De onblusbare ambitie van Henk van der Meyden ZATERDAG 18 NOVEMBER 1995 Hoewel de beeldcultuur maximale vormen aanneemt, zullen de gedrukte media altijd blijven bestaan, weet hij zeker. „Omdat tele visie niet bijzonder meer is, omdat achter gronden beter in woorden te verpakken zijn. Rabin wordt vermoord en de Sunday Times stuurt er twaalf verslaggevers op af om te la ten uitzoeken hoe dat kon. Of hel een com plot was. Dat bedoel ik", aldus Van der Mey- den die aan zijn werk slechts één concessie deed. Voor het welzijn van het dochtertje dat hij 'nooit gedacht' had te zullen krijgen, ver huisde hij van de grachten van Amsterdam naar Den Haag. „Amsterdam verloedert en dit is lekker dicht bij de zee en de duinen." Hij brengt zijn Elisa tegenwoordig naar school „Maar verder heeft het weinig veran derd aan mijn leven dat ik op 53-jarige leef tijd nog vader werd. Met journalistiek en the ater ben ik gewoon op dezelfde voet doorge gaan. En ik zal voorlopig nog wel even door gaan ook. Menselijke verhalen hebben de toekomst, daar zal de schrijvende pers het meer en meer van moeten hebben. En daar mee ben ik lang geleden al begonnen, dus ik zit goed. Beter dan anderen, die 38 jaar op me hebben afgegeven en me nu moeten gaan nadoen." Hij heeft ze een keer aardig te pakken ge had, zijn critici. Schreef de teksten voor de musical Josefine onder een schuilnaam (Ida Washington) en lachte zich te pletter toen collega's schreven: „Hieraan kunnen zelfs Amerikaanse schrijvers nog een voorbeeld nemen." Hij had in Nederland alleen zichzelf als voorbeeld. Als pionier van gossip- en society nieuws die ook nog impressario werd. Maar hij maakte het wel. Met de musical The Cot ton Club was hij de eerste Nederlandse pro ducent die in Londen op West End stond. „Dat was een enorme kick, een droom die uitkwam. Wat jij achter je schrijfmachine bi- denkt, in grote neonletters terugzien in zo n wereldstad. Prachtig. Dat jaag ik na en dat houdt me jong: dromen waarmaken. Nooit denken dat je er bent. Als je denkt dat je er bent, ben je er geweest." Hoe het oordeel over hem ook uitvalt, hij brak wel die markt open in het calvinistische Nederland. Hij tilde de sterren op een schild, introduceerde de glitter-verhalen. Met onge kende ijver. Nederlandse journalisten zijn lui, vindt hij. ,;Het feit alleen al dat ze niet gelo ven dat ik zoveel schrijf. In Amerika en Enge land is het heel normaal dat je elke dag een rubriek hebt. En dan doe je er ook nog elke dag radio bij en een paar keer per dag TV. Vergeleken met die mensen doe ik het rustig aan." Enig recht tot vergelijking heeft hij wel, meent-ie. „Omdat ik 38 jaar geleden al ben begonnen te schrijven op de manier waarop ze in Amprika en Engeland schreven. Human interest, meer voor vrouwen. Vrouwen hou den daarvan. Zestig procent van de lezers van Privé is vrouw. Dat houdt meteen in dat veertig procent man is. Die willen we er meer bij gaan betrekken. Met meer verhalen over voetbal. Niet over de sport, maar over de mensen. De story over Kluivert, het drama VanHanegem." En laat niemand aankomen met de smoes dat niemand het blad leest, want daar kan Van der Meyden alleen maar smakelijk om lachen. Gebaseerd op het aantal mensen dat meeleest, bladeren per week ongeveer twee miljoen Nederlanders in Privé. „En als je de criticasters moet geloven, doen ze dat alle maal bij de tandarts en de kapper. Daar moe ten dus al achttien jaar files ontstaan", merkt hij cynisch op. „Vreemd toch dat ze daarvoor niet willen uitkomen. Dat is een raar gevoel van gêne. Typisch Hollands. Het is hetzelfde als met de Telegraaf, vroeger. Niemand las 'm, maar iedereèn wist wat er in stond. Nou ja, mij raakt het niet. Integendeel. Het houdt het leuk. Het is een prikkel En ik hou van prikkels. In het theater, in de journalistiek." Een universeel liefdesverhaal De travestiet is in de mode. Mannen in vrouwenkleren boeken overal succes. )p IV en op toneel. In het Neder lands Congresgebouw wordt ingespeeld op die trend. Tot 25 november loopt daar tien dagen lang de musical Li la ge aux Eolles, een twintig jaar oude Franse travestieten- klucht van Jean Poirel die ver filmd werd en als musical groot succes boekte op Broad way. In Nederland is Li Cage aux I-'olles na de première in Am sterdam (24*augustus) aan een redelijk succesvolle toer nee bezig. De Nederlandse versie van de musical, in een vertaling van Seth «aaikema, met in de hoofdrollen Jacco van Hennesse en I red Butter trok zowel in stad als provin cie gevulde zalen. „Omdat het stuk humor heeft en emotie", aldus producent Henk van der Meyden van het bureau Stardust dat de musical in Ne derland presenteert. La Cage aux Folies is in elk ge val een optimaal glitterspekta kei, met vijftig medewerkers en 350 kostuums, waaronder jurken van 20.000 gulden per stuk. „Maar daaronder zitten mensen", aldus Van der Mey den. „En om die mensen gaat het. Het is niet zozeer een tra vestietenmusical, maar een universeel liefdesverhaal." 'Als je denkt dat je er bent, ben je er geweest' Henk van der Meyden: „Dromen waarmaken, dat jaag ik na en dat houdt me jong. Nooit denken dat je er bent." gestuurd. Daar lag wat voor me. Bleek een bedrag van duizend gulden te zijn. Lekker natuurlijk. Zo is het balletje gaan rollen." Het stopte pas bij zijn eigen theaterbureau Stardust, waar op kantoor (in de villa in Den Haag) tegenwoordig zo'n twaalf mensen wer ken, voornamelijk vrouwen. Hij mocht het al lemaal doen van de Telegraaf, „als er maar nieuws uitkwam." „En dat is er uitgekomen", zegt hij. „Er is geen journalist in Nederland geweest die zoveel gedaan heeft voor de pro ducenten. Ook voor anderen. Het leverde al tijd prachtige verhalen op. Niks belangenver strengeling, het was vrij ondernemerschap. Van de krant heb ik altijd alle vrijheid gekre gen om te doen wat ik wilde." Hij maakt voor de Telegraaf nog altijd vier pagina's in de week. „En die schrijf ik zelf', zo weerspreekt hij de hardnekkige geruchten als zou daarvoor een team in de weer zijn. „Het kan omdat ik heel snel kan werken. Dat is een kunstje dat ik me al vroeg heb aange leerd. Daarom kan ik ook voor Privé nog din gen doen." k k 'Baby's, bruiloften, begrafenissen'. Grofweg zijn het die drie B's waarmee Privé moet sco ren, volgens Henk van der Meyden. „De emoties van het leven. Daar gaat het om. Het is keihard werken om er aan te komen. Men sen denken vaak dat het leven bij zo'n blad een lolletje is. Feestje hier, receptie daar. Maar zo is het niet. Het is aanpakken, elke week weer scoren. Dat heb je met de verkoop van losse nummers. Heb je geen goed ver haal, dan dondert je oplage meteen in el kaar." De oplage van Privé trekt weer aan, zegt hij. „Goeie zomer gehad, na een mindere tijd. We verkopen nog altijd 450.000 exemplaren per week en we stijgen weer. Privé is nog al tijd marktleider. Ja, het is een poosje minder gegaan. Omdat je zoveel meer TV hebt gekre gen. Waar mensen vroeger een blad pakten, heb je nu programma's als Koffietijd. Maar er komt té veel TV en eigenlijk ben ik wel blij met al die zenders. Hoe meer er komen, des te minder ik kijk. En dat geldt natuurlijk voor meer mensen. Want al die programma's moeten gevuld worden en dat gaat ten koste van de kwaliteit. Het is te meijcen aan de re clame. Nu al zeggen vertegenwoordigers van grote bedrijven dat ze met hun advertenties helemaal terug willen naar de print, naar het gedrukte woord." Hij kent de macht van het géschreven woord als weinig anderen, heeft ondervon den („wat er al niet aan rotzooi over me ge schreven js..") en vooral doen ondervinden. Toch zou hij zich zonder enig voorbehoud la ten interviewen door de verslaggevers van Privé. „Omdat we eerlijk schrijven. Want dat doen we. Waarom kiest Linda de Mol anders nog steeds voor mij en Privé? Waarom laat Willeke Alberti haar verhalen door mij schrij ven? Dat kan toch alleen als je hun vertrou wen hebt. Ik zou wel gek zijn om dat te be schamen. Maar aan de andere kant moet je natuurlijk niet bang zijn om je eigen mening te geven. Kritisch moet je altijd blijven, maar wel oprecht kritisch. Je moet niet zomaar iets schrijven om iemand onderuit te halen. Doen we ook niet. Kijk, mensen die het er niet mee eens zijn hou je altijd, dus hou je ook processen. Maar relatief gezien worden er tegen ons maar weinig gevoerd." Achtenendertig jaar geleden is hij ermee be gonnen, met de showbizz-journalistiek. Het was niet helemaal vreemd dat hij al snel die kant opging. Zijn vader was weliswaar slager in Den Haag, iriaar zijn moeder en zijn oma waren van ander vlees geboetseerd. Moeder Van der Meyden was danseres bij de Bouw meester-revue, grootmoeder bestierde een artiestenpension. Er was een verblijf bij de Nieuwe Haagsche Courant voor nodig om hem de weg te wij zen. „Een streng christelijk blad waar veertig jaar geleden op zondag niets gebeurde, of niets werd geacht te gebeuren. Ik werd een keer bijna ontslagen toen ik op die dag bij het circus was geweest. Niemand zou dat gewe ten hebben, maar de clown zocht iemand om voor lui te zetten en ik meldde me aan. Dat werd doorverteld aan de hoofdredacteur en ik kon bijna vertrekken. Later maakte ik ook nog een smeuïg stukje over een ongeluk dat op zondag was gebeurd en daarmee had ik het helemaal gedaan. Dat was een stukje voor de Telegraaf zei de man, en daar zat ik een paar maanden later dan ook." Als Haags politieverslaggever („op de fiets") van die krant brak hij vervolgens door naar de wereld van de glitter en glamour dank zij een verhaal over Van Cliburn. Die Amerikaanse pianist had op het toppunt van de koude oorlog het Tsjaikovski-concours in Moskou gewonnen en was tijdens een verblijf in Nederland voor de vaderlandse pers nogal moeilijk te benaderen. „Stuur die Van der Meyden er maar op af', moet Telegraaf- hoofdredacteur Stokvis geroepen hebben. Die zat, volgens eigen zeggen, binnen een kwartier bij Van Cliburn aan tafel in het Haagse restaurant De Witte Brug, kreeg de man zover dat hij nog die avond in het Kur- haus optrad, waar prins Bernhard op dat mo ment was, en had zijn geheel eigen verhaal. „Voor die tijd had ik ook al eens een hoor spel geschreven", diept Van der Meyden uit zijn geheugen op. „Was ik mee naar regisseur Kommer Klein gestapt. Die was niet thuis. Heb ik in de winter, voor de deur tweeëneen half uur op 'm zitten wachten. Toen hij kwam, vroeg ik of ik mijn hoorspel voor mocht lezen. Dat mocht. Ik kreeg eerst een kop soep van zijn vrouw, daarna deden we met z'n drieen het hoorspel. Terwijl ik dacht dat ik er nooit meer wat van zou horen, was het een week later de hoofdfilm, zoals dat heette, in de Radioscoop van de AVRO." Het verhaal over Van Cliburn en het uitge zonden hoorspel („Ik wist dus van de me dia"), maakten Van der Meyden meteen tot de meest geschikte kandidaat om voor de Te legraaf de eerste showpagina's te gaan ver vaardigen. „Elke dag. Soms schreef ik wel ne gen pagina's per week omdat er ook een vrouwenpagina bijkwam, een jongerenpagi na, de life-style. Dat hou je geen week vol, riepen ze destijds en dat dacht ik zelf ook. El ke dag de studio's in Hilversum af, dan naar de krant en dan ook nog de recensies schrij ven, dat was wel eens zwaar." Tt 'La Cage aux Folies', een musical met in de hoofdrollen Jacco van Renesse (links) en Fred Butter, toto Pl< Met onverholen trots gaat hij voor in de riante Haagse villa die hem tot kantoor en woonhuis dient. „Vroeger van de familie Van Nelle géWeest", meldt hij terloops. „Geheel in Jugendstil. De woonkamer, de keuken. Prachtig toch, ik woon hier nu twee jaar, ik ga hier nooit meer weg." Hij duwt een deur open: „Mijn werkkamer." Schrijfmachine op de grond en op het bureau. „Nee, geen com puter, tot ergernis van mijn vrouw. Alsjeblieft zeg, geen computer. Ik tik en. ik blijf altijd tik ken. Tikken is mijn lichaamsbeweging. Tik ken is emotie." Emotie. Het is het handelsmerk van Henk van der Meyden (58). Als Telegraaf-journalist introduceerde hij bijna veertig jaar geleden de showbizz-journalistiek in Nederland, als hoofdredacteur van Privé maakte hij er een keihard vak van en als directeur van het im- pressariaat Stard,ust beweegt hij zich aan de andere kant van het toneel. Een verstrenge ling van belangen waar hij vaak om werd ver guisd. Zelf zit hij er niet mee („Ik schrijf toch ook over produkties van anderen"), maar collega's buitelden nogal eens over hem heen. „Gewoon jaloezie", schokschoudert hij en die uitspraak laat zich steeds breder sta ven nu zelfs het dagblad dat zich als dè kwa liteitskrant van Nederland afficheert een ru briek als de zijne publiceert. Het verkoopt en daarom wordt roddel tegenwoordig alom be noemd als de 'human interest' waaronder Van der Meyden zijn verhalen altijd al kwali ficeerde. „Dat ik geïmiteerd word, vind ik een mooi compliment. Een triomf en als je dat liever schrijft: een 'grote triomf." Er zijn maanden dat er 'inclusief de artiesten' vijf, zeshonderd mensen voor hem in touw zijn. Althans, voor Stardust, het theaterhu- reau van hem en zijn vrouw Monica (Strot- mann). Hij is de 'creatieve' man op de ach tergrond - „Ik bedenk de projecten" - zij heeft de dagelijkse leiding. Samen organise ren ze van alles. „Van klassiek concert, tot circus." Dezer dagen produceren ze een musical. In het Congresgebouw in Den Haag loopt La Cage aux Folies - „Een compleet avondje uit, met een geweldige show" - rond kerst zijn het circussen. „Vier tegelijk. In Dresden, Hamburg, Stuttgart en Carré", somt hij op. „Problemen met het kerstdiner hebben we dus niet, want we zijn beide dagen wel er gens aan het kijken." Hij is via de journalistiek het impressariaat ingerold. „Bij toevaL Na het Tsjaikovsky-con- cours van 1966 in Moskou, dat Emmy Verhey won. Terug in Amsterdam zat ik met haar in een taxi en de chauffeur herkende haar. Thuis dronken we nog een glaasje wijn. Na een fles vroeg ik: wat wil je nu nog meer? Met Krebbers yiool spelen in het Concertgebouw, zei ze. Regelen we toch, riep ik overmoedig. Het lukte ook nog, het was in een ochtend uitverkocht en ik had een prachtig verhaal voor de krant. Daar ging het me om, maar een paar dagen later werd ik door de toen malige hoofdredacteur Stokvis naar de kas Hij is de pionier van de society- en gossipjournalistiek. drong met zijn blad Privé diep door in de wereld van glitter en glamour en brengt met zijn bedrijf Stardust grote produkties naar Nederland. Zoals de Broadway-musical La Cage aux Folies die in bet Haagse Congresgebouw loopt. Henk van der Meyden. Hij werd heel lang verguisd, maar de tijden zijn veranderd. De maatschappij heeft afgerekend met de achtenswaardigheid. Tegenwoordig moeten steeds meer collega 's me imiteren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1995 | | pagina 33