Suriname hechter dan t' lijkt'
Vampier Bokros zuigt ons financieel uit'
Buitenland
^Meerderheid Surinaamse bevolking wil hechtere band met Nederland
Wantrouwen heerst
aan beide zijden
iTERDAG 25 NOVEMBER 1995 342
nc
'e HILVERSUM ANP
OH'
Een meerderheid van de Surinaamse bevolking wil
e tijdelijk of permanent een hechtere band met Ne-
derland. Het gaat om 53 procent. Een op de drie Su-
rinamers is zelfs voorstander van een blijvende te-
^IJ'rugkeer van Suriname in het Koninkrijk van Neder-
3 i land. een op de vijf is voor een tijdelijke terugkeer.
n Een en ander blijkt uit een onderzoek van het Bu-
reau Interview onder de Surinaamse bevolking, in
opdracht van NCRV-Radio en de Wereldomroep.
s v Suriname herdenkt vandaag dat het twintig jaar ge-
fa leden onafhankelijk werd van Nederland.
5 Uit het onderzoek blijkt dat 88 procent van de Su-
ari rinamers ontevreden is over de economische situa-
tie in hun land, 64 procent noemt die situatie zelfs
Wf rampzalig. De regering wordt door 36 procent ge-
zien als de boosdoener, 69 procent vindt dat er een
aa andere regering moet komen.
es
Desi Bouterse van de Nationale Democratische
Partij is voor 22 procent van de Surinamers de
meest aangewezen presidentskandidaat. Bouterse
ligt 4 procent voor op de huidige president Ronald
Venetiaan van de Nationale Partij Suriname en 7
procent op Frank Playfair van de Democratische
Partij.
Maar liefst 75 procent van de ondervraagden is
voor een referendum over de toekomstige staatkun
dige verhouding tussen Nederland en Suriname.
Rond 50 procent van de Surinamers vindt dat Ne
derland zich minder met Surinaamse zaken moet
bemoeien. Veertig procent meent echter dat Neder
land zich daar niet te veel mee bemoeit. In ieder ge
val zou 60 procent van de ondervraagden het waar
deren als Nederland ruimhartiger ontwikkelingsgeld
zou vrijgeven.
De vier grote partijen in de Tweede Kamer staan
positief tegenover een hechtere band met Suriname,
als Paramaribo daarom zou verzoeken. WD-woord-
voerder Weisglas noemde in het NCRV-programma
maandag een „veel en veel intensievere band nood
zakelijk" tussen Nederland en Suriname. Hij wees
erop dat volgens de enquête 70 procent van de be
volking geen vertrouwen heeft in de eigen regering.
De WD heeft eerder al laten weten veel te voelen
voor een gemenebestconstructie.
D66 vindt dat Nederland overal voor open moet
staan. Als het verzoek komt moet in principe alles
kunnen, aldus D66 woordvoerster Roethof. De PvdA
tekent daar wel bij aan dat de eventuele terugkeer
binnen het Koninkrijk een zaak is van ondergeschikt
belang.
Het gaat erom de betalingsbalans zo op orde te
krijgen dat de economische situatie van de hele be
volking verbetert, verklaarde PvdA-woordvoerster
Van Nieuwenhoven. Het CDA stelt dat er in het ka
der van het Raamverdrag over de relatie tussen Ne
derland en Suriname al voldoende mogelijkheden
zijn om samen te werken.
PvdA. D66 en CDA hielden zich op de vlakte bij de
vraag hoe Nederland zich op moet stelltfn als oud
legerleider Bouterse aan de macht zou komen. WD-
er Weisglas meent dat de betrekkingen tussen Ne
derland en Suriname dan op een zeer laag pitje
moeten worden gezet.
Weisglas kondigde ook aan dat hij vragen wil stel
len aan minister Pronk over zijn positieve uitlatin
gen over de hulp aan Paramaribo aan het begin van
zijn bezoek aan Suriname verleden week. Weisglas
wil weten waar de minister zijn optimisme op ba
seert. D66 is juist blij met de uitspraken van Pronk.
In Suriname is wisselend gereageerd op de uit
komsten van het onderzoek. Fractievoorzitter Jesse-
run van DA'91 is wel voor een nauwere band met
Nederland. De problemen van Suriname zijn te
groot om zelfstandig op te lossen. Hij wees daarbij
op op de grote invloed van de informele macht (bij
voorbeeld de drugsmaffia) die het regeringsbeleid
bepaalt.
Zijn collega's Playfair van de Democratische Partij
en Wijdenbosch van de NDP. de partij van Bouterse,
zien niets in hechtere banden met Nederland. Ieder
land dat onafhankelijk wordt heeft het moeilijk, al
dus Playfair, maar dat is geen reden om een stap te
rug te doen. Suriname moet af van de mentaliteit
dat het normaal is dat je alles kun krijgen, dat er in
Europa een Sinterklaas is waar je je hand op kunt
houden.
Wijdenbosch voegde daaraan toe dat zijn partij
niet bereid is de ontwikkeling van Suriname op te
hangen aan Nederlandse ontwikkelingshulp. Bon
terse is overigens in principe beschikbaar om presi
dent te worden, aldus Wijdenbosch.
Honderdduizenden Hongaren staat het water tot aan de lippen
Ontevreden. Gefrustreerd. Te
leurgesteld. Woorden die bij de
meeste Surinaamse politici voor
in de mond liggen wanneer zij
de relatie met Nederland be
schouwen. „Er bestaat wantrou
wen. De Nederlandse politici
hebben te weinig fiducie in het
vermogen van Suriname om
zijn eigen ontwikkeling tot
stand te brengen en in Parama
ribo heerst de indruk dat Ne
derland de soevereiniteit nief
serieus neemt", constateert
oud-premier HenckArron.
Jules Wijdenbosch, de fractie
voorzitter van de Bouterse's
partij de NDP, stelt dat de men
sen die in 1975 het land onaf
hankelijk maakten nooit het
huidige Suriname voor ogen
hadden. „Het proces naar na
tionale zelfstandigheid is volle
dig mislukt. We zijn nu afhan
kelijker dan twintig jaar gele
den."
Volgens de Surinaamse rege
ringsadviseur Adhin ligt de oor
zaak van deze Surinaamse frus
traties vooral bij Nederland.
„Nederland weet niet wat het
met Suriname aan moet. Het
beleid is niet eenduidig. Aan de
ene kant behandelen ze ons als
of we een provincie zijn. Maar
aan de andere kant zeggen ze
zich niet te willen mengen in de
interne aangelegenheden."
De ergernis over de houding
van Den Haag begon al bij de
onafhankelijkheid zelf. In Suri
name was de basis daarvoor de
smalst denkbare. Slechts door
het overlopen van een lid van
de oppositie sloeg de weeg
schaal door naar het kamp van
de regerende nationalisten.
Volgens Arron, de belangrijk
ste voorvechter van de onafhan
kelijkheid, ging het mis toen de
regering-Den Uyl twee jaar later
het veld ruimde voor het kabi
net-Van Agt-Wiegel. Toen groei
de het wantrouwen en bovenal
maakte Den Haag volgens hem
de verkeerde keuze.
Haagse politici zagen dat van
de ontwikkelingsprojecten die
gefinancierd werden uit de pot
van 3,5 miljard gulden die bij
verdrag aan Suriname was toe
gekend, niets terechtkwam. Tot
hun opluchting, en ook die van
veel Surinamers, schooi in fe
bruari 1980 een aantal onderof
ficieren, onder wie Bouterse, de
regering van Arron weg. De pre
mier verdween in de gevangenis
en de nieuwe machthebbers
kregen 500 miljoen gulden van
Den Haag als stimulans om een
koers in te slaan die vrij van
corruptie zou zijn.
Maar Bouterse en de zijnen
wisten totaal niet wat zij met de
regeermacht aanmoesten. Zij
raakten verstrikt in onderlinge
twisten, zwalkten van een ex
treem-linkse ideologie naar een
fel nationalistische. Hun revolu
tie verviel in repressie en ter
reur.
Met als dieptepunt 8 decern
ber 1982, toen de militairen vijf
tien vooraanstaande Surina
mers vermoordden om daar
mee elk verzet de kop in te
drukken. Nederland schrok en
schortte de ontwikkelingshulp
op. Volgens Frank Playfair, die
uit het Bouterse-kamp vertrok
toen hij merkte dat men zich
daar te veel om eigen gewin be
kommerde, ging Den Haag
daarna volledig over de schreef.
„Nederland begon een open
lijke oorlog met Suriname. Daar
was geen reden voor want Bou
terse was niks bijzonders aan
het doen. Het inzetten van een
huurlingenleger. I let plegen van
terroristische activiteiten. Al die
doden. Het land is kapot ge
maakt."
Playfair vindt dat Nederland
daarna meer medewerking had
moeten bieden bij de pogingen
terug te keren naar democrati
sche verhoudingen. „Het is lo
gisch dat Den Haag inzicht wil
hebben in de besteding van de
verdragsmiddelen. Maar Neder
landse politici begrijpen de pro
blematiek van ontwikkelings
landen onvoldoende. Hun di
lemma is dal ze oude politici
steunen die niet bij machte zijn
het land te besturen. Ze blijven
zich maar verbinden met die
VHP- en NPS-kllek."
Niet alleen de kritische oppo
sitieleider ergert zich aan de
koers die Den Haag vaart. Ook
binnen het regeringskamp over
heersen de frustraties. Arron:
„Alle mooie woorden ten spijt
werden steeds nieuwe voor
waarden gesteld en bleef volle
dig herstel van de betrekkingen
uit." Hij zegt dat er een direct
verband bestaat tussen het
restrictieve beleid van Neder
land en de telefooncoup van
december 1990, toen Bouterse
en de zijnen voor de tweede
maal zijn regering wegstuurde.
Zelfs iemand als Dichmon, de
VHP-voorman die bekend staat
om zijn pro-Nederlandse ge
zindheid, verbaast zich geregeld
over de starre opstelling. Ook
nu nog.
Volgens oud-premier Arron
gaat de discussie voorbij aan de
essentie van de relatie tussen
beide landen. „De kern is dat
Nederland nooit van ons af
komt. Dat klinkt misschien neo
koloniaal maar is het niet. Ne
.derland heeft in 1975 de plicht
tot dekolonisatie op zich geno
men. En dat gaat nog zeer lang
duren. Daarom is het, ook voor
Nederland, van het grootste be
lang dat de verhoudingen tus
sen beide landen goed zijn."
De links-liberale regering van
de Hongaarse premier Guyla
Horn gaat stormachtige tijden
tegemoet. Tienduizenden ver
pleegkundigen en onderwij
zers hebben de afgelopen we
ken - vooralsnog zonder resul-
- gedemonstreerd voor
substantiële loonsverhogin
gen. Het rommelt ook bij de
politie en in het leger. De
grootste vakbond, de MSZOSZ,
heeft al gedreigd met algeme
ne stakingen als de regering
niet snel met geld over de brug
komt.
BOEDAPEST HANS GERTSEN
CORRESPONDENT
De toenemende sociale onrust
in het land heeft veel te maken
met het pakket zeer drastische
bezuinigingen dat de Hongaar
se regering afgelopen voorjaar
afkondigde. Bezuinigingen die,
zo beseft vrijwel iedereen, nodig
zijn om de uit de pan rijzende
Hongaarse staatsschuld van 28
miljard dollar en het almaar
verder groeiende begrotingste
kort (omgerekend ruim 40 mil
jard dollar) terug te dringen.
Minister van financiën Lajos
Bokros, de geestelijke vader van
de drastische sanering van de
staatsfinanciën, heeft met zijn
bezuinigingen veel lof geoogst
in de internationale financiële
wereld. Maar met zijn aanval op
voorzieningen als de kinderbij
slag, op uitkeringen en pensioe
nen en met zijn weigering de
ambtenarensalarissen zelfs
maar op peil te houden (de in
flatie in Hongarije is ruim 25
procent en vreet aan de reële lo
nen), is Bokros zonder concur
rentie de meest gehate man in
het land geworden.
„Bokros is een vampier. Hij
zuigt ons Hongaren financieel
uit", zegt Valeria. De 29-jarige
schoonmaakster in een zieken
huis kan van haar modale sala
ris van 20.000 forint bruto (am
per 250 gulden) al lang niet
meer rondkomen. Slechts door
er zwart nog een paar poets
baantjes bij te nemen, ziet ze
kans te overleven.
Valeria is geen uitzondering.
Vrijwel iedere Hongaar heeft
naast zijn of haar officiële werk
nog minstens een andere baan.
De zwarte danwel grijze econo
mie wordt op maar liefst dertig
procent van het nationale inko
men geschat. „Zonder zwarte
bijbaantjes zouden we verhon
geren", zegt Eva Puskas.
De 36-jarige gediplomeerde
verpleegkundige zit, met acht
tien jaar ervaring, aan de top
van wat er in de Hongaarse ge
zondheidszorg te verdienen is.
Ze krijgt 30.000 forint per
maand. „Dat is bruto", zo voegt
ze er schielijk aan toe. Na aftrek
van belastingen en premies
houdt Eva amper 21.000 forint
(270 gulden) over.
Eva heeft, naar ze zelf zegt,
pech. Haar man is namelijk ook
in dienst van de overheid en
komt met vrijwel hetzelfde be
drag thiüs. Het gezin met twee
kinderen van Eva moet rond zie
te komen van nog geen 600 gul
den per maand, dat is ook in
Hongarije, waar de kosten van
levensonderhoud veel lager zijn
dan in Nederland, absoluut
geen vetpot.
„Een paar goede, nieuwe
schoenen kost 15.000 forint. Dat
kunnen we ons niet veroorlo
ven, net zo min als nieuwe kle
ren. En we kunnen een keer per
drie jaar een week met de kin
deren op vakantie", zo schetst
Eva de financiële situatie van
haar gezin.
De Hongaarse verpleegkundi
gen eisen, net als de leraren en
de ambtenaren, loonsverhogin
gen van 30 procent. Dat komt,
gezien de vrijwel even hoge in
flatie, neer op een reële verho
ging van een paar procent.
Maar zelfs dat zit er. wat de
Hongaarse regering betreft, niet
in. „Het geld is er simpelweg
niet. We moeten nu allemaal de
buikriem aansnoeren zodat het
over een jaar of twee, drie mis
schien beter gaat", zo meent
Andras Barsony.
Puinhoop
Barsony zit zelf in een moeilijke
positie. Hij is parlementslid
voor de regerende Hongaarse
Socialistische Partij (MSZP) en
voorzitter van de Vakbond voor
Grafici (NDS). Financieel gezien
heeft hij met zijn twee redelijk
goed betaalde banen niets te
klagen, maar Barsony heeft in
zijn kiesdistrict in hpt centrum
van Boedapest wel heel wat uit
te leggen.
Vragen van het soort 'hoe het
mogelijk is dat uitgerekend de
socialistische partij het asociale
beleid van Bokros steunt' krijgt
hij vrijwel dagelijks te beant
woorden. Hij doet het met ver
ve.
„Het is de schuld van de vori
ge, conservatieve regering. Die
heeft de afgelopen jaren nagela
ten de staatshuishouding te sa
neren. Toen wij vorig jaar de
verkiezingen hadden gewon
nen, tronen we een enorme
puinhoop aan", zo zet Barsony
in.
Het beeld dat hij schetst is in
derdaad dramatisch. In 1990
waren er in Hongarije 4,3 mil
joen banen. Ruim een vijfde
daarvan, 900.000 banen, be
stond uit banen in de (semi-
overheidssector. Eind 1994 tel
de Hongarije een miljoen werk
\<'HP-\'oonnan 'Papa Lach' verpersoonlijkt de verbroedering
lozen en 3,4 miljoen werken
den. Het aantal mensen dat di
rect of indirect in dienst is van
de overheid is echter gestegen
tot 1,2 miljoen. „Als je dat soort
cijfers ziet, is het duidelijk de re
gering alleen maar hard kan
gaan snoeien", zo meent Barso
ny.
Voorbeeld
Het 'Hongaarse drama' is dat
het land dat lang gold als een
soort voorbeeld voor Centraal
en Oost-Europa, economisch in
het moeras dreigt te zakken.
Nog altijd gaat vrijwel 60 pro
cent van alle buitenlandse in
vesteringen in Centraal Europa
naar Hongarije, tnaar landen als
Polen en Tsjechië staan er des
ondanks ondertussen in veel
opzichten beter voor.
Wij betalen nu de prijs voor
het feit dat we nog steeds niet
gedaan hebben wat Polen al vijf
jaar geleden deed: radicaal het
mes in de staatsuitgaven en dus
in de overheidssector zetten",
zo meent de vakbondsleider.
Het is een verhaal dat vooral
De Hongaarse 'vampier', minister van financiën Lajos Bokros.
fOTO RfUTfh
aan de Hongaarse ambtenaren
moeilijk te verkopen is, maar
Barsony verwacht dat ook hun
vakbonden het uiteindelijk zul
len moeten slikken. „De rege
ring kan, zal en mag geen con
cessies doen. „Ik weet hoeveel
problemen veel mensen op dit
moment hebben, maar als we
deze harde maatregelen nu niet
nemen, is de situatie over twee
jaar nog veel ernstiger." Eva,
Valeria en honderdduizenden
andere Hongaren zullen de
broekriem dus zo mogelijk nog
verder aan moeten halen. „Er
ger dan het nu al is, kan het
nooit worden", zo troost Eva
zich.
lots is er die felle blik, die
ja ij ook heeft als iets in het
urinaamse parlement
rordt gezegd dat hem niet
instaat. „U wilt mij toch
riet gaan vergelijken met
)esi Bouterse? Die man
dj eeft niets voor het land
gedaan!" Verontwaardigd
ïageert hij op de bewering
it hij en de voormalige le-
;rleider het zwaarste
i)H tempel drukten op de Su-
inaamse politiek sinds de
/«afhankelijkheid twintig
aar geleden.
URAMARIBO FRANS BOTHOF
ie boosheid is er maar even.
froJ)e 79-jarige parlementsvoorzit
ter, oprichter en leider van de
lindoestaanse VHP, de Voor-
dtstrevende Hervormingspartij,
jernath Lachmon, houdt niet
in ruzie. Dat past niet in zijn
lenken.
„De kern van Lachmons filo-
tel ofie is de verbroedering. Men-
n moeten respect hebben
»or elkaar en elkaar accepte
er Dat bevorderen is belang
ijker dan het streven naar
n ïacht. Want slechts in zo'n kli-
naat zijn er ontplooiingskansen
onze samenleving met zoveel
verschillende groepen met ei-
;en culturele en etnische ach-
ergronden", legt VHP-secreta-
is Ram Sardjoe, uit.
ikj. Van die filosofie lijkt in de
13 wintig jaar onafhankelijkheid
iveinig terecht te zijn gekomen:
wee staatsgrepen, een burger
lorlog in het binnenland en de
g-2 noord op vijftien vooraan
staande Surinamers in decem
ber 1982.
„Ach, botsingen heb je altijd",
2 zegt Lachmon. „Die komen in
de beste families voor. De band
tussen de Surinamers is hechter
dan het oppervlakkig lijkt. En is
veel hechter dan twintig jaar ge
leden, toen wij onafhankelijk
werden. Op de markt zie je Cre-
1 olen, Hindoestanen en Indone-
2 siërs broederlijk samenwerken.
We zijn bereid elkaar te helpen.
Het is een langzaam proces. Net
als een boom. Om te groeien
heeft hij mest en voeding no-
Papa Lach' verpersoonlijkt de
verbroedering die hij samen
met de legendarische, in 1970
overleden NPS-leider Johan
Adolf Pengel in een hindoe-
staans-creóolse coalitie. Sardjoe
somt de belangrijkste gebeurte
nissen op waarin Lachmon
De 79-jarige Lachmon.
macht ondergeschikt maakte
aan verbroedering. „In 1955 of
ferde hij een VHP'er op zodat
Pengel zich kandidaat kon stel
len. In 1969 bood Lachmon de
creoolse PNP evenveel minis
tersposten aan als de VHP, hoe
wel de partij nog niet de helft zo
groot was."
Lachmon distantieerde zich
van de militairen hoewel de
VHP, die tijdens de coup in de
oppositie zat, door Bouterse c.s.
veel regeermacht aangeboden
kreeg. En toen Bouterse in 1984
weer wilde praten, stelde Lach
mon als voorwaarde dat daar
aan ook de leiders van de ande
re 'oude partijen' moesten deel
nemen.
Dat laatste is ook de mening
van HenckArron, decennia lang
Lachmons politieke evenknie
als opvolger van Pengel in de
creoolse NPS. „Deze man is een
zegen voor Suriname en heeft
er mede aan bijgedragen dat
nooit raciale strijd is uitgebro
ken. Dat dreigde zeker in 1975
te gebeuren." Toen trokken ra
dicale hindoestanen plunde
rend en brandstichtend de
straat op uit protest tegen de
door creolen, onder Arron en
Bruma, nagestreefde onafhan
kelijkheid.
Ook Lachmon vond de tijd
nog niet rijp om afscheid te ne
men van Nederland. Toch ac
cepteerde hij de soevereiniteit
en wist de gemoederen binnen
de VHP tot bedaren te brengen.
In 1975 zei Lachmon te hopen
dat Nederland te hulp zal schie
ten wanneer mensenrechten en
vrijheden in Suriname worden
geschonden.
Die smeekbede werd echter
niet verhoord. Het is typisch Pa
pa Lach om Nederland zijn na
latigheid te vergeven. Hij is er
niet de persoon naar om verwij
ten te blijven maken. „Lachmon
is iemand die in relaties respect
en waardigheid ambieert. Ie
moet niet aan zijn autoriteit ko
men. Het duurt ook heel lang
eer je een vertrouwensrelatie
met hem hebt", zegt Arron.
Lachmon koestert de verhou
ding met Nederland, spreekt
met liefde over het koningshuis
en vindt het Raamverdrag
uniek. Zeker vanuit Nederlands
perspectief.
Zijn pro-Nederlandse gezind
heid bezorgde hem de bijnaam
Prins van Oranje. „Ik heb niets
tegen Nederland. Ik twijfel er al
leen zo nu en dan aan of de Ne
derlandse regering ons wel al
tijd begrijpt. De vijfhonderd
miljoen gulden steun die na de
coup in 1980 aan de toenmalige
door de militairen geïnstalleer
de regering werd gegeven en
het restrictieve beleid dat Den
Haag na het herstel van de de
mocratie in 1987 voert, zijn za
ken die mij hebben bevreemd
en teleurgesteld."
Lachmon is de enige leider
van de Vooruitstrevende Her-
vormings Partij. Ondanks een
beroerte in 1950 lijkt hij voor de
VHP nog steeds onmisbaar. Al
48 jaar leidt hij de politieke be
weging van de ongeveer 140.000
landbouwers en handelaars, net
als hij nazaten van de 19de
eeuwse Brits-Indische contract
arbeiders. Het hindoeïsme is
hun leidende religie.
Lachmon huldigt het principe
van de geweldloosheid naar het
voorbeeld van Indira Gandhi.
Zijn filosofie van het buigend
riet, die hij na de februari-coup
van 1980 introduceerde, lijkt
nog subtieler dan het passief
verzet van India's eerste presi
dent.
„Als over een land een zware
storm woedt, dan zijn twee op
stellingen mogelijk. Men kan de
houding van de fiere Kankantrie
aannemen, die niet wil maar
ook niet kan wijken. Wie hier
voor kiest moet bedenken dat
de kracht van de storm hem
met wortel en tak kan uitroeien.
Men kan zich ook opstellen
als buigend riet, dat dieper
buigt naarmate de storm drei
gender is, maar dat zich weer
zal oprichten en fier zal
wappperen als de storm is uit
geraasd. Onder de gegeven om
standigheden, kies ik voor de
laatste opstelling."