'Hier kunnen ook middelmatige dravers wat verdienen'
Hof wil zich in de
praktijk bewijzen
De gouden handdruk voor
Aaftink gaat niet door
Sport
RIJDAG 15 DECEMBER 1995
23
\ederlandse dravers in Duitse Navo-bunkers
ij de Duitse stad Kevelaer, pal over de grens bij Venray,
geggen 325 voormalige NAVO-munitiebunkers. Den Hey-
a%rg heet het complex, waar het schiettuig heeft plaats-
1 'Jmaakt voor drafpaarden. De bunkers zijn namelijk om-
>n»bouwd tot paardenboxen. In de toekomst kunnen hier
it jeer dan 1600 dravers worden getraind. Cees de Leeuw
de eerste Nederlandse trainer-pikeur, die zich hier met
cavalerie heeft gevestigd. Hij vindt Den Heyberg het
Jeest efficiënte entrainement van Europa,
o
gftJWARDEN GPD
mjdens de Golfoorlog reden de
deflitaire konvooien hier af en
in. Hen groot deel van de gi
jn mtische voorraad explosieven
te de 325 bunkers op de muni-
i Ü-opslagplaats bij Twisteden
njpmeente Kevelaer) werd in
nsfkele weken tijd boven Irak
todumpt. Toen de kruitdampen
rairen opgetrokken en de vrede
'erts afgedwongen oordeelde de
rij WO dat dit Duitse munitiede-
Rt afgestoten kon worden.
elf)e bevolking van Kevelaer re-
dperde enthousiast. Zij wilde
inïl eens af van het militaire
lofmpel, dat jarenlang op de ge-
arpente heeft gedrukt. Want be-
3 Uve het 150 hectare grote
stankerdorp ligt er op een paar
lometer afstand ook nog eens
V Mn militaire luchtmachtbasis
n.je trouwens over twee jaar
n (>rdt gesloten). Het hermetisch
it |n de buitenwereld afgesloten
ndmplex werd na het vertrek
tjn de NAVO eigendom van de
Imeente.
reedzamer
jig en diep werd nagedacht
er een nieuwe, vreedzamere
erstemming van het bosrijke
ierrein. Het meest serieuze plan
de?rd gepresenteerd door een
xifderlandse zakenman, die er
laai marktcomplex van wilde
aken. Te vergelijken met de
itiarte markt van Beverwijk,
gaar dan nog vele malen gro-
Tf. Volgens ingewijden zou het
i tan inderdaad zijn uitgevoerd
de ondernemer niet ver-
alicht was geweest op veel
enaatsen op het terrein sanitaire
rruorzieningen te bouwen. Die
s aodzakelijke investering ging
ran budget te boven.
wWilly Ambrosius, de plaatse-
ke autohandelaar, had ook
hel eens gemijmerd over een
oppuwe bestemming voor het
ertgestrekte bunkerterrein. De
n Sdernemende zakenman, ei-
p hnaar van een paar dravers-
naarden en begiftigd met een
ejake fantasie, lanceerde het
Dan om van het militaire com-
hex een trainingscentrum voor
euafpaarden te maken. Ambro-
js kreeg negentien collega-
Idernemers warm voor zijn
twaarschijnlijk Kjkende plan
i tezamen kochten zij het ter-
Het plan behelsde de om
bouw van de bunkers tot paar-
denstallingen. In elke bunker
Ambrosius spreekt liever van
hallen kwamen zeven boxen,
een sanitair gedeelte en een
kantoortje. Inmiddels zijn al
meer dan tweehonderd bunkers
omgetoverd tot paardenboxen.
Voorts werd een 1200 meter
lange en maar liefst twintig me
ter brede oefendrafbaan aange
legd. Een juweel. Het gebied
wordt omringd door een vijf ki
lometer lange, acht meter brede'
joggingzandbaan'.
,,Ik ben op heel wat paarden
spullen in de wereld geweest,
maar dit slaat alles. Als je hier
niet bent geweest kun je je het
niet voorstellen. Als ik het zelf
had moeten bouwen, dan zou ik
het precies zo hebben gedaan",
roept Cees de Leeuw lovend.
Deze Nederlandse trainer
pikeur werd de eerste vaste
huurder op Den Heyberg, zoals
het super-entrainement heet.
Thuisbasis
De 41-jarige De Leeuw is één
van de al maar groeiende Ne
derlandse brigade trainers
pikeurs, die hun heil bij de oos
terburen zoeken. Weliswaar
houdt hij nog enkele paarden in
training op zijn stal in Rens-
woude, maar de nieuwe thuis
basis van entrainement De
Leeuw is voortaan het voorma
lige bunkerdorp bij Kevelaer.
Inmiddels huuït De Leeuw ze
ven hallen' waar zijn vijftig draf
talenten zijn ondergebracht.
Het onderkomen van de dra
vers mag riant heten, bijna luxe.
Ieder paard staat in een ruime
box. De bunkers blijken een
voortreffelijke natuurlijke air
conditioning te hebben: tocht
vrij, 's zomers koel, 's winters
behaaglijk warm. „Als je hier je
paarden niet startklaar kunt
krijgen voor het grote werk dan
mankeert er wat aan de paar
den", stelt De Leeuw, die de da
gelijkse leiding in handen heeft
gegeven van zijn assistent Cor
van Leeuwen.
De .verhuizing van De Leeuw
naar Duitsland, waar hij sinds
enkele jaren een aantal boxen
huurde op de drafbaan in Gel-
senkirchen, heeft veel weg van
een trénd. Het lijkt zelfs op een
vlucht uit Nederland, waar de
drafsport al jarenlang in een
Cees de Leeuw: „Ik ben op heel wat paardenspullen in de wereld geweest, maar dit slaat alles." foto cpd
diepe crisis verkeert. Het ziet er
niet naar uit dat in die malaise
op korte termijn verbetering
komt.
Cees de Leeuw heeft al de no
dige tegenslagen in de noodlij
dende sector meegemaakt. Zo
startte hij ooit met zijn bedrijf
bijzonder hoopvol op de nieu
we draf- en renbaan in het Lim
burgse Schaesberg. Die over
gang werd binnen een jaar zijn
ondergang. Van de veertig dra
vers hield hij er uiteindelijk ze
ven over. Hij was volledig be
rooid. En de baan verdween.
„Ik ben toen naar Jan Hoejen-
bosch in Hoofddorp gegaan.
Daar ben ik met weinig midde
len opnieuw begonnen. Na drie,
vier jaar wilde ik helemaal stop
pen. Ik zag geen vooruitgang, al
kon ik me wel weer aardig red
den. De ommekeer kwam zes
jaar geleden. Joen heb ik sa
men met mijn veearts een an
dere trainingsopbouw gemaakt.
Ik ben de sport heel anders
gaan benaderen. De verrichtin
gen van elk paard worden nu ie
dere maand tot zes weken ge
meten. Op basis van die gege
vens selecteer ik de paarden
voorde koersen."
Prijzen
De Leeuw richtte zijn blik
steeds vaker op de Duitse ba
nen, waar prijzen vielen te ver
dienen. Hij vestigde zich met
zijn entrainement op de baan in
Gelsenkirchen, „maar toen dit
kwam was ik gauw besloten:
hier ga ik helemaal naar toe.
Wat trainingsmogelijkheden be
treft behoort dit centrum tot de
beste van Europa."
„Dit is het meest efficiënte
drafcentrum dat er in Europa
bestaat. Ik denk trouwens ook
verder dan Duitsland. Ik zit ook
vlak bij de Franse banen. Daar
bedraagt een eerste prijs soms
ƒ30.000. Voor dat bedrag moet
je een paard in Nederland der
tig keer inspannen."
Voor zijn nieuwe onderko
men betaalt De Leeuw een
maandelijkse huurprijs. Voor
het overige heeft hij geen on
derhoudskosten aan baan en
gebouwen. Op jaarbasis bete
kent dat alleen al een besparing
van ettelijke tienduizenden gul
dens. Behalve De Leeuw zit
sinds een paar weken ook Hen-
nie Grift met zijn complete en
trainement op Den Heyberg.
Willy Ambrosius is in onderhan
deling met nog twee Neder
landse trainers. „En ik hoop dat
de Duitse trainers ook niet zit
ten te slapen", aldus de beden
ker van al dit fraais. Met 600 tot
700 paarden in de bunkers op
stal draaien de initiatiefnemers
quitte.
Duidelijk is in ieder geval wel
dat Den Heyberg voor Neder
landse trainers een uitdaging is,
zeker voor die trainers die regel
matig op de drafbanen in het
Roergebied uitkomen. Dat aan
tal groeit sterk. „Het nadeel van
de Nederlandse drafbanen is
dat alleen de goede paarden er
knap kunnen verdienen. Hier in
Duitsland kunnen de middel
matige dravers ook de kost ver
dienen."
Heftig
Cees de Leeuw was trouwens
toch al lang en breed uitgeke
ken op de Nederlandse draf-
sport, waar de dienst wordt uit
gemaakt door de stichting Ne
derlandse Draf- en Rensport
NDR. Alleen al het uitspreken
van de drie letters NDR roept bij
De Leeuw heftige reacties op.
„De NDR? Dat is voor mij een
apparaat dat er maar wat bij-
hangt. De NDR zijn een paar
mensen, die er voor eigen ge
win zitten. Ze zitten er niet om
de drafsport uit te dragen. Het
belang van de sport hebben ze
al lang uit het oog verloren. En
waar ik me dood aan erger: be
slissingen om de zaak te veran
deren nemen ze niet. Dat beleid
heeft in de loop der jaren wel
twee- tot drieduizend banen ge
kost. En de mensen die er nog
wel in werken kunnen de reke
ningen niet meer betalen."
De meeste kritiek heeft Cees
de Leeuw nog op NDR-dircc-
teur Gees Sperling. „De grootste
onbeschofte klootzak die er is.
Een man zonder manieren. Een
ongelikte beer. En dat in ónze
dienst. Maar goed, het is niet
voor de eerste keer dal ik dit
zeg. Ik zeg het hem ook in z'n
gezicht, waar iedereen bij is. En
ik vind dat ik het recht heb om
dat te zeggen want het is per
slot van rekening mijn brood."
De drafsport in Nederland
kan voor een heleboel trainers
een snee brood met beleg ople
veren, meent De Leeuw. Om
dat ideaal te bereiken zullen
naar zijn overtuiging eerst wel
alle wedkantoren moeten slui
ten. „Die vormen het grootste
manco. De wedkantoren wor
den gefinancierd door de totali-
sator. En ze houden de mensen
van de drafbanen. De wedkan
toren kosten zo gigantisch veel
geld. Ze staan allemaal op A-lo
caties en doen dus hoge hu
ren."
„Maar voor dit soort opmer
kingen zijn geen oren bij de
NDR. Ik snap dat ook wel; er zit
te veel geld tussen voor de heer
tjes." De Leeuw erkent dat de
slechte organisatiegraad van al
le betrokkenen bij de drafsport
er toe heeft bijgedragen dat de
situatie verder is verslechterd.
„De NDR heeft vroeger overal
zijn poten tussen gestoken. En
niemand van de betrokkenen is
bij machte geweest om de boel
te laten knappen."
Stem
Die betrokkenen zijn behalve de
trainers bijvoorbeeld ook de ei
genaren, de fokkers, de baandi-
recties, de amateurrijders. En
iedereen wil zijn stem in het ka
pittel. „Zo'n eigenarenvereni-
ging, die lult toch met iedereen
mee? Als de mannetjes maar
een functie kunnen krijgen.
Maar ze beseffen niet dat ze
over andermans portemonnee
beslissen. Ze zijn niet in staat
om de sport op een hoger ni
veau te brengen. De mensen,
die het wel zouden kunnen, die
willen niet meer. En dus bordu
ren we maar door op hetzelfde
stramien. En dus zijn we eigen
lijk verloren."
De Somberheid van Cees de
feeuw verdwijnt als hij zijn gas
ten op drafsportcentrum Den
Heyberg rondleidt. „Hier moet
het lukken. Hier wil ik me vijf
tien jaar uitsloven. Dan hoop ik
een paar centen te hebben ver
diend. In het Hollandse systeem
kan ik over vijftien jaar met net
zo veel arbeid op kosten van de
gemeenschap leven. Of ik ben
invalide. De laatste jaren heb ik
achttien uren per dag gewerkt.
Dat is niet gezond. Jaarlijks rijd
ik 200.000 kilometer. Vandaar
ook deze keus."
Een verantwoorde keus? „Als
het bin niet lukt dan is hét
over. Het houdt enig risico in.
Maar het hele leven is risico's
nemen. Ik heb dit weloverwo
.gen gedaan. Hier sta ik voor
driehonderd procent achter, le
dereen, die hier komt en dit ziet
is hel met me eens. Hier heb ik
mijn stekkie gevonden."
korfballers hebben nieuwe bondscoach
rewerecpd
n oor hel Koninklijk Nederlands
•es#rfbal Verbond kwam het
Bpchtig uit. Op het moment
elt bondscoach Harrie Dassen
ustnee stopte, stond zijn assis-
r aht al klaar. Jan Hof was net
anigestapt bij hoofdklasser
le.kOD en had ambities om het
aer van zijn 'baas' over te ne-
plaén. „Het is een uitdaging om
et de toppers te werken," zegt
o< 38-jarige ambtenaar van de
e deling Sport en Recreatie in
i. tnere, „en het is een uitdaging
mil met Oranje goede resulta-
•ktite behalen."
ik jan Hof was ruim twee jaar
anisistent-bondscoach, toen hij -
ik «or het WK in India - opstapte
dj DKOD. Dassen had in mei
ls éds zijn vertrek aangekondigd
ael nam onlangs met de felbe-
Jerde wereldtitel afscheid van
t It Nederlands korfbalteam,
zafof was als 'tweede man' de
totjngewezen figuur om het roer
eifer te nemen. Het KNKV-be-
jaöur vond dat ook en stelde
!m voorlopig aan voor een
geir.
artDe kersverse bondscoach is
ersjj met zijn functie, maar hij
ie.it het niet als een kroon op
'1 Mt werk. Hof: „Ik vind het heel
?daik om een aantal jaren
t Glndscoach te zijn. Maar het
kalogtepunt voor iedere korfbal-
ulfhebber is natuurlijk de finale
tetn het landskampioenschap in
ki uitverkocht sportpaleis
enjoy'. En dat heb ik als speler
ik| coach nog niet meege-
befcakt."
kA'oor Jan Hof staan in 1996 de
Isciditionelc confrontaties met
i iïlgië en de strijd om de 'Conti-
ietintal Champion Trophy' cen-
teaal. Als vertegenwoordiger van
tropa geldt de regerend we
reldkampioen als grote favoriet
voor het evenement, dat in au
gustus in de Verenigde Staten
wordt gehouden.
De bondscoach zal ook veel
aandacht besteden aan de na
tionale jeugdselectie. In novem
ber volgend jaar staat het Euro
pees kampioenschap voor de
'jonkies' op het programma en
daar wil Hof ook hoog scoren
met het Nederlands team. „Net
als bij de senioren is België ook
bij de jeugd onze belangrijkste
tegenstander geworden. Dat
zullen ongetwijfeld leuke con
frontaties worden. Van de ande
re landen hebben we weining te
duchten."
Jan Hof heeft zelf op beschei
den niveau gekorfbald. Komend
uit een korfbalnest, kreeg Hof
het spelletje met de paplepel in
gegoten. Hij begon als zesjarige
pupil bij Lintjo, de club in zijn
Friese geboortedorp Oldeber-
koop, die mede werd opgericht
door zijn ouders. Via Stormvo
gels in Uitgeest kwam hij uitein
delijk bij overgangsklasser
Oranje Nassau in Amsterdam
terecht. Hij had best de kwali
teiten om het hoogste niveau te
halen, kreeg ook een uitnodi
ging om bij de toenmalige
hoofdklasser Blauw Wit Amster
dam te komen spelen, maar hij
bedankte voor die eer omdat hij
liever training gaf. Als trainer
haalde hij wel de hoofdklasse:
met Dalto, Blauw Wit Heeren
veen en DKOD.
Bij de laatste club liep het
eerder dit seizoen dus mis. De
visies van Hof en DKOD bleken
niet met elkaar te sporen. „Des
tijds, in het eerste gesprek met
het bestuur, hadden we dezelf
de ideeën", zegt Jan Hof. „Maar
al na twee maanden kwamen er
verschillen van inzicht aan het
Jan Hof: „Het hoogtepunt voor iedere korfbal liefhebber is natuurlijk de finale om het landskampioenschap in
een uitverkocht sportpaleis Ahoy'. En dat heb ik als speler en coach nog niet meegemaakt." foto cpd
licht met de selectie. Het team
wilde niet wat ik wilde. De spe
lers en speelsters bepaalden wat
ik moest doen. Dan kan natuur
lijk niet en daarom ben ik opge
stapt." Op een moment notabe-
ne dat de Heelsumse club bo
venaan stond in de hoofdklasse
B van de veldcompetitie.
Van onbekende speler tot
bondscoach van het Nederlands
korfbal - er zijn weinigen die het
hem kunnen nazeggen. Hof
blijft echter bescheiden over die
'reuzesprong'. „Waar het om
gaat is kwaliteit. Dat is het enige
wat telt. Je kunt nog zo veel di
ploma's hebben, je moet je in
de praktijk bewijzen." Dat er nu
als bondscoach meer op hem
zal worden gelet, maakt Hof
niet zenuwachtig. „Natuurlijk
moet je wat meer opletten, op
je woorden en je doen en laten.
Maar ik wil ook in deze functie
graag mezelf blijven.
Een assistent-coach, die uit
eindelijk het roer overneemt.
De vergelijking met Louis van
Gaal dringt zich op, maar Hof
moet daar hartelijk om lachen
Hij heeft het niet zo op vergelij
kingen tussen korfbal en voet
bal. „Van Gaal heeft als trainer
bijna alles bereikt, ik moet me
als bondscoach nog maar be-
Schaatsster uit kernploeg terug naar het gewest
wijzen. Ik heb ongelooflijk veel
respect voor Van Gaal. De wijze
waarop hij Ajax laat voetballen,
prachtig. Bovendien leert hij de
jongens hoe ze met de media
moeten omgaan. Je hoort bij
Ajax nooit een onvertogen
woord over mede-spelers of
over de coach."
In de korfbalwereld is dat wel
eens anders. Hof: „Ik lees soms
uitspraken van een speler waar
van ik denk: dat breng je niet
naar buiten. Dat is funest voor
de sfeer in een ploeg en doet
het korfbal meer kwaad dan
goed."
NIEUWEGEIN GOVERT WISSE
GPD-VERSLAGGEVER
Leen Pfrommer is deze week
met zijn sprintploeg in het door
zware sneeuwval geteisterde
Noord-Italië neergestreken voor
het traditionele cindejaars-trai-
ningskamp. Door het slechte
weer schijnen dorpen in de zui
delijke Alpen van de buitenwe
reld te zijn afgesloten. Niette
min hoopt de schaatscoach op
een paar prettige kerstdagen in
het bergdorpje Collalbo.
Christine Aaftink zal die ge
zelligheid onder de Italiaanse
kerstboom niet meemaken. Ze
heeft zich uit vrije wil afgesloten
van de buitenwereld en is ach
tergebleven in haar woonplaats
Nieuwegein. Aaftinks ant
woordapparaat stond deze
week boordevol aanvragen voor
interviews. Ze reageerde niet.
„Dat is misschien niet netjes,
maar ik had er even geen be
hoefte aan", zegt de schaatsster,
die het afgelopen weekeinde in
het nieuws kwam door te be
danken voor de kernploeg van
Leen Pfrommer. Ze traint onder
leiding van Eddy Verheijen en
Martin Horstman verder in het
gewest Noord-Holand/Utrecht.
Het was het zoveelste bewijs,
dat het dit jaar meer dan ooit
rommelt in de Nederlandse
schaatswereld. Ritsma koos zijn
eigen weg, Veldkamp werd
schaatsBelg en nu is Aaftink dus
terug naar het gewest. Wie
volgt?
Bang als ze is dat haar stap tot
een buitenproportionele affaire
wordt opgeblazen, antwoordt
Aaftink omzichtig op de vragen
over haar opmerkelijke beslis
sing. „Waar wil je over praten?
Over mijn toekomst? Prima.
Maar ik ga niet in op het verle
den. Anders wordt toch alleen
maar geschreven, dat ik ruzie
heb met Pfrommer. Dan krijg je
Indianenverhalen en daar heb
ik geen trek in, want straks op
de World Cups en de WK sprint
moet ik toch weer met Ix'cn
werken. Ik verschil met hem
van mening over wat het beste
is voor mij. Voordat we met zijn
tweeën uit de bocht zouden
vliegen, hen ik weggegaan. Zo
moet je het zien."
Aaftink heeft sinds 1987 deel
uitgemaakt van de kernploeg.
Lachend: „Als je er tien jaar in
zit krijg je een gouden hand
druk. I lelaas gaat dat feest niet
door."
De directe aanleiding voor
Aaftink om op te stappen, was
haar wens om niet mee te gaan
naar Collalbo. Pfrommer eiste,
dat ze wél met de ploeg zou af
reizen. Aaftink: „De keuze was
of mee, of uit de kernploeg. Ik
heb dus voor het laatste geko
zen. Het was een weloverwogen
beslissing. Ik wilde hier blijven
en mijn eigen ideeën uitwerken.
Ik heb in de afgelopen tien jaar
als topsporter veel ervaring op
gebouwd en die wilde ik in de
praktijk brengen."
De aanpak van Pfrommer, die
de afgelopen zomer Jong Oranje
verruilde voor de vrouwen-
sprintploeg, bleek een heilzame
uitwerking te hehben op Sandra
Zwolle. De E'riezin scoort tegen
woordig knap op de 1000 en
1500 meter. Aaftink: „Sandra is
meer allrounder en moet het
meer dan ik hebben van het
duurwerk. Op dat laatste legde
Pfrommer de nadruk. Ik ben
een super-sprinter, ik kan niets
anders. Ik wilde bijvoorbeeld
meer aandacht voor mijn start.
Mijn openingen zijn te slecht.
Als ik veel duurwerk doe, word
ik traag. Ik miste een hoop din
gen en zocht naar een andere
manier om harder te rijden.
Pfrommer had daar andere ge
dachten over."
Aaftink is een ouwe rot in hel
vak. Op haar negentiende deed
ze voor het eerst mee aan het
NK. Tien jaar en zeven nationa
Ie titels verder is ze nog steeds
het boegbeeld van de vrouwen
sprint in Nederland. Ondanks
haar onorthodoxe manier van
schaatsen. Kijken naar Aaftink is
kijken naar een slow-motion
van een sprint.
Met haar trage, rake klappen
reikte ze in 1990 en 1991 op het
WK tot het brons. In 1992 hoop
te ze op olympische plakken,
maar in Albertville kwam Aaf
tink niet verder dan een vierde
(1000 meter) en vijfde (500)
plaats. Daarna is ze vergeefs be
zig geweest om opnieuw aan
sluiting te krijgen bij de
mondiale top.
Wellicht is ze te lang doorge
gaan. Aaftink: „Ik vind, dat je
pas moet stoppen, als je er geen
plezier meer in hebt. En dat heb
ik nog steeds. Vorig jaar waren
de resultaten niet denderend,
maar ik had het bij Ab Krook
erg naar mijn zin en ik heb on
wijs veel geleerd. Ik vond het
juist harstikke leuk om nog mi
nimaal een winter door te gaan.
Temeer, daar het WK dit sei
zoen in Heerenveen is."
Aaftink hoopt zich eind janu
ari bij de NK te plaatsen voor
het wereldkampioenschap in
Thialf. „Als ik dan vijftiende
word of iets dergelijks, zet ik er
definitief een punt achter, (iaat
het nog goed, dan richt ik mijn
vizier op de Spelen van Naga