Sportverenigingen op zoek naar trainers met diploma Afrika is meer dan het armste continent Feiten Meningen Aftreden Japanse minister getuigt van rijpingsproces Landbouwdebat zorgt voor frisse wind DINSDAG 10 OKTOBER 1995 NIEUWSANALYSE Een ernstige taxatiefout heeft de Japanse minister van justitie, Tomohara Tazawa, zijn baan gekost. Gisteren diende hij zijn ontslag in nadat een Japanse krant vrij dag had onthuld dat Tazawa een 'geheim pact' had ge sloten met de oppositiepartij Shinshinto om lastige vra gen over een omstreden privé-lening van 3,3 miljoen gulden te voorkomen. Officieel heet het dat Tazawa - pas twee maanden in functie - is afgetreden 'om de voortgang van parlemen taire zaken niet te hinderen'. Maar duidelijk is dat Tazawa het slachtoffer is geworden van een rijpings proces in de Japanse politieke verhoudingen waar (tot voor kort) alles om geld en stemmen draaide. Tot twee jaar geleden kon een politicus van de Libe raal-Democratische Partij, de partij van Tazawa, doen en laten wat hij wilde. De LDP had een monopolieposi tie en kon bij elke verkiezing erop rekenen weer een ab solute meerderheid in het parlement te krijgen. Boven dien was de LDP meer een dekmantel voor hebzuchtige en op macht beluste individuen dan een politieke partij zoals West-Europa die kent. Er bestond geen partijpoli tiek en dus ook geen partijsolidariteit. Bovendien was de tegenkandidaat vaak ook van de LDP. Kortom, iedere kandidaat moest zelf maar zien hoe hij werd gekozen. Daarvoor had hij geld nodig, veel geld. In ruil voor die klinkende munt werden bedrijven gepaaid: ik zal in Tokyo lobbyen voor een nieuwe brug, een snelweg of een nieuw provinciehuis en dan krijgen jullie de orders. Kon hij zijn beloften waarmaken, dan kon hij bij de volgende verkiezingen weer op grof geld rekenen. Welke duistere financiële relaties een parlementariër of minister had, bleef tot voor kort geheim. Twee jaar geleden zou niemand ook maar iets onregelmatigs aan Tazawa's gedrag hebben opgemerkt. Hij had tweehon derd miljoen yen (circa 3,3 miljoen gulden) van een boeddhistische organisatie geleend om zijn verkiezin gen te financieren. Vervolgens had hij deze bron van in komsten verzwegen toen in augustus alle leden van het kabinet hun bezittingen en schulden openbaar maak ten. Maar daarbij keek men niet op een miljoentje of wat. En dus maakte Tazawa zich geen zorgen. Totdat de oppositiepartij Shinshinto dreigde hem over de lening aan de tand te voelen om zo de LDP in diskrediet te brengen. Hoe kon hij zijn naam redden? Hij stelde Shinshinto een ruil voor. Zij zouden hem niet ondervragen over zijn zwarte lening, hij zou er alles aan doen om de herziening te voorkomen van de Wet op de Religieuze Organisaties, voor de huidige regering een politiek heet hangijzer. De coalitieregering van premier Murayama namelijk wil de wet veranderen om grotere controle te kunnen uitoefenen op religieuze organisaties. Zo moeten illega le activiteiten worden voorkomen, zoals onlangs de gif gasaanslag in de metro door de sekte van de Hoogste Waarheid (Aum Shinrikyo). Shinshinto wil echter geen veranderingen. De partij zou zo de financiële en politie ke steun van de grootste boeddhistische organisatie in Japan kwijtraken. En Shinshinto wil ook verdeeldheid zaaien over deze kwestie in de huidige coalitieregering om zo het kabinet ten val te brengen. En dus meende Tazawa met het 'geheime pact' in elk geval zijn eigen positie te hebben veiliggesteld. Geen wijziging, geen lastige vragen. Echter, de justitie-minis- ter taxeerde het huidige politieke klimaat verkeerd. Het was hem kennelijk ontgaan dat er recent het een en an der in de Japanse politiek is veranderd. Sinds de invoering van een nieuw kiesstelsel in janu ari van dit jaar is het afgelopen met de geld-en-lobby- politiek, althans dat is de bedoeling. Kiezers kiezen op partijen en niet meer op individuen. Het is dus zaak dat partijen en hun kandidaten een programma hebben om kiezers aan te trekken en te houden. Daarbij past het niet om in het geniep afspraakjes te maken met de oppositie, de tegenstander. Zeker niet wanneer die par tij bezig is om de poten onder de stoel van het kabinet door te zagen. Tazawa heeft ondervonden dat er in de Japanse poli tiek nieuwe spelregels gelden. Zijn aftreden laat zien dat er een rijpingsproces gaande is: de politicus valt om politieke redenen, namelijk wanneer hij handelt tegen het belang van het kabinet in en, erger nog, tegen het belang van zijn eigen partij. Geleidelijk verschijnt ook in Japan een parlementaire democratie aan de horizon, waarbij een regering ten val kan komen en de oppositie haar plaats kan ii TOKYO «JUDITH STALPERS CORRESPONDENT WIM STEVENHAGEN Uitspraak Hoge Raad over sportletsel dwingt clubs tot professionele begeleiding In de Nededandse sportwereld bestaat een groot tekort aan gediplomeerde begeleiders. Dat kan grote gevolgen hebben. Sportverenigingen zonder gediplomeerde trainers kun nen tegen hoge schadeclaims oplopen vanwege nalatigheid. Afgelopen vrijdag kende de Hoge Raad een schadeclaim toe aan een 25-jarige vrouw uit Emmen, die invalide is sinds zij in 1986 tijdens het turnen uit de ringen viel. Sommige bonden, zoals de KNVB en KNLTB, hebben in de reglementen staan dat hun verenigingen begeleiders met een licen tie moeten hebben. Na de uitspraak van de Hoge Raad zullen andere bonden niet lang op zich laten wachten, vermoeden verzekeraars en sportbonden. De Hoge Raad stelde afgelopen vrijdag de turnvereniging van de Emmense vrouw aansprake lijk, omdat zij een gevaarlijke oefening deed zonder dat een gekwalificeerde begeleider daarbij aanwezig was. Zij viel op haar hoofd naast de mat. Over de hoogte van de schadeclaim is nog niets bekend, maar ge ruchten spreken van één tot twee miljoen gulden. Dat be drag moet worden uitgekeerd door de verzekeringsmaat schappij waarbij de club van de vrouw was verzekerd. Bij veel verenigingen hebben ouders of jonge leden zonder de vereiste papieren de leiding over een groep sporters. Door het arrest van de Hoge Raad zou daar wel eens snel een ein de aan kunnen komen, denken sportbonden en verzekeraars. En ook de verzekeringspolis over aansprakelijkheid zal nog eens worden bekeken. Geen en kele bond of vereniging zal het risico nemen tegen een enorme schadeclaim op te lopen. „Veel sportverenigingen heben een tekort aan kader, laat staan dat ze kader met een diploma hebben", weet B. Bockom Maas, jurist van de Nationale Federatie van Werkers in de Sport, een vereniging die onder andere 23 trainersverenigingen huisvest. Volgens haar is meer geld de oplossing, want gediplo meerde begeleiders hebben een cursus gevolgd en willen daar voor graag iets terug zien. De verenigingen hebben dat geld niet, aldus de jurist. Bockom Maas: „Sportverenigin gen willen altijd voor een dub beltje op de eerste rang zitten. Ze proberen de contributies zo laag mogelijk te houden, omdat ze bang zijn dat het leden kost. Maar ik denk dat leden best wat meer geld over hebben voor een vereniging met deskundige be geleiders. En dat hoeft geen honderd gulden meer te kosten. Dat kan tientjeswerk zijn". De juriste verwijst naar de fit ness-beoefenaars die soms drie of vier maal zoveel geld aan contributie uitgeven. „In de tennissport verdienen de ten- nisleraren hun brood met les geven en in de top van het voet bal zie je hetzelfde." De KNVB heeft zelfs in haar re glementen staan dat 1 een diploma moeten hebben. De grootste sportbond (één mil joen leden) eist dat elke training door een bekwaam begeleider wordt verzorgd. Ook de tennis- bond KNLTB en de Judobond JBN stellen deze eis. De gym- nastiekbond KNGB is dit jaar gestart met een licentiebelejd: over ongeveer drie jaar moeten alle verenigingen begeleiders hebben die over de juiste papie ren beschikken. De leden van deze derde sportbond van Ne derland (260.000 leden) zijn via hun lidmaatschap WA verze kerd tot een maximum bedrag van 2,5 miljoen gulden. Volgens directeur B. Verkerke van het NOC'NSF zal zijn orga nisatie in de toekomst eisen dat zijn leden (de bonden) gediplo meerde begeleiders heeft. Hij ziet daar zelfs een reden in om bonden te weigeren. Een niet gediplomeerde bege leider is niet altijd verantwoor delijk voor letsel. Iedere sporter is aansprakelijk, omdat hij weet dat hij kans loopt op blessures. De gevolgen voor de begeleiders komen pas aan het licht wan neer blijkt dat dingen gebeuren die onverantwoord zijn. Zoals in Emmen. Het meisje moest een gevaarlijke oefening doen, waarbij geen gediplomeerde be geleider aanwezig was. Er waren alleen enkele leerlingen ter plekke om haar op te vangen. Volgens verzekeraar Nationale Nederlanden is het niet de eer ste keer dat instructeurs of be geleiders aansprakelijk worden gesteld voor schade door leden van verenigingen. Meestal kwa men beide partijen al snel tot een schikking. En het Verbond van Verzekeraars denkt niet dat de verzekeringsmaatschappijen hun premies moeten verhogen vanwege dit arrest. Wel ziet het verbond een trend in slachtof ferbescherming. Steeds vaker komt het voor dat slachtoffers van bijvoorbeeld slechte ar beidsomstandigheden of ver keersongevallen door de rechter in het gelijk worden gesteld en een schadeclaim krijgen toege wezen. En daaraan hangt een prijskaartje, aldus de woord voerster. DEN HAAG RAYMOND BEAARD Demonstrerende boeren bepa len deze dagen weer het nieuws. Was een half jaar gele den de waterschade aanleiding de straat op te gaan, nu is het 't mestbeleid. Bij de TV worden de beelden van de giertonnen weer uit het archief opgeduikeld en het beeld van de klagende boeren wordt opnieuw beves tigd. „Ten onrechte", meent M. Geessink, een van de grote animatoren van het twee jaar geleden gestarte Nationaal Landbouw Debat. „Er waait al lang een nieuwe wind in boe renland." Vrijwel onopgemerkt door de buitenwereld is de landbouw de afgelopen twee jaar bezig ge weest de crisis te bespreken. Een centrale rol daarin speelde de Stichting Ter Zake, organisa tor van het Nationaal Land bouw Debat. Een debat voor en door de boeren, waarbij de moeilijkheden met eigen oplos singen worden aangepakt, was daarbij het uitgangspunt. Geessink is verbaasd over het succes van de actie. Wat begon als een platform voor de land bouw om in eigen kring de cri sis te bespreken, is uitgegroeid communiceren van boeren, burgers en buitenlui. „We gin gen uit van een stuk of twintig debatten, maar we komen uit eindelijk op 92 stuks uit." Vroeger zouden de problemen worden aangepakt door een werkgroep te formeren die het probleem in kaart zou brengen en oplossingen zou formuleren. „Die aanpak is niet meer van deze tijd, dus besloten we dat de sector zelf de oplossingen voor het probleem aan moet dragen. Op die manier krijg je ook verschillende oplossingen aangereikt." Dat betekende een breuk met het verleden. De boerenwereld is altijd sterk hiërarchisch geor ganiseerd en de voormannen waren gewend de achterban te vertellen hoe het moest. In de Ter Zake-debatten mochten de voormannen mee discussiëren, maar meer nog moest de ach- terban de mond opendoen. Dat verliep in het begin moei zaam, erkent Geessink. „We zijn begonnen met de varkenshou derij en de akkerbouw, de twee sectoren die toen het diepst in de problemen zaten. In de ak kerbouw was sprake van discus siemoeheid. Bovendien hadden we in het begin te weinig men sen, door de onbekendheid mei het debat. Het debat ging tus sen realisten, die weten dat de oude tijden van gegarandeerde prijzen niet meer terugkomen, en idealisten, akkerbouwers die vinden dat die oude marktsitua tie moet worden hersteld." Het debat over de varkenssector was aanmerkelijk chaotischer. Op de slotbijeenkomst in Wage- ningen vlogen zo ongeveer alle betrokkenen elkaar in de haren, „Een zelfportret van wanorde" moet Geessink erkennen. Toch is de balans positief, vindt hij. „Varkenshouders vertelden el kaar ongezouten de waarheid. Wie niet meekan, moet maar ophouden en voor knoeiers is geen plaats, waren een paar uit spraken van varkenshouders. Bovendien is de sector er van overtuigd dat individualisme plaats moet maken voor sa menwerking." In schril contrast daarmee stond bijvoorbeeld het debat van de melkveehouders. „Die sector doet het goed en is goed georganiseerd. Dat zie je meteen terug in zo'n debat. De neuzen staan dezelfde kant op Ondanks de soms chaotische debatten is er veel meer losge komen dan Geessink vooraf durfde te hopen. „De openbare debatten zijn een nieuwe vorm van communiceren geworden De dialoog tussen de landbouw en niet-landbouw is daar een voorbeeld van. Natuur- en milieu-organisaties en de su permarkten hebben volop mee gediscussieerd." Wie ook niet meer om de nieu we dialoog heenkunnen zijn de landbouworganisaties. De boe ren zijn zich bewuster gewor den van hun positie als onder nemer en zien de noodzaak var verandering. „Boeren zoeken hun eigen weg en willen daarbi hulp van de organisaties. De bt stuurders moeten zich instellen op deze nieuwe rol. Het denker vanuit de oude structuren, waarbij de voormannen d< toren vertelden welke kant het op moest gaan, zijn voorbij. Er blijkt veel meer creativiteit en inzet onder de boeren te zijn dan iedereen dacht." DEN HAAG PEET VOGELS Vluchtelingen in Rwanda, oorlog in Sudan, AIDS in Tanzania en honger in Ethiopië. Dat is het beeld dat in het Wes ten van het Afrikaanse continent bestaat. Een werelddeel dat in de mondiale strijd om welvaart en sociale gelijkheid voorlo pig de slag heeft gemist. Daar waar lan den in Zuidoost-Azië en Midden-Ameri- ka zich verder ontwikkelen, blijven veel Afrikaanse landen achter. De kloof wordt alleen maar groter. Minister Pronk (ontwikkelingssamenwerking) is in de bres gesprongen voor 'het armste conti nent ter wereld'. Als initiatiefnemer en mede-voorzittervan The Global Coali tion for Africa (GCA), maakt Pronk vol gende maand in Maastricht tijdens de tweede GCA-conferentie de balans op. Met andere woorden: wat heeft de inter- nationele gemeenschap de afgelopen ja ren voor Afrika gedaan en ook: wat heeft Afrika zélf gedaan. Aan de vooravond van deze internatio nale conferentie heeft een aantal Afrika nen dat in Nederland werkt, een eigen netwerk opgericht. Deze Association of African Professionals houdt het midden tussen een adviesbureau en een lobby organisatie, gelardeerd met een snuifje public relations. Het netwerk, dat zich komend weekeinde in Amsterdam pre senteert met muziek, theater, gedichten en politieke discussies, telt ongeveer veertig leden. Afkomstig uit diverse Afri kaanse landen en in ons land werkzaam als docent, journalist, musicus, weten schappelijk medewerker, manager, jurist of adviseur. „Wij werken en leven in Nederland, sommigen van ons al vele jaren", zegt één van de initiatiefnemers, de Zimbab- waan Basker Vashee. „En wij maken ons zorgen over het slechte imago dat zwart - Afrika heeft. Natuurlijk, ik ontken niet dat ons continent zich in een ernstige economische crisis bevindt, maar uit on ze eigen ervaring weten wij dat Afrika ook een andere kant heeft. Dat er wel de gelijk democratische processen op gang komen, dat er economische projecten zijn die wèl slagen, dat we in onze strijd tegen AIDS ook successen boeken." Vashee onderkent dat het nieuws over Afrika hoofdzakelijk wordt bepaald door negatieve ontwikkelingen. Dat de media vooral aandacht schenken aan oorlogen, rampen, staatsgrepen en politieke rellen. „Helemaal waar", zegt Vashee, „zoals het ook waar is dat er bij ons momenteel tien oorlogen aan de gang zijn. Daar staat tegenover dat er ook positieve ont wikkelingen zijn. Er is vrede in Angola en in Mozambique. Zuid-Afrika is een suc cesstory en in Somalië lijkt het ook de goede kant op te gaan. Ons idee is om het positieve te benadrukken zonder het negatieve te ontkennen." Volgens Vashee wordt het negatieve oor deel over zwart-Afrika vaak ingegeven door onwetendheid. „Als je de achter gronden niet kent, is het lastig de actua liteit te begrijpen. En als je iets niet be grijpt, gaat de fantasie werken en dan worden zaken snel overdreven. De enige manier waarop wij dit patroon kunnen doorbreken is door het geven van infor matie, het geven van onze interpretatie." „Onze frustratie was dat wij, als Afrika nen, geen enkele invloed uit konden oe fenen op het beeld dat een Nederlander van ons continent heeft. Alleen in eigen kring werd daar veel over gesproken. Dat willen we nu veranderen. Het is toch merkwaardig dat niemand ons om ad vies vraagt wanneer het over Afrika gaat? Buiten rampen is Afrika voor veel Neder landers de ver-van-mijn-bed-show, on dervindt Vashee dagelijks. „Het is niet dat jullie niet willen weten wat er bij ons gebeurt, ik geloof zelfs dat de midden klasse echt bezorgd is, maar er is een re- latie-op-afstand, het houdt jullie niet el ke dag bezig." Voornaamste doel van de nieuwe orga nisatie is zichtbaar te maken dat er Afri kanen in Nederland zijn die bovendien graag hun visie over recente ontwikke lingen in hun werelddeel willen uitdra gen. En adviezen willen geven over hun land, willen bemiddelen bij het leggen van contacten, tips willen geven om de cultuurkloof te overbruggen. Door dedi gelijkse werkzaamheden van de leden van de Association of African Professio- nals bestaat al een netwerkje met univci siteiten, culturele instellingen, organisa ties voor ontwikkelingssamenwerking^ politieke partijen. Uitgangspunt i die contacten te verdiepen en te verbre den tot 'de man in de straat'. Daarbij maakt de groep gebruik van de nu al aanwezige regionale spreiding. De Afn kanen werken 'van Maastricht tot Gro ningen' en zijn zo in staat lokale contac ten op te bouwen. „Probleem voor ons is dat wij worden aangezien voor Surinamers. Niet dat ik wat tegen Surinamers heb, maar hebben onze eigen identiteit, ons eigen gezicht. Dat is een beetje verloren gaan. Wij hopen dat, wanneer wij meei zichtbaar worden, de mensen in Neder land ook meer begrip krijgen voor onze kant van het verhaal. We kunnen niet passief blijven toekijken, want dan zijn we in feite bezig onszelf te vernietigen. We willen op een rationele wijze verkla ren wat er in Afrika gebeurt en waarom Anders blijft alleen maar het beeld han gen van dat ongeciviliseerde continent Afrika waar barbarisme overheerst." AMSTERDAM GERARD CHEL

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1995 | | pagina 2