Een patriarchale opa in Deli 0 Ir Melatonine - -vmrnm t Hemeltergend waren dik honderd jaar geleden de omstandigheden waaronder de koelies zwoegden op Sumatra. Toen de twintigste eeuw aan de horizon verscheen, verhieven steeds meer mensen daartegen hun stem. Een van hen was Pim Muiier. Beroemd werd hij doorzijn activiteiten voorde Nederlandse sport. Dat hij ook in Indië actief was, is echter onder dikke lagen stof verzeild geraakt. Hans Monasch-van Sloten hield grote schoonmaak en ontdekte een 'patriarchale opa' voor wie een onafhankelijk Indië ondenkbaar was, maar die het wel goed meende met de inlanders. Pim Muiier. In zijn ogen waren niet zozeer de mensen als wel de omstandigheden oorzaak van misstanden in Indië. foto archief sti Indisch verleden van Pim Muiier herontdekt umatra's oostkust, vooral het sulta naat Deli, was rond de eeuwwisse ling een unicum in de .wereld, ilorme plantages waren er op het tropenbos ?troverd en die cultuurondernemingen wier- iu n vette winsten af. Rubber was een van de 3 langrijkste produkten en het plaatselijke laksblad genoot wereldfaam om zijn supe- ure kwaliteit. 'flHet was een merkwaardige maatschappij, |jar 'ter oostkust van Sumatra'. De planters Nederlanders en blanken van andere na- nnaliteiten kwamen van elders, net als n personeel, dat van heinde en verre werd ngeworven. De meeste van die koelies k, famen uit China, een kleiner aantal van Ja- i De omstandigheden waaronder ze moes- ploeteren, deden verdacht veel denken n slavernij. f De verschrikkelijkste verhalen drongen «nuit Deli door tot de buitenwereld. Zo ook t het Indische gouvernement in Batavia. it gaf officier van justitie J.T.L. Rhemrev in J 03 opdracht de misstanden te onderzoe- n. Tot ongenoegen van veel planters. „Men ■'urmureert, sommige planters zijn in een Nevelige, onaangename stemming", signa- srde de in Medan uitgegeven Deli-Courant ich vond de dagbladschrijver het Rhemrev- een goede zaak. In de eerste I ïats omdat het kon helpen de misstanden t te bannen, voorts omdat het planters die :h wèl behoorlijk gedroegen van blaam zou innen zuiveren. i Het is nogal opmerkelijk dat juist de Deli- turant het onderzoek verdedigde. Die krant ette immers de spreekbuis te zijn van de anters. Maar de hoofdredacteur van die da- n liet zich nu eenmaal de mond niet snoe- i. Zo zat Pim Muiier want die hoofdre- icteur, dat was hij simpelweg niet in el- ar. Hij hechtte aan zijn eigen, onafhankelij- oordeel, dat stoelde op liberale uitgangs inten. Wroeten in verleden i verdiensten van Pim Muiier (1865-1954) or het Nederlandse sportleven zijn wijd en d bekend. Dat hij van 1899 tot 1904-ook in derlands-Indië zijn partijtje meeblies, is nter in de vergetelheid geraakt. De Bloe- endaalse Hans Monasch-van Sloten ging i onderzoek uit en boekstaafde de rol die Muiier daarginds speelde. Op het resultaat van haar naspeuringen hoopt ze deze maand als sociologe af te studeren aan de Universi teit van Amsterdam. Met het gewroet in Muiiers Indische jaren is voor Monasch persoonlijk de cirkel weer een beetje rond, vertelt ze. Zelf werd ze in Groningen geboren, maar zowel haar over grootvader als haar grootvader van moeders zijde waren in Indië actief als officier van ge zondheid. En haar moeder zat in Surabaya samen met Soekarno op de HBS. „Daar heeft ze nooit iets over verteld. Nu is ze dood en kan ik haar er niets meer over vragen", zegt Monasch. „Muiier stelde zich op als een patriarchale opa", concludeert ze na bestudering van een ferme berg Deli-Couranten. Een onafhanke lijk Indië was voor hem ondenkbaar, maar hij was wel aanhanger van de Ethische Politiek, die officieel in gang werd gezet met de troon rede van 1901. Koningin Wilhelmina repte daarin over de noodzaak „geheel het Regee- ringsbeleid te doordringen van het besef dat Nederland tegenover de bevolking (van In dië) een zedelijke roeping heeft te vervullen." En ten aanzien van Sumatra's oostkust liet de ministerraad de koningin zeggen: „Aan de bepalingen ter bescherming van de onder contract werkende koelies zal gestrenglijk de hand worden gehouden." Nederland diende, kortom, meer acht te slaan op het welzijn van de bevolking in de Gordel van Smaragd. On derwijs en gezondheidszorg verdienden meer aandacht. Terecht tekent Monasch aan dat daarbij financiële overwegingen de belan gen van de cultuurondernemingen op Suma tra bijvoorbeeld zwaarder wogen dan mo rele overtuiging. De 'omstandigheden' De Ethische Politiek sloot keurig aan bij Mu iiers gedachtengoed. „Wij mogen", schreef hij rond die tijd, „nooit goedkeuren dat een planter, zolang hij niet daadwerkelijk aange vallen wordt, z'n medemens aanvalt, met de daaraan verbonden calamiteuze gevolgen." Waar hij dat nodig achtte, nam Muiier het op voor de ongelukkigen die als koelies door het leven gingen. Maar hij liet niet na ook de an dere kant te belichten, althans zoals hij die als koloniaal zag. Zo schreef hij dat „een Chi nees over het algemeen een brutaal individu is, met een dosis fanatieke onverschilligheid, die vaak tot allertreurigste en gevaarlijke voorvallen leidt." In Muiiers ogen zijn niet zozeer de mensen als wel de omstandigheden de oorzaak van misstanden. Zo liet hij zijn lezers in novem ber 1902 weten: „Een goede koelie, die in de schuld komt en onaangenaamheden heeft; wiens doel in een korten tijd rijk worden, te repatrieeren en van zijn renten plus een matige arbeid als neringhouder in China te leven verloren is gegaan, wordt zoodoende een recalcitrant en gevaarlijk element. Dat is niet zijn schuld, ook niet van de planters, doch de schuld der omstandigheden." Bij onrecht op een schaal zoals op Sumatra tegen de koelies werd bedreven, lijkt het ech ter wat al te gemakkelijk om de planters ten dele vrij te pleiten met een beroep op 'de omstandigheden'. Net als we ons tegenwoor dig achter de oren krabben als we lezen hoe Muiier plompverloren schreef: „De Javaan is 'n kind, 'n zorgeloos kind, lichtzinnig en spil ziek." Pim Muiier was een kind van zijn tijd. Vooruitstrevend in zoverre hij vond dat het gouvernement zich meer moest inspannen voor het welzijn van de 'inlanders'. „Insulin- de is een prachtig paard, waarop een dief zit", had Eduard Douwes Dekker (Multatuli) geschreven. Wat Muiier betreft moest de dief het paard behoorlijk verzorgen in plaats van het te ranselen met de zweep. Maar een Indië zonder Nederlandse ruiter kon hij zich een voudig niet voorstellen. „Overheerschers, neen, dat zijn wij niet meer", schreef hij in maart 1904, „maar uwe leiders wenschen wij te zijn en te blijven zoo lang gij die leiding behoeft en dat zal mogelijk nog langen tijd duren." Vervelend bedoelde Muiier dat niet. Het ci taat komt uit een brief aan de redactie van Bintang Hindia (Ster van Indië). Dat week blad was opgericht door onder anderen Ab dul Rivai, een ontwikkelde jonge 'inlander' voor wie Muiier al in 1901 grote waardering had uitgesproken. Pim Muiier besefte boven dien dat Rivai en anderen, die voorzichtig de koloniale verhoudingen begonnen te kritise ren, goede redenen hadden zich over Neder landers te beklagen. Hij noemde het daarom „een geluk dat mensen als (Rivai), die zich beklagen over de onhebbelijke platheid van Chinese koelies komen rond 1900 aan in de haven van Belawan, niet ver van Medan in Deli. foto archief een deel van ons Nederlandse ras, zooals dat in de koloniën vertegenwoordigd is, niet de horens in den wal zetten en gramstorig zeg gen: 'loop naar'den drommel met de krui mels van jullie rijke tafel, je wilt ons niet voor vol aanzien, je wilt ons beletten vooruit te ko men, welaan, het zij zoo, we zullen ons gaan aangorden tot een weerwraak tegen jullie ge brek aan vertrouwen!'." Mis.... Dat er in de houding der 'inlanders' iets zou kunnen veranderen, besefte Muiier dus blijk baar wel. Maar hij liet niet na de redactie van Bintang Hindia in te peperen „dat gij de mannen niet hebt, die dit groote rijk zouden kunnen beheeren en er bewind over voeren. Er zouden weer verouderde toestanden ont staan", met als gevolg dat „het rijk zou ver brokkelen en aan vreemden ten prooi vallen, die niet voor u gevoelen zoals wij." Muiier had het, zo weten wij nu, bij het verkeerde eind zoals zovelen. Een kleine vijftig jaar later zou Indonesië als zelfstandige staat van start gaan met slechts zo'n zeshon derd academici. Het eilandenrijk verbrokkel de niet en het viel ook niet in vreemde han den. Integendeel, het ontwikkelde zich tot een zelfbewuste natie waarop de Indonesiërs machtig trots zijn. ZATERDAG 2 SEPTEMBER 199f Denkwijzer In de jaren 1987 tot en met '89, toen ik voor de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) in Genève werkte, werd ik bijna de helft van de tijd op reis gestuurd, van de ene uithoek van de aarde naar de andere. Het gevolg was dat ik bijna constant onder 'jetlag' gebukt ging. Ik probeerde er van alles tegen: valium, yoga, het anti-jetlag-dieet van de snelle interventie brigade van het Amerikaanse leger. Maar niets hielp echt. Ten einde raad schreef ik een brief aan dr. Richard Wurtman van het Massachusetts Institu te of Technology, door wiens onderzoek ik al lecithine aan mijn ontbijt had toegevoegd, en van wie ik wist dat hij zich ook met onderzoek naar slapeloosheid bezig hield. Wurtman's antwoord was even simpel als verrassend: 'Try Melatonin!' Wat ik van melatonine wist, was dat het een hormoon is dat afgescheiden wordt door de pijnappelklier, een erwtachtige klier in het centrum van de her senen. Die klier begint met mela tonine af te scheiden als het 's avonds donker wordt en ermee stopt als het 's morgens weer licht wordt. Wat ik niet wist, was dat melatonine een belangrijke regelaar is van de slaap, dat toe diening ervan niet alleen 's nachts maar ook overdag slaap kan opwekken, zonder de verve lende bijwerkingen die veel slaapmiddelen hebben, en dat inmiddels synthetisch, goedkoop en zonder recept verkrijgbaar was. Mijn eerste potje met 120 melatonine-tabletten kocht ik bij het bedrijf waarvan Wurtman mij het adres had gestuurd, voor iets mèer dan 7 dollar! Ik deed er ruim twee jaar mee. Twee jaar waarin het voor mij hèt middel tegen jetlag werd en ook, door het uitdelen van pillen aan colle ga's en familieleden met wie ik reisde, voor een reeks anderen. Mijn belangstelling voor mela tonine was definitief gewekt en ik las alles wat ik aan onder- zoekspublikaties op dit terrein tegenkwam. In één daarvan trof ik het opmerkelijke feit aan dat er een sterk verband is tussen leeftijd en melatonine-produktie. Hoe ouder we worden, hoe min der melatonine er 's nachts in ons bloed wordt gepompt. Dit lijkt te suggereren dat de slaap problemen die met het ouder worden ontstaan, wel eens iets te maken zouden kunnen hebben met de verminderde concentra tie melatonine in het bloed 's nachts, en dus dat toediening van melatonine die problemen zou kunnen verminderen. Maar nog opmerkelijker vond ik het verslag van een studie uitge voerd door de Centers for Disease Control in Atlanta, waaruit naar voren komt dat blindheid vrou wen een zekere bescherming te gen borstkanker lijkt te geven. Hoewel sommige blinde vrou wen borstkanker krijgen, bleek uit een onderzoek van 100.000 patiëntendossiers dat de ziekte tweemaal zo vaak voorkomt on der 'ziende' als onder blinde vrouwen. Een verklaring die daarvoor gegeven wordt, is dat vanwege het verlies van licht donker informatie (die via het netvlies van de ogen naar de pijnappelklier wordt geleid) blindheid de melatonine-cyclus beïnvloedt en er toe leidt dat de melatonine-concentratie in het bloed hoger is dan normaal. Melatonine zou dus mogelijk een rol kunnen spelen in het voorko men van kanker. Inmiddels zijn er verschillende studies uitgevoerd waaruit blijkt dat melatonine de groei van menselijke kankercellen, al thans in laboratorium-kweken, vertraagt. Ook is er een recente studie waaruit blijkt dat mensen met een ernstige vorm van long kanker, die melatonine toege diend kregen, na een jaar een duidelijk grotere overlevingskans hadden. Voor de verklaring van deze ef fecten, die overigens nog door toekomstig onderzoek bevestigd moeten worden voordat we ze als harde feiten kunnen be schouwen, wordt door onderzoe kers in twee richtingen gezocht. De ene is dat melatonine moge lijk de belangrijkste neutraliseer- der is van de zogenaamde vrije radicalen in ons lichaam. Vrije radicalen zijn moleculen die vrij komen door de inwerking van zuurstof op onze lichaamscellen, kortom door oxidatie (van oxy- geen zuurstof). Vrije radicalen hebben een effect op onze li chaamsweefsels, inclusief ons hersenweefsel, vergelijkbaar met het effect van roest ook oxyda- tie) op een ijzeren voorwerp. Van alle zogenaamde antioxidanten, stoffen die de vrije radicalen in ons lichaam 'vangen' en onscha delijk maken, is melatonine ver moedelijk veruit de krachtigste en heeft de meest uitgebreide werking. Het verwijdert namelijk overal in het lichaam, tot in de hersenen toe, de roest. Minder melatonine, zoals bij het ouder worden, betekent mogelijk dat er minder roest wordt verwijderd en dat de kans op aftakeling van cellen toe neemt. En daarmee de aftakeling van organen, die immers niet an ders zijn dan verzamelingen van cellen, waarmee dus ook de kans op allerlei ziekten, variërend van hart- en vaatziekten, via kankers en staar en dementie, toeneemt. Dat zou weer moeten betekenen dat toediening van extra melato nine de kans op dit soort aan doeningen vermindert. En inder daad, er zijn inmiddels een aan tal studies met dieren die in die riching wijzen. De andere verklaring voor de ge- zondheidsbeschermende wer king van melatonine wordt ge zocht in de invloed die het hor moon heeft op ons afweersys teem. Er zijn steeds meer aanwij zingen dat melatonine zowel een direct en gunstig effect heeft op de werking en jeugdigheid van de klieren die de afweercellen van ons lichaam produceren als op die cellen zelf. Uit dieronder- zoek blijkt dat het geven van ex tra melatonine de aftakeling van het afweersysteem als gevolg van veroudering grotendeels onge daan kan maken. Melatonine heeft overigens nog een ander belangrijk ef fect en dat is de invloed die het heeft op de geslachtshormonen en daarmee op de vruchtbaar heidscyclus. Hoge doses melato nine kunnen de vruchtbaarheid bij vrouwen verminderen of on derdrukken, reden waarom som mige anticonceptie-pillen mela tonine bevatten. Daarmee zou den twee vliegen in één klap kunnen worden geslagen: te we ten bescherming tegen bepaalde vormen van kanker zoals borst kanker en anticonceptie. Vanwe ge de effecten van melatonine op de produktie van geslachtshor monen zou het ook weieens eep belangrijk middel kunnen wor den bij de behandeling van zo wel premenstruele als menopau zeklachten. Alles bij elkaar genomen begint het er behoorlijk op te lijken dat melatonine het wondermid del van de laatste jaren van deze eeuw zal worden: een goed slaapmiddel, een bron van lang durige jeugd en goede gezond heid, en een anti-conceptiepil op de koop toe. Daarnaast is het ook nog een goedkoop, natuurlijk en vrij verkrijgbaar middel. Sommi ge melatonine-onderzoekers zijn inmiddels inderdaad zo enthou siast over hun bevindingen, dat ze niet alleen zelf dagelijks mela tonine-tabletten slikken, maar ook overdadig propaganda ma ken middels boeken met titels als Stay Young the Melatonin Way (Steven Bock en Michael Boyet- te) en The Melatonin Miracle (Walter Pierpaoli en William Re- gelson). Toch is het naar mijn mening niet te hopen dat half Nederland halsoverkop aan dit wondermid del begint. Weliswaar zijn er nau welijks negatieve bijwerkingen van melatonine bekend, maar er is ook nog volstrekt onvoldoende onderzoek op dit punt gedaan. Bovendien kun je melatonine niet zomaar gaan slikken: tijdstip en dosering zijn belangrijk. Er kunnen ongewenste wisselwer kingen met andere medicamen ten optreden. Tenslotte, er zijn ook andere manieren om je melatonine-produktie op een goed peil te houden. Bijvoor beeld zoveel mogelijk leven en werken volgens de natuurlijke dag-en-nacht-cyclus. Maar dat neemt niet weg, dat ik, algeméén gesproken, voor een melatonine- supplement op zijn tijd rustig een oogje dicht zou doen. RENE DIEKSTRA hoogleraar klinische en gezondheidspsychologie

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1995 | | pagina 41