Alle engelen waren ooit mensen
Cultuur Kunst
Feilloos gevoel voor entertainment
Poptempel in Amsterdam
Schone
Schijn
De Leidse architect is dood,
lang leve de Leidse architect
Het loopt storm voor Vermeer
Ellen Vogel
imponerend
CHEF GERT VISSER. 071 S3S6441
Een wals kent geen nuances
of schaamte. Een wals zwelgt
zelfgenoegzaam in zijn met
bombarie verlevendigde manië-
rismen van bladgoud, en be
staat slechts bij de gratie van
eindeloze herhaling van het
thema. En nog eens. en nog
eens. Tot de strijkers al zwellend
uit hun voegen barsten en
waldhoorns als bronstige edel
herten weerklinken. Een wals is
een klein kadootje met een te
grote strik, een poëzieplaatje
met teveel glitter. En een wals is
ontwapenend.
Sinds keizerin Sisi duizelig
van de champagne en haar
Franz Jozef in Wenen danste, is
de Oostenrijkse driekwartsmaat
veroordeeld tot een leven van
begeleidingsmuziek van slecht
nagesynchroniseerde bonbon
reclames. Tot de violist uit het
zuiden de missing link ontdekte
tussen één. twee. drie en hoem
papa. André Rieu bewees giste
ren voor een volledig uitver
kochte Groenoordhal een feil
loos gevoel voor entertainment
te hebben.
Voor een gelegenheid van dit
formaat was een groot scherm
opgetrokken om de meester
voor een ieder zichtbaar te ma
ken. En die wist er wel raad
mee. Een schalks knipoogje in
de richting van de camera, een
lolletje met het orkest, het kon
allemaal. Als l.es Patineurs
klinkt dan doet de blazerssectie
natuurlijk even een rondje elf
steden. Bij Stille Nacht stijgt als
vanuit het niets een zacht her
kennend en neuriënd gezoem
op. Uit bijna niets blijkt dat het
afkomstig is van de hoofden die
als grijze korenhalmen meewie-
gen. En er is ook plaats voor on
verholen vertedering als Dennis
van zes jaar een behoorlijk vals
'Er is een kindeke' voorgaat.
De meester is begeisterd en
weet het hele showgebeuren ra
zend knap in elkaar te lassen als
een volleerd talkshowhost.
Maar als Henny Huisman via
straalverbinding vanuit Aals
meer plotseling inbreekt voor
zijn surprise show weet je het
zeker. Vanaf volgend jaar krijgt
André Rieu zijn eigen muziek -
show bij een commerciële zen
der met als uitsmijter een Wie
ner Oud en Nieuw Festijn. Moet
lukken.
tussen Kerst Kitsch
Het grootste deel van het jaar is de helft van de bevolking op dieet.
De hele dag wordt er geknaagd op een rauwe wortel of selderijsten
gel en slaat men verjaardagsgebakjes manmoedig af. Maar rond
I deze tijd gaan alle remmen los. Eendeborst, reebiefstuk, konijnepo-
I ten en een met kastanje gevulde kalkoen rekken de maag tot onge-
kende proporties op. Met kerst is veel eten een 'must', anders ben
I je ongezellig. En hoewel de meeste kerstdeserts al voldoende calo-
riën leveren om tot het eind van het jaar vooruit te kunnen, toont
bijna niemand berouw. Voor het nieuwe jaar staat er immers een
nieuw, veel strenger dieet op het programma,
i Maar alle kerststollen, chocolade kransjes en likeurtjes bij de kof-
1 fie doen niet alleen een aanslag op het figuur. Ook voor het gebit
1 zijn het donkere tijden. Alcoholaanslag en een dikke laag plak krij-
i gen volop de gelegenheid om zich stevig aan de tanden te hechten.
Want wie rent er nou na een overvloedig kerstdiner meteen naar de
badkamer om zijn tanden te poetsen; dat is toch ongezellig? Geluk-
kig heeft de commercie daar iets op gevonden. Om de kerstsfeer zo
min mogelijk te verstoren is er een tandenborstel te koop met
vriendelijke kerstman voor slechts 1.20 gulden. Gezellig toch?
TEKST DEBBY NOBEL
Monika Frimmer: nieuwe ster
Expositie rond het thema 'engelenin Warmond
MUZIEK
RECENSIE LI DY VAN DER SPEK
Weihnachtsoratorium van Johann Sebas
tian Bach o.l.v. Charles de Wolff. Mede
werking: het Concertgebouw Kamer Or
kest. Monika Frimmer. sopraan. Sylvia
Schlüter. alt. Peter Bartels, tenor en Char
les van Tassel, bas Gehoord op 22 de
cember in de Pieterskerk. Leiden.
De toevoeging van de rol van
de evangelist doet het
Weihnachtsoratorium verschil
len van de vele cantates die
Bach in de loop van zijn leven
geschreven heeft. Voor deze zes
cantates maakte Bach uitge
breid gebruik van zijn wereldlij
ke cantates, aangepast voor het
doel waarvoor zij 'moesten die
nen. Voor elke feestdag één.
Gisteren in de Pieterskerk werd
dit oratorium integraal uitge
voerd door Charles de Wolff
met zijn Holland Bachkoor. Dat
het een bijzondere avond werd,
kwam niet in de eerste plaats
door het koor of het orkest maar
door één van de solisten. Haar
fenomenale uitstraling deed de
ze sopraan schitteren: Monika
Frimmer.
Alle keren dat ik, en velen met
mij, de aria no. 39 'Flösst, mein
Heiland, flösst dein Namen' heb
horen zingen, wordt het einde
loos herhalen van 'ja, ja' of
'nein, nein' triviaal en wekt het
geeuwen op. Zo niet bij Frim
mer. De Duitse sopraan maakt
van deze aria een uniek monu
ment. Het Concertgebouw Ka
merorkest werd meegevoerd en
opgezweept.
De drie andere zeer vertrouw
de solisten zongen overigens
ook overtuigend. Jammer, dat
Charles van Tassel in het duet
met Frimmer zo helemaal voor
zich zelf bleef zingen. Ook het
orkest leed voor de pauze aan
een lichte matheid. De solopar
tijen waren stuk voor stuk
prachtig. De concertmeester Jo-
han Kracht speelt schijnbaar
onbewogen, maar zijn vioolsolo
in de altaria van de derde canta
te liet het tegendeel horen.
In de galerie ter grootte van een knus huiskamertje trekt
deze engel door haar wulpsheid direct de aandacht. Een
prachtige, in zeegroen en hemelsblauw geschilderde
vrouw. Haar naaktheid is slechts gedeeltelijk door één
van haar witte vleugels bedekt. „Ach ja," zegt een oudere
bezoekster, „alle engelen waren ooit mensen."
WARMOND SJOERD DE JONG
Engelen. In galerie Het Oude
Raadhuis en galerie de Pomp in
Warmond zijn ze in alle soor
ten, maten en stijlen te bewon
deren. Van cupidootjes en putti
tot aartsengelen. Zowel geschil
derd als gebeeldhouwd. Van
modern tot klassiek. En zowel
realistische als abstracte enge
len, waarvan slechts de vleugel
of een veer wordt getoond.
AMSTERDAM ANP
Behalve het stadion Amsterdam Arena, een megabioscoop van Pa-
thé en het musicaltheater van Van den Ende, krijgt Amsterdam-
Zuidoost er ook nog een poptempel bij. Mojo Concerts bouwt de
hal, die 22 miljoen gulden gaat kosten. De gemeente Amsterdam
betaalt twee miljoen, de rest komt voor rekening van Mojo.
De hal biedt ruimte aan 2000 tot 3000 zitplaatsen pf 5000 staan
plaatsen. F. van Dongen, de architect die ook tekent voor de mega
bioscoop, ontwerpt de hal. In de zomer van 1996 is het definitieve
plan klaar. Het gebouw is in de eerste plaats bestemd voor popcon
certen, maar ook geschikt voor beurzen, festivals, informatiemark
ten en sportevenementen. Een ondergrondse parkeergarage moet
ruimte bieden aan meer dan duizend auto's.
Clara Sikkink van galerie de
Pomp legde in augustus van dit
jaar aan kunstenaars uit de re
gio haar plan voor: een exposi
tie rond het thema 'Engelen'.
Velen hadden passend werk lig
gen of namen kwast of beitel ter
hand. Op de expositie hangen
nu de werken van tachtig kun
stenaars, ieder met een eigen
visie op dit hemelwezen. Het
engelen-thema bleek een haast
onuitputtelijke inspiratiebron
en werd duidelijk met veel ple
zier door de kunstenaars ter
hand genomen.
Zo nam de ene kunstenaar
het onderwerp serieus en gaf
een andere aan de engel een
komische of ironische wending,
zoals bij de drie beeldjes van
engelen met een kikkerkop door
Tineke van den Broek. Maar
hoe dp engelen ook werden ge
ïnterpreteerd, altijd kregen ze
een positieve invulling. Passend
bij de heersende kerstgedachte.
Deze kleine tentoonstelling is
dan ook een aantrekkelijk uitje
voor de kerstvakantie. En dat er
ook gevallen engelen zijn, ver
geten we gewoon.
De expositie rond het thema
'engelen' in galerie Het Oude
Raadhuis, Dorpstraat 36, en
galerie De Pomp, Dorpsstraat
38, in Warmond duurt tot en
met 4 januari. Beide galeries
zijn geopend op woensdag tot
en met zondag van 14.00 tot
16.00 uur. De Pomp is daar
naast ook geopend op dinsdag
van 19.00 - 21.00 uur en op
woensdag van 10.00-12.00 uur.
Op beide kerstdagen zijn beide
galeries te bezichtigen van
14.00-16.00 uur.
Over de doden niets dan goeds,
gebiedt het spreekwoord ons.
Maar aangezien de architecten
waarover ik het nu wil hebben
allemaal springlevend zijn kan
ik dus best iets naars over ze
zeggen. Ach gut, zult u denken,
moet dat nou, zo vlak voor
kerst. Ze hebben het al zo zwaar
te verduren. Vorige week nog
verklaarde Fons Verheijen in
deze krant dat geen enkele
Leidse architect, uitgezonderd
hijzelf, goed genoeg is om de
nieuwe vleugel van het Stedelijk
Museum De Lakenhal te ont
werpen.
Dat kwam hard aan bij het ijde-
le architectendom in stad en
streek. Hans Bik, voorzitter van
de BNA-kring Rijnland, reageer
de deze week al boos op de uit
latingen van Verheijen, tijdens
de oudejaarsborrel van het
Nieuw Leids Architektenkaffee.
Anderen bleven uit protest weg.
Oei, oei... wat een lange tenen.
Een paar maanden geleden
roerde het sectorhoofd van de
afdeling kunsten bij de gemeen
te Leiden, Yvonne van Baarle,
ook al haar mondje over de ar
chitectuur. Van Baarle ziet
graag hoe Regilio Tuur een
rechtse directe uitdeelt aan zijn
tegenstander, maar zè moet de
eerste Leidse architect nog te
genkomen die bij haar een ge
voelige snaar weet te raken.
Wat Van Baarle betreft kan de
bouw van een nieuwe vleugel
Lakenhal dan ook niet worden
overgelaten aan een architect
hier ter stede. Vreemd genoeg
reageerde toen niemand. Zegt u
nu zelf: zo'n volgzaamheid kom
je zelfs in Staphorst nog maar
weinig tegen.
Ze zouden Van Baarle toch wel
serieus nemen, dacht ik nog.
Per slot van rekening is zij niet
de juffrouw Jannie van het Leid
se stadhuis die een beetje met
de koffie loopt te kledderen. We
hebben het over een topambte
naar die het voltallige architec
tendom in deze stad aan de
kant schuift. En geen mens die
zich er druk over maakt. De
Leidse architect is dood, lang le
ve de Leidse architect!
Ik zou, als ik architect was, of
voorzitter van de BNA-kring
Rijnland, of bestuurslid van het
Leids Architektenkaffee hebben
gevraagd of dit misschien nieuw
beleid is van de gemeente? Of
een poging van het gemeente
bestuur om haar ambities op
architectuurgebied kenbaar te
maken? Of misschien alleen een
aanzet om de discussie over De
Lakenhal op gang te brengen, of
het architectuurdebat in deze
stad levend en levendig te hou
den.
Zelf betreurde ik de uitspraken
van Van Baarle en Verheijen
zeer. Niet omdat ik ze te ver
vond gaan. Integendeel. Ik ben
het hartgrondig met ze eens,
maar liever nog had ik zelf de
knuppel in het hoenderhok ge
gooid. De sleetse, Leidse archi
tectuur (te veel verwaterd mo
dernisme, te weinig oorspron
kelijkheid) mag best eens onder
vuur komen te liggen. Aan de
andere kant: het gaat mij toch
ook te ver als de uitlatingen van
Van Baarle en Verheijen verder
onbesproken blijven.
Graag wil ik de Leidse architec
ten daarom uitnodigen hierover
een polemiek te beginnen. Wie
bouwt de nieuwe De Lakenhal?
Is er een Leidse architect die de
toets der kritiek kan doorstaan?
Wordt het een landelijke cory
fee? Of is alleen een buitenland
se architect goed genoeg? Uit
welingelichte kring heb ik al
vernomen dat directeur Bolten
van De I-akenhal haar oog heeft
laten vallen op Coop Himmel-
blau (bekend van het roem
ruchte Groninger Museum).
Waarom is deze opdracht zo
belangrijk? Als we het over de
nieuwbouw voor De Lakenhal
hebben gaat het steeds over een
nieuwe vleugel. Maar feitelijk
Het olieverfschilderij 'De groeten' van Tineke Ouwehand.
FOTO DICK HOGEWONING.
DEN HAAG ANP
Voor de grote Vermeer-tentoon
stelling die van 1 maart tot 2 ju
ni in het Mauritshuis in Den
Haag wordt gehouden, zijn iu-
middels al zo'n 120.000 toe
gangskaarten verkocht. Het
Mauritshuis denkt dan ook zon
der moeite de 250.000 bezoe
kers te halen die minimaal zijn
begroot. Het museum verwacht
tussen de 250.000 en 300.000
belangstellenden.
Liefhebbers van Johannes
Vermeer hoeven zich volgend
jaar overigens niet te beperken
tot het Mauritshuis. In dezelfde
periode wijden ook het Prinsen
hof en het museum Lambert-
Van Meerten in Vermeers
woonplaats Delft en het Haags
Historisch Museum en het Mu
seum voor het Boek in Den
Haag exposities aan de schilder
en zijn tijd (genoten).
Het oeuvre van Vermeer zelf,
van wie 35 werken bekend zijn,
zal alleen in het Mauritshuis
worden getoond. De tentoon
stelling loopt nu in de National
Gallery of Art in Washington,
waar 21 werken te zien zijn. In
Den Haag zullen er twee schil
derijen uit het Rijksmuseum in
Amsterdam aan worden toege
voegd, de 'Brief lezende vrouw
in het blauw' en 'Het straatje'.
Het Prinsenhof in Delft
brengt een expositie met wer
ken van tijdgenoten van Ver
meer (1632-1676) in Delft. De
tentoonstelling zal ingaan op
mogelijke invloeden die Ver
meer van hen kan hebben on
dergaan. Zo zullen er architec
tuur- en interieurschilderijen
worden getoond van onder an
deren Carel Fabritius en Pieter
de Hooch.
Het museum Lambert-van
Meerten maakt een tentoonstel
ling over het interieur, een on
derwerp dat een belangrijke rol
in Vermeers werk speelde. Het
museum zal een reconstructie
van een interieur van de schil
der laten zien.
De Hollandse samenleving in
de tijd van Vermeer is de titel
van de expositie in het I laags
Historisch Museum. Het leven
van de schilder is de leidraad
voor een schets van de achter
gronden van het dagelijks leven
in de 17e eeuw. Het museum
besteedt aandacht aan de topo
grafie van Holland en Delft, het
huiselijk leven van het gezin
Vermeer, het geloof, vermaak
en vertier, de kunsthandel en de
armoede. Fr zullen schilderijen,
tekeningen en prenten van kun
stenaars als Gerard Terborch en
Jacob Ruysdael te zien zijn,
evenals gebruiksgoederen als
porselein, glaswerk, meubilair,
kleding en muziekinstrumenten
zoals aie op Vermeers schilde
rijen te zien zijn.
Op de tentoonstelling in het
Museum voor het Boek/Muse
um Meermanno-Westreenia-
num staan de cartografie en de
wis- en natuurwetenschap ten
tijde van Vermeer centraal.
TONEEL
RECENSIE SUSANNE LAMMERS
Voorstelling. Dne grote vrouwen van
Edward Albee Regie Christiaan Nortier
Spel Ellen Vogel. Edda Barends, Caroline
Almekinders Gezien 22/12 (première).
Leidse Schouwburg Nog te zien 23/12,
aldaar
'Drie grote vrouwen' is heerlijk.
Lekker ouderwets realistisch to
neel, een mooi protserig décor,
chique costuums en een tekst
waarmee geschitterd kan wor
den.
Albees nieuwste stuk gaat
over het leven van één grote, in
de zin van lange, vrouw. Het
eerste bedrijf laat haar zien als
een verwende, opportunistische
en al ietwat kindse vrouw. Ze
vertelt haar verzorgster en de
medewerkster van haar advoca
tenkantoor fragmenten van her
inneringen, gooit stout een glas
kapot, is argwanend en hulpbe
hoevend. Strooit beschuldigin
gen en scabreuze herinneringen
in het rond, toont zich als een
kwaadaardige heks en een
giechelend schoolmeisje.
Het eerste bedrijf blijkt echter
een inleiding, het eigenlijke the
ma wordt pas na de pauze dui
delijk. In het tweede bedrijf is
de oude dame gestorven of ster
vende en vloeien de drie perso
nages ineen: ze vertegenwoor
digen dezelfde persoon op jon
ge, middelbare en bejaarde leef
tijd. De jongste is nog vol illu
sies over het leven en de liefde.
De middelste is die inmiddels
hardhandig kwijtgeraakt, maar
zij mist nog de berusting die de
oudste geleerd heeft. De con
frontatie van de jeugdige ver
wachtingen met het cynisme
van de oudere twee is spannend
en navrant. Toch voorzag Albee
dit bittere stuk nog van een po
sitief einde.
Impliciet is hier de vraag naar
de zin van het leven zelf aan de
orde. In het antwoord dat de
jongste zelf geeft, speelt ze nog
de hoofdrol in haar eigen leven.
De middelbare weet al dat je
daarin slechts een bijrol hebt en
is tevreden met de aanvaarding
daarvan. De oudste dame is erin
geslaagd van dit leven toe
schouwer te worden. Beschou
wing, inzicht als hoogste goed.
Dit stuk staat of valt met de
hoofdrolspeelster. I Iet stond als
een huis met Ellen Vogel, die
met deze tournee haar vijftigja
rig jubileum viert. Edda Barends
en Garoline Almekinders geven
zeer verdienstelijk aan, maar
Vogel schittert. Ze gebruikt ei
genlijk alleen haar gezicht en
stem, maar daar kan ze alles
mee. Hatelijk, hautain, vol leed
vermaak, maar ook aandoenlijk
en geestig en waardig haar lot
dragend. Een imponerende
vrouw.
hebben we het over een nieuw
facade voor het museum, met
een nieuwe hoofdingang, aan
de Lammermarkt, bij de entree
van de stad. Gezichtsbepalend
voor het museum en voor de
stad. Ik denk dat deze opdracht,
naast de bouw van het stadhuis,
de universiteitsgebouwen, het
NNM, het nieuwe station en
misschien nog een handvol an
dere gebouwen, tot één van de
belangrijkste van deze eeuw be
hoort. Niet qua bouwvolume,
maar wel cultureel, stedebouw
kundig en qua relevantie voor
de stad Leiden. Het is dan ook
van het grootste belang dat de
gemeente hier de hoogste ste-
debouwkundige en architecto
nische kwaliteit nastreeft.
Van Baarle en Verheijen hebben
de handdoek in de ring gewor
pen. Alle architecten, stedebou
wers en ontwerpers zijn uitge
nodigd hun een flinke uppercut
terug te verkopen.
De schrijver A. Alberts debu
teerde in 1952 met een verha
lenbundel dat door fijnproe
vers onmiddellijk als een boek
van bijzondere allure werd be
stempeld. De verhalen in de
bundel 'De eilanden' zijn ge
schreven in een onnavolgbare
stijl, met een minimum aan
woorden en een maximum aan
dramatische spanning. Ook
zijn eerste roman 'De bomen'
uit 1953 viel op door spaar
zaamheid aan middelen, terwijl
een wereld vol verbeeldings
kracht wordt opgeroepen. Deze
eigen stijl zou eveneens in alle
daaropvolgende boeken van de
auteur, die afgelopen zaterdag
op 84-jarige leeftijd overleed,
duidelijk naar voren komen.
Albert (Bert) Alberts (geboren
in Haarlem, 1911), studeerde
Indologie in Utrecht. Hij was
vervolgens enkele jaren werk
zaam als ambtenaar op het
Franse ministerie van koloniën
in Parijs, daarna bij het bin
nenlands bestuur van Neder-
lands-Indië. Na zijn internering
door de Japanners kwam hij
eind 1946 met verlof naar Ne
derland. Enige maanden later
nam hij ontslag uit de Indische
Alberts 1911-199
bestuursdienst, omdat hij zich
niet kon verenigen met het re
geringsbeleid ten aanzién van
Indonesië.
Van 1953 tot 1965 was Alberts
redacteur van het weekblad De
Groene Amsterdammer, daar
na tot zijn pensionering in
1974 ambtenaar op Buiten
landse Zaken. Naast al deze
werkzaamheden schreef hij ro
mans, verhalen en essays,
waarvoor hij in 1975 de Con-
stantijn Huygensprijs en dit
jaar de P.C. Hooftprijs kreeg.
Alberts begon vrij laat met
schrijven; zijn eerste boek ver
scheen toen hij 41 jaar was.
Zijn verblijf in Indië is van es
sentieel belang geweest voor
het ontwikkelen van zijn eigen
stijl. Over zijn Indische periode
heeft hij zelf ooit gezegd: „Je
deed niets anders dan vertellen
op de voorgalerij. Er was geen
schouwburg, er was niets. Je
moest wel verhalen vertellen,
en je maakte altijd wel iets
mee. En na een paar jaar ging
je weer weg, en kwamen er an
deren met nieuwe verhalen."
'De vergaderzaal' uit 197-1
plaatste hem plotseling in hel
midden van de belangstelling;
de korte roman wordt over het
algemeen gezien als Alberts'
beste boek. Centraal staat de
heer Dalem, die vennoot van
een familiebedrijf is en tijdens
een wekelijke bijeenkomst
langzamerhand doordraait.
Vervolgens zwerft hij door stra
ten, met de kennelijke bedoe
ling om naar een volgende ver
gadering te gaan. Hij verdwijnt
tenslotte in noordelijke rich
ting, naar de havenzijde van de
stad. Daar aangekomen bekent
hij een portier dat hij 'naar
huis' wil. Maar liefst 25 jaar
duurde hel voordat Alberts de
korte roman wist te voltooien.
In De vergaderzaal wist hij de
afkeer voor de tastbare werke
lijkheid, misschien wel zijn be
langrijkste thema, op een in
drukwekkende manier vorm te
geven.
De zogeheten 'orale technie
ken' spelen in het werk van Al
berts een belangrijke rol, waar
door zijn romans en verhalen
niet de indruk maken 'literair'
te willen zijn. Voortdurend is
een soort anonieme verteller
aan het woord, die een verhaal
mondeling naar voren brengt.
Alberts' eigen werkwijze
scheen hiermee in overeen
stemming te zijn. Een aantal
van zijn boeken (zoals In en uit
het paradijs getild en Aan
Frankrijk uitgeleverd) had hij
volgens eigen zeggen groten
deels gedicteerd. Voordat de
tekst aan het papier werd toe
vertrouwd, was dus sprake van
een 'vertelproces'.
Zijn historische belangstelling
leidde niet alleen tot literaire
romans. Voorbeelden zijn de
boeken De huzaren van Castri-
cum, een geschiedenis van de
Nederlandse Republiek van
1780 tot 1800, en De Hollan
ders komen ons vermoorden,
over de scheiding tussen
Noord- en Zuid-Nederland,
1585-1648. Verder publiceerde
hij een aantal boeken die met
elkaar op te vatten zijn als zijn
memoires.
Fons Verheijen: handdoek in de ring.
FOTO HIELCO KUIPERS
Stedelijk Museum De Lakenhal: gezichtsbepalend.
FOTO HIELCO KUIPERS