Iran heeft er
belang bij dat ik
in leven blijf
Cultuur Kunst
Salman Rushdie vreest geen free-lance-fanatiekelingen
DINSDAG 17 OKTOBER 1995
Salman Rushdie. De inhoud van zijn
roman 'De Duivelsverzen' wordt nog steeds
gezien als een belediging voor de islam. Nog
altijd hangl het doodvonnis dat Khomeiny
in 1989 tegen hem heeft uitgesproken
boven Rushdie's arme schrijvershoofd.
Fatwa - het woord is inmiddels ook
gemeengoed geworden in de Westerse
wereld. Rushdie moet een getekende zijn.
Een man die schrikt van zijn eigen
schaduw en in elk gerucht de zachte zolen
van zijn moordenaars meent te horen. Nee
dus, al blijft de auteur op zijn hoede, „want
je moet natuurlijk nooit morgen al meteen
gaan geloven wat Iran je vandaag vertelt.
Maar zijn 'gewone' schrijversleven heeft
Rushdie inmiddels weer opgepakt. Onlangs
verscheen 'De laatste zucht van de Moor',
een lijvige roman overeen kleurrijke
familie in Bombay. Onder de ijzeren blik
van veiligheidsagenten zochten wede
schrijver op in een geheim vertrek in
Londen.
Maandag 15.00 uur. In 'the main lobby' van
hotel /.us en zo. Zo luidde de afspraak met
Rushdie. Hij belde zelf. We zijn wat te vroeg
en nemen plaats in de lobby, die een Victo
riaanse rust ademt. De secondenwijzerop
de klok boven de receptie schrijdt voort.
Om vijf voor drie gaat er aan een tafeltje
verderop een in driedelig grijs geklede jon
geman de krant zitten lezen. Hen van de ve
le effectenhandelaren die Honden rijk is.
Precies om drie uur staat hij op. ,,You are
Mister eh....?" Na de bevestiging komen er
meteen drie, vier, gerichte vragen. Vragen
zo scherp als foto's.
Natuurlijk zit Rushdie niet in het hotel waar
we hebben afgesproken maar een paar
blokken verder. In een hotel waarvan de
grandepr je al van verre tegemoet blinkt,
met gangen breed als Parijse boulevards.
Nadat de veiligheidsman een roffeltje heeft
gegeven op een kamerdeur, een roffeltje
waar systeem in moet zitten, worden we ge
confronteerd met nog drie jongens van zijn
kaliber. En dan mogen we naar mr. Rush
die.
In een met veel kunst gestoffeerde suite, in
een zachte crapaud, zit de auteur. Waakza
me, aftastende, ogen. Een flauw lachje om
de lippen, een lachje dat wat scherpere
trekken krijgt na de vraag hoe hji in hemels
naam nog de mentale rust heeft Icunnen
vinden om zo'n pil van een boek te schrij
ven, een boek dat af en toe ook nog eens ui
terst humoristisch is.
Rushdie: „Het is altijd moeilijk om een boek
te schrijven. Maar ik heb tegen mezelf ge
zegd dat ik de situatie niet moest gebruiken
als excuus om niet te werken. Veel auteurs
hebben in dit soort omstandigheden moe
ten schrijven. Al in het begin dacht ik: ik
laat niet mijn hele leven door die fatwa ver
giftigen. In die val wilde ik niet trappen. Ik
had boos ofbitter kunnen gaan schrijven.
Als een soort revanche. Dat heb ik weten te
vermijden."
„Maar er lag nog een ander gevaar op de
loer, namelijk dat ik bepaalde dingen niet
meer zou durven opschrijven. Dat ik niet
meer over de grens zou gaan waarachter de
gevaarlijke stof lag te wachten, waar zich
dus juist het interessante materiaal voor
een schrijver bevindt. Ik zei tegen mezelf
dat ik dezelfde boeken zou moeten blijven
schrijven als voor de fatwa."
Wie denkt er nu aan schrijnen
als er elk moment een moord
brigade op Heathrow kan arri
veren?
„Het is natuurlijk wél mijn beroep. Als ik
timmerman was geweest, was ik blijven
doorgaan met het maken van tafels. Maar
niet alleen dat speelt mee. Door te blijven
schrijven, voelde ik dat ik de roman ais
kunstvorm kon verdedigen. Het was een
aanval van mijn kant. Dat er nog steeds
heel vreemd wordt gedacht over wat een
romanschrijver mag en over wat een roman
is, bewijst een boek als 'De Duivelsverzen'.
Het best mogelijk antwoord op mijn lot was
het schrijven van een goede roman."
'De laatste zucht van de Moor' is,
zo heb ik gehoord, verboden in
India?
„Het boek is helemaal niet verboden. Dat
zijn alleen maar geruchten. Er zijn vele dui
zenden exemplaren van verkocht in India.
Van de lezers en de critici heeft deze roman
de beste kritiek gehad die ik ooit heb gekre
gen. Het boek is een reusachtig succes ge
weest. Nee. een van de volgelingen van een
bepaalde politicus in Bombay heeft gezegd
dat die politicus mijn boek niet leuk zou
vinden en dat bij de verspreiding ervan zou
tegengaan. I lij heeft gewoon zijn baas wil
len likken. Maar ook in Bombay is mijn
boek niet officieel verboden. Er is wel spra
ke geweest van intimidatie en bedreiging
van boekhandelaren. En daarvan zijn som
migen zenuwachtig geworden. De minister
president van India heeft me in de tussen
tijd gevraagd om een gesigneerd exemplaar
van mijn roman. India is een democratisch
land. Het is niet makkelijk om daar een
boek te verbieden."
Sommige critici hebben geschre
ven dat uw boek een rouwzang
is voor de teloorgang van de cul
turele verscheidenheid in India.
Hen teloorgang die wordt be
werkstelligd door de hindoe
fundamentalisten. Is dat zo?
„Zo erg is het gelukkig nog niet in India.
Maar die culturele verscheidenheid wordt
wel bedreigd. Dat speelt overigens niet al
leen in India maar ook in Europa. Kijk maar
naar dat nationalisme. Mensen voelen zich
kennelijk ineens door die culturele ver
scheidenheid bedreigd. Toen de Muur in
Berlijn viel, is iedereen begonnen met het
bouwen van barricades om zichzelf heen.
Toen de muur viel, dachten we toch: o, nu
zal alles in elkaar overstromen. Het tegen
deel is het geval geweest. En dat zie je
overal, ook in het voormalige Joegoslavië.
Wat anders is, is nu opeens verdacht."
De vrouw is in uw boeken vaak
sterker dan de man. sterker van
geest. Hoe komt dat?
„Als je nu naar India gaat. zul je een grote
verscheidenheid aan enorm sterke vrouwen
ontmoeten. Ze zijn origineel, extravagant
soms. De mannen daarentegen dragen
saaie, grijze, pakken en praten over zaken.
Ik kom uit een familie waar maar erg weinig
jongens waren en veel vrouwen. Ik heb
twee zusters en geen broers. Er was bij ons
altijd een tekort aan jongens. Ik ben opge
groeid met vrouwen."
Hn mevrouw Schimmel, de ara
bist die min of meer heeft gezegd
dat u die fatwa aan uzelf te dan
ken hebt? Die mevrouw die afge
lopen zondag op de Frankfurter
Buchmesse de Vredesprijs heeft
gekregen van de Duitse presi
dent?
„Om je eerlijk te zeggen: ik heb geen idee
wie die mevrouw is. Ik heb geen behoefte
om in het strijdperk te treden met een gek
ke, oude vrouw. Ze is een oude dame en
ongetwijfeld zegt ze een hoop domme din
gen. Ze is voor mij niet van belang."
„Maar er blijven natuurlijk wel een paar
vragen. En daarom begrijp ik ook wel dat er
een rel is ontstaan over die kwestie in
Duitsland. Maar die vragen hebben niet zo
zeer te maken met mevrouw Schimmel als-
wel met het instituut van de Frankfurter
Buchmesse. Met het besluit van de organi
satie om deze prestigieuze prijs aan haar te
geven. De prijs gaat normaal altijd naar de
grootste schrijvers van de wereld. Schimmel
past niet in die categorie. En dat is eigen
aardig. Waarom men haar die prijs heeft
toegekend, is een veel interessantere vraag.
En waarom was de president, ook na al die
kritiek die loskwam, toch nog bereid om
haar die prijs te geven? Dat is een interes
sante vraag. Mevrouw Schimmel verdient
het om terug te zinken in de anonimiteit
waarin zij zich bevond."
Hebt u veel steun ondervonden
in die zeseneenhalf jaar? Was
het voor mensen die u na ston
den niet'verschrikkelijk moei
lijk?
„Vrienden hebben zich in dichte gelederen
om me heen geschaard. Ze gingen heel ver
in hun behulpzaamheid. Ik heb nu veel
meer vrienden dan ik zeseneenhalf jaar ge
leden had. Daarin ben ik eigenlijk nooit te
leurgesteld. Er zijn wel een paar schrijvers
geweest van wie ik had verwacht dat ze met
me zouden sympathiseren en die dat niet
hebben gedaan, zoals John Burger en John
le Carré. De namen van de mensen die je
hebben aangevallen, onthou je. Maar er
hebben duizenden mensen aan mijn kant
gestaan."
Tegen het einde van uw roman
geeft de Moor fe kennen dat hij
in slaap zal vallen. Dat doet hij
namelijk altijd wanneer hij in
moeilijkheden verkeert. Kent u
dat gevoel zelf ook?
„Dat is inderdaad autobiografisch, ja. Dat
zit in onze familie. Ik heb dus niet veel sla
peloze nachten gehad. En ook heb ik nooit
over de fatwa gedroomd. Ik denk dat ik er
overdag al genoeg mee bezig was. Gek ge
noeg hebben in een bepaalde periode wel
veel mensen over mij gedroomd. Ik heb van
volkomen vreemden mensen brieven gehad
waarin ze schreven dat ik opdook in hun
dromen. Het waren geen erotische dromen.
Die dromen hadden altijd te maken met het
redden van mijn leven. Allemaal waren die
mensen in hun droom druk bezig met het
redden van mijn leven. En dat vond ik erg
ontroerend. Dat ik het droomleven van de
wereld was binnengegaan."
Hoe heeft uw zoon dit allemaal
ervaren?
„Mijn zoon is nu zestien. Hij was negen jaar
toen dit begon en dat was verschrikkelijk
moeilijk. Er zijn natuurlijk ook voor hem
voorzorgsmaatregelen genomen, rriaar daar
ga ik liever niet op in. Het is bewonderens
waardig hoe hij er doorheen is gekomen.
Want hij had natuurlijk als een probleem
kind kunnen opgroeien. Ik heb hem wel al
les uitgelegd. Want ik ben ervan overtuigd
dat het grootste gevaar wordt veroorzaakt
door onwetendheid."
Denkt u dat de fatwa ooit nog
wordt herroepen?
„Het gekke is dat zelfs mensen die me door
de jaren heen hebben gesteund, zeiden dat
er geen oplossing meer mogelijk was. 'Arme
jongen', zeiden ze, 'hier is niks meer aan te
doen'. Maar er is wel wat aan te doen. Naar
mijn mening is de fatwa een politieke be
slissing geweest die ze in een religieus jasje
hebben gestoken. Als je het zo ziet, dan
volgt daaruit dat de oplossing ook een poli
tieke moet zijn. Wat ik dan ook heb gepro
beerd, is de machten in Europa over te ha
len stelling te nemen en dit dreigement
voor mij weg te nemen."
Officieel kunnen ze die dreiging
dan misschien wel wegnemen,
maar is het zaad al niet gezaaid
in het hoofd van de 'gewone'
man?
„Ik hoor dat wel meer en dat heeft iets ab
surds. Een hoop mensen maken zich be
zorgd over het idee van een free-lance-fa-
natiekeling. Maar ik maak me daar niet echt
grote zorgen over. Alle aanslagen die tot nu
toe hebben plaatsgevonden, zowel die in
Noorwegen. Italië als Japan, zijn terug te
voeren op de Iraanse regering. Er is geen
bewijs voor dat een aantal free-lancers de
prijs die op mijn hoofd is gezet, wil verdie
nen."
„En dat is niet alleen mijn mening maar
ook die van de regeringen in Europa en el
ders. Iedereen is het erover eens dat we hier
te maken hebben met politieke activiteit
van de staat Iran. Er wordt op dit ogenblik,
zoals u weet, door de Europese Unie grote
druk uitgeoefend op de Iraanse regering om
de fatwa in te trekken. En er is goede grond
om aan te nemen dat men op een zeker
ogenblik overstag zal gaan."
„De druk van Europa is nu sterker dan ooit.
Natuurlijk kan het nog sterker. Als u mij zou
vragen wat ik echt zou willen, zou ik zeg
gen: gooi Iran uit de Verenigde Naties. En
boycot het, economisch gezien, totaal. Dan
heb je Iran in vijf minuten op de knieën. Op
het moment dat je een economisch wapen
tegen deze mensen gebruikt, gaat het erg
snel. Ik heb maar zo het gevoel dat we niet
meer ver van het einde van deze affaire zijn
verwijderd. Er is onderling tussen de landen
ook veel overleg. Het moet een keer stop
pen. Als iedereen op dit moment wat har
der begon te duwen, denk ik dat het zou
lukken. Want Iran is economisch gezien erg
zwak. Iran heeft een goede verstandhou
ding nodig met Europa."
„De dreigende geluiden die ik nu uit Iran
hoor, beschouw ik toch een beetje als kreto
logie. Rafsanjani was eerder dit jaar in India
en daar zei hij dat men niet meer de inten
tie had mij te dodbn. En ook de Iraanse mi
nister van Buitenlandse Zaken heeft dat
hier voor de BBC gezegd. Ik heb het gevoel
dat ze hebben begrepen dat ik in leven
moet blijven... Als er iets met me gebeurt,
zijn de gevolgen voor Iran catastrofaal. De
schade die daardoor wordt toegebracht aan
hun eigen belang zal reusachtig zijn. Dat is
het ironische van alles. Ik denk dat het in
het belang is van Iran dat ik in een zeer
goede gezondheid blijf.
„Wat zo vreemd is aan die hele kwestie
rond The Satanic Verses' is dat ik niet uit
Iran kom en ook geen steile moslim ben.
Het idee dat een Iraanse geestelijke enige
autoriteit zou hebben in deze zaak, is bizar.
Alsof de aartsbisschop van Canterbury een
Roomskatholiek terdood verdoordeeit. De
ze fatwa heeft niets te maken met religie, al
leen maar met politiek."
„Kijk, het recht van mensen op hun reli
gieuze beleving moet worden beschermd.
Die mensen moeten niet worden vervolgd.
Als hier in Engeland de moslims zouden
worden vervolgd op grond van hun geloof,
sta ik aan hun kant. Maar dat betekent niet
dat je geen vraagtekens mag plaatsen bij
hun ideeën."
„Wat de bijbel is voor westerse schrijvers, is
de Koran voor mij. Ik ben opgegroeid met
die verhalen, ze behoren tot mijn culturele
bagage. Maar dat zegt niets over mijn reli
gieuze beleving. Ik kijk naar die verhalen
met het oog van een kunstenaar. De Engel
se schilder Stanley Spencer schilderde Jezus
in een roeiboot op de Thames, met een glas
champagne in zijn hand, en niemand die
zei: 'Dat is een belediging van Christus'. Je
gebruikt als schrijver de verhalen die je
hebben beïnvloed en vindt ze weer op
nieuw uit, geeft er je eigen karakter aan. Ik
beschouw dat niet als een belediging, dat is
je natuurlijke functie als schrijver. Maar ze
hebben me voor de voeten geworpen dat ik
God opzettelijk had beledigd. Dat is in de
verste verte niet het geval geweest. Ik heb
altijd gezegd dat God geen problemen heeft
met 'De Duivelsverzen'."
„Als er geen God bestaat, dan is het evident
dat hij geen problemen met het boek heeft.
Maar zelfs al zou er wel een God zijn, dan
zou het wel een hele vreemde God zijn als
hij door de publikatie van deze roman zou
zijn geschokt. Dat zou dan een hele breek
bare God zijn. Het probleem komt van de
mensen die er zich op laten voorstaan dat
ze de geest en de gedachten van God ken
nen. Dat zijn de gevaarlijkste mensen."
„Het ergste wat er kan gebeuren is dat deze
situatie blijft voortduren en er een patstel
ling komt voor onbepaalde tijd. Maar daar
op wijzen de ontwikkelingen van de laatste
tijd niet. Het ergste is natuurlijk dat iemand
me alsnog zou doden. Dat is nog altijd mo
gelijk. Maar ik verwacht het niet. Ik denk
dat Iran binnen zes maanden het verlossen
de woord zal spreken. Ik hoop het. Want ik
kan je wel zeggen dat dit verschrikkelijk is.
Maar ik heb nog het geluk dat ik een schrij
ver ben. Dat ik dit kan absorberen en kan
weergeven in de vorm van kunst. Zo heb
ben schrijvers altijd gereageerd op hun on
geluk. Het laatste beeld dat we van Man-
delsjtam hebben in de wereld, is een Man-
delsjtam die in de trein zit naar god-wect-
waar en die telkens weer een nieuw gedicht
uit het raam gooit."