Kok goed voor macht, niet voor ideeën
E-munt: 'God zij met ons' zou op zijn plaats zijn
nrtL»
Feiten &Meningen
'Jaap de Hoop'
draait warm
als opvolger
De wraak van de Franse vakbondsleider Mare 'Border
DONDERDAG 14 DECEMBER 1995
152
NIEUWSANALYSE
De schrik zat er goed in bij het CDA, nadat
fractieleider Enneüs Heerma vorige week
plotseling wilde aftreden. Maar nu de bib
berende knieën weer tot rust zijn gekomen,
wordt een vervanger klaargestoomd voor
het geval de veelgeplaagde Friese boeren
zoon de volgende keer echt opstapt. Buiten
landspecialist Jaap de Hoop Scheffer, de
nieuwe tweede man in de fractie, draait vast
warm als invaller.
„Onze spits scoort weer", riep het CDA-
kamerlid Gerrit Terpstra in september nog
enthousiast, nadat Heerma bij de algemene
beschouwingen de familiepolitiek presen
teerde. Sindsdien staat de CDA-voorman
echter droog. De strafexpeditie afgelopen
week tegen de christendemocratische ach
terklap heeft zijn toch al wankele positie als
CDA- en oppositieleider verder verzwakt.
Dat er nu, ondanks Heerma's aanvankelijke
verzet, toch een grondig vernieuwd fractie
bestuur aantreedt, maakt zijn positie niet
minder penibel.
Zelf bestrijdt Heerma dat de wijzigingen
nodig waren, omdat hij niet sterk genoeg is.
„Mijn positie is niet aan de orde geweest."
Hij is ook niet bang dat hij door zijn nieuwe
goedgebekte nieuwe tweede man zal wor
den overvleugeld. Gisteravond liet hij weten
de 'grote' debatten zelf te blijven doen,
maar ze wel tevoren door te spreken met
De Hoop Scheffer.
In de Kamer wordt Heerma nog steeds
meewarig bekeken, terwijl er - onder ande
ren door premier Kok - openlijk wordt ge
klaagd over de klungelige oppositie. Het
CDA-partijbestuur staat naar eigen zeggen
pal achter Heerma, maar daar wordt het ge
mor over de kamer
fractie steeds luider.
Voorzitter Hans Hel-
gers en de zijnen zijn
kwaad dat het goede
werk van het Strate
gisch Beraad ('we
zijn er weer!') door
het gekonkel in de
fractie teniet is ge
daan. En in de frac
tie zelf is de kritiek
op de aanvoerder tij
delijk verstomd,
maar allerminst ver
dwenen.
In september introduceerde het weekblad
Elsevier - tot irritatie van Heerma - een
'Bende van Tien' in de CDA-fractie. De tien
kamerleden zouden de fractievoorzitter wil
len dwingen tot een politiek sterk fractiebe
stuur. Dat is heel aardig gelukt. De nieuwe
bestuursleden De Hoop Scheffer, Mateman,
Van de Camp en Esselink werden destijds
allen genoemd als bendelid.
Heerma heeft zich er dus bij moeten
neerleggen dat de 'bende' het bestuur heeft
overgenomen. Het oude bestuur was een
van de eerste beleidsdaden van Heerma
zelf. Om aan de hofhouding zoals die rond
Elco Brinkman bestond een einde te ma
ken, werd het 'anti-cumulatiebeding' inge
voerd; CDA'ers die reeds een belangrijk
woordvoerderschap hadden, mochten niet
ook nog eens in het fractiebestuur. Recht
vaardig en integer als Heerma zelf, maar -
zo blijkt na zestien maanden goeddeels
mislukte CDA-oppositie - ook weinig slag
vaardig.
Met bestuursleden als oud-staatssecreta
ris Yvonne van Rooy, Frans Wolters en
"backbenchers' als Ries Smits, Nancy Dan-
kers en Ali Doelman-Pel wordt de oorlog
niet gewonnen. Dat hebben ook Heerma,
De Hoop Scheffer en kamervoorzitter Wim
Deetman (de 'Commissie van Drie') vastge
steld. De Hoop Scheffer en de zijnen moe
ten - zo is althans de hoop - het CDA om
bouwen tot een geoliede oppositiemachine.
Een partij die electoraal voordeel haalt uit
het feit dat ze niet in het kabinet zit, die de
regeringspartijen uit elkaar weet te spelen.
Oppositie om de oppositie desnoods, al is
dit tot verdriet van Heerma zelf.
De reorganisatie betekent ook een rukje
naar rechts in de CDA-fractie. De tamelijk
progressieve Heerma krijgt gezelschap van
ronduit conservatieve prominenten als De
Hoop Scheffer en Mateman, terwijl een so
ciaal type als Nancy Dankers uit het bestuur
is verwijderd. Dat zal Heerma's toch al
goeddeels vergalde plezier in zijn werk niet
verder vergroten. Aan de andere kant neemt
ook de linkervleugel van het CDA in de per
soon van Berry Esselink plaats in het nieu
we fractiebestuur. Dat staat borg voor stevi
ge discussies over de CDA-koers in deze
vooralsnog weinig homogene club.
Jaap De Hoop Scheffer wordt de sterke
man naast Heerma. Een come-back, want
de oud-medewerker van voormalig minister
Hans van den Broek was vorig jaar na het
terugtreden van Elco Brinkman al kandi
daat nummer één. Maar de jurist en oud-
diplomaat - in CDA-kringen kortweg 'Jaap
de Hoop' - verloor toen in de laatste ronde
van Heerma.
De katholiek De Hoop Scheffer (47) is
sinds 1986 kamerlid en staat te boek als een
scherp en gewiekst debater, typisch kwali
teiten waarnaar het CDA in de oppositie
snakt. Anderzijds wordt hij door een deel
van het CDA te rechts en 'Brinkman-achtig'
gevonden. Desondanks wordt hij vast klaar
gestoomd. Op de achtergrond blijft ook de
'Dritte im Bunde', kamervoorzitter Deet
man, nadrukkelijk in beeld.
Het nieuwe fractiebestuur is enerzijds
een geruststelling voor Heerma. Hij is de
ontevredenen tegemoetgekomen en kan
zijn onrustige fractie daar ook op wijzen.
Wil hQt straks nog steeds niet lukken met
het CDA in de oppositie, dan zijn de criti
casters van de voorman mede-verantwoor
delijk.
De kans dat de CDA-oppositie na de ver
anderingen slap blijft, is bepaald niet denk
beeldig. Een sterke man naast Heerma ver
andert immers niks aan de fractieleider zelf.
De veelbesproken 'lafbekken' in de fractie
zijn nog steeds niet geïdentificeerd. Ze
wachten de ontwikkelingen rustig af, want
de zaken lopen voorspoedig. Wordt onge
twijfeld vervolgd.
DEN HAAG WILCO DEKKER
EN MARC PEEPERKORN
Typisch Wim Kok. Pragmatisch, behoedzaam,
geen filosofische vergezichten. Een heldere
analyse van de Nederlandse politieke omgeving
waarin de sociaal-democratie - de PvdA dus -
zich beweegt. Zo zou je de Den Uyl-lezing,
waarmee Wim Kok zichzelf deze week voor het
eerst sinds zijn premierschap inhoudelijk als
partijleider profileerde, kort kunnen samenvat
ten. Niet meer en niet minder.
Maanden geleden was al aange
kondigd dat Kok enkele partij
politieke bijeenkomsten zou
aangrijpen om de toekomst van
de PvdA te markeren. Van een
vooraanstaand politicus wordt
immers verwacht dat hij zijn
leiderschap onderstreept door-
uit te spreken welke kant het op
moet met zijn partij.
Tot nu toe was daar niet veel
van terechtgekomen. Slechts
tweemaal slaagde Kok erin ty
pisch sociaaldemocratische on
derwerpen (gezaghebbende
overheid en solidariteit met de
zwakkeren) op de politieke
agenda te plaatsen. Hij greep de
watersnood van begin dit jaar
aan om de noodzaak van een
krachtige en capabele overheid
aan te tonen. En in de troonre
de van dit jaar uitte koningin
Beatrix haar bezorgdheid - en
die van Kok dus - over de stille
armoede in Nederland.
Wie dacht dat Kok vervolgens in
de Den Uyl-lezing 'richtingge
vende' uitspraken zou doen
over de toekomst van de soci
aal-democratie, is bedrogen uit
gekomen. Hij schetste de pro
blemen, maar creatieve oplos
singen reikte hij niet aan. „De
grote leegte", kraakte een onte
vreden PvdA-kamerlid een dag
later de toespraak van zijn 'her
der' af.
MIDDEN
Kok wil naar het midden, was
een veelgehoorde conclusie na
afloop. De PvdA is echter al ja
ren geleden opgeschoven naar
het politieke midden. Nóg ver
der naar het midden kan nau
welijks, laat staan dat de PvdA
zich daarmee zou kunnen on
derscheiden van de andere drie
partijen (CDA, D66 en WD) die
in het midden precies dezelfde
burgers 'vatbaar' willen maken
voor hun politieke optie.
Kok heeft afscheid genomen
van het socialisme, van de ideo
logie, was een andere constate
ring. Hoezo? Zoals Kok terecht
constateerde heeft de PvdA al
tijd gekozen 'voor het ideaal van
de breed samengestelde volks
partij, met een pragmatisch-
idealistische koers'. Het af-
Wim Kok: „Help mij aan nieuwe gedachten".
scheid van het socialisme is al
lang geleden begonnen en met
de val van de Muur (het com
munisme) is deze leer definitief
in de prullenmand verdwenen.
Kok heeft geenszins afstand ge
nomen van de sociaaldemocra
tische beginselen waarop de
PvdA is gestoeld. De samenle
ving mag dan wel niet 'maak
baar' zijn, ze is via 'collectieve
wilsvorming' wel te beïnvloe
den. Ongewenste gevolgen van
maatschappelijke ongelijkheid
moeten worden gecorrigeerd.
De verzorgingsstaat moet - so
ber en effectief - in stand wor
den gehouden. En sommige
doelen kunnen slechts door de
publieke sector worden behar
tigd. Dat is zijn vertrekpunt.
EINDPUNT
De grote vraag in de,sociaalde-
mocratische kudde is echter
waar partijleider Kok vanuit dit
vertrekpunt naar toe wil. Een
korte opsomming uit zijn lezing
in De Balie in Amsterdam: leef
bare steden, meer (spoor)we-
gen, meer groen, meer kennis,
meer werk en meer inzet om
FOTO GPD CEES ZORN
minderheden te laten integre
ren. Zo moet de samenleving er
over tien jaar uitzien. Wie wil
dat niet?
We moeten ons daarbij realise
ren dat we het niet alléén kun
nen en dus internationaal moe
ten samenwerken, zegt Kok. En
er is nog steeds genoeg solidari
teit aanwezig voor een sociaal
stelsel dat onvoorzienbare en
onverzekerbare risico's afdekt.
Wat de armoede betreft worden
volgens Kok de ergste noden ge
lenigd, maar 'juist hier moet de
PvdA niet schromen met nieu
we gedachten te komen'. En
vervolgens blijft het oorverdo
vend stil.
Zijn receptuur voor een bloei
ende sociaal-democratie:
- een gezamenlijke aanpak a la
het grote-steden-beleid;
- niet vasthouden aan ideolo
gisch getinte standpunten,
maar 'een manier van denken
stimuleren, waarbij milieu en
economie als elkaar wederzijds
stimulerende en uitdagende in
valshoeken worden be
schouwd';
- 'gedurfde oplossingen aanrei
ken'.
Als Kok mensen 'vatbaar' wil
maken voor de 'optie van de so
ciaal-democratie, verlicht, de
mocratisch, solidair, uit eigen
belang en uit ideële overwegin
gen', dan zal hij toch met heel
wat meer aansprekende en
praktische ideeën over de sa
menleving moeten komen.
Daar waar partijen steeds meer
op elkaar beginnen te lijken,
wordt de behoefte aan inspira
tie en bezieling groter. Ook Kok
realiseert zich dat. „Wie niet op
de minimale staat wil uitkomen,
zal mensen moeten zien te win
nen voor de gedachte dat de
toekomst van ons land - een
modern, sociaal Nederland -
niet zonder een gemoderniseer
de publieke sector kan."
'Help mij aan die nieuwe ge
dachten!', roept Kok zijn partij
toe, 'want ik heb ze niet'. Hij is
een kundig politiek manager.
Maar een sociaal-democratie op
zoek naar nieuwe inspiratie
moet niet bij Kok aankloppen.
Kok is goed voor de macht, niet
voor de ideeën.
DEN HAAG ANS BOUWMANS
Voor de Europese burger is de
naam van de nieuwe Europese
eenheidsmunt het voornaamste
besluit van de Eurotop morgen
en overmorgen in Madrid.
Om de E-munt psychologisch
aanvaardbaar te maken, is een
goede naam niet het minst be
langrijke. Tenslotte worden er
soms eeuwenoude tradities van
guldens, marken, francs, lires,
peseta's en kronen voor opgeof
ferd. Maar het staat vrijwel vast
dat er niets beters ter tafel komt
dan de door Duitsland bedach
te, weinig inspirerende naam
'euro', eventueel voorzien van
een achtervoegsel: eurogulden,
euromark, eurofrank.
Betere, of in elk geval leukere al
ternatieven als de ecu, de flo
rijn, de monnet, de franken, de
delors of de talent lijken intus
sen allemaal het loodje te heb
ben gelegd. Zo is de ecu, een
oude Franse munt uit 1270,
voor de Duitsers onacceptabel.
Hij lijkt te veel op de huidige, in
de laatste jaren sterk in waarde
gedaalde Europese rekeneen
heid ecu (European Currency
Unit). De francs op hun beurt
zijn voor Spanje taboe, omdat
die in het Spaans de 'franco'
zou worden, identiek aan de
naam van de vroegere dictator.
Euro voldoet in principe aan de
criteria. De naam kan in alle
huidige negen talen van de Eu
ropese Unie op dezelfde manier
worden geschreven en min of
meer op dezelfde wijze worden
uitgesproken. Maar het is de
vraag of met euro de juiste toon
wordt gezet voor een solidair en
één Europa. Volgens een publi-
katie van de Deutsche Bank be
tekent geld 'niets anders dan
krediet en dat is weer het Latijn
se begrip voor betrouwbaar
heid'.
Maar hoe betrouwbaar klinkt
'euro' in de oren van de Eu
ropese burger nu die de laatste
jaren is bedolven onder louter
negatieve uitdrukkingen als 'eu-
rosclerose', 'euroscepsis' of'eu
robanaan' (volgens de regels
veertien centimeter lang en niet
al te krom)?
Of er nog iets frivolers dan de
'euro' inzit, is echter niet erg
waarschijnlijk. Twaalf van de
vijftien EU-staten hebben zich
er inmiddels bij neergelegd,
waaronder Nederland. 'Wij'
doen hoe dan ook niet moeilijk,
ook niet over het uiterlijk van de
munt. Koningin Beatrix en mi
nister Gerrit Zalm van financiën
liggen er niet wakker van.
Koningin Beatrix zei al tijdens
de Maastrichtse Eurotop van
december 1991 dat ze haar
beeltenis graag wilde opgeven
voor het grotere goed van een
tekening Tom Janssen
E-munt. Zalm gaat ervan uit dat
in 2002, wanneer de euro in
principe wordt geïntroduceerd,
iedereen in Europa nog uitslui
tend met 'plastic' betalt.
Zijn redenering: wie alleen nog
via pincodes, creditcards of de
zojuist in Arnhem geïntrodu
ceerde chipknip voor de kleine
uitgaven als een broodje bij de
bakker zijn betalingen doet, zal
nog nauwelijks behoefte heb
ben aan tastbare bankbiljetten
of munten. Wat doet het uiter
lijk er dan nog toe?
Zalm heeft in de Tweede Kamer
de SGP toegezegd dat hij zijn
best zal doen voor het behoud
van het randschrift 'God zij met
ons'. Weliswaar zou die bede,
gezien de huidige strijd om de
introductie van de E-munt, be
hoorlijk op zijn plaats zijn, maar
daarmee is niet gezegd dat hij
werkelijk kans van slagen heeft.
De andere uiterlijke kenmerken
van de bankbiljetten of de mun
ten laten Nederland vrijwel on
beroerd. Een beeltenis van de
koningin kan, maar is niet no
dig. Een windmolentje is niet
uitgesloten, maar hoeft niet
echt. Alleen wanneer er andere
landen zijn, die per se iets na
tionaals in de E-munt willen
verwerken, zal Nederland niet
achterblijven.
Nederland, sinds enkele jaren
onwrikbaar aan de Duitse mark
verbonden, gaat het om andere
zaken als gemakkelijker handel
drijven en minder omwisse-
lingskosten. Daarom gaf de re
gering dit voorjaar ook al zon
der slag of stoot het (unieke)
Nederlandse stelsel van de
kwartmaat op: het kwartje, de
rijksdaalder, het geeltje en de
vuurturen verdwijnen straks
roemloos met de gulden. De
Nederlander wordt geacht in de
toekomst met de rest van Euro
pa mee te tellen in het veel duf
fere 1-2-5-10 ritme.
MADRID ALY KNOL
EN PAUL KOOPMAN
Hij steunde Chirac tijdens diens verkiezingscam
pagne. En hij dankt zijn eigen verkiezing tot vak
bondsleider aan rechtse vakbondsleden. Maar
thans is hij de man die premier Juppé het mes op
de keel zet: Mare Blondel, de charismatische lei
der van Force Ouvrière.
Altijd was Force Ouvrière een toonbeeld van ge
matigdheid geweest. In 1947 van de communisti
sche CGT afgesplitst, werd de vakbond van Blon
del gezien als een organisatie waarmee regerin
gen zaken konden doen.
■En dat deden zij dan ook. Force Ouvrière werd
het beheer toegekend van de Caisse d'Assurance
Maladie, 's lands grootste ziekenfonds. Jaarbegro
ting: bijna 200 miljard gulden. Aantal banen
(waarvoor lidmaatschap van Force Ouvrière bijna
een vereiste was): 70.000.
Maar bijna op slag is het imago van Mare Blondel
veranderd. Voor miljoenen Fransen, gedupeerd
door de wekenlange spoorwegstaking, is hij nu
'Mare Bordel'.
De fout die Blondel in de ogen van rechts maakte,
was zich als een hoer te verkopen aan de com
munisten van de CGT. Force Ouvrière dankte zijn
bestaan aan zijn anti-communisme, maar op 28
november drukte hij CGT-leider Viannet de hand
tijdens een betoging in Parijs. Sinds 1947 had
geen enkele chef van Force Ouvrière dat bestaan.
Blondel, die zich niet zelden vertoont met een si
gaar in het gezicht, zou gemakkelijk kunnen
doorgaan voor een aartskapitalist van het type
dat aan het begin van de eeuw mijnen exploiteer
de. Hij is echter de kleinzoon van een nederige
mijnwerker uit Noord-Frankrijk. Hij woont in een
bescheiden flat 'met uitzicht op autoweg', en
heeft een dito salaris.
Hoe bescheiden dat salaris is, weet heel Frankrijk,
want Blondel heeft er een gewoonte van gemaakt
om voor het oog van de TV-camera's zijn loon-
strook uit de binnenzak te trekken. Het bedrag
daarop is 14.000 francs, minder dan vijfduizend
gulden.
Hoewel hij zichzelf een socialist noemt, steunde
Blondel begin dit jaar de gaullist Chirac tijdens
diens verkiezingscampagne. En nadat hij in okto
ber Chirac, toen president, had ontmoet, liet
Blondel zich positief uit over de nieuwe man in
het pluche.
Dezelfde Blondel is nu echter bezig de commu
nistische CGT links in te halen. Terwijl CGT-man
Viannet nog uitsluitend 'onderhandelingen' met
de regering-Juppé eiste, ging Blondel al veel ver
der. Hij zei dat hij pas met de premier zou praten
als deze eerst zijn hele bezuinigingsplan zou an
nuleren.
Uiteindelijk moest Blondel die voorwaarde laten
vallen, maar zijn woordkeuze bleef militanter dan
die van Viannet. Dinsdag verklaarde hij: „De op
lossing voor Frankrijks problemen is korter wer
ken voor meer geld".
Er worden in de Franse media twee verklaringen
voor de plotselinge ommezwaai van de man-met-
de-sigaar gegeven.
De eerste verklaring is - wellicht vergezocht - de
val van de Muur. Force Ouvrière, zo gaat de rede
nering, dankte zijn bestaansrecht aan zijn anti
communistische houding. Toen met de val van
de Muur de angst voor de CGT wegebde, verloor
Force Ouvrière een deel van dat bestaansrecht.
Waarschijnlijker is echter dat Mare Blondel zich
gewoon verraden voelt door Chirac. De president
zou hem in persoonlijke gesprekken het voortbe
staan van de verzorgingsstaat hebben verzekerd.
Maar toen diens premier zijn gewraakte bezuini
gingsplan bekendmaakte, leek het laatste uur van
die staat te hebben geslagen.
Erger nog was dat zijn Force Ouvrière het beheer
van de Caisse d'Assurance Maladie uit handen
werd genomen. Het ziekenfonds zou voortaan
rechtstreeks worden bestuurd door het parle
ment. En daarmee verviel ook de rest van het be
staansrecht van de vakbond.
Force Ouvrière is altijd een dreumes geweest, die
moest leven in de schaduw van de communisti
sche CGT. Een van de redenen waarom werkne
mers - vaak RPR-leden - er lid van werden, was
dat de vakbond werd gezien als een partner van
de regering. En wat Juppé nu wilde, was Force
Ouvrière dat partnerschap ontnemen.
Blondels toorn was gewekt, en de man die binnen
zijn organisatie 'de generaal' wordt genoemd, be
viel zijn troepen de aanval te openen. Hoe
frontaal die aanval was, bleek dinsdag, toen vol
gens de politie 932.000 mensen en volgens de or
ganisatoren ruim twee miljoen mensen betoogde.
Het is, noteerde een commentator, nu een kwes
tie geworden van 'Blondel of Juppé'.
PARUS CEES VAN ZWEEDEN
CORRESPONDENT