Tegen een dakloze zegje niet: kruip maar onder de wo 'Chef die graag baasje speelt, haalt de eindstreep niet' Morgenochtend geef ik het weer nog een zesje Binnenland DONDERDAG 23 NOVEMBER 1995 Onverzekerden kunnen altijd terecht hij de Kruispost Hoeveel mensen niet zijn verzekerd tegen ziektekosten is moeilijk te becijferen. Lang niet alle onverzekerden doen immers een beroep op medische hulp. De GG en GD in Amsterdam probeert al sinds jaren de problematiek van onverzekerden in kaart te brengen. Daaruit blijkt dat on verzekerden in de hoofdstad ruwweg twintigduizend keer per jaar een arts consulteren. De door vrijwilligers be mande medische hulpposten de Witte Jas en de Kruis post hebben het meest met onverzekerden te maken. Doorgaans bestaan hun cliënten uit illegale vreemdelin gen. AMSTERDAM THEA VAN BEEK Luid kreunend strompelt de man de spreekkamer binnen van Hannie van der Wensch. Zo te zien moet hij helse pijnen lij den aan zijn voet of been. Ui terst voorzichtig stroopt de arts zijn sok af. Ogenschijnlijk niets bijzonders aan de hand. „Wat is er gebeurd?", vraagt ze aan de Palestijn. Hij weet het niet, blijft kreunen en luidkeels roepen om hulp. „Je hebt niets", zegt de arts, „je kunt maar beter gaan." De man weigert te vertrekken. Om zijn behandeling af te dwingen, slaat hij driftig op een bureau. Van der Wensch: „Als je zo blijft doorgaan, moeten we de politie inschakelen." De man: „Je doet maar." Vijf minu ten later arriveert de politie en wordt de Palestijn afgevoerd. In de volle wachtkamer van de Kruispost wordt het tafereeltje zwijgend gadegeslagen. De aan wezigheid van politie drukt het merendeel van de patiënten weer eens op de keiharde kan ten van hun illegale bestaan. Met het vertrek van het Bin nen Gasthuis, zo'n dertien jaar geleden, viel in de Amsterdam se binnenstad een gat in de eer ste hulp. Vanuit de oecumeni sche gemeenschap Oudezijds 100 werd in 1983 de Kruispost opgezet om in die behoefte te voorzien. Een 'normale' eerste- hulppost zou het echter niet worden. In toenemende mate werd het pand een toevluchts oord voor onverzekerden. 's Morgens en 's avonds zijn er spreekuren, zeven dagen per week, 365 dagen per jaar. Ruim dertig artsen, vijf verpleegkun digen en twintig receptionisten zetten zich er al dan niet regel matig als vrijwilliger in. Alleen arts-coördinator Van der Wensch en twee maatschappe lijk werksters worden betaald. Meer dan honderd nationali teiten waren vorig jaar bij de Kruispost goed voor ruim 7.300 consulten. Slechts vijftien pro cent van de cliënten is verze kerd. Soms komen er heroïne- hoertjes, soms daklozen, een enkele keer een slachtoffer van een vechtpartijtje en verder ie dereen die leeft aan de onder kant van de samenleving. Zo'n tachtig procent van de patiën ten verblijft illegaal in Neder land. De top-drie van medische klachten: huidaandoeningen, darmklachten en aandoeningen aan de luchtwegen. Van der Wensch: „De klach ten waarmee patiënten komen, zijn vaak sterk afhankelijk van het seizoen. Op dit moment is het vaak bronchitis. Tegen een dakloze kun je niet zeggen: kruip maar lekker onder de wol. Meestal proberen we dan on derdak te regelen bij het Leger des Heils of het Huis voor On- behuisden. Maar in de winter maanden zitten die vaak over vol. Een andere mogelijkheid is het Stoelenproject, maar de nacht ziek op een stoel door brengen, is ook al niet ideaal. In het uiterste geval brengen we de patiënt onder via het jeugdhotel van de leefgemeenschap hier." Het onderkomen van de Kruispost is eenvoudig. Twee sobere spreekkamers, een sim pel laboratorium, een kan toortje en een wachtkamer met houten banken. Aan een muur hangt een tegel: 'De God des va ders zij met u allen'. Een affiche vraagt in verschillende talen een vrijwillige bijdrage voor de me dische hulp. Sommige patiën ten schuiven wat guldens, an deren 'vergeten' hun donatie en weer anderen hebben er geen enkel benul van dat medische zorg ook geld kost. Zoals de Braziliaanse patiënt die zich heeft gemeld. Sinds drie jaar leeft hij hier nu zonder verblijfsvergunning. Een dag eerder verscheen hij met oog klachten op het spreekuur. Nu wordt ernstig gezichtsverlies ge constateerd. Van der Wensch Hannie van der Wensch in gesprek met een patiënt op de Kruispost. grijpt de telefoon en regelt di rect een afspraak met een oog arts. Dat consult zal hij moeten betalen. De man kijkt benauwd. Van der Wensch later: „Als hij niet kan betalen, wordt er toch geholpen. Dit is een acuut ge val." Het is nog maar de vraag of de man de stap naar de oogspe cialist zal wagen. Uit een in 1993 door de GG en GD gepu bliceerd onderzoek naar onver zekerden bleek een derde van de doorverwezen patiënten niet bij de betrokken specialist te zijn gearriveerd. Opname van onverzekerden in een ziekenhuis gebeurt alleen in levensbedreigende situaties. „Als iemand ziek op straat ligt, wordt hij geholpen, ongeacht de vraag of hij verzekerd is", zegt Harry Nagel, coördinator van het team Vangnet en Advies bij de GG en GD. „De vraag is wan neer het meer dan basale zorg kan zijn. Iets meer dan het plak ken van een pleister. Dan wordt het onderhandelen over de prijs en wie betaalt." „Het is gebeurd dat we een onverzekerde staarpatiënt lieten opereren. Geen levensbedrei FOTO GPD ROLAND DE BRUIN gende situatie dus. De kosten kwamen deels voor rekening van het ziekenhuis. De rest van het geld werd opgebracht door het aanspreken van speciale fondsen. Óm de behandeling zo goedkoop mogelijk te houden vond de nazorg plaats in een opvanghuis." Nagel houdt zich bezig met de sociaal-medische zorg aan dak- en thuislozen, verslaafden, psychiatrisch gestoorden en an dere 'losers' in Amsterdam. Op zeven opvangplekken voor dak en thuislozen worden spreeku ren gehouden. Het merendeel van dc patiënten leidt een zwer vend bestaan en is onverzekerd bij gebrek aan een vast post adres. Nagel: „Het heeft te maken met de lifestyle van de thuislo ze. Telkens vallen ze uit de voorzieningen omdat hun situ atie niet stabiliseert. Nu eens zwerven ze in Amsterdam, dan weer in Utrecht of Rotterdam en een volgende keer zitten ze in de gevangenis. Hun toekomst is onzeker en een verzekering is wel het laatste waar ze aan den ken." In die leemte wordt sinds een paar jaar voorzien door 'Dokter AHV Valckenier', een voor Ne derland uniek initiatief van ZAO Zorgverzekeringen, de Amster damse Huisartsen Vereniging (AHV) en de GG en GD. Via de spreekuren van de 'Dokter' kunnen dak- en thuislozen zich voorzien van een verzekering. De 'Dokter' telt inmiddels 250 verzekerde patiënten. De ko mende jaren wordt een verdub beling van dat aantal verwacht. Voor illegalen zit een dergelij ke voorziening er niet in. Offi cieel bestaan ze niet. De medi sche hulp moet vaak noodge dwongen beperkt blijven tot het minimum. Zoals voor de daklo ze Algerijn op het spreekuyr in de Kruispost. Hij klaagt over buikpijn en diarree. Van der Wensch onderzoekt hem. Hij krijgt het advies mee een lichte maaltijd te gebruiken. „Yoghurt bijvoorbeeld met wat geraspte appel. Maar dat is natuurlijk moeilijk voor u, dat begrijp ik. Kijk het even aan en kom over een paar dagen nog eens te rug." Een jonge Nigeriaanse ver schijnt met haar vriend inl spreekkamer. Drie maandenBÊ! leden had ze een abortus,pa wil ze aan de pil. De arts kanpe voorschrijven, maar dan da voor eigen rekening. „Alsjij' meteen voor zes maanden t^e lijk koopt, is dat goedkoppr adviseert ze. De vrouw aan „Doe toch maar voor t|i maanden pillen." F Taalproblemen spelen hiu, verleners en patiënten sC parten. De communicatie ie twee vrouwen uit Ecuador in een combinatie van Fr|,r Engels en enkele woortj€ Spaans. Het relaas dat een afsteekt verloopt grotendLj met handen en voeten. H| gevallen in de metro en last van zijn been. Zijn bleem wordt opgelost met I waterverband. Bij een apotn kan hij wat pijnbestrijders P pen. Op een papiertje telT Van der Wensch hem de weff Tegen de middag zit wachtkamer nog steeds vol.^ het stapeltje patiëntenkaai van deze dag heeft die vaity Palestijn een dikke roze stil gekregen. Hij is tot ongew^v patiënt verklaard en komt ojüj zwarte lijst. Van de Kruisje hoeft hij geen hulp meer te t)j wachten. De zwarte lijst teltjli twintig namen. |e Van der Wensch: „Eigen gebeurt het zelden dat de poV een patiënt moet verwijdef Een triest geval, die man. Vol week kwam hij hier ook al h blemen maken. Hij zit inl asielprocedure en heeft psyü sche moeilijkheden. Heel veG lend allemaal." IÉ Jan Pelleboer wilde het weer begrijpelijk maken GRONINGEN WILLEM VAN HAMERSVELT i wm Weerman Pelleboer in een karakteristieke pose met een van zijn vakantieweerboeken. archieffoto Uitgeverij Profiel heeft onlangs in het hoofdkantoor van het Nieuwsblad van het Noorden het boek 'Jan Pelle boer, weerman en dorpsmens' ten doop gehouden. Jannie Pelleboer-Huizinga, de weduwe van de in 1992 overleden weerman, nam het eerste exemplaar in ont vangst. Tientallen vrienden, collega's en dorpsgenoten schetsen onder regie van de Eeldenaren Cathrinus Schaafsma en Albert Odding een beeld van de man die met zijn uit duizenden te herkennen stem het weer on der de mensen bracht. Zelf zou Pelleboer met het feestje niet blij zijn ge weest. En met het boek nog minder. „Alweer een ver haal over mij? Als ik je nou honderd gulden geef, hoeft het dan niet?", probeerde hij in 1988 een verslaggeef ster te vermurwen toen ze hem kwam interviewen. De verslaggeefster weigerde beleefd. Pelleboer is er met zijn populaire aanpak van het weer, met zijn humor, met zijn hoge stem. zelf de oor zaak van geweest dat hij tot een bekende Nederlander uitgroeide, maar hij heeft daar niet om gewaagd en hij was er bepaald niet gelukkig mee. Talloze keren heeft hij zich met malle hoed en zonnebril vermomd om her kenning te voorkomen. Blij dat hij op weg naar Groot-Brittannië de horde van taxichauffeurs, douaniers en Schiphol-personeel had genomen, haalde Pelleboer in het vliegtuig opge lucht adem. „Het zal nu wel even afgelopen zijn. We kunnen een paar dagen rustig onze eigen gang gaan", zei hij tegen zijn vrouw. Hij had echter buiten die ene oplettende Groninger aan boord gerekend die niets ontziend door het vliegtuig toeterde: „Hee luu, heije t'al zaain? Pelleboer zit in 't vliegtuug. Nou zei 't wel mooi weer worr'n in Engeland." Dan waren er de scheldpartijen en de dreigementen door de telefoon als de zomer maar hardnekkig in ge breke bleef. „Mooi weer komt rechtstreeks van God, slecht weer is de schuld van Pelleboer", stelde hij be rustend vast. Reclamemakers misbruikten zijn naam, carnavalszangers scoorden met zijn bekendheid en aan de bar deden moppen het goed van het slag: 'Waarom wil mevrouw Pelleboer scheiden? Omdat haar man er steeds naast zit'. Maar er was ook ooit een Nederlandse mevrouw uit Zwitserland die hem een bosje bloemen kwam brengen en van wildvreemden kreeg hij bergen ansichtkaarten, niet of nauwelijks geadresseerd veelal. Bedankt voor het mooie weer. Het ouderlijk huis van Pelleboer stond in 's Heeren broek bij Kampen. Een boerderijtje, pal achter de dijk. Daar raakte de jonge Pelleboer onder de indrink van de elementen, van de hoge luchten, van de grillen van de rivier de IJssel. Zijn ouders hadden niet veel op met de passie van hun enige zoon. „Het werk is op het land, niet in de lucht", hield zijn moeder hem voor. „Morgenochtend geef ik het weer nog een zesje, maar in de loop van de middag wordt het een dikke ze ven." Zo ongeveer eindigden de pelleriaanse weerbe richten. Ratelend voorgedragen, alsof hij voortdurend meer te melden had dan de tijd hem toestond en met dat heldere, noordelijke accent. Vanaf 1945 was Pc boer zo'n negen jaar verbonden aan de meteorolr sche dienst op het vliegveld Eelde, waar in de loop jaren het ambtelijk keurslijf van het KNMI hem langer hoe meer begon te knellen. In 1954 vestigde zich als vrij weerman, een unicum in die tijd. Hij be^ niet helemaal vanuit het niets. Sinds 1947 verzorgdtj voor de Zwolsche Courant weerberichten, een jaar \P leverde hij zijn stukjes ook in bij het Nieuwsblad E het Noorden. n Al in zijn KNMI-tijd trok Pelleboer de provincie inl' voor landbouwers en plattelandsvrouwen lezingeiP houden. Vijftien piek vroeg hij voor een avond, een- rief dat veel later was gestegen naar zeven tientjes, i eerste jaren van zijn lezingen hield hij een dagboek1' Over zijn bezoek aan Zwiggelte in 1953 schrijft hij: „L der minste lezingen, doordat algemene ontwikkel hier zeer laag stond. Men moet dan zeer populail werk gaan. Een grapje er tussendoor maakt het v. deze groepen aantrekkelijk." Het weer begrijpelijk maken voor de gewone ni, Het werd zijn handelsmerk, zijn gouden formule. kluisterde jarenlang vakantiegangers in het buitenl^ genietend van het beroerde weer thuis aan de Werr omroep, dat maakte hem via de TROS tot een TV-j, soonlijkheid en dat leverde hem in de vorm van zelfbedachte telefonische weerlijn een goudmijntjei waarvoor hij ooit een bod van 1,5 miljoen gulden de hand wees. „Want Jannie en ik hebben alles al." Wijziging organisatie richt slachting aan onder middenkader DEN HAAG MARGREET VERMEULEN Een kleine voorhoede van Nederlandse bedrijven is de opbouw van de organisatie spectaculair aan het vernieuwen. Werknemers krijgen steeds meer eigen verantwoordelijkheid waardoor chefs en ander middelbaar geschoolde werknemers massaal overbodig worden. Een slachting onder chefs? „Een betere omschrijving is er niet", zegt D. Balkema van het organisatie-adviesbureau A. T. Keamy. „Ik wil niet zo'n onbereikbare directeur zijn die ergens boven in een directiekamer knopen doorhakt en waar niemand naar binnen durft." De 34-jarige H. van Eeghen, in trui en spijker broek, is directeur van Berghuizer Papierfabriek in Wapenveld. De directeur wordt nu nog ge scheiden van de 'man op de vloer' door zes hië rarchische lagen van chefs, sous-chefs, opzich ters en ander middenkader. Met ingang van vol gend jaar telt Berghuizer nog maar drie hiërar chische lagen. „Meer dan zestig procent van de middenkader-functies verdwijnt", schat van Eeg hen in. „Binnen pakweg vijf jaar zal ieder bedrijf aan een dergelijke ingrijpende 'verplatting' moeten geloven", voorspelt D. Balkema. „Het middenka der schuift vooral informatie van boven naar on der en van onder weer naar boven. Dat werk is overbodig geworden door de informatica." Een teveel aan managementlagen verslechtert zelfs de communicatie in het bedrijf, vindt van Eeghen. „Ik wil niet zeggen dat zes manage mentlagen onwerkbaar zijn. Maar het vergt van iedere medewerker zo ontzettend veel energie. Onnodige energie. Ga maar na. Een mededeling die zes niveaus moet passeren om de top te be reiken is totaal misvormd tegen de tijd dat die de top bereikt als de top al wordt bereikt." Het Rotterdamse containeroverslagbedrijf EGT werkt in de nieuwste, hypermoderne Delta Sea- land-terminal met vier in plaats van met de tra ditionele acht tot negen management-lagen. „De werknemers opereren in teams van zeven tot megen man en doen in principe alles zelf. De planning, de coördinatie en zelfs het bijhouden van vrije dagen wordt door het team zelf gedaan. Het werk wordt er leu ker door, afwisselender en uitdagender", aldus H. de Ruiter, directeur Personeel en Organisa tie van ECT. Minder leidinggeven den, minder staf en meer ruimte voor eigen initiatief en creativiteit op de werkvloer is vol gens de Ruiter 'onver mijdelijk'. „Het is toch onnatuurlijk dat een volwassen man, vader van twee kinderen, die in zijn vrije tijd een wo ningbouwvereniging meebestuurt, op zijn werk komt vragen: 'baas, wat moet ik doen?'. Dat past dom weg niet meer in onze cultuur." De rigoureuze 'ver platting' van bedrijven is overgewaaid uit de VS. De Amerikaanse management-goeroe Tom Peters schrijft in zijn boek 'Waanzinnige Ondernemingen': „Het middenkader zorgt voor aderverkalking." Hoe deskundig en intelligent de betrokken werknemers ook mogen zijn, elke extra 'schijf maakt de bedrijfsvoering logger, tra ger, duurder en per saldo slechter. Een plattere organisatie is niet in de eerste plaats uitgevonden voor het welzijn van de werk nemers. „Hoewel er al jaren wordt nagedacht over plattere organisaties om het werk op de vloer afwisselender en humaner te maken", al dus T. Berger van Phoenix loopbaanadviseurs. Bij KLM en Nedcar bijvoorbeeld worden vliegtui gen en auto's al jaren in elkaar gezet door 'zelf standige taakgroepen', maar deze bedrijven zijn te;-. nh ck )>- per saldo niet platter geworden. „De trend van de laatste twee jaar is echter overduidelijk: een plattere organisatie om sneller te werken en dus kosten te besparen", aldus Berger. Dat bewijst bijvoorbeeld Delta Lloyd. De klant die een verzekering aanvraagt bij Delta Lloyd heeft tegenwoordig binnen 24 uur antwoord. Tot voor kort duurde dat gemiddeld drie weken. „Vroeger zwierf zo'n aanvraag van de postkamer via drie verschillende afdelingen weer naar de postkamer om te worden uitgetikt. Nu gebeurt alles in één team. Dat team maakt zelf de polis op, haalt er zelf in dien nodig de dos siers bij en geeft een paraaf. Gaat het ge wenste bedrag zijn- /haar financiële be- voegheid te boven dan wordt een co-paraaf van een collega ge vraagd en eventueel nog eentje van de teamleider. Maar ook daarvoor hoeft de polis niet meer naar een an dere afdeling", legt Balkema uit. Bij Delta Lloyd zijn zeshonderd van de 2800 banen verdwenen. „Ook hier is vooral ge sneden in het midden management", weet Balkema. Wie chef was vóór de reorganisatie wordt niet vanzelfspre kend de teamleider in de nieuwe organisatie. Meestal moet er wor den gesolliciteerd. „De ouderwetse chefs die graag baasje spelen en status ontlenen aan hun chef-schap halen de eindstreep veelal niet." In cijfers is deze ontwikkeling (nog) niet te vat ten. Het CBS heeft geen cijfers van ontslagaan vragen naar functie of opleiding. Maar volgens directeur C. Ramsey van De Roo middle-mana gement is de trend duidelijk. „Wij merken het aan het aanbod. Er zijn enorm veel en steeds meer managers op middenkaderniveau die voor ons klussen willen doen." Ook W. ter Welle van de Vereniging voor Hoger Personeel (VHP) noemt het 'onvermijdelijk' dat bedrijven steeds minder hiërarchisch gaan wer ken. „Het middelbaar en hoger personeel werd ilLUSTRATIE TOM EYZENBACH tot voor kort veelal ontzien bij reorganisaties, fu sies en inkrimpingen. Maar die periode is defini tief voorbij. Als de produktie-afdeling efficiënter kan werken, dan kan dat op kantoor natuurlijk ook." In de filosofie van de steeds plattere organisa tie past dat de werknemer zich steeds meer gaat opstellen als ondernemer. Uiteindelijk wil direc teur van Eeghen de teams in zijn papierfabriek een eigen budget geven. „Het is natuurlijk uitda gend om als team zo goedkoop mogelijk te wer ken. Als je teveel afval maakt, ben je duurder uit. Als je te veel chemicaliën gebruikt ook." Het 'winnende' team krijgt uiteraard een bonus. Bij Dow Chemical in Terneuzen wordt ook met die gedachte gespeeld. „We hebben inmiddels een 'winstmeter' uitgevonden. En we zijn er wer kelijk verliefd op. Het apparaat toont de operator precies hoe hoog de produktiekosten zijn van een ton van het produkt dat hij maakt. Het appa raat meet werkelijk alles: van de prijs van de grondstoffen op de wereldmarkt tot de prijs van de energie en de buitentemperatuur. Dat is ook belangrijk, want hoe hoger de temperatuur hoe meer er moet worden gekoeld." Het werk van de vroegere chef wordt groten deels overgenomen door de werknemers zelf. Dat maakt menige functie uitdagender, afwisse lender maar ook moeilijker. „De havenarbeider van vroeger had hooguit een niet afgemaakte middelbare schoolopleiding. Nu is een MBO-op- leiding vereist", vertelt de Ruiter. „Het werken in een team kan bovendien behoorlijke spanningen opleveren. Collega's zijn niet gewend met elkaar om te gaan zoals in een voetbalteam gebruikelijk is. De meeste werknemers vinden het helemaal niet makkelijk om collega's aan te spreken op hun prestaties, laat staan aangesproken te wor den op hun eigen prestaties", aldus Balkema. Het excuus staat-niet-in-mijn-functie-om- schrijving gaat niet meer op. „Niet alleen chefs moeten alert zijn op deze ontwikkeling", meent Balkema. „Het leidt natuurlijk ook tot verdrin ging. De slechtst geschoolden worden van de ar beidsmarkt gedrukt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1995 | | pagina 6