Nederland fotografeert Amerika voorbij Het nette kwaad ZATERDAG 16 SEPTEMB Denkwijze De Nederlander kickt op kieken, Job Marsman - manager bij Co lorado Film/Capi Color in Lely stad - heeft de cijfers bij de hand. Gemiddeld schiet men jaarlijks 2,6 rolletjes vol. Die score halen ze in fotograge landen als Amerika niet eens. Dat komt omdat fotograferen in Neder land als een gezellige bezigheid geldt. In Amerika zien ze fotografie meer als bewijs: het slagen op de highschool, ontmoetingen met beroemdheden, vastleggen van geleden schade. Marsman kan het weten. Hij zetelt in een kantoor met twee deüren, waarvan de linker toegang biedt tot Colorado (een grote postor deraar op fotogebied) en de rechter tot Capi Color (waar ze veel voor de vakfotografen doen). Dat geeft-hem zowel zicht op de con sumentenmarkt als de zakelijke markt. Achter de linkerdeur selecteren 100 werk nemers elke dag de binnenkomende films (op mat of glans). Voor ontwikkelen en af drukken worden ze in grote rollen aan elkaar geplakt. Dan gaan ze de gretig zoemende af- drukmachine in. Bij elke afdruk meet de computer er in een gedachtenflits van een 1000ste seconde hoelang er belicht moet worden, met welke lichtsterkte, of er groen, blauw of rood bij moet. Dan wordt het nega tief met een felle straal belicht. Wie goed tuurt, ziet de kleur van de lichtbaan telkens veranderen en de lichtsterkte ook. Een won der van techniek waar je lang naar kunt kij ken. Reparaties Het klinkt simpel, en dat is het ook wel, zegt Marsman. Tenminste: als de klanten de film pjes onbeschadigd uit de camera halen en deze zonder tijdrovende bewerkingen de ma chine in kunnen. Maar zo mooi is het leven niet. Er zijn films bij waarvan de hele perfora tie aan flarden is getrokken - foutje bij het te rugdraaien in de camera. Soms zit de film zelfs in vier stukken in de cassette. „Er moeten veel diepe, donkere kasten in Nederland zijn. De mensen doen zelf hun ui terste best kapotte films zelf weer te maken. De brokken zitten dan met plakband of eti ketten aan elkaar, met pleisters, met nietjes." Soms zelfs zijn de stukken met twee-secon- denlijm gerepareerd. Dat'wekt bewondering in Lelystad. Na 22 jaar zijn ze in het Lelystadse lab niet snel meer verbaasd over wat er op de kiekjes zelf staat. Foto's waarop duimen en camera- riemen domineren zullen er tot aan de dag des oordeels blijven. Ach, toch is er veel ver beterd sinds zo'n beetje iedere consument een volautomatische camera in handen heeft. Maar af en toe duikt een leuke variant op. Een wasmiddelfabriek deed een weg- werp-cameraatje met twaalf opnamen in de verpakking. Lang niet iedereen had door wat de voor- en de achterkant van het cameraatje was, want veel filmpjes bevatten na ontwik keling slechts twaalf close-up's van een rech teroog. Veel klanten waren nog boos ook, als ze die filmpjes thuis kregen. Waren ze hele maal naar Kreta op vakantie geweest.... De cameraatjes horen bij de strategie waarmee filmfabrikanten hun omzet willen verhogen. Ze bedachten eenmalige came raatjes voor bijzondere foto's: panorama plaatjes, onderwaterkiekjes. Bij Colorado Film in Lelystad hebben ze daar veel extra werk aan. Ze moeten met veel moeite wor den opengebroken. Medewerkers met 'weg- gooi-corvee' zijn terstond herkenbaar aan de pleisters om de vingers en de verbeten trek rond de mond. Toch zorgde de strategie tot nu toe niet voor meer dan 1 of 2 procent omzetverho- ging. Zelfs de spectaculaire prijsval van af- drukjes leidde niet eens tot een echte toena me. De Nederlander fotografereert niet om dat het goedkoop is, maar omdat hij er een reden voor moet hebben: „Als er in een gezin een baby wordt geboren, dan wordt er elke dag een filmpje volgeschoten." Prijzenslag De vrije val in prijzen begon tien jaar gele den. Vijf kwartjes voor een afdrukje was toen normaal. Nu kun je voor 29 cent bij de dro gist terecht. Aan de prijzenslag is nu wel een eind gekomen. Gewoon omdat de prijzen domweg niet lager meer kunnen, zegt Mars man. Drogisten en supermarkten zijn eigenlijk vreemde eenden in de bijt. Het afdrukken van fotootjes gaat ze niet om de winst, maar meer om klanten naar de winkel te lokken. „Je hebt twee keer traffic, zoals dat heet; mensen komen hun filmpje brengen en later weer ophalen. Die lopen tweemaal langs de rekken met aanbiedingen. De kans dat ze wat extra kopen is groot." De marges van de fotoservice zijn mini maal, soms wordt er op toegelegd, want als 't Kruidvat stunt met afdrukjes van 19 cent, dan wordt beslist beneden de kostprijs ge werkt, zegt Job Marsman. „Misschien wordt het betaald uit het reclamebudget - je kunt mensen paaien met advertenties, maar ook met spektakel-aanbiedingen. Elke prijs heeft zijn publiek. De Consu mentengids waarschuwde vorig jaar al: een niet te kritische klant vindt een afdruk van 29 cent misschien net acceptabel. Maar vaak kan het veel beter en de klant krijgt ook af drukjes van negatieven die technisch onder de maat zijn. Die moet hij dan wel betalen, want voor dat geld mag je niet zeuren, is de redenatie. De markt kwam zo onder druk, dat ze in Lelystad in maart de prijzen met 40 procent verlaagden. „Gevoelig interen op de winst marge", noemt Marsman dat. De verlaging heeft niet meteen tot meer klanten geleid, dat moet z'n tijd nog hebben. De testen van de Consumentenbond zijn dan wel een duw tje in de rug. Traditioneel staat Colorado genoteerd op de eerste of tweede plaats. Soms wordt stui vertje gewisseld met Capi Color - onder het zelfde dak. In augustus kreeg het lab weer het predikaat 'beste kwaliteit, beste koop'. Daar zijn ze blij mee, natuurlijk, want als de '1- uur-filmservice' op de hoek je verslaat met De vakanties zijn voorbij en de fotorolletjes die eraan herinneren, uit de camera gehaald. Topdrukte in een van de grootste ontwikkelcentrales van Nederland, 'Colorado Film Capi Color' in Lelystad. Doorgaans drukken ze per dag 350.000filtns af, maar dat aantal is naar 500.000 gestegen nu het materiaal van de vakantievierders in postzakken tegelijk wordt binnengebracht. Met twee afdrukken per seconde zet de centrale de tanden in de dagelijkse rijstebrijberg. 'Het klinkt simpel en dat is het ook'. Topdrukte in ontwikkelcentrale ilmhulsjes per dag bij Colorado Film/Capi Color in Lelystad. snelheid dan zul je het als postorderaar voor al van je kwaliteit moeten hebben. Nieuwe tendens Bij de snelle fotolabs, die binnen 60 of zelfs 27 minuten de foto's over de toonbank schui ven, schort het daar nog wel 'ns aan, zegt Marsman en de Consumentenbond heeft hem in testen tot nu toe ook gelijk gegeven. Het hangt er maar net vanaf wie achter het apparaat zit. De ene operateur is kritisch, de andere niet. De kleintjes kunnen niet veel geld in kwali teitsbewaking steken, de grote fotolabs wel dank zij de wet van de grote getallen. Overi gens blijkt uit de vakbladen een kentering bij het publiek: er is een nieuwe tendens. De consument heeft zijn foto's liever een beetje goed dan snel, snel, snel. Foto afdrukken per post was in de jaren '60 en '70 niet altijd even populair. Bij de film labs en de PTT vloog er wel eens wat uit de bocht. Weekblad Panorama had een rubriek voor mensen die andere foto's terugkregen dan ze hadden ingestuurd en naar hun eigen kiekjes speurden. Er was een vast advies: fotografeer op je eerste foto even je naam en adres. Dat lees je nu nooit meer. Hoeft niet meer, de automati sering heeft het overzicht vergroot, zegt Marsman. Elk filmpje in het fotolab krijgt een nummer, elk zakje ook. Er wordt gewerkt in relatief kleine clusters van veertig en gaat er wat mis, dan hoef je maar veertig nummers na te trekken om alles weer in het gareel te krijgen. Ook de post is betrouwbaarder dan toen, maar er blijven kinken in de kabel. „De re dactie van Jos Brinks TV-programma belde in 1993: een moeder had foto's van haar overle den kindje niet teruggekregen. Schrik natuur lijk. We konden het met onze computer af checken: het filmpje kwam toen en toen aan, werd om 11.49 uur afgedrukt en is toen en toen weer verstuurd. Er trof hen geen blaam." Toch belandde de boemerang als nog in z'n gezicht. „Na de uitzending riepen klanten: zie je wel, onbetrouwbaar die post, laten we dat filmpje maar niet opsturen." Het duurt altijd weken voordat de dip door zulke publicteit verdwijnt. Gat in de markt Een terugkerend thema in de publiciteit is ook de privacy. Of het gebrek eraan als je je filmpje naar een fotolab stuurt. Gaan in de kantine de foto's rond waarop jonggehuwden hun passiespel hebben vastgelegd met de zelfontspanner? Antwoord: nee. Al zouden werknemers willen, dan nog kan het niet door de snelheid van het procédé en de strakke logistiek. Marsman loopt naar de ontwikkelbaden, waar de foto's in lange slierten doorheen gaan voor de snijmachine er korte metten mee maakt. Dat gaat snel; met het oog zijn FOTO OPD FREDDY SCHINKEL de afbeeldingen nauwelijks te volgen. En er loopt niet één zo'n strook door de baden, maar wel vier tot zestien. De tafereeltjes die fotograferend Nederland vastlegt zijn maar heel gewoontjes: de verfrissende duik in het zwembad, opa en oma voor de schommel, de parasol in de achtertuin. De hond van opzij, de hond van voren, de hond in close-up. „De eerste dag is dat misschien leuk, maar als je hier een maand werkt, zie je dat niet meer." Een absoluut gat in de markt, zegt Mars man, is de digitale bewerking van foto's. Het lab timmert ermee aan de weg en de klanten gaan nu komen. Met de computer is het een peuleschil om een foto te bewerken, je kunt iemand onzichtbaar weghalen. Dat heeft nu commerciële toepassingen. Zomaar een voorbeeld: tante Sjaan is ge scheiden van ome Gerard, maar ome Gerard staat nog op het statieportret van de familie. De familie vindt het zonde om de foto weg te doen, maar de volop grijnzende Gerard doet wat afbreuk aan het plezier dat ze aan de foto beleven. In Lelystad leggen ze de foto even onder de scanner en wordt ome Gerard per computer uit de familieschoot verwijderd. Zo moffelde Stalin destijds Trotski weg uit de Russische geschiedenis. De foto wordt op identiek for maat afgedrukt en kan thuis - in hetzelfde fo tolijstje - weer netjes aan de muur. Desge wenst kan op de lege plek van ome Gerard de nieuwe partner van tante Sjaan worden inge- Vraag: hoe groot is de kans dat mededelingen alsi gende, waar tal van ouders het komende studiejaa op getrakteerd zullen worden, op waarheid berust mededeling: „Het spijt me, mam, maar ik kan ec! komen dit weekend. Ik zit vlak voor een tentamei moet er gewoon nog een aantal dagen keihard teg wil ik 't halen..., echt waar!' Antwoord: die kan; ongeveer 50 Op een congres van de Ameri kaanse Vereniging van Psy chologen vorige maand, werden de resultaten gepresenteerd van een onderzoek naar hoe vaak jongeren en volwassenen leu gens vertellen tegen anderen, of het nu familieleden, vrienden of vreemden betreft. Aan zo'n 150 mensen, van wie de helft stu dent, werd gevraagd om een week lang een verslag te maken van ieder gesprek dat ze met an deren hadden en aan te geven of en welke leugens ze daarin ver teld hadden. Voor wie gelooft in de oprechtheid en het morele ge halte van de menselijke soort of in ieder geval van de eigen kin deren, blijken de uitkomsten van deze 'gewetensboekhouding' be paald niet opwekkend te zijn. Per dag werden gemiddeld twee leu gens geregistreerd. Daarbij bleek de kans groter dat leugens wer den verteld tegen een vreemde dan tegen iemand uit directe omgeving, althans als het gaat om meer alledaagse zaken zoals geld en studie. De verklaring van de onderzoekers hiervoor is dat de kans om door de mand te val len bij zulke leugens groter is bij mensen met wie we vaak te ma ken hebben dan bij vreemden. Maar toch bleek ook tegen men sen uit de directe omgeving ste vig gelogen te worden. Zo gaven de studenten aan dat ze in een op de twee gesprekken met hun moeder logen. Hoe het dan met hun vader zat? In zekere zin nog triester want de onderzoekers konden geen goede schatting maken van het aantal leugens te gen vader, simpelweg omdat er te weinig met vader gepraat wordt. Hoewel er sprake was van een groot aantal 'kleine leugens' 'Zeg maar tegen mijn moeder dat ik er niet ben' - tegen een medestudent die de telefoon aannam), bleek er ook een be hoorlijk aantal leugens verteld te worden die op de rand van het frauduleuze balanceren of zelfs daaroverheen duikelen. Zoals be weren dat je opeens niet mee kan met die vakantie waarvoor je ouders al betaald hebt omdat je een werkstuk dat je in werkelijk heid al een aantal dagen geleden hebt ingeleverd, nog moet afma ken. Of tegen je ouders zeggen dat het verplichte studieboek 90 in plaats van 65 gulden kost, om op die manier 25 gulden extra te vangen. Hoe komen netjes opgevoede kinderen van ouders die hen nooit geslagen, verwaarloosd of afgeknepen hebben, ertoe die zelfde ouders af en toe, en soms vaker dan af en toe, te beliegen en te bestelen? Laat ik beginnen met een invloedrijk vooroordeel weg te nemen: er is weinig bewijs voor de stelling dat liefde van ou ders voor hun kinderen garanties biedt tegen leugen en bedrog door diezelfde kinderen. Net zoals mensen in het gewone alle daagse leven elkaar regelmatig gebruiken naar het hen uitkomt, zo gebruiken ook kinderen hun ouders regelmatig naar het hen uitkomt. Dat geldt ook voor kin deren met liefhebbende ouders die zelf zeggen van hun ouders te houden. Liefde is niet genoeg, ook niet voor eerlijkheid. Overi gens is de ene oneerlijkheid de andere natuurlijk niet. Sommige leugens die kinderen vertellen zijn het resultaat van een inner lijk conflikt tussen twee tegen strijdige of onverenigbare wen sen. Zo kan het naast elkaar be staan van de wens om het week end helemaal vrij te zijn voor het optrekken met vrienden en de wens om de eigen ouders niet te kwetsen of hun liefde niet op het spel te zetten, leiden tot een compromis-leugen met als voor naamste inhoud: „Ik kan het echt niet helpen dat ik dit week end niet kan." Het opmerkelijke van dit soort leugens is dat de mensen die ze gebruiken desondanks toch vaak over zichzelf kunnen blijven denken als eerlijk. Dat komt om dat ze een 'externe rechtvaardi ging' voor hun leugen hebben, zoals: „Waarom zou ik tegen die mensen botweg zeggen dat ik geen zin heb om te komen, daar kwets ik ze alleen maar mee." Het is dezelfde redenering die we tegen onszelf ophangen als ie mand met een afschuwelijk kle dingstuk aan ons om een oordeel vraagt en we reageren in de zin van „Hmmm... Leuk, heel apart, dat zie je niet vaak." Door een rechtvaardiging voor zo'n leugen te vinden in de redenering dat we zodoende anderen niet onno dig kwetsen, kunnen we over onszelf als goede, rei schapen mensen overein den. Maar dat verandert lijk niets aan het feit dat1 dan liegen in de meest oo kelijke betekenis van het namelijk: iets vertellen als het geloven terwijl we het geloven op het moment het vertellen. En precies h schuilt het grote psycholo risiko van liegen. Louter leen door het feit dat we een ander iets vertellen al het zelf geloven terwijl we niet doen, neemt de kans we zelf inderdaad gaan ge in wat we zeggen. Dit vers sel wordt in de psycholog saying is believing- fenomt noemd. Een student die huis opbelt met de leuger niet kan komen omdat hi) studeren (terwijl hij dat at niet van plan is), kan nad door de telefoon die leuge paar keer herhaald heeft, eigen leugen gaan gelovei gevolg van het 'saying is ving'-effect is het zelfs me dat hij, terwijl-ie de telefo weer oplegt, tegen zichzel „Ja, dat is ook eigenlijk zo moet ook studeren!", wat gens geen enkele garantie dat hij het ook gaat doen, zelfde kan gebeuren met werknemer, die naar de z met de leugen dat hij niet komen omdat hij zich nie voelt. Na afloop van het g waarin hij zijn 'toestand' toegelicht, kan het zijn d; zich opeens inderdaad ni goed gaat voelen en op gij daarvan concludeert datH eigenlijk niet eens zo onts dat hij thuis blijft. Er is inmiddels een hele van onderzoeken, die I zien dat het 'saying is beli effect vooral optreedt als1 erg veel externe redenen i rechtvaardigingsgronden onze leugen hebben. Als zwager ons vijfhonderd gi biedt voor twee dagen hel met het verbouwen van zi boerderij, is de kans dat w geloven in onze leugen n; melding kleiner dan wam ons ziekmelden omdat w woon even geen zin hebb te werken. Anders gezegd mate we minder externe i hebben voor onze leugen drog, hebben we meer de ging die leugen of dat bed voor ons zelf te gaan verg! ken. Het omgekeerde is oi waar: we blijven een leugf der als een leugen zien ah verteld hebben omdat ien ons daarvoor een grote so heeft betaald. Dit verklaar om de meest corrupte pol zakenlieden tegelijkertijd! grootste moralisten en de fanatieke handhavers en orde kunnen zijn. Een) cus die zijn belastingaang juist invult omdat hem dii paar ton scheelt, kan deso zijn houding ten aanziem verwerpelijkheid van bela fraude volledig intact hou rustig allerlei maatregelen stellen om die fraude in hoeken van de samenlevii bestrijden. Een politiefunt ris die voor een flinke som oogje toeknijpt bij de tran van een criminele drugsbt kan desondanks in de voll tuiging dat drugs verkeerd op de (andere) drugshand ven jagen. De moraal? De komiek! cho Marx zei ooit: „Als weten of iemand een eerli mens is, vraag het 'm. Als- zegt, weet je zeker dat-iee schurk is". En een van dei sies uit het onderzoek naa 'saying is believing'-fenon luidt dat het merendeel echt grote schurken mens van wie je het op het eersi zicht niet verwacht zou he Want wat je van het kwaai ze wereld ook kunt zeggef dat het zich niet weet te kl RENE DIEKSTRA hoogleraar klinische en gezondheidspsychologie De Nederlander fotografeert er danig op los. Gemiddeld 2.6 rolletjes per jaar. Die score halen ze in fotograge landen als Amerika niet eens. FOTO ARCHIEF

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1995 | | pagina 38