 071 5356464, PIV -CHEF ROB ONDERWATER. 071 -5356463 QBE3BH Cees Marbus heeft nooit gespeeld voor de stijlprijs. En als het stadion waar hij in voetbalt volstroomt, weet hij ook wel dat dat niet in de eerste plaats voor hem is maar meer voor zijn directe tegenstander Ronaldo of Patrick Kluivert. Dat neemt niet weg dat Marbus zijn plaats in de ere divisie heeft verdiend. „Ze kunnen me er een week naast zetten, misschien een jaar, tien jaar, twintig jaar. Ze kunnen kiezen voor een voetballende voorstopper. Maar ze komen altijd weer terecht bij Cees Mar bus." Hij heeft zich bewezen als pure man dekker. In zeven jaar Go Ahead Eagles is hij altijd overeind gebleven, in goede en slechte tijden. En al heeft zijn stijl van voetballen op het eerste oog iets houte rigs, nooit twijfelde een trainer in de Ade laarshorst aan zijn capaciteiten. Omdat Cees Marbus weet wat verdedigen is. „Dat is namelijk meer dan alleen maar achter uit hollen. Misschien dat ik zes jaar gele den nog zou zijn gedold door een speler van het kaliber Ronaldo. Nu niet meer." Overleven in het betaalde voetbal is voor de Noordwijker altijd éfen kwestie ge weest van verstand gebruiken, blijven la chen en vooral nuchter blijven. „Als je maar een procent van je hersens gebruikt ben je in de voetballerij een God." Hij weet onderhand wel dat dit een maat schappij is die zich met niets laat vergelij ken. „Als dat balletje eenmaalt rolt, moet je oppassen. Dan moet je zelfs die direc teur van dat miljoenenbedrijf in zijn busi ness-seat goed in de gaten houden, want anders vliegt ook hij de scheidsrechter aan." Cees Marbus heeft altijd zo veel moge lijk gerelativeerd. Misschien kon hij dat ook gemakkelijker, omdat hij naast het voetbal al enigszins maatschappelijke ze kerheid had. In de beginjaren in Deventer - Marbus speelde de eerste drie jaar met de club in de eerste divisie - volgde hij een studie aan de Landbouwhogeschool en nu is hij ingenieur. Toch zit dat relativeren en dat lacherige in zijn karakter opgesloten, niet in zijn so ciale status. „Ik ben niet het serieuze smoel. Voor een wedstrijd zie ik collega's tot vervelens toe schoenen strikken en het toilet bezoeken. Dat kan ik niet." Marbus zegt geen last te hebben van faalangst of druk, tot vlak voor de aftrap loopt hij dol lend door de kleedkamer. Het is geen po se, maar zijn manier van doen. Binnen dat grote, stoere lichaam van de nuchtere voorstopper huist ook maar een mens van vlees en bloed, zo bleek on langs. Marbus, die zich zo langzamerhand een routinier mag noemen - „Bij de trai ning word ik met mijn 27 al ingedeeld bij oud." - kreeg de aanvoerdersband van trainer Ab Fafie. En precies daar ging het mis met Marbus. „Het heeft me zelf ook verbaasd hoe veel problemen ik kreeg door het simpele feit dat er een stukje stof om mijn rechterarm zat. Ik heb altijd mijn mondje geroerd binnen he{ veld, maar ik ging minder praten. Die band ging voor mij iets krijgen van 'Marbus nu ben je de beste, laat het maar zien'. Terwijl ik niet de beste ben en bovendien zelf al niet zo lekker stond te spelen. Die band woog op een gegeven moment tien kilo. De man die altijd voor de afleiding zorg de in de kleedkamer en fluitend het veld opging, was uit zijn evenwicht gebracht. „Weet je," zegt hij met een bijna veront- schuldigdend lachje, „op een bepaald mo ment zag ik er tegenop om als eerste dat veld op te gaan vlak voor de aftrap, want dat moet je als captain toch. Ik zag de mensen in het stadion op me afkomen. Toen wist ik dat ik die band moest terug geven. Het is een puur persoonlijke zaak geweest, al stond in de pers dat het een conflict was, onzin. Ik sukkel nu weer in mijn eigen draffie ergens achteraan in de rij het veld op. Daar voelt Cees Marbus zich prettig bij." Toch voelt hij zich nog niet helemaal de oude. Er waren jaren in de Adelaarshorst onder trainer Versieyen en Ten Cate dat alles met Marbus en de Eagles-defensie vanzelf leek te gaan. Er zaten automatis men in de ploeg. Daarvan is momenteel niet veel meer over. Trainer Ab Fafie, die vorig jaar met de ploeg via de nacompeti- tie degradatie ontliep, gaat op dit moment regelrecht op de eerste divisie af en staat stijf onderaan met de kwakkelende Eagles die thuis nog geen wedstrijd wonnen in dit seizoen. Marbus beleeft slechte tijden en bekent dat de balans in het elftal volledig zoek is. Ook hij is zoekende. „Ik loop tegenwoor dig per wedstrijd veertig procent meer en mijn niveau zakt met twintig procent. Dat klopt niet. Ik heb jarenlang goed gefunc tioneerd in een systeem, maar dan moet er wel een systeem zijn. Ik ben gewend compact te verdedigen, er moet niet te veel ruimte om mij heen liggen." „Er is in anderhalf seizoen nogal wat ge beurd hier. Valk en Steinmann die buiten werden gezet, Decheiver verkocht. Tam mer kwam als spits en Moens als keeper. We hebben nu ook enkele Moldaviers en Nigerianen, die problemen met de taal en de tactiek hebben. Iedereen heeft zijn zeg je onderhand wel gedaan in de pers en nu staan we onderaan. Ik heb geen zin om nog langer te discussieren. Het wordt tijd dat we het gaan oppakken. Ik verbaas me er steeds weer over dat er naar buiten toe zo vreselijk negatief en impulsief wordt gedaan. Iedereen loopt elkaar maar af te schieten. Mensen die de klus samen moe ten klaren schreeuwen elkaar in de krant en Voetbal International toe. Knallen maar, jongens." Marbus deed overigens zelf ook zijn zegje in VI. Hij vergeleek de Eagles met een 'gokautomaat waarin je veel geld gooit, maar waar altijd minder uitkomt'. In die reportage nam hij het overigens op voor de selectie en de club. „Ja. ik zeg dan wel dingen, maar wel op een reële manier. Ajax gaat voor de titel, Go Ahead voor lijfs behoud. Zo is het gewoon. En dan kun je dit de kelder van het betaalde voetbal vin- Cees Marbus (links) in duel met PSV'er René Ey- kelkamp, afgelo pen woensdag in de Adelaarshorst. den, we horen wel bij de beste achttien clubs van Nederland en de beste 200 spe lers van het land. Zo moet je dat zien, dat is iets om trots op te zijn en het is iets om te verdedigen." Als dat dit seizoen niet lukt, vreest Mar bus voor zijn voetbaltoekomst. „Mijn con tract loopt dit seizoen af. Als Go Ahead eerste divisie gaat spelen, zal er voor mij misschien geen contractverlenging inzit ten. Ik kan nu leuk leven van het voetbal, ik noem mezelf altijd een semi-prof die traint als een full-prof." Onbewust dalen de gedachten van Mar bus wel eens af naar zijn geboorteplaats Noordwijk. In werkelijkheid is hij ook dichterbij gekomen. Vanwege werkzaam heden van zijn vriendin verhuisde hij on langs naar Amsterdam. „Dat is in het De venter Dagblad uitgelegd als een soort vlucht. Ze schreven dat Marbus sinds zijn vertrek naar Amsterdam niet meer de ou de is, de rots in de branding zou langzaam afbrokkelen. Daar ben ik boos om gewor den, alsof ik hier de hele nacht op het Leidse Plein rondhang. Ze weten niet dat ik omwille van de club nog heel vaak over nacht in Deventer." Marbus praat inmid dels niet meer met de plaatselijke krant en ook Radio Oost boycot hij. Ooit was Cees Marbus in beeld bij Lu- ton Town. Zijn broer Bram (spits bij Cam- buur) was in contact met de Engelse club en via de makelaar kwam ook de Eagles- verdediger ter sprake. „Van een overgang kwam het niet, maar Engeland trekt mij nog steeds." Maar hij beseft dat het evenzogoed w Noordwijk kan worden, de club waar hij begon. „Ik volg het voetbal in de bollen streek nog altijd op de voet. Het is toch een geweldige tijd geweest. In feite is de periode dat je met je leeftijdgenoten speelt, de mooiste fase van je leven. Ik kan me nog herinneren dat ik in de A-jeugd speelde bij Quick Boys, want daar ben ik ook nog twee jaar geweest. Onder Henk Krouwel hadden we een gouden lichting met Tom van der Niet, Leonard Pluim- graaff en Gert Aandewiel. Aandewiel scoorde toen als 17-jarige al 27 keer in de landelijke divisie. Hij is nooit opgepikt door het betaalde voetbal en dan speelt Cees Marbus al vier jaar eredivisie. Het kan raar lopen." „Zoals ik het sowieso onbegrijpelijk vind dat die betaalde clubs niet beter scouten in de bollenstreek. Waarom altijd zo ver weg kijken naar spelers die je niet kent, die de taal niet beheersen en tactisch vaak ongeschoold zijn. Ik heb de spion van Go Ahead wel eens tips gegeven. Toen ging hij een keer in zijn nette pak en een dure auto naar Rijnsburgse Boys - Katwijk. Even indruk maken als scout van een ere divisieclub. Nou toen hij in Rijnsburg het parkeerterrein opdraaide waren bijna alle auto's poter dan die van hem. Kwam-ie terug met een gezicht van: wat ik nou weer gezien heb. Ja, wat denk je dan, dat je Pimmetje Langeveld tegenwoordig gek maakt met een contract van 30.000 gul den?" „Het is trouwens wel opvallend dat er vanuit de bollenstreek zo weinig spelers de overstap maken. Als je ziet wat er van mij is gekomen, er liggen kansen, al speelt de factor geluk ook mee. Als John Eelman niet ooit bij Go Ahead had gewerkt was ik misschien ook nooit bij de Eagles geko men. Ik ging als student, kreeg een klein contract en nu hou ik er toch een huisje aan over. En het zijn meestal spelers van Noordwijk. Van der Sar, Van Dijk, Scheur water, Van Utrecht. Brain en Gees Marbus die hogerop gaan. Dat heeft misschien te maken met de flair en het avontuurlijke van die Noordwijkers. Ze hebben altijd al meer van de wereld gezien en willen ook meer zien. Of betaalt w Noordwijk ge woon het slechtst van al die bollenclubs?" In de badplaats komt hij elke woensdag tot rust als hij zijn ouders bezoekt. „Dan neem ik de twee honden van mijn vader en moeder mee en ga naar het strand. Op zo'n moment kan ik intens gelukldg zijn. Op een verlaten strand met die twee bees ten. Daar krijg ik kippevel van. Een leeg strand kan mooier zijn dan een vol sta dion." „Nou ja, als je bij Ajax speelt en het is uitverkocht krijg ik ook wel een kick hoor. En als je dan ook nog scoort zoals vorig jaar. Binnenkort word ik voor het eerst oom. Dat is toch ook wel wat. Dan vertel ik straks die kleine toch maar mooi dat Ome Cees nog scoorde op het veld van Ajax. Ja, jij lacht, maar noem mij eens een paar ooms die dat aan hun neefje of nicht je kunnen vertellen." De eerste twee weken als trainer/coach van Ton van Bemmelen/ Leiden werden door Frans Kales als een ware 'survival'er- varen. Er ging geen training of wedstrijd voorbij zonder dat er een speler gebles seerd afhaakte. Trainingen vervielen of moesten in een of ander ontoereikend sportzaaltje worden afgewerkt. En als klap op de vuurpijl meldde Kales zich vorige week half-ziek voor een training om in de sporthal te kunnen constateren dat drie spelers van zijn team met griep in bed la gen. „Het had allemaal wat voorspoediger kunnen verlopen", erkent de 40-jarige Noordwijkerhouter onmiddellijk. „Wat dat betreft komt het uitstekend uit dat de competitie nu even stilligt. Als we weer beginnen, kunnen we dat waarschijnlijk met een complete ploeg doen en we heb ben dan weer wat tijd gehad om aan ver schillende zaken te werken." Een maand geleden hield Kales zich nog absoluut niet met dit soort problemen be zig. Hij mocht dan vorig seizoen zijn inge- sprongëh als begeleider van de meiden van Luba Zoeterwoude, aan het trainen en coachen van een team in de promotiedivi sie had hij toch niet direct gedacht. Totdat hij vorige maand in Leiderdorp naar zijn maatjes van datzelfde Luba ging kijken en hij Hennie Nijssen tegen het lijf liep. De manager was op zoek naar een vervanger van de vertrokken Ton Kallenberg en of Kales daar misschien tijd voor en zin in had. De tijd was voorradig. Frans Kales had net gedwongen door blessures zijn actieve carrière afgesloten, daarbij waren de kinderen inmiddels weer wat groter ge worden. Wat zin betreft, zat het ook wel goed. Het coachen van die Zoeterwoudse meiden had de lol in het trainersvak bij hem teruggebracht. Een wedstrijdje en twee proeftrainingen verder zat Kales (in het verleden als trainer werkend bij Nijs sen Trotters, DAS en Luba Zoeterwoude) bij BS Leiden op de bank. Die keuze blijkt eenvoudig te zijn ge weest. „Het klikte direct tussen de spelers groep en mij. Er konden afspraken wor den gemaakt en bij beide partijen bleek het vertrouwen aanwezig dat het wel wat kon worden. Dat laatste is het belangrijk ste. De ploeg moet het vertrouwen hebben dat ik de man ben die het team weer op de rails kan zetten. En de coach moet de zekerheid hebben te gaan werken met spelers die willen. Als dat wederzijds ver trouwen er niet is, hoef je er als coach niet aan te beginnen. Al helemaal niet als je er tussentijds inspringt." Kales kan in Leiden werken met een 'ge talenteerde groep'. De ploeg mag dan op dit moment laag geklasseerd staan in de promotiedivisie, die klassering doet naar de mening van de nieuwe coach geen recht aan de kwaliteiten van Leiden. „Je zult mij niet horen zeggen dat het team op dit moment hoog hoort te staan. Maar een plek in de middenmoot moet kunnen. Dat is dan ook het doel dat voor dit seizoen is gesteld." Een doel dat moet worden bereikt op een manier die Kales zelf niet bedacht zou hebben. Met slechts twee keer trainen in de week, bijvoorbeeld. Een gegeven dat collega-trainer Bert Samson er toe bracht de Leidse basketbalboot vorige maand af te houden. Kales kan zich daar wat bij voorstellen: „Toen ik nog met Nijssen Trotters in een vergelijkbare klasse speel de, trainden we vier keer in de week. Dan is het op zich vreemd dat van de twaalf li centie-spelers van Leiden er nu maar twee bereid zijn om het aantal trainingen naar drie keer in de week te verhogen." Desondanks hapte hij toe. „Omdat de groep kwaliteit in zich herbergt. En omdat de spelers hebben aangegeven dat ze toch wel willen. Anders zet je je trainer niet aan de kant. Maar dat neemt niet weg dat het lastig wordt om te presteren. In elk geval moet op de trainingen maximaal worden gewerkt." En dient het spelletje in het veld slim mer te worden gespeeld. De ploeg moet vanuit de eigen beperkingen leren spelen, verduidelijkt Kales. „Er moet minder fri vool worden gespeeld, de ploeg moet meer haar percentage-basketbal toe. Ik bedoel maar, als je vier keer in de week traint, kun je het best een keer maken om bij een drie tegen twee wel vanuit de dek king te schieten. Je hebt dan de betrekke lijke zekerheid dat die bal er toch wel in valt. Als je die vastigheid mist, moet je in zo'n geval per definitie de open man zoe ken." Respecteren Het feit dat Frans Kales nu akkoord is ge gaan met dat aantal van twee trainingen, betekent niet dat hij zich ook op termijn bij dat aantal neerlegt. Sterker nog, de Noordwijkerhouter is vast van plan daar wat aan te veranderen. „Als je midden in de competitie bij een club binnenkomt, heb je de afspraken te respecteren die vooraf zijn gemaakt. Of dat nu over vakan tie vieren tijdens het seizoen gaat, of over het aantal trainingen. Maar dat neemt niet weg dat je wel kunt proberen dingen te sturen. Misschien ga ik ik wel met een paar jongens op vrijwillige basis voor een derde keer de zaal in. Als die mogelijkhe den er tenminste zijn. En als ik volgend jaar doorga als coach zal die extra training zeker weer aan de orde komen." En verder filosoferend: „Het mooiste zou zijn dat de ploeg lekker gaat draaien. Als je wint, hoger komt op de ranglijst, dan wordt zo'n derde training in de week een stuk haalbaarder. Zullen spelers eer der geneigd zijn daar wel tijd voor vrij te maken. Dat de wil er in principe is, daar van ben ik overtuigd." Kales noemt zichzelf basketbalmaf. Stamt zelf ook uit de tijd dat het spelletje door de spelers veel meer als A way of Life werd ervaren. Hij maakte ook deel uit van een gedreven lichting. Rein en Peter Pauli- des, Tony Lamping, Eric-Jan Berendsen, Ed Plomp, Wil Moerer, Peter Kop een aantal van hen vormde ook de kern van het vriendenteam waarmee hij tot vorig jaar nog in Zoeterwoude actief was. Een lichting ook uit de tijd dat basketbal het nodige voorstelde in Nederland. Die tijd, dat de sporthallen volstroomden, de Groenoordhal duizenden toeschouwers mocht verwelkomen bij thuiswedstrijden van Parker, ligt echter al ver in het verle den. De bomen reiken al lang niet meer tot de hemel. Toch is Kales niet pessimis tisch als de toekomst van 'zijn' sport aan de orde komt. „Er zijn in het verleden kansen gemist, dat is duidelijk. Maar de basketbalsport heeft nog steeds alles in zich om populair te zijn. Het spelletje is snel, geschikt voor televisie dus commer cieel aantrekkelijk en er is nog altijd veel jeugd dat zich tot de sport voelt aange trokken. Kijk frtaar naar al die pleintjes, waar wordt gebasketbald. Het is alleen de kunst om die jongens en meiden ook in de zaal te krijgen. En om de goede spelers ook in Nederland te houden, Want die ontwikkeling van de laatste jaren, waarin heel veel jeugdige spelers naar de States gaan om daar te ballen, is voor de basket balsport hier ook niet goed." Vooralsnog houdt de vertaler Engels zich echter met kleinschaliger opdrachten bezig. Het in de promotiedivisie houden van Ton van Bemmelen/ Leiden, bijvoor beeld. „Dat is voor het basketbal in Leiden belangrijk. Zeker als je in de toekomst aan meer denkt, is het belangrijk je nu te handhaven. Voor de club, en voor de sponsor. Leiden heeft nu een geldschieter die bereid is om in de toekomst misschien wel wat meer te doen. Maar dan moet de vereniging zich wel op acceptabel niveau bevinden." Beleving Met Kales lijkt ook de huidige spelers groep van BS leiden doordrongen van dat belang. „De gasten hebben al aangegeven dat ze nog nooit zo hard hebben gewerkt als ze nu doen", lacht Kales. Die daarbij onmiddellijk ook signaleert dat er nog al tijd wel een verschil in beleving is tussen de coach en de groep. „Ik geloof ze wel hoor. daar gaat het niet om. En als trainer verlang je misschien altijd wel meer van je spelers. Maar zelf had ik die avond juist het gevoel dat ze niet vooruit te branden Het voetbaldoel in zijn huidige vorm is geïntroduceerd door FC Sheffield, de oudste club ter we reld. Dit gebeurde in 1875. Het eerste doel bestond uit twee palen. De lat ontbrak. De referee bepaalde of een hoog schot denkbeeldig doel had ge troffen. of niet. Het was erin of erover, onderkant lat bestond niet. Dit gaf nu en dan stof tot discussie en leidde op relatief jonge leeftijd tot een grote sterfte onder de arbiters van het eerste uur. In 1865 werd voor het eerst tussen de palen een koord ge spannen. Een kleine verbetering slechts. Clubs met een kleine keeper hadden er een handje naar het touw te laten vieren. Maar 'sinds Sheffield' bestaat een voetbaldoel haast overal uit twee loodrechte palen met daar een dwarslat bovenop. De doel palen waren aanvankelijk van hout en hoekig van vorm. maar zijn onder druk van het om zich heen grijpend bostoerisme in de loop van deze eeuw vervangen door aluminium palen, rond van vorm. Dat gaf me in de overgangsfase trouwens een hele heisa. Commentatoren konden van de ene op de andere dag niet meer zonder gedegen inspectie vooraf verzuchten dat de bal het houtwerk weer eens had geteis terd. Want bestond het hout werk nog wel uit hout? Extra vroeg meldden de heren com mentatoren van de NTS zich in de stadions om met de knokkel van de wijsvinger dt* doelen van dienst nader te onderzoeken, ja, verdikkeme zeg, een vertrouwd geluid, hout. ouderwets hout. waarna wij Koen Verhoef in de samenvatting in Sport in Beeld, na een schot op de binnenkant van de betreffende houten paal hoorden verzuchten dat dit door de Nederlandse Vereniging van Huisvrouwen goedgekeurde schot in geval van ronde palen naar wij dachten vrijwel zeker in een goal had geresulteerd. Maar zoals u weet zijn helaas èn Koen Verhoef èn houten pa len uitgestorven. Toch is geen doel hetzelfde. Ie zou vermoeden dat er in elk land slechts één doelenfabrikant zou zijn, maar dit is geenszins het geval, elke streek heeft een eigen doelenontwerper. (Een gewetensvraagje tussen door. Weet u de afmetingen van een voetbaldoel uit uw hoofd? Nee, opzoeken mag niet. Dit is Twee voor Twaalf niet). Het blad Voetbal Internatio nal slaat deze week groot alarm. VI heeft de doelen van de PIT Telecompetitieclubs nagemeten en de conclusie is: er deugt niets van. Maar zeven clubs (Ajax. Feye- noord, Fortuna. De Graafschap. Heerenveen, Roda JC en FC Twente) hebben doelen, 7.32 x 2.44die aan de afmetingen vol doen. De overige clubs maken er een potje van. Neem nu NEC. Niet alleen zijn de doelen in De Goffert zo laag dat Van der Sar er niet zonder helm durft te keepen, ook zijn ze twee decimeter te smal, wat Brookhuis niet belet toch de meest gepasseerde keeper te zijn. Ook de doelen van Go Ahead blijken na meting een puldeksel te smal, waardoor elke bal op de paal aldaar door een andere bril bekeken dient te worden. Vitesse, PSV en FC Utrecht: je reinste pupuillendoelen! De eerste divisie en het buiten land zijn door VI buiten be schouwing gelaten. lammer In Slowakije is een reportage te maken over onbewaakte spoor wegovergangen die tevens als doel fungeren. Oezbekistan: eikehouten keu kentafels. FC Zwolle heeft een waslijn ah lat. Dordrecht '80 huurt eens per veertien dagen vier basket ballers van Goba van precies 2.44 meter in. Bij RBCgebruiken ze vier schooltassen. Emmen heeft vier berken op het hoofd- veld geplant waarvan één al bij na twee meter hoog schijnt te zijn. Bij MW fungeren de licht masten tevens als doel. Een club als Helmond Sport heeft in het geheel geen doel. De club van Van Hanegem heeft een kamelenechtpaar in dienst. Onlangs won Al Halil met 1-0 door een schot onder kant bult, de bal landde duide lijk achter de rechtervoorpoot van het dier, een geldige treffer dus. In het nieuw te houwen sta dion van Haarlem en Telstar wordt, tenzij de NZH gratis twee abri's levert, een mol aangetrok ken ah terreinknecht. De eerste vier hopen worden aangewezen ah doelpalen. Frank Snoeks is verslag-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1995 | | pagina 23