n
'Je bent hier nooit anoniem'
ZATERDAG 18 NOVEMBER 1995
Bekende 'buitenstaanders' over het brede imago van Leiden
Herfst. De straten ritselen van
le bladeren. Bruin zijn ze, alsof
g tabak hebben van het leven,
'daar Leiden niet, Leiden wil
iruisen, ook in de herfst. Net
ils Den Haag en Amsterdam,
det de nieuwe slogan 'Niets
ijkt op Leiden' wil men de
lestestad weer even aan het
nfuus van de vooruitgang
eggen, een fris imago bezorgen,
ja, dat imago van Leiden, hoe
iet dat er eigenlijk uit? Ton
Lnbeekschrijver en docent aan
le Rijksuniversiteit in Leiden,
loeft niet lang na te denken.
Het mooiste aan Leiden is de
rein naar Amsterdam.
'en rondgang langs bekende
luitenstaanders.
aul van Vliet: „Ik vind die slogan niet
g geslaagd." foto archief
Die slogan 'Niets lijkt op Lei
den', vind ik niet erg ge
slaagd." Dat is de mening
cabaretier Paul van Vliet (Breukelen).
an Vliet: „Vanmorgen heb ik aan het ontbijt
iet mijn vrouw wat andere slogans verzon
en. Hier komen ze: 'Liever in Leiden', 'Lie-
:r Leiden', 'Leiden laat je niet los', 'Het lukt
el in Leiden' en 'Leiden laat jc leven'. Ik ben
;nieuwd of ik hier nog iets van hoor."
Paul van Vliet studeerde rechten in Leiden
maakte daar zijn debuut met het pro-
amma 'Laat je zoon studeren'. Van Vliet:
teven jaar heb ik in Leiden gewoond. Van
)56 tot 1963. Op tal van plekken, onder
leer in Molen de Valk. Samen met Peter
ns van 'Vinger aan de Pols'. In een cirkel-
>rmige woonkamer, ieder had een halve cir-
I tot zijn beschikking. Leiden heeft zoiets
ïelancholieks. De negentiende eeuw is daar
n beetje blijven hangen. Vooral op het
apenburg. Leiden staat een beetje naast de
erkelijkheid. Dat gèeft het iets droevigs en
ieds. Je kon in Leiden alles te voet bereiken
nu nog. Een van mijn eerste liedjes ging
ver Leiden. Het heette In Leiden sind die
lichte lang. Het eindigde met de regels:
'enn wir bei Nacht im Breestraat steh'n und
aumend nach Minerva sehen, wenn Mond-
hein auf die Trambahn fiillt, vergessen wir
eganze Welt.
uud Leurs, Den Haag, eigenaar van de kle-
ngboutiques 'Mody Mary' in Amsterdam,
otterdam en Maastricht. Had een jaar lang
zaak in de Haarlemmerstraat „Leiden is
fel een gezellige stad. Ik heb er in dienst ge-
■gen en je had er wel aardige kroegen. Maar
Dor mijn handel was die stad niks. De mees-
Leidenaars hebben geen piek te makken,
fgenisten zijn het. Het sterft in Leiden van
1 fietsen. Gek, dat beeld heb ik altijd bij me
ïhouden. Ik stond in de Haarlemmerstraat
ele dagen mistroostig voor me uit te staren
te wachten op klanten. Ik heb nu onder
eer een zaak in de P.C. Hooftstraat in Am-
erdam en dat is echt een wereld van ver-
hil. Dan zie je dat Amsterdam toch een we-
ldstad is. Er kwamen in Leiden wel eens
lensen tegen sluitingstijd en dan vroegen ze
tijd: 'Ben je nog los?' Ze wilden weten of ik
Dg open was. Ze kwamen gewoon met hun
fts de zaak in, echt waar. En als ze dan iets
zagen dat ze mooi vonden en zich afvroegen
of het hun maat was, zeiden ze: 'Is dat mij
nes?" Daar moest ik wel om lachen, ja. Wat
zeg je? Of Leiden bruist? Ja hoor, als een aspi
rientje."
Th. Laurentius, Voorschoten, kunsthande
laar en specialist in Rembrandt-etsen, be
kend van het TV-programma 'Kunst of
Kitsch': „Vlak na de oorlog was Leiden een
dooie, saaie, stad. Altijd grauw, altijd zo'n
miezerig regentje. In de Haarlemmerstraat
mocht ik van mijn ouders niet komen want
daar zat een verkeerde bioscoop. Maar we
gingen wel vaak naar Leiden. En dan deed je
je inkopen in de Breestraat. We gingen er si
garen kopen en dan zei die meneer van die
winkel altijd: 'Zo, jongeheer, ben je er weer'.
Daarna gingen vader en ik wat drinken in
Den Vergulden Turk omdat je daar een glaas
je water bij de koffie kreeg.
Maar Leiden is veel leuker geworden. Aar
dige terrasjes en zo. Ik ben er erg van gaan
houden. De geschiedenis dampt gewoon uit
die stad. Den Haag is een groot dorp maar
Leiden is echt een stad. Waar ik het meest
van geniet, is de taal. Wij hadden vroeger een
lijstenmaker en die kon zo mooi Leids pra
ten. Hij zei altijd: „Hebbie al een meissie? Ze
zeggen dat vrouwen na het trouwen minder
lastig worden, dat dat overgaat. Maar dat
gaat nooit over, hoor, meneer!' En dat dan
met die Leidse tongval.
De buitenlanders die ik meeneem naar
Leiden, vragen zich altijd af waar Rembrandt
al de rustieke plekjes die hij heeft getekend,
maakte. Niet in Leiden dus, maar elders. In
Leiden heeft hij alleen maar bedelaars gete
kend. Die vormden toen kennelijk een groot
deel van de bevolking in Leiden."
„De mooiste stad van Nederland is natuurlijk
Antwerpen, zeg ik altijd. Maar Leiden heeft
voor mij ook wel wat. Een eerzaam burger
kan er nog ongeschaad over straat gaan. Mijn
grootvader, mijn vader en mijn beide ooms
en ook ikzelf hebben in Leiden gestudeerd,
dus die stad zit ons in het bloed. Leiden is
oud, oeroud en dat zie je eraan af. Tja, zo'n
slogan. Niets lijkt op Leiden... Daar zou ik aan
kunnen toevoegen: en dat is maar goed ook.
Maar dat is flauw. Dat die universiteit er nu
is, is toch een verbazingwekkend fenomeen.
Na Leidens ontzet vroeg de prins of de bur
gers vijf jaar belastingvrijheid wilden hebben
of een universiteit. En er is voor die universi
teit gekozen. Hoor je de snik in mijn stem?"
Henk Hofland, Amsterdam, publicist en
commentator bij NRC Handelsblad, schrij
ver en columnist onder de naam Montag:
„Ik heb heel dierbare herinneringen aan de
digitale bibliotheek in Leiden. Heel vroeger
kwam ik er wel en dan gingen we eten bij een
Chinees die luisterde naar de naam Ping An.
Laatst kwam ik met de trein langs Leiden en
daar heb ik een stukje over geschreven. Ik zag
al die arbeidershuisjes waar de bal in ging en
dat ontroerde me wel. Je zag wat al die men
sen in die huisjes hadden geknutseld. Ze had
den ze op hun eigen manier mooier proberen
te maken. En nu werd dat gesloopt. Allemaal
tevergeefs. Dat stemt de mens droevig. Voor
de rest ben ik Wel eens in Minerva geweest
waar ze condooms aan het plafond hadden
gehangen. Tja."
Gerben Karstens, oud-wielrenner, heeft lan
ge tijd in Leiden gewoond maar is nu inwo
ner van Rijen: „Leiden? Een rotstad, een klo-
testad. Mijn broer heeft er vijfentwintig jaar
in de 3 October-vereniging gezeten. Nou. dan
moet je toch wel echt gestoord zijn. Nee,
hoor, zo erg is het niet. Maar ik heb nooit
raar aan de Rijksuniversiteit Leiden: „lk ben
er een hele tijd geweest, maar ik ken de stad
eigenlijk niet. Ik ken alleen de weg van het
station naar het Rapenburg. Lange tijd heb ik
gedacht dat de Haarlemmerstraat en de
Breestraat eenzelfde straat waren. Leiden is
echt kleinsteeds. Als je daar over het Rapen
burg liep, dan zeiden ze: „Hé, daar loopt Ka-
reL van het Reve.' Je kunt er niet anoniem
zijn, zoals in Amsterdam. Daar hou ik niet zo
van."
Ton Anbeek, schrijver en docent aan de
Rijksuniversiteit leiden: „Het mooiste van
loeiden vind ik de trein naar Amsterdam. Lei
den is zo'n onuitgebalanceerde stad. De stu
denten zijn er zeer dominant. Bepaalde stu
denten dan. Als ik die corpsballen met fles
sen bier op oude autobanken op het Rapen
burg zie zitten, word ik echt onwel. De stu
dentenpopulatie is te groot binnen de bevol
king. En wat het stedeschoon betreft, vind ik
Leiden niet mooier dan Delft of Alkmaar. Er
is een aantal mooie huizen. En het houten
bruggetje naar de Stadstimmerwerf is erg
mooi. Maar voor de rest is Leiden net zo
identiteitsloos als al die andere provincieste
den. Overal dezelfde patatwinkels, overal de
zelfde Blokkers. En hoe ze die plek waar
Rembrandt is geboren hebben gemaltrai
teerd, verschrikkelijk!"
Harry Mens, impresario en makelaar te lis-
se: „Leiden geeft me een goed gevoel. Dat
komt natuurlijk doordat ik ben geboren in de
Bollenstreek. We gingen vroeger met mijn
ouders kleren kopen in Leiden, bij Penseel in
de Breestraat. In Leiden waren de winkels, de
grootwinkelbedrijven. Maar de aantrekkings
kracht, de power, van die bedrijven is nu na
tuurlijk definitief achterhaald. Ook in Lisse en
andere dorpen zijn goede winkels. Daarom
zal Leiden er alles aan moeten doen om weer
mee te tellen. Op cultureel gebied, op voet
balgebied, noem maar op. Zo moet die stad
aantrekkelijk worden gemaakt.
Bij het Stationsproject zijn grote fouten ge
maakt. Ze hadden het Stationsplein naar het
model van het Weena in Rotterdam moeten
bouwen. Grote gebouwen, dat mag, maar
dan onderin wel winkels en restaurants. Ze
willen die zone nu autoluw maken, maar
voor wie eigenlijk? Voor wat overstekend
wild? De grote pensioenfondsen hebben het
wat investeringen betreft laten afweten. Het
eerste wat de politiek moet doen, is die erf
pacht daar afschaffen. Zoiets is dodelijk voor
het ondernemersklimaat. Het stationsplein
wordt nu een toren van Babylon in een oase
waar niemand komt. Nee, er zal heel goed
nagedacht moeten worden welke richting
Leiden op moet. Maar in potentie heeft loei
den alles in zich om een aardige en levendige
stad te worden."
fen. Daardoor zouden ze zich niet tot een
sterker ras hebben ontwikkeld. Kijk. van dat
imago moet je los komen. Je moet hier niet
aan loeiden komen, maar echt trots zijn de
mensen niet op hun stad.
De promotie van de stad staat natuurlijk
nog maar in de kinderschoenen. Is ook erg
moeilijk, omdat hier zoveel oude cultuur is
en dat laat zich niet zo rijmen met de com
merrie. Ik zou het afschuwelijk vinden om op
mijn schouwburg een of ander reclamebord
te hebben."
Henk van der Post, adjunct-hoofdredacteur
Leidsch Dagblad: „Ik was niet erg gechar
meerd van de slogan 'Niets lijkt op leiden'.
Dat heb ik ook een keer geroepen in mijn co
lumn, maar ik wil er niet over blijven zeuren.
Nu alle neuzen in Leiden dezelfde kant op
staan, wil ik ook die slogan uitdragen. Het is
belangrijk dat iedereen bijdraagt aan de pro
motie van de prachtige stad die leiden heet.
Want loeiden is historie, wetenschap, cultuur,
winkel- en uitgaansplezier en ook nog eens
Peyton Place. En dat alles op minder dan een
vierkante kilometer. De stad is tegelijk groot
en heerlijk klein. Veel Leidenaars van dik
veertig jaar zijn nog binnen de singels gebo
ren, kennen elkaar nog. In het meer officiële
circuit is er een kleine inner circle. De men
sen die daarbij horen komen elkaar welhaast
overal tegen. Wandelen op straat in Leiden-
centrum is altijd een kleine reünie. Een hart
stikke goede sfeer."
heimwee gehad naar Leiden. Ik woon nu in
Rijen, tussen Tilburg en Breda en dat bevalt
me best. Ik ben geboren in Leiderdorp, een
echte polderjongen dus. Op 13-jarige leeftijd
zijn we in Leiden gaan wonen, aan de Apo-
thekersdijk. Mooi vond ik het paadje van Lei
derdorp naar Leiden, het Jaagpad, geloof ik.
Wat ik me herinner, is dat we op de Kaas
markt met school softbal speelden.
Ze zeggen altijd dat Leiden de grootste ker
mis heeft met 3 oktober. Maar dat is dus niet
waar. Ik ben in Tilburg geweest en daar is een
kermis waar Leiden niet aan kan tippen. Dat
was buik aan buik, rug aan rug. Wat ik altijd
erg spannend vond, was de steile-wand-race
op de kermis."
Karei van het Reve: „Leiden is echt
kleinsteeds." foto archief
Karei van het Reve, schrijver en ex-hoogle-
Bettine Vriesekoop: „Een mooie stad,
Leiden. Maar wel een beetje burgerlijk."
foto archief
Bettine Vriesekoop, tafeltenniskampioen:
„Een mooie stad, loeiden. Maar wel een
beetje burgerlijk. Al die ballen in de café's. In
Amsterdam komen ook studenten in café's
maar die gedragen zich toch heel anders. Het
I^eids vind ik ordinair."
Marnix Rueb, striptekenaar, schepper van
de figuur 'Haagse Harry': „Een aantal jaren
geleden kwam mij een bericht onder ogen
waarin stond dat leiden de domste stad van
Nederland was, ondanks de studenten. Het
ging om een onderzoek. Wat daarvan waar is,
weet ik niet Het is in ieder geval een soort
running gag geworden, want ik hoor het
mensen regelmatig zeggen. Ik heb onlangs
nog in de openbare bibliotheek van leiden
gesigneerd en dat was echt heel gezellig en
leulè Wat me opvalt is dat je in jullie stad
door dat eenrichtingsverkeer honderden me
ters moet omrijden om ergens te komen. Dat
zijn af en toe puzzeltochten.
Ik laat mijn stripfiguur in plat Haags pra
ten. Dat platte taaltje is fonetisch goed weer
te geven. Bij het l^eids en het Amsterdams
lukt dat niet. Gek, eigenlijk, hè?!"
Pim Wallis-de Vries, directeur van de Leidse
Schouwburg, woonachtig in Amsterdam:
„Leiden heeft ontzettend veel te bieden maar
gaat gebukt onder een gebrek aan zelfver
trouwen. Wat Amsterdammers teveel hebben
aan eigendunk, hebben Leidenaren te wei
nig. Het verhaal gaat dat er in de dertiende
eeuw een griepepidemie is uitgebroken
waardoor de leidenaren niet werden getrof
Marian Goekoop: „Ik vind Leiden een
enorm 'warme' stad."
foto archief
Marian Goekoop, yoga-lerares, getrouwd
met Burgemeester Goekoop van Leiden,
woonachtig in Amsterdam: „Ik vind leiden
een enorm 'wanne' stad. Sociaal gezien voor
al. Onderling doen mensen enorm veel voor
mensen die een handicap hebben. Je ziet het
nu weer met Elly Kerckhoffs, ex-raadslid voor
de PvdA. Ze is zeer slecht gaan zien. Henriët
te van der Linden, oud-wethouder van loei
den, stelde onlangs haar huis beschikbaar
voor een groot feest ter ere van Elly. Dat vind
ik tof. En als ik hier op 3 oktober ben, zijn de
mensen ook altijd gastvrij. Ze lopen hier hun
benen uit hun gat voor je.
De taal die in Leiden wordt gesproken,
vind ik erg leuk. De verkeerssituatie is een
crime. Vreselijk. Dat maakt de stad soms Ie
lijk. Maar er zijn nog genoeg mooie en ver
borgen plekjes in loeiden. Mooi en lelijk wis
selen elkaar in snel tempo af. Je kunt vanuit
een ongezellige straat ineens in een hofje ko
men waarin nog bijna een middeleeuwse
rust heerst.
En Leiden heeft natuurlijk een enorm goe
de burgemeester. Gelukkig ziet men dat de
laatste jaren in. (tees is echt waanzinnig
energiek en altijd bezig met Leiden. Zelfs op
vakantie-is het leiden voor en loeiden na. Ik
moet dat soms afremmen. Ik heb er echt
eens over nagedacht om in leiden te gaan
wonen. Maar ik had natuurlijk mijn werk
dat is dus niet gelukt. Ik geloof ook niet dat
dat een negatieve invloed heeft gehad. Juist
niet. Toen (tees vroeger wethouder was in
Amsterdam, gaf dat soms heel wat moeilijk
heden. Dan zaten wij 's avonds tot twaalf uui
op hem te wachten met een verpieterd oven
schoteltje. Die problemen zijn er nu niet."
Frank Govers, Amsterdam, mode-ontwer
per, publiceerde onlangs zijn memoires: „Ik
vind leiden een dynamische stad die zijn
provincialisme te boven is gekomen. Oude,
mooie kerken en gebouwen, maar lelijke
nieuwbouw. leiden heeft perfecte restau
rants. Ik vind alleen dat ze nu maar eens van
de bruine kroeg af moeten. Die deur moet
maar eens dicht. Er moeten misschien meet
restaurants met een Nederlandse inslag ko
men, niet la Moeders Pappot maar meer
Moeders Droomkeuken. En jullie hebben
echt een voortreffelijke burgemeester. Ach,
God, die schat heeft me nog een Oranje-Nas-
saulintje bezorgd. Wat zegt u? Had Paul van
Vliet een betere slogan? 'leiden doet leven'?
Nee, hoor dat is net alsof je in Davos in
sanatorium onder een deken naar de hemel
ligt te kijken."
Joop van der Reijden, oud-voorzitter Sport
stichting Leiden en thans voorzitter van
Omroepvereniging Veronica: „Gegeven de
moeilijke structuur van de binnenstad heeft
1-eiden voor mij een zeer aantrekkelijke com
binatie van winkelbestand en historische ge
bouwen. Ik mag de leidenaars wel. Het is
een recht-door-zee-volk. De Leidenaar heeft
het hart op de tong en is tolerant ten aanzien
van instromende tijdelijke bewoners va
stad en buitenlanders."
„Mooi vind ik de renovatie van buurten als
die waarin de Boerhaavezalen liggen. Lelijk is
de meer dan schandalige wijze waarop ook
historische panden door studenten worden
uitgewoond."