'Ik zou Proust best als buurman willen hebben' Cultuur en Kunst jr\ |{UNST TE KIJK 4Deviré Kunstprojekt Wezenloos gevoel bij vervreemdende beelden DONDERDAG 14 DECEMBER 1995 Thérèse Cornips, vertaalster van 'Op zoek naar de verloren tijd' I I „De vertaler wordt soms volslagen veronachtzaamd", zegt Thérèse Cornips, die 'de hele Proust' in het Nederlands vertaalt. „Het leek even beter te gaan, maar toch zie je weer hand over hand toenemen dat de vertaler van een boek niet eens genoemd wordt. Het is kennelijk het lot van de knecht. Alleen de vertolker wordt bejubeld. Dat geldt voor alle kunstvormen; degene die voor op het podium staat krijgt het applaus. Men :egt van een 'goede vertaling' wel: wat een mooi boek, maar bij een slechte vertaling rept men niet van 'een slechte schrijver' maar van een slechte vertaler. ndankbaar werk vindt Thérèse HL W Cornips het evenwel allerminst. Want 'Proust vertalen betekent 3t zijn grote roem toch ook een beetje op ij afstraalt'. „Als ik Fransen ontmoet en ze Iren dat ik vertaler ben van de grote oust, dan vinden ze dat geweldig, dan ibben ze diepe eerbied voor me, zonder it ze ook maar iets van mijn werk gezien bben." Van Marcel Proust (1871-1922), die te jek staat als een van de grootste twintig- reeuwse schrijvers, is onlangs Thérèse jrnips' vertaling van 'De voortvluchtige' ,a fugitive') verschenen, het zesde boek n 'Op zoek naar de verloren tijd' ('A la re- lerche du temps perdu'). In haar Amster- Imse bovenwoning is de vertaalster al- >er druk bezig met het slot, boek zeven n de cyclus, 'Le temps retrouvé', dat te ner tijd als 'De tijd hervonden' in twee len zal worden gepubliceerd. Dan zal 'de •le Proust' eindelijk in het Nederlands ver- jjgbaar zijn. onument la recherche du temps perdu', waarover jl wordt beweerd dat iedereen na het le ft ervan wijzer is dan daarvoor, verscheen irspronkelijk in de jaren 1913 tot 1927 in i/en boeken, waarvan de meeste weer jee of drie delen beslaan. De Nederlandse rtaling van dit literaire monument liet ïg op zich wachten. Pas in 1966 ver- tieen bij de Amsterdamse uitgeverij De zige Bij 'Een liefde van Swann' als aparte ■nan. Het is het enige (onder)deel van de plus dat ook als afgerond verhaal valt te ;en; het is een roman over de roustiaanse) liefde, in dit geval die van tarles Swann voor Odette, n de jaren zeventig besloot De Bezige Bij hele romancyclus te laten vertalen. N.L- jsen vertaalde de eerste delen. Thérèse jrnips nam het leeuwedeel voor haar re ping. „Ik deed al wat dingen voor 'de Bij', had onder meer 'De bastaard' van Violet- Leduc vertaald, in een tijd dat er nog niet bar veel Franse boeken werden vertaald, vond het een heerlijke opdracht. Natuur- had ik Proust al gelezen, lang geleden, In ik een jaar of 22, 23 was", vertelt Thé- le Cornips (68), die jarenlang de levens- zellin was van de dichter Chris van Geel e man van mijn leven'), die geruime tijd, een paar jaar voor zijn dood in 1974, in oet woonde; diens debuutbundel 'Spin- t' (1958), een anagram van Cornips, is n haar opgedragen. iHeel veel wereldliteratuur was destijds g niet vertaald. Alleen mensen die de )derne talen spraken konden er kennis h nemen. Maar door al die vertalingen er nu heel veel lezers bijgekomen, god- Er zijn nu veel meer goede vertalers het Frans. En dat ze over het algemeen veel beter zijn dan vroeger komt onder meer doordat ze beter worden gehono reerd." „Vroeger moest ik van 's morgens vroeg tot 's avonds laat aan het werk voor een paar centen. Dan kun je niet altijd verlan gen dat de vertaling ook helemaal klopt. Nu kan ik mij, dankzij subsidie van het letter- enfonds, geheel aan Proust wijden. Daar heb ik dan ook een volle dagtaak aan. Ik kan elk woord wegen, dat is natuurlijk heel mooi, want als je ouder wordt, word je ook steeds kritischer." Knecht 'Op zoek naar de verloren tijd' is deels auto biografisch. Proust bedenkt geen persona ges, zijn romanfiguren zijn gebaseerd op werkelijk bestaande mensen. Maar Proust 'herschept' ze radicaal door zich met hen te identificeren. De verteller valt niet geheel samen met de schrijver, ofschoon deze wel enkele keren 'Marcel' wordt genoemd. Het boek geeft een kaleidoscopisch beeld van het milieu waarin Proust opgroeide en dat hij in zijn werk, in dit fresco van de hoogste Parijse kringen van rond de eeuwwisseling, zo treffend beschrijft. De enige chronologi sche aanknopingspunten zijn historische gebeurtenissen: het begin van de Derde Re publiek (1870), de Dreyfus-affaire (de Fran se stafofficier die ten onrechte werd be schuldigd van spionage voor de Duitsers) en de Eerste Wereldoorlog. Proust fixeert indrukken uit het verleden in minutieuze en scherpzinnige beschrij vingen in soms ellenlange, kronkelende zin nen (waarop bij ons Vestdijk het patent heeft) van een dikwijls grote 'muzikale' schoonheid. Proust ontleedt daarin hoe mensen (kunnen) veranderen, hoe ze liegen en bedriegen, hoe hebzuchtig en ijdel ze zijn, hij laat zien dat mensen zowel hun goede als kwade kanten hebben. Hij stelde zich daarbij het hoogste doel: alles moest precies worden gezegd zoals het alleen kan en moet worden gezegd. Door verfijnde zielanalyses komt hij tot de ont dekking dat de verloren tijd wel degelijk is terug te halen. „En je kan wel zeggen dat hij daar aardig in geslaagd is. Men zegt wel eens dat Proust niet veel aan de verbeelding van de lezer overlaat, maar daar ben ik het absoluut niet mee eens." Lastig Proust staat er om bekend dat hij moeilijk en lastig te lezen en te vertalen is. Thérèse Cornips: „Ik vind dat alle vertalingen moei lijk zijn. Bij Proust heb je bovendien te ma ken met zinnen die soms zeer ingewikkeld zijn, vol allerlei tussen- en bijzinnen. Maar je kunt ze niet zomaar uit elkaar trekken; hij bedoelt het zo, pas aan het eind is de zin rond. Soms is dat een hele puzzel, ja. Proust volgt zijn gedachten, zodat hij niet altijd zo'n prachtige stijlvolle zin schrijft. Het is Proust-vertaal ster Thérèse Cornips: „Degene die voor op het podium staat krijgt het applaus". soms onmogelijk Frans wat hij schrijft, en daar moet ik dan onmogelijk Nederlands tegenover zetten. „Proust is een perfectionist, dus moet je als vertaler ook een perfectionist zijn. Het is mijn streven, mijn taak, de schrijver zo pre cies mogelijk te vertalen. Ik ben er niet op uit vloeiend Nederlands van Proust te ma ken als er ook geen vloeiend Frans staat. Sommige zinnen zijn ook niet afgemaakt. En zoals je geneigd bent om daar in de Franse tekst overheen te lezen, probeer ik dit eveneens in de vertaling voor elkaar te krijgen. Proust weet zichzelf soms ook schaamteloos te herhalen. Hij herhaalt hele passages omdat hij vergeten is dat hij die al eerder, in een ander boek, gebruikt heeft. Maar Proust mag dan af en toe slordig lij ken, iemand die maar doorbreit en door zeurt, het blijft toch altijd muziek." Levenswerk Proust, geboren op 10 juli 1871 als zoon van welgestelde ouders (zijn vader was een be faamd medisch geleerde, zijn moeder een belezen vrouw die haar zoon de liefde voor de kunsten bijbracht), begon zijn levens werk omstreeks 1906 in zijn Parijse appar tement. De schrijver verdichtte hier zijn herinneringen tot een boek van meer dan drieduizend pagina's. Een boek vol magi sche 'herinneringen' aan zijn gelukkige kin derjaren, aan de 'beroemde' nachtzoen van zijn moeder, aan de talrijke liefdes, aan geuren en gerechten (de beroemde made- leinekoekjes van tante Léonie), aan de jon gelingsjaren ('In de schaduw van de bloei ende meisjes'), aan de grootmoeder (die sterft in 'De kant van Guermantes'), de 'per versiteiten' (homoseksualteit) waarover Proust in 'Sodom en Gomorra' buitenge woon vrijmoedig schrijft, het gekooide lief despaar in 'De gevangene', de vlucht van de geliefde Albertine en haar dood in 'De voortvluchtige' en de volwassenheid die de verteller in 'De tijd hervonden' bereikt. Proust vertelt zijn verhaal niet rechtlijnig, maar spreidt hel uit rondom een aantal hoofdpersonages (met als belangrijksten de moeder en grootmoeder, de enigen die op recht, sympathiek en intelligent zijn). Moralist Thérèse Cornips: „Proust is geen moralist, dat geldt trouwens voor alle goede schrij vers. Het gaat hem erom hoe iets is, niet hoe iets móet zijn. Zijn werk verrijkt je om dat je er zo veel in herkent, wat je zelf nog niet zo had gezien, waarvan je zegt: ja, zo is het. Neem de gevoelens van de verteller bij de dood van Albertine, of wat Proust over homoseksualiteit zegt, dat is prachtig." „Het is verbluffend te zien hoe hij pro beert te begrijpen hoe mensen in elkaar ste ken, hoe hij zelf in elkaar zit. 1 let is prachtig hoe hij de hele maatschappelijke beweging van mensen door het hele boek heen vlecht, zodat je een beeld krijgt van de mensen in hun tijd. Je beleeft hoe de een op de maatschappelijke ladder klimt terwijl de ander zakt zonder dat zoiets te voorspellen is. Daarnaast heb ik ook grote bewondering voor Prousts kijk op de letteren, op de mu ziek, op de beeldende kunst, op muziek." Aandacht Volgens Ghislain de Diesbach, de zoveelste biograaf van het Franse genie, was Proust in het dagelijks leven een onuitstaanbare, ver waande kwast. Een snob. Een vreselijk ver wend rijkeluisjoch. Een ingebeelde zieke. Een grove leugenaar. „Diesbach is geen proustiaan zegt Thérèse Cornips veront waardigd. „Die Diesbach heeft meer een Privé-story geschreven. Painter (auteur van de eerste uitvoerige Proust-biografie, uit 1959, red.) nam het werk van Proust als uit gangspunt. Die doet veel meer recht aan Proust." „Ik zelf voel juist een grote sympathie voor hem. Zoals hij de kringen heeft be schreven waarin hij verkeerde, vol figuren die hij zelf afschilderde als snobs en die hem beschouwden als een salonjonker. Proust heeft die wereld op een gegeven mo ment vaarwel gezegd door zich als een be zetene aan zijn levenswerk te wijden, wat toch van grote moed getuigt." „Degenen die hem goed kenden, zijn vrienden, spraken waarderend over hem. De jonge Céleste Albaret (die de ziekelijke kluizenaar verzorgde en terzijde stond in zijn laatste levensjaren, red.) dweepte met hem. Ze zei dat ze nooit iemand ontmoet had met zoveel warmte en charme. 1 Iet geeft dan geen pas om le zeggen dat zij maar een dienstbode was die net allemaal mooier maakte dan het was." „En wal Proust ook voor zich inneemt is dat hij zichzelf niet mooier afschildert. Een lezer zei mij eens dat ik Proust waarschijn lijk niet graag als buurman gehad zou heb ben. ik zou hem daarentegen juist best als buurman gehad willen hebben. Ik hang ook de idee niet aan dat een schrijver een gewo ne, keurige burgerheer moet zijn." Marcel Proust: 'De voortvluchtige' ('La fugitive'), deel 6 van 'Op zoek naar de ver loren tijd' ('A la recherche du temps per- du'), 299 pag., prijs f 44,50; 'I)e gevange ne,' gebonden uitgave, 430 pag., f 87,50; vertalingen: Thérèse Cornips, uitgeverij De Bezige Bij, Amsterdam. WEEKOVERZICHT TENTOONSTELLINGEN Galerie: Deviré Kunstprojekt Adres: Middelstegracht 89, 2312 TT Leiden (tel. 071- Xö 5131829). Openingstijden: Dinsdag tot en met vrijdag van 10.00 - J 18.00 uur, donderdag 19.00 - 21.00 uur, zaterdag 10.00 - 17.00 uur. Eigenaars: Wilbert Devilé en René Kwint. Jaar van oprichting: 1994. Expositiebeleid Van schilderijen tot beelden en van figura- tief tot abstract. De exposanten komen uit de klantenlü'ing van de bij de galerie horende winkel voor kunstenaarsbe- nodigheden. Dus in de exposities kunst van zowel ama- zeet teurs als professionals, als het maar kwaliteit heeft. Exposanten: Leny Noyen, Jaap Smit en Henny Harteveld. Aantal exposities: Acht per jaar. Werk in stock: Ja, van Leny Noyen, Dick Bakhuizen van den Brink, Jacob Kanbier en Jaap Smit. Daarnaast wordt ook kunst (onder andere etsen van Piet de Boer) verkocht in de kunsthandel van de galerie. Prijsindicatie Van f. 350,- tot f. 6000,-. Financieringsmogelijkheden Geen. Huidige expositie: 'Frankrijk door het oog van Jaap Smit': "P olieverfschilderijen van Smit, geïnspireerd door de Proven- \vjce- en Champagnestreek. Van 24 november tot en met 20 ^januari 1996. Plannen voor de komende tijd: Vanaf eind januari een ex- positie van de cursisten van schilder Jaap Smit, gevolgd door een expositie van de cursisten van schilderes Henny Harteveld. BEELDENDE KUNST >m ietnamese kunst '50t ene Amber in Leiden stelt vanaf ;dag schilderijen ten toon van de tnamese kunstenaar Le Thua Tien. jot voor kort was zijn werk kleurrijk en ^•essief, vol verhalende elementen Lhl^ie Vietnamese cultuur. Sinds janu- RP/'erblijft hij in Nedeland en blijkt uit doeken dat hij zich veel bezig Idt met de natuur en de kosmos. Blijkbaar inspireert zijn vaderland hem 'in den vreemde' meer dan ooit. De tentoonstelling is te bezoeken van 17 december tot 29 januari. Bijlmerramp In Galerie de Greef Greef in Wasse naar wordt zaterdag een tentoonstel ling geopend van het werk van Anne- marie Spijkerman en Henk Vierveijzer. De laatste schildert vooral de heftig emotionele elementen van het be staan. Spijkerman is in haar werk sterk beïnvloed door de Bijlmerramp van 1992. Sinds de ramp zijn haar doeken duidelijk figuratiever geworden. De tentoonstelling is dinsdag tot en met vrijdag van 10.00 tot 18.00 uur te be zoeken en op zaterdag van 11.00 tot 17.00 uur. Foto's bij LAK Peter Langeveld en Hans van der Lin de exposeren hun foto's in de LAKgale- rie. langeveld laat twee series zien: 'Vincitori Assoluti' en 'Schouwen'. In de eerste heeft hij Romeinen gepor tretteerd tegen een decor uit het Oude Romeinse imperium en de tweede se rie bestaat uit foto's van oude schou wen. Van der Linde toont diverse zwart wit portretten van zijn vader waarin hij de verschillende kanten van diens persoonlijkheid belicht. De ten toonstelling opent zondag om 16.00 uur en is tot en met 19 januari te be zoeken. De LAKgalerie in loeiden is op maandag tot en met zaterdag van 10.00 tot 22.00 uur geopend en op zondag van 14.00 tot 17.00 uur. RECENSIE JUSTINE BRAKEL Expositie: Jan Tinholt, olieverf op doek/paneel en Maria Tensen-Kooi). olie verf op paneel Te zien: t/m 10-01-1996 wo. en do 11.00 -17.00 uur. vnj 11.00- 18 00 uur. 7a 1000 -17 00 uur en vol gens afspraak. Hofman en partners kunst zaken. Hooftstraat 209. Alphen aan den Rijn. Direct bij binnenkomst sta je oog in oog met de fantasiewe reld van Jan Tinholt. Maakt hij magisch realisme of is het naïe ve kunst? Het is een mengeling van beide die zo vreemd aan doet. De figuren, zówel mannen als vrouwen, hebben een man nelijk gezicht vaak zonder haar. Deze kale mensen kijken met een melancholieke blik hun droomwereld in. De eerste in het oog vallende werken laten op de voorgrond een soort ter pen zien. Het zijn met gras be groeide heuveltjes, gevuld met water. In deze 'omhoog ge groeide putten' verblijven figu ren, die tot de borst toe in het water staan. Zij geven zich met serieuze gezichten over aan on zinnige bezigheden. Zoals bij voorbeeld een vrouw die een klein eendje vasthoudt, terwijl de moedereend, gelooid met rode hoed, wat rondzwemt. Een nogal wezenloos gevoel krijg je bij het zien van deze beelden. Op de achtergrond zijn steeds realistisch aandoende bomen te zien. Elk blaadje is heel precies geschilderd. De uiterst fijntjes op het doek gezette verfstreken getuigen van groot geduld en vakmanschap. Toch moet je echt van dit soort kunst houden om het te kunnen waarderen. Men kan zich makkelijk voor de gek gehouden voelen. I Iet beeld dat men op het eerste gezicht ziet, suggereert een werkelijk heid die bij nader inzien be hoorlijk getart wordt. In de kleine schilderijtjes rnet vliegende vrouwen en zweven de naaktfiguren in loshangende mantels laat hij z'n fantasie he lemaal gaan. De schilderijen hebben Engelse titels. Het mooiste stukje dat er hangt is 'happy together', een voorstel ling van vier roze paardjes die speels ronddansen zonder de suggestie van werkelijkeid uit te drukken. Deze zuiver decoratie ve afbeelding vormt een mooie overgang naar de kunstwerken van RiaTensen-Koorj. Zij werkt met olieverf op pa neel, maar het lijkt erop dat ze meer tekent met haar penseel dan dat zij schildert. Ze maakt drieluikjes met vrij vlakke land schapsachtergronden. Als inspi ratiebron gebruikt ze blikken opwindspeelgoed en kleine voorwerpen zoals een veertje, een gevouwen bootje of een te geltje. Het is decoratief werk dat goed tot z'n recht zal komen in een kinderdagverblijf of peuter speelzaal. Opvallend is haar collage. Je bent werkelijk geneigd het los latende plakbandje even aan te drukken, maar dat is bij nader inzien niet nodig. I Iet is geschil derde realiteit; slechts een illu sie!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1995 | | pagina 13