AANGESCHOTEN: een goddelijke ervaring 'D De eilanden die Nederland vergat T'v WIJN, WIJN, WIJN. UIT Wat oorlog met geld dop Tentoonstelling Er was er eens een bisschop in Duitsland die bijzonder veel van wijn hield. Op zekere dag besloot hij op audiëntie te gaan bij de paus in Rome. En om er verzekerd van te zijn dat hij onderweg niets te kort kwam, stuurde hij zijn secretaris alvast vooruit. Diens opdracht luidde om op de deur van elke herberg die hij aandeed - en waar de wijn naar behoren smaakte - met een krijtje de Latijnse tekst te schrijven: 'Vinum bonum est'. Oftewel, hier is de wijn goed. De aanwijzingen nauwkeurig volgend, had de bisschop een bijzonder voorspoedige en plezierige reis totdat hij bij het plaatsje Monte Fiasco in de buurt van Rome arriveerde. Daar op de deur van de lokale uitspanning stond met koeieletters geschreven 'EST, EST, EST'. Hetgeen er vrij vertaald op neer komt: hier moet je wezen. De secretaris had het goed gezien. De wijn daar was zo voortreffelijk van kwaliteit dat de bisschop het stadje en het etablissement nooit meer heeft verlaten. Hij had gevonden waar hij altijd naar op zoek was geweest; de paus liet hij verder voor wat hij was. Uiteindelijk bezweek hij aan zijn zucht naar goede wijn. et sprookjesachtig aandoende verhaal van bisschop Fugger, daterend uit de Middeleeuwen, fungeerde min of meer als in spiratiebron voor de inrichters van de tentoonstelling 'WIJN, WIJN, WIJN' die op 13 oktober in het Leidse Rijksmuseum van Oudheden (RMÓ) begint. Waar bij de titel niet alleen verwijst naar dat 'EST, EST, EST' (hier moet je wezen) maar ook aan geeft dat het hier handelt om wijn, wijn en nog eens wijn. Over wijn uit de klassieke oud heid, uit de tijd van de Grieken en de Romeinen. „Waar we naar zochten", zegt Linda Mol, als klassiek archeo loog en hoofd communicatie verbonden aan het RMO, „was een onderwerp dat nog leeft, waar veel mensen iets mee heb ben. Al filosoferend met Marijke Brouwer en Ruud Halbertsma, twee conservators, kwamen we toen op dit idee uit. Het leek ons aardig om iets met wijn te Voorstelling op Griekse amfoor: een optocht van volgelingen van de Griekse wijngod Dionysos. foto pr seizoen '95/'96 doen. Het bleek bovendien nog een praktisch onderwerp ook. Een snelle inventarisatie leerde ons namelijk dat we vrijwel alle voorwerpen en benodigdheden zelf in huis hebben. Dat scheelt natuurlijk aanzienlijk in het kostenplaatje. We zijn alleen wèl in zee gegaan met een ex terne vormgever, Maarten Mee vis uit Tilburg. Hij moet er echt iets moois van maken dat ge schikt is voor een breed pu bliek." PROEVEN Om dat laatste te accentueren krijgen de bezoekers de gele genheid om zelf deel te nemen aan de tentoonstelling. „Span nende activiteiten", noemt Lin da Mol ze, „leuk en informatief van aard. Zo worden er, in sa menwerking met de Leidse wijnhandel Noordman, proeve- rijen van Griekse en Italiaanse wijnen georganiseerd. Daar naast verzorgt Oudheden cur sussen over wijn. Dat is al eer der - met veel succes - gebeurd rond de vorige tentoonstelling 'Tempels langs de Nijl'. En ver der verschijnt er, inpjaats van een catalogus, een boekje van de hand van Els Lems en Lisette Oostenbroek getiteld: 'Een We reld van Wijn'. Daarin staan vooral grappige anecdotes." De tentoonstelling zelf be staat uit drie delen. Er is een in leidend verhaal over de oor sprong van de wijncultuur die, voor zover bekend, al zo'n 7000 jaar teruggaat en die in de Kau- kasus gezocht moet worden. Vervolgens komt het procédé van het maken en bewaren aan bod en tenslotte worden de Grieken en Romeinen ten tone le gevoerd, in de personen van de goden van de wijn, respec tievelijk Dionysus en Bacchus. „De nieuwe wijnoogst stond voor de Grieken gelijk aan de komst van de goden zelf. Aan geschoten worden, heette dan ook een goddelijke ervaring te zijn. Ja, wat dat betreft is er in die ruim 2000 jaar nog weinig veranderd", lacht Linda Mol. Die zelf, zo geeft ze zonder veel omhaal toe, op gezette tijden een goed glas wijn zeer kan waarderen. SLOBBERWUNTJES „Er is uit de klassieke tijd op wijngebied veel bewaard geble ven, zodat we een nauwkeurige reconstructie kunnen maken aan de hand van bijvoorbeeld de geschriften van Vergilius. Maar ook door de vele gebruiks voorwerpen die zijn opgegraven Voorstelling op een Grieks mengvat (krater) van een drinkge lag of symposion. foto pr Romeins marmeren beeld van de wijngod Bacchus. De jonge god leunt, in be schonken toestand, op een satyr (een van zijn volgelingen). Da tering: 1 ste-3de eeuw na Chr. foto pr of op de zeebodem zijn gevon den en die als tastbaar bewijs dienen. Zo weten we bijvoor beeld dat er ten tijde van de ou de Grieken al een levendige handel in wijn bestond, ja zelfs dat er ook toen al een soort 'Ap pellation Controlée' was, een kwaliteitsmerk voor wijn. De meeste wijnen in die tijd waren, zoals we dat nu zouden zeggen, slobberwijntjes, dus louter ge schikt voor directe consumptie. Maar er waren ook toen al top pers die soms tien, vijftien jaar bewaard konden worden. Zo importeerden de Romeinse kei zers veel Griekse wijnen omdat ze in de veronderstelling ver keerden dat alles wat uit Hellas kwam ook goed was. Wat dat aangaat waren de Romeinen de Amerikanen van de oudheid, hoor." Om het verhaal te visualise ren is een keur aan oude voor werpen in de tentoonstellings zaal van Oudheden bijeenge bracht. Snoeimessen, houwe len, mengvaten, een zeef, amphora, schenkkannen, scheplepels, serviezen, marme ren beelden en bijvoorbeeld ook de zogenaamde Cantaros van Stevensweert, een Romeinse drinkbeker die in Nederland is opgegraven en die voor de genheid is afgestaan door- 7 museum van Nijmegen. Om sfeer te verlevendigen worl®n er verder nog een Grieks s\ posium en een Romeinse kr,e compleet nagebouwd en inj richt. „De bezoeker", zo vil* Linda Mol, „moet zich ver zen. Zo van: goh, is dat val maken en is die cultuur d< omheen al zó oud. Dat is eig si lijk wat ons voor ogen staat." Rijksmuseum van Oudheden - 1 toonstelling WIJN, WIJN, WIJN. 13 oktober tot 10 maart. Opening 12 oktober door Wina Born. 'Vergeten eilanden', zo noemt het Rijksmuseum voor Vol kenkunde de Zuidoost Mo lukken, Malukku Tengara. En vergeten werden ze. De Ne derlanders sloegen ze in eer ste instantie over bij de kolo nisatie van Indonesië. Het duurde tot de negentiende eeuw/begin twintigste eeuw voor de eilanden onder Ne derlands bestuur kwamen. En ook daarna was er niet veel aandacht voor de Zuidoost Molukken. De eilanden waren nooit eerder onderwerp van een tentoonstelling. Expositie over Zuidoost Molukken primeur in Volkenkunde aaFmee hebben we een primeur die de moeite waard is. Het is een fascinerend gebied. De voorwerpen die we laten zien zijn heel bijzonder. Voor de ma kers zijn het gebruiksvoorwer pen, wij plakken er het etiket 'kunst' op. De vormen zijn ex pressief, vaak abstract en ge kenmerkt door simpele lijnen. Maar we willen niet alleen mooie voorwerpen en beelden laten zien. We willen ook het verhaal er achter vertellen", al dus Pieter ter Keurs, conserva tor Indonesië van het museum. De expositie 'Vergeten eilan den', die op 6 oktober begint sluit overigens min of meer aan op de tot en met november lo pende tentoonstelling over het streven naar onafhankelijkheid van Indonesië. Bewust is geko zen om daarnaast, ter gelegen heid van de vijftigste verjaardag van de onafhankelijkheidsver klaring, aandacht te besteden aan een minder bekende kant van het land. „Er is veel meer dan we altijd zien van de Md- lukken", zegt Pieter ter Keurs. Dat het Nederlandse kolonia le bewind de eilanden links liet liggen is volgens Ter Keurs niet verwonderlijk. „Vanuit het ge zichtspunt van de Vereenigde Oostindische Compagnie viel er niets te halen." Pas vanaf de ne gentiende eeuw kwamen de ei landen geleidelijk onder Neder lands bestuur. De cultuur van de Zuidoost Molukken behield daarmee ook veel meer zijn ei gen karakter. Bij de Nederlanders had door het isolement ook de gedachte postgevat dat op de eilanden maar primitieve mensen zou den wonen. Pieter ter Keurs: „Maar in werkelijkheid was hun cultuur juist hoog ontwikkeld. De mensen overbrugden met hun boten grote afstanden. Ze beheersten vaardigheden als weven en smeden." BOOT Binnen de cultuur van de Zuid- oost-Molukken speelt de boot een belangrijke rol. In letterlijke zin voor visserij en handel, maar ook in de symboliek. Het leven wordt gezien als een boot reis, de boot is als het leven zelf. De steven geldt als het manne lijke element, de romp als het vrouwelijke. Dergelijke tegen stellingen, behalve mannelijk- vrouwelijk ook warm-koud, he- mel-aarde, leven-dood, komen op veel manieren terug in de gedachtenwereld en rituelen van de bevolking van de Zuid- oost-Molukken. Inspelend op de bootsymbo liek, is een belangrijk deel van de expositie ingericht in de vorm van een schip. Bezoekers kunnen die boot binnenlopen. Lichtbeelden geven een indruk van het leven op de eilanden en er staan voorouderbeelden op gesteld. Het is ook mogelijk bui ten de boot om te lopen en via patrijspoorten naar binnen te kijken. Een aparte zaal staat in het teken van het porka-feest, een Voorouderbeeld van de Sermata-eilanden. van de belangrijkste feesten binnen de Zuidoost-Molukse cultuur. Het feest staat in het teken van het huwelijk tussen hemel en aarde, maar ook van de vernieuwing van het leven en van vruchtbaarheid. Tij dens de feestelijkheden wap pert in het dorp de porka-vlag. Soms een wimpel in de vorm van een fallus, in andere plaat sen een combinatie van een houten vruchtbaarheidsbeeld met penis in erectie, gecombi neerd met een stoffen onder gedeelte. Zo'n vlag wordt ook geloond. Bij het feest hoorde aanvankelijk ook het koppen snellen, vanuit de overtuiging dat nieuw leven afhankelijk is van het offeren van oud leven. Onder het Hollands bestuur werd aan die gewoonte een ein de gemaakt. Belangrijk om een beeld te krijgen van het leven op de Zuidoost Molukken zijn ook de foto's die de missionaris P. Drabbe in het begin van deze eeuw maakte. Ze sluiten, als het gaat om een beeld van het leven in koloniaal Indië aan op de fo to's zoals die ook zijn gemaakt door de apotheker Tillema. Die werden vorig jaar getoond in Volkenkunde. Net als van de fo to's van Tillema wordt van de platen van Drabbe een boek ge maakt. Ook komt er een uitvoe rige catalogus over de expositie. BRUIKLEEN De voorwerpen die worden ge toond komen deels uit de eigen collectie van het museum. Daarnaast zijn er bruiklenen uit musea in Duitsland, Oostenrijk en Indonesië. Opvallend is dat het Leidse musem zelf veel voorwerpen heeft die in Indo nesië niet meer te vinden zijn. Pieter ter Keurs: „Die voorwer pen worden daar gewoon ge bruikt en als ze versleten zijn vervangen. Toen hier onlangs, mede voor deze expositie, ie mand uit Indonesië te gast was herkende hij veel dingen die er daar niet meer zijn. Dat vinden ze inderdaad jammer. Anders om is men blij dat de voorwer pen hier wel zijn bewaard. Het is een gegeven waar we ook met andere delen van de museum collectie mee te maken hebben. Bij de opstelling van deze expo sitie zijn ook mensen van de Zuidoost-Molukken betrokken. Zij hebben veel informatie kun nen toevoegen." 'Malukku Tengara, de vergeten eilan den'. Van 6 oktober 1995 tot en met 25 augustus 1996. Rijksmuseum voor Volkenkunde, Steenstraat 1 Leiden. Ter gelegenheid van de expositie verschijnen twee boeken. De catalo gus 'Vergeten eilanden, kunst en cul tuur van de Zuidoost-Molukken' door Toos van Dijk en Nico de Jonge en het fotoboek 'Tanimbar, beroemde Mo- lukkenfoto's' van P. Drabbe. De grootste geldvervalsing uit de vi V geschiedenis staat op het conto nazi's. Al in 1940 begonnen hoogge ficeerde grafici, onder wie joodse genen, in het diepste geheim met hl feét vervalsen van Engelse pondei doel was de destabilisatie van de w economie. Oorlog heeft altijd dramatische gei voor alle aspecten van het leven ei vormtdaarop geen uitzondering mens heeft al heel wat oorlogsgeld i zijn vingers zien gaan: kartonnen geld tijdens belegeringen, muntei omgesmolten buit na veroven bankbiljetten met lange rijen nullen zonder waarde tijdens slepende c< ten. Over deze voorwerpen en hun len gaat de tentoonstelling 'Bloedgel vanaf 7 oktober te zien is in het Rijl seum Het Koninklijk Penningkabine het Rapenburg in Leiden. 'Bloedgeld' laat zien welke sporen gen op geld hebben achtergelaten, v Perzische veldtocht van Alexande Grote, in de vierde eeuw voor Chi grotendeels gefinancierd met bi maakt geld, tot en met de oorlog in nie die een gierende inflatie als nev fect heeft. De eerste franc (1360) uit de ge schiedenis, werd tijdens de Hon derdjarige Oorlog geslagen als losgeld om de Franse koning Jan de Goede uit Engelse gevangen schap te bevrijden. fotó»\

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1995 | | pagina 42