Maarten Spanjer: Ik heb een grote zucht naar lol De cadans in de carrière van Inge Diepman Kinderradio, een moedige maar dure onderneming Rtv Show DONDERDAG 21 DECEMBER 1995349 „Ik heb een talent om prettig te leven. Toen ik geen werk had, werd er gelachen en nu ik dank zij het succes van Taxi voor 't eerst van m'n leven kan kiezen, en er eindelijk mensen zijn die zeggen: verrek, die Spanjer die kan inderdaad wat, nu lach ik wéér. Maar niet gek veel harder. Bij de uitreiking van de Televizierring viel de cast van Goede Tijden Slechte Tijden elkaar juichend in de armen, maar toen ik de Gouden Roos in Montreux won was er bij mij absoluut geen uitzinnige vreugde te bespeuren. Het was leuk, maar niet meer dan dat". „De avond daarop zat ik ook weer ge woon in m'n eigen café en naast me zat Rijk de Gooyer en ik kan me niet herin neren dat hij één keer gevraagd heeft waar ik vandaan kwam, uit Montreux of van huis. Ik zat er ook niet op te wach ten. Waarmee ik maar wil zeggen dat uitzonderingen mij niet aantasten. Mijn werk is nooit het belangrijkste geweest. Ik wil het goed doen, maar er zijn gren zen". „Het enige verschil tussen nu en vijf jaar geleden is dat ik het financieel wat beter heb. Dat zijn de kleine gemakken des levens en die pak ik mee. Als ik nu een nieuw bankstel wil, weet ik dat ik dat kan kopen, terwijl ik vroeger eerst het saldo van mijn bankrekening moest raadplegen en daarna in veel gevallen teleurgesteld moest zeggen: helaas, Spanjer, dat feest gaat dus niet door". „Dat wil niet zeggen dat ik het niet leuk vind als mensen als Sonja Barend, Paul Witteman en Fons de Poel zeggen dat ze Taxi een van de betere programma's op TV vinden. Dat streelt me wél. Na tuurlijk streelt me dat, maar vervolgens leef ik weer gewoon verder. Ik heb een grote zucht naar lol. Als ik zou moeten kiezen tussen een hele chique villa in Malibu met een mooie vrouw en een onbewoond eiland samen met Rijk de Gooyer, dan koos ik toch voor het laatste. Dat wil heel wat zeggen, want ik ben niet bepaald ongevoelig voor een mooie vrouw. Maar lachen, echt lachen, dat heeft mijns inziens alles met een voorkeur voor een prettig leven te ma ken". „Wie weet ben ik daarom ook wel nooit getrouwd. Ik heb altijd gedacht: als ik trouw moet ik afscheid nemen van een periode die achter me ligt en dat voor uitzicht heeft me er altijd van weerhou den. Of ik ben te kieskeurig geweest. Dat kan ook. Ik kwam overal en na ver loop van tijd ging ik weer weg. Tot mijn dertigste heb ik maar wat aangerom meld, maar ik ben dan ook in de meest ideale omstandigheden opgegroeid: je had de pil en geen AIDS. Je kon volledig je gang gaan. Ik behoor tot een bevoor rechte generatie. De generatie vóór me moest hannesen met die rubberen puntmutsen en de generatie na mij ook. De jeugd van tegenwoordig is aan alle kanten geremd, terwijl mijn jeugd een en al tumult is geweest. Er zitten, kan ik je zeggen, weinig rustpunten in. Ik was te nieuwsgierig. Ik heb me ook herhaal delijk in de nesten gewerkt. Of omdat ik mensen beledigde of omdat ik aan an dermans vrouwen zat. En je weet, als je aan andermans vrouwen zit, dan gaat het negen van de tien keren goed, maar die ene keer loop je toch tegen de lamp. Ik ben niet bang uitgevallen, maar als je lekker warm tegen een dame aanligt en er staat ineens een man met een zwaar Surinaams accent te roepen: doe maar open, want ik weet dat je binnen bent. dan is dat toch vervelend. Zeker als je hoort dat ie niet met z'n hand staat te kloppen, maar met een bijl". „Maar spijt: nee. Het hoorde bij die tijd, althans dat vond ik. Mijn ouders dach ten daar weer heel anders over, maar m'n vader was dan ook bij de mare chaussee. Ik moest op mijn zeventiende jaar nog om half twaalf thuiskomen. Dat schoot natuurlijk niet erg op als je op school een grote bek hebt. Mijn va der vermoedde ook dat ik aan de hard drugs was en met harddrugs bedoelde hij dan hasj. En dan moet je nagaan: ik rookte mijn eerste stickie pas tien jaar later en toen vond ik het niet eens lek ker. Maar mijn vader stelde het feno meen op-kamers-wonen gelijk aan hasj roken en hasj roken stond in 1970 voor hem gelijk aan harddrugs. Dat er een wezenlijk verschil in zat, daar was hij moeilijk van te overtuigen. Mijn vader heeft, en dat vind ik achteraf toch leuk, tot aan zijn dood toe volge houden dat ik mijn studie had moeten afmaken. Al dat andere vond hij maar flauwekul. Hij heeft zich consequent niet laten misleiden door het succesje van de buitenkant en dat vind ik ach teraf toch sympathiek. Het interesseer de hem absoluut niks dat zijn zoon in een film speelde. Toen ik tien jaar daar voor mijn eerste grote rol op TV had, ging hij ook demonstratief een straatje rond en dat deed hij anders nóóit". Mijn ouders hebben zich nooit kunnen vinden in de manier waarop ik leefde en ik op mijn beurt niet in hun lifestyle. Ik vond het saai en ik hield niet van saai. Nog niet. Vandaar dat die Rijk de Gooyer zo'n aantrekkingskracht op me heeft. Die man heeft een bijna boosaar dig talent om mensen die hij niet kent in één seconde te doorgronden en daar ook meteen de bijpassende woorden voor te vinden. Hij is lastig, soms verve lend met een slok op, maar nooit saai. Daarom is het altijd feest als hij een ca fé binnenkomt, zoals het ook altijd feest is wanneer je Wim Suurbier tegenkomt. Iedere oudere voetballer is veranderd. Maar Suurbier verandert nooit. Of dat voor hem zelf nu zo goed is, weet ik niet, maar hij komt nog steeds binnen zoals hij vijfentwintig geleden binnen kwam: als een wervelwind en aan het einde van de avond laat hij de mensen doodmoe achter. Maar hij blijft authen tiek". „Het leuke aan een kroeg vond ik ook, dat je weg kon gaan wanneer je wilde en je juist daardoor bleef hangen. Als ik een feest bezocht bij iemand thuis en het bleek niks te zijn, dan voelde ik me toch geremd om op te stappen. In het café had ik dat niet, nog niet. Ik ben dan weliswaar geen kroegtijger meer, want kroegtijgers zijn treurig, maar ik vind het een prachtig bindmiddel tussen mensen. En achterafis die café-ervaring me ook in Taxi tot hulp geweest. Je moet de mensen kennen en vooral ook willen léren kennen. Mijn spannendste ritten waren ook de ritten met mannen die met hun vrien din uit waren geweest en die thuis bij hun vrouw moesten worden afgezet. Maar daar is er nooit één van uitgezon den. Het leverde prachtige gesprekken op, maar opbrengst nul komma nul. Niemand gaf toestemming, wat logisch was, want zelf zou ik dat ook niet ge daan hebben. Maar het was wel zonde. Ik heb 's een jongen uit een bordeel uit de Achterhoek opgehaald en die kwam met een hele grote mond die taxi bin nen. Ik kreeg alles te horen wat hij er had uitgespookt, tot de details van z'n triootje toe. Maar ineens hield 'ie z'n mond. Dus automatisch kijk ik in mijn spiegel en ik zie dat 'ie wit wordt om zijn neus. Van al z'n bravoure naar een totale stilte. Zo van: shit, ik zit in dat programma. En die jongen dacht ook nog dat het live was, dus er kwam van de ene minuut op de andere geen woord meer uit. Waarop ik nog pro beerde van: welk werk doe je? Waarop hij zei: ik ben stoffeerder. En ik: maar dat tapijt in dat bordeel, ik heb dat zo juist even bekeken, maar dat is toch heel slordig gelegd? En hij: ja maty, ik stoffeer «alleen maar stoelen. En toen kwam het hoge woord eruit. Dit is toch niet het programma Taxi, hè? Ik zeg: ja dat is het wel. Nou, ik heb nog nooit ie mand zó in paniek gezien, want hij was pas getrouwd en hij woonde in een plaatsje met maar tweehonderd inwo- Enfin, ik had hem nog een beetje zitten sarren en vooral in het ongewisse gela ten. dus je kunt wel nagaan toen het meisje van de produktie hem ten slotte uitlegde dat je eerst toestemming moest geven, nou ik kan je verzekeren: toen was ze voor hem een engel uit de he mel. En zo heb ik er een aantal gehad. Ze zijn ook wel eens kwaad op me ge worden. Die vonden het geen stijl. Er is er zelfs één geweest, die stond erop dat de politie erbij gehaald werd zodat on der getuige de banden vernietigd wer den. Toen hebben we inderdaad op de politie gewacht, want de mensen heb ben het recht dit te eisen. Er zijn zodoende dagen geweest met wel tien tot twintig ritten met als resul taat: niks. Dan had ik de hele dag óf al lemaal saaie mensen gehad, óf allemaal vreemdgangers, óf ze deden hun mond niet open. En je kunt onder die omstan digheden bezwaarlijk zeggen: ga er maar uit, want die mensen denken dat je inderdaad een taxicauffeur bent en je moet toch dienst verlenen. De laatste twee zomers heeft ook de herkenning me steeds meer parten ge speeld. Mijn kop ging opvallen, mijn stem en het feit dat je een gesprek aan gaat, in die volgorde. Op een gegeven moment zie je ze dan door de achter ruit kijken of er een volgauto rijdt en slechts heel af en toe heeft iemand dan nog een spannend verhaal, maar meestal is de spontaniteit onder die omstandigheden volledig weggevallen. Dat zijn zeperds. Ik heb daarom ook weieens een week in Antwerpen gere den, en in Limburg, maar als ze merken dat je uit de Randstad komt, ontstaat er ineens een kloof en denken ze: lui maar aan, ik geef me niet bloot. Het is daar heel moeilijk scoren. Kijk, steden als Amsterdam, Rotterdam en Den Haag, die hebben een taxicultuur. Daar rij je makkelijker. Maar zelfs Groningen wordt al te klein. Als je daar één week gereden hebt, dan gaat het als een lo pend vuurtje: opletten, de'lV-ploeg van Taxi is er en vervolgens ben je kansloos. Daarom komen er volgend jaar ook drie nieuwe taxichauffeurs. De koek werd te dun". HILVERSUM JAN SWART Spanjer: Je moet de mensen kennen en vooral ook willen léren kennen. Middageditie-presentatrice mist journalistieke achtergrond niet HILVERSUM JAAP TIMMERS Alom wordt enthousiast gerea geerd op de introductie van een radiostation voor kinderen tot negen jaar. De initiatiefnemer van Kikker Radio, Bart Geeraedts uit Amsterdam, wordt overstelpt met compli menten. De publieke omroepen hebben het laten afweten als het gaat om radio voor de aller kleinsten. Waarom toch? De KRO: „Hoe hard het ook klinkt: we leven in een beeldcultuur. Kinderen kijken liever dart dat ze luisteren". Toch is er hoop: er is vanaf 1 januari een kleuter programma op Radio 5. Een overzicht van reacties en me ningen. Maarten de Meulder, de Asser uitgever van Paulus de Boska- bouterboeken, zegt: „Kikker Ra dio lijkt me een uitstekend ini tiatief, zeker als dat betekent dat Paulus weer in de ether komt. Het liefst met de oerstemmetjes van lean Dulieu. De VARA zond de serie eind jaren vijftig en be gin jaren zestig uit, maar alle opnamen werden daarna ge wist. Begin jaren negentig was ik betrokken bij het werk van Wim Noordhoek van de VPRO, die de originele opnamen pro beerde te bemachtigden. Wij kregen met hulp van luisteraars een aantal oude opnamen weer in bezit, die zijn ook uitgezon den". De Amsterdame Uitgeverij IC brengt gesproken boeken uit op audiocassette en compact disc. Adriënne Hak van IC: „De komst van kinderradio is een interessante ontwikkeling. We zullen op zoek gaan naar sa menwerking met deze organisa tie. Het blijkt namelijk dat de kosten voor de produktie van hoorspelen nogal hoog zijn. We hebben Sjakie en de chocolade fabriek en Sjakie en de grote glazen lift gemaakt en nu zijn we bezig met Saskia en Jeroen. Er is weinig geld voor. De ge luidscassettes en de CD's met de gesproken boeken lopen goed, zeker die van Paulus de Boskabouter en Pluk van de Petteflet van Annie M.G. Schmidt". Een woordvoerster van kinder boekhandel Pinokkio in Amers foort juicht de plannen van Geeraedts van harte toe, maar heeft twijfels over de haalbaar heid. „Je moet toch opboksen tegen het overheersende medi um televisie. Dat merken wij ook heel sterk in het boekenvak. Ik vrees dat het moeilijk wordt. Veel hangt af van een goede promotie, en of de program ma's leuk zijn om naar te luiste ren". De publieke omroep bracht vroeger radioprogramma's voor de kleinste kinderen. Kleutertje luister en Paulus de Boskabou ter zijn voorbeelden. Echter, sinds de zenderkleuring hebben de omroepen het langzaamaan laten afweten. „Er is nu hele maal niets meer", klaagt Geeraedts. Hij wil zijn Kikker Radio in maart volgend jaar startPn en heeft van een aantal kabelexploitanten in Nederland al toezeggingen binnen. Omroepen als de KRO, de EO en de VPRO erkennen dat op de radio weinig meer te beleven valt voor kleintjes. De EO had vorig jaar nog hel voorleespro gramma Waar waren we ook al weer? Dit seizoen heeft de EO alleen voor de iels oudere jeugd van 9 tot 13 jaar het programma Xeggus. Een woordvoerder van de EO: „We blijven actief voor de kleintjes. We zijn zeker van plan om terug te komen met een voorleesprogramma". Opmerkelijk en veelzeggend is de reactie van de KRO. Een woordvoerder: „I loc hard het ook klinkt: we leven in een beeldcultuur. Kinderen kijken tegenwoordig liever en makke lijker dan dat ze luisteren. Ra dioprogramma's voor kinderen zijn er bij ons niet bewust in eens uitgegooid, maar zijn er uitgegroeid, omdat er steeds minder geluisterd werd. De IV heeft die taak overgenomen. Er wordt wél geluisterd, maar dan naar de grammofoonplaten en bandjes die voor kinderen te koop zijn, met als voordeel dat je die te allen tijde en zo vaak als je wilt kunt laten horen. Ra dioprogramma's zijn eenmalig. Als nu iemand kinderradio start, is dat een gedurfd initiatief dat we met belangstelling zullen volgen". Toch is er hoop op de publieke radio, meldt VPRO's Wim Noordhoek. Vanaf 1 januari be gint Radio 5 een ochtendpro gramma voor kinderen van 3 tot 6 jaar. I let wordt dagelijks van 6.45 uur tot 7 uur uitgezonden. Alle omroepen mogen mee doen. De naam is nog niet be kend. In november gaat Teleac alvast van start. Noordhoek: „De clou is dat de ouders de ra dio wel even moeten aanzetten. Ik vind het initiatief van Geeraedts moedig. Ik vraag me alleen wel af, of hij informatie hij Kijk- en Luisteronderzoek heeft opgevraagd, die cijfers zijn namelijk niet bemoedigend". Radio 5-zendercoördinator Mi chel van Bergen Henegouwen is hlij met het nieuwe programma en juicht ook het initiatief van Kikker Radio toe. „I let is een schande dat de publieke om roep het zover heeft laten ko men". Het was eigenlijk haar zus die aan de wieg stond van de haar omroepcarrière. Als zij niet de advertentie had gezien waarin Radio Oost op zoek was naar een telefoniste met een goede stem, had VARA-presentatrice Inge Diepman wellicht nog steeds gedich ten voorgedragen bij de Overijsselse Zieke nomroep. „Dat werk als telefoniste was niet mijn ideale baan. Ik ben daar niet echt handig in, maar ik dacht verder. Als ik maar eenmaal binnen ben, kan ik misschien ook eens ach ter de microfoon kruipen". Bij de zieken omroep was het veel mensen ai opgevallen dat Inge Diepman een mooie, warme stem heeft. „Presenteren sprak me aan. Toen ik nog telefoniste was bij Radio Oost ben ik regel matig met verslaggevers op pad gegaan. Ik wilde wel eens weten of ik dat zou kunnen. Voor mij was al snel duidelijk dat ik geen echte nieuwsverslaggever zou zijn. Dat elle bogenwerk is niks voor mij. Ik heb grote be wondering voor mensen die in korte tijd heel snel een goed onderwerp kunnen monteren en zich als terriërs vastbijten in een verhaal. Ik krijg het bij het zesde tele foontje al benauwd". Binnen afzienbare tijd verruilde Inge Diepman de telefooncentrale van Radio Oost voor de microfoon en presenteerde ze het programma Weekeindetips. I^ater is daar een kinderprogramma bijgekomen. „Toen ging het razendsnel. Ik ging ook live verslagen van concerten maken". Na twee ënhalf jaar Radio* Oost werd Omroep Flevoland haar nieuwe werkgever. Ferry de Groot van NOS Sport benaderde haar vrij snel om één van de presentatoren van het radioprogramma De Samenloop te worden. „Ik wilde graag naar de landelijke omroep, dus dit was een prachtige kans. Ik kon pre senteren naast mensen als Felix Meurders, Pieter Jan Hagens en Govert van Brakel. In die tijd ben ik ook reportages gaan inspre ken voor Achter Het Nieuws. Op het mo ment dat de VARA iemand zocht voor Radio 2 ben ik daar op af gestapt Na het programma De Tweede Ronde volgde Vroege Vogels, het populairste Radio 1-programma dat zij sa men met Ivo de Wijs elke zondagochtend presenteert. Op Radio 1 is ze beurtelings met Felix Meurders te ho ren op woensdagochtend in de programma's 1 op 1 en De Karavaan. „Er zit duidelijk een cadans in mijn carri ère", constateert Inge Diepman, „zo ongeveer om de twee jaar komt er iets anders op mijn pad. Dan heb ik er genoeg van en wil ik wat anders". Haar laatste sprong was de stap dit jaar naar televisie. Ze presen teerde het spelprogramma Herexamen, deed twee afle veringen van het live-zomerprogramma Het Terras, werkte mee aan de jubileumuitzendingen van de VARA en is sinds enkele weken één van de vijf presentatoren van het nieuwe dagelijkse actualiteitenprogramma MiddagEditie. Inge is elke donderdag aan de beurt. „Die overstap naar TV was het gevolg van een kriebel. Vaak zag ik op televisie ineens een nieuw gezicht ver schijnen en dacht 'potverdorie, waarom hij of zij wel en ik niet'. Ik wil dat 'ook proberen. Ik werk per slot van re Diepman: „Voor mij was al snel duidelijk dat ik geen echte nieuwsverslaggever zou zijn. Dat el lebogenwerk is niks voor mij" foto cpd kening binnen een bedrijf waar het mogelijk is". Diep man trok de stoute schoenen aan een vroeg om een TV-test. De VARA-leiding was direct enthousiast en niet veel later kwam het programma Herexamen in zicht. „Mijn eerste reactie was 'he, een quiz'. Quizmaster zijn vraagt toch andere dingen van je dan de journalis tiek. Het appelleert aan andere kwaliteiten. Een quiz leiden is pittig hoor. Ik ben nog nooit zo moe geweest. Steeds alert zijn. Ik kan daar niet staan als een poppfetje waar je een kwartje ingooit en vanzelf een verhaaltje uitkomt. Het is ook wennen dat er ineens beeld bij is. Zodra de camera gaat snorren, recht ik toch even mijn rug. Grappig is ook dat ik in mijn bewegingen ineens mijn zus zie. Dat is me nooit opgevallen". „Journalisten hebben vaak minachting voor wat er in de amusementswereld gebeurt. Dat is niet terecht. Een goede formule voor een amusementsshow bedenken is moeilijk. Daar neem ik mijn petje voor af. Ik wil me niet beperken tot puur de journalistiek. Programmamaker- presentator vind ik een betere omschrijving van wat ik doe", meent Inge Diepman. De VARA-presentatrice heeft geen journalistieke achtergrond. „Ik heb jeugdwelzijnswerk ge studeerd. Al vrij snel wist ik dat het niks voor mij was. Ik heb weliswaar mijn studie afge maakt, maar had geen zin om ergens als groepsleider te gaan werken. Daar hen ik niet ge schikt voor. Radio trok. Mensen interviewen. Het is een cliché, maar ik ben geïnteresseerd in wat mensen doen, hoe ze den ken, wat ze beweegt. Ik wil graag de diepte in". „Ik mis die journalistieke ach tergrond niet. In het begin mis schien een beetje om zelfver trouwen te hebben. Het is een kwestie van goed de actualiteit bijhouden. Je kunt mij ook alle onderwerpen toeschuiven. Zelfs als het me geen lor interesseert. Ik ben een veelvraat, neem een onderwerp tot me, gooi er een sausje over en dien het op. Wel licht ben ik daardoor saaier dan andere presentatoren. Sommi gen laten wat duidelijker hun mening doorklinken". Inge Diepman voelt zich thuis op het derde net. „Het is een aantrekkelijke zender om voor te werken. Ik weet niet of ik in het milieu van een commerciële zender thuishoor. Collegialiteit vind ik belangrijk. Ik ben ook gewaarschuwd, hoor, toen ik'l"V ging doen. 'Pas op, ze zijn veel harder'. Daar heb ik niks van gemerkt. Ik doe gewoon mijn best en zet me voor honderd procent in. Ik heb ook niet de behoefte om iemand uit te foe teren afs iets niet goed gaat". „Mijn ouders zijn trots dat ik op Nederland 3 zit. Ik heb een katholieke achtergrond en aan mijn ouders wordt bij hun kerk in Zutphen door ouderen nog wel eens gevraagd: 'zeg die dochter van jullie, werkt die bij die rooien'. Daar wordt niets vervelends mee bedoeld. Mijn ouders zijn echt niet teleurgesteld dat ik niet bij de KRO terechtge komen ben. Ons gezin was praktizerend katholiek com pleet met Roomse blijheid. En ik heb daar absoluut geen frustraties aan overgehouden. We speelden en spotten'ermee. Ik heb zelfs in het jongerenkoor gezon gen. Zingen kan ik niet, maar het was heel gezellig. Ik zat in een lithurgiegroep. We verzonnen teksten. Het kan nooit kwaad om op die leeftijd eens na te denken hoe de wereld in elkaar zit". Inge Diepman is voorlopig zeer tevreden met de combinatie radio- en TV-werk. „Radio blijft eén prach tig medium. Het is nog «Itijd sneller dan televisie. Je hebt minder kastjes en minder draadjes nodig. Ik vind het heerlijk om een uurtje achter de radiomicrofoon te stoeien met een interessante gast. Dat geeft me echt een lekker gevoel".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1995 | | pagina 27