Bang om weer ,te rijden TS~ TLD-directeur Nap: „Een op de vijf chauffeurs heeft na een traumatische ervaring professionele hulp nodig." foto cpd united photos de boer len. Dan blijken de klachten een heel andere oorzaak te hebben." Erkenning Inmiddels is er veel verbeterd op dit vlak. Sinds Nap in 1992 de eerste chauffeur - met succes - heeft begeleid, gaf hij aan zo'n tach tig bedrijfsartsen van de bedrijfsgezond heidsdienst (BGD) een voorlichtingscursus. Dit gebeurde op initiatief van BGZ-wegver- voer, die actief is in het terugdringen van het ziekteverzuim. De organisatie moedigt de traumabegeleiding aan. In juni van dit jaar stelde zij dat 'in 1994 alle 63 betrokken perso nen na de traumabegeleiding weer volledig aan het werk konden gaan/blijven'. De wer kelijke problemen kunnen nu in een veel eer der stadium worden gesignaleerd. Want de bedrijfsarts is degene die de chauffeur even tueel doorverwijst naar Top Level Drivers. Nap doet zelf alle intake-gesprekken. Hij bezoekt de chauffeurs altijd thuis, om inzicht te krijgen in de huiselijke situatie. „Ik wil de partner er zo veel mogelijk bij betrekken. Het sociale patroon is immers vaak verstoord." Na dit eerste gesprek beoordeelt Nap of verdere begeleiding nodig is. Samen met zijn drie collega's bespreekt hij dan wie de chauf feur gaat begeleiden en op welke manier. „Soms is zo'n intake-gesprek al voldoen de", zegt Nap. „Ik rafel de kluwen van de ge volgen van het ongeval uiteen. Dat op zich geeft al zo veel opheldering. Bovendien krijgt de chauffeur op dat moment erkenning voor zijn probleem." Als verdere begeleiding nodig is, volgen na de intake vijf tot acht sessies, afhankelijk van de situatie. De benadering is heel direct en van de chauffeur wordt eigen inzet verwacht. „Onze taak is de chauffeur weer uit de put te halen", verklaart Nap. „Daarvoor hangen wij niet netjes het laddertje uit, maar gooien hem de spijkers, het hout en de hamer toe, zodat hij er zelf - met hulp van ons - uit kan klimmen." Therapie Belangrijk is, dat de chauffeur die na een on geval thuis zit meteen weer iets om handen heeft, dat hij weer produktief is. Daarom krijgt hij vaak de opdracht om een bouwpak ket van een vrachtwagen te kopen. Die moet hij zélf in elkaar zetten; zijn vrouw moet daar desnoods een oogje op houden. Het nabouwen van de vrachtwagen is on derdeel van de psychotherapie. Met deze ge stuurde herbeleving van het ongeluk begint vaak pas echt de verwerking ervan. Want stel dat de chauffeur iemand heeft aangereden die onder het rechtervoorwiel van de vracht wagen is beland. Op het moment dat het rechtervoorwiel aan het bouwpakket moet worden gemonteerd, gooit de chauffeur plot seling de boel de hoek in, vertelt Nap. „Het kan dégen duren voor hij zo ver is, dat hij het wiel eraan kan zetten. Maar als hij door dat stadium is, betekent dat dat hij het groten deels heeft verwerkt." Op deze wijze slaagt Top Level Drivers erin een chauffeur, die soms al jaren niet gereden heeft, binnen een week of drie weer terug op de wagen te krijgen. De werkwijze kan suc cesvol worden genoemd: „We hebben dit jaar tot nog toe zo'n honderd chauffeurs be geleid, zowel vrachtwagen- als buschauf feurs, en zij zijn allen weer snel aan het werk gegaan èn gebleven", meldt Nap met gepaste trots. Het succes schrijft hij voor een groot deel toe aan de ervaring van hemzelf en die van zijn collega's. In zijn functie' van (motor- lagent heeft Nap immers vele ongelukken in alle soorten en maten van dichtbij beleefd. En als voormalig chauffeur wéét hij waar hij over praat. Die herkenning is belangrijk. Zijn drie vaste medewerkers zijn van oorsprong militaire rij-instructeurs. Alle vier beschikken van nature over een flinke dosis inlevingsvermogen en kennis op gebied van psychologie; zij weten de chauf feur op de juiste manier te benaderen om het vertrouwen te winnen. Bij de faculteit psy chologie van de Universiteit van Nijmegen volgen zij bovendien geregeld cursussen die raakvlakken hebben op het gebied van ver keer. Belangrijk is daarnaast de voorzorg om zelf niet te veel emotioneel betrokken te raken. „Naast de traumabegeleiding geven we de voortgezette rij-opleidingen", zegt Nap. „Die afwisseling in het werk is nodig. Zo doe ik zelf ook ongevalsexpertises voor enkele advoca tenkantoren en vakorganisaties van beroeps chauffeurs. Dat vind ik leuk en het houdt me scherp." boi Jaarlijks raken enkele honderden beroepschaujfeurs betrokken bij een ernstig verkeersongeval. Sommigen zitten daarna lange tijd thuis. Als gevolg van het trauma dat zij bij het ongeluk hebben opgelopen, durven ze de cabine niet meer in. Met gerichte, individuele begeleiding slaagt het verkeersinstituut 'Top Level Drivers' (Hillegom) erin de chauffeurs binnen drie weken weer achter het stuur te krijgen. hap) ZATERDAG 2 SEPTEMBER 1995 u ees (54) is op weg naar een los- J plaats. De lokatie is nieuw voor ^^hem; zo wordt veel van zijn aan dacht opgeslokt door de vreemde omgeving. Het is bovendien druk op de weg, waardoor de rit meer tijd kost dan hij had voorzien. Tot overmaat van ramp ontdekt Kees, eenmaal in de bebouwde kom, dat hij de verkeerde af slag heeft genomen. De stress slaat toe en Kees gaat zich steeds meer ergeren aan het verkeer om hem heen. Eindelijk komt er een kruising waar hij rechtsaf mag slaan. Dan hoort Kees remmen en een klap aan de rechterkant van zijn wagen. Hij stapt uit en ziet tot zijn schrik tussen zijn trekker en oplegger een brommer liggen. „Zeffs op dat moment realiseer je je niet wat er eigenlijk gebeurt, je beleeft het niet echt", zegt Kees. De bromfietser overleeft het ongeluk niet; hij overlijdt aan de gevolgen. Kees werkt in tussen als in een roes. „Je denkt voortdurend dat zoiets jóu niet overkomt. Ik rij tenslotte al 34 jaar praktisch schadevrij." Hij maakt die dag zijn werk nog wel af. Daarna doet hij het, op aanraden yan zijn baas, eyen rustig aan, maar hij rijdt wèl. Kees: „Ik merkte echter dat ik steeds onzekerder werd achter het stuur. Ik probeerde probleemsituaties te voorkomen. Tot ik op een dag de moed niet meer kon op brengen om aan het werk te gaan. Dat had ook te maken met het proces-verbaal dat ik in de brievenbus kreeg: ik werd schuldig be vonden aan het veroorzaken van een dodelijk ongeval. Mijn huisarts adviseerde me rust en schreef kalmeringstabletten voor. Zijn omgeving bestaat dan nauwelijks nog voor Kees, die half-slaapwandelend rond loopt. Ook de aandacht van zijn vrouw ont gaat hem volledig. Hij is alleen nog maar be zig met het ongeluk. De bedrijfsarts stelt hem een gesprek voor met Top Level Drivers (TLD), een in Hillegom gevestigd verkeersinstituut dat chauffeurs en automobilisten begeleidt die een trauma hebben opgelopen na een verkeersongeval, of die bijvoorbeeld door een fobie ernstig worden gehinderd in hun werkzaamheden, omdat ze op bepaalde wegen niet meer dur- ven te rijden. Aanvankelijk voelt Kees daar weinig voor, maar hij stemt toch in met een eerste ge sprek. Het pakt anders uit dan hij had ge dacht. „Na afloop van het gesprek zat ik uit geput op de bank. Kapot, alsof alles net was gebeurd." De traumabegeleiding voor Kees bestaat uit zeven sessies, inclusief een rij-opleiding. Bij de laatste sessie wordt hij meegenomen naar de plek van het ongeluk. „Ik kan je verzekeren dat ik me daarbij niet echt happy voelde. Het zweet brak me uit en alles kwam weer naar boven. Gelukkig waren we er lopend heen gegaan, en niet met de auto." Samen met zijn baas rijdt Kees zijn eerste korte rit - in Nederland - met een vrachtwa gen en nemen ze nog eenmaal zijn 'zwakke plekken' door. Snel daarna kan Kees weer volledig aan het werk. „Niet dat ik alles ver geten ben wat er gebeurd is, maar ik kan er mee omgaan. Ik weet nu dat ik vertrouwen moet hebben in mijn eigen kunnen; dat heb ik door de rij-opleiding gekregen." Schuldgevoel Dat is ook precies dé strategie van Top Level Drivers: de mensen hun zelfvertrouwen te ruggeven. „Met kennis en vaardigheden pro beren we hen weer achter het stuur te krij gen", licht directeur J. Nap toe. „Want door dat ze meer weten, krijgen ze meer zelfver trouwen. Dat is juist waar het hen dikwijls aan ontbreekt." Jaarlijks raken enkele honderden beroeps chauffeurs betrokken bij een ernstig ver keersongeval. De ervaring is vaak schokkend en bij elk geval verschillend. Ook de verwer king is per persoon anders. Velen slapen (tij delijk) slecht, of krijgen lichamelijke klach ten, zoals hoofdpijn, nek- of rugklachten. Het komt echter maar al te vaak voor dat de klachten aanhouden en dat de chauffeur niet meer wil of durft te rijden. „Eén op de vijf chauffeurs heeft na de traumatische erva ring professionele hulp nodig", vertelt Nap. „Viervijfde redt het dus blijkbaar zelf. Na het ongeluk treedt een verwerkingsproces op. Dat proces moet zijn beloop hebben, het mag niet onderbroken worden." Als de chauffeur het ongeval niet kan ver werken, genereert de angst. De gevolgen kunnen enorm zijn. De chauffeur is bang dat het nog eens zal gebeuren, en durft op den duur de weg niet meer op. Ook speelt het schuldgevoel een belangrijke rol, stelt Nap. Jaarlijks raken enkele honderden beroepschauffeurs betrokken bij een ernstig verkeersongeval (op deze foto: ongeluk - in november 1990 - op de A16 bij Breda). Als de chauffeur het gebeurde niet kan verwerken, genereert de angst. De gevolgen kunnen enorm zijn. foto archief Traumabegeleiding voor beroepschaujfeurs „De chauffeur loopt met een bord op zijn buik: 'Ja, ik ben degene die dat jongetje heeft doodgereden'. Op zijn rug draagt hij de tekst: 'Nee, ik leef niet van de bijstand, ik zit alleen tijdelijk in de ziektewet'. Iedere chauffeur is ervan overtuigd dat hij een goede chauffeur is. Logisch. Iederéén functioneert in het dagelijks leven in de illu sie van persoonlijke onkwetsbaarheid, met de gedachte 'dat zal mij niet overkomen'. Dat moet ook, anders zou je niets meer kunnen doen. De chauffeur die betrokken is geraakt bij een ernstig ongeval loopt een gigantische deuk in zijn zelfvertrouwen op. Het verwach tingspatroon moet dus weer worden her steld." Anders dan bij de machinist op de trein - voor wie de NS zelf een uitgebreid trauma team heeft - kampt de vrachtwagenchauffeur doorgaans met een veel groter schuldgevoel. Nap: „De machinist kan niet ingrijpen; zijn remweg is te lang. De chauffeur daarentegen had vaak wèl kunnen handelen en verwacht tegelijkertijd tot het allerlaatste moment dat de ander dat ook doet. Ik heb eens een chauffeur begeleid die een zelfmoordactie van een automobilist voor zijn vrachtwagen kreeg. Het gebeurde op een tweebaansweg. De man reed recht op hem in. Tot op het laatst dacht de chauffeur dat de automobilist wel uit zou wijken. Die reed echter frontaal tegen de vrachtwagen op." Chauffeurs gaan zich dan ook vaak verwij ten maken, zegt Nap. 'Had ik dat tweede kopje koffie nou niet gedronken, dan had ik daar niet gereden'. „Maar daarmee maak je het ongeluk niet ongedaan. Dat vertel ik de chauffeur ook altijd. Men moet onder ogen zien dat het niet meer is terug te draaien." Nap constateert dat zelfdoders steeds va ker de vrachtauto kiezen om hun wanhoops daad uit te voeren. Daarnaast staan chauf feurs in toenemende mate onder druk. Er is een moordende concurrentiestrijd met lan den als Roemenië. Arbeidskrachten kosten er een schijntje vergeleken met de Nederlandse werknemer. De Nederlandse chauffeur is daardoor geneigd meer rij-uren te maken, om zo te kunnen concurreren met het goed kopere buitenland. „En dan die telecommunicatie", voegt Nap eraan toe. „De chauffeur gaat aan het einde van zijn diensttijd een hapje eten in een weg restaurant. Hij neemt er een pilsje bij, hoeft immers niet meer te rijden. Dan wordt hij opgepiept. Of hij nog even daar of daar een wagen wil lossen. De chauffeur is zijn biertje alweer vergeten en springt achter het stuur..." Groei Zes jaar geleden richtte Nap (51) het verkeer sinstituut in Hillegom op. Begonnen als in ternationaal vrachtwagenchauffeur, had hij inmiddels een carrière van 23 jaar bij de poli tie achter de rug. Op het moment dat hij zijn functie neerlegde, was hij adjudant aan de verkeersschool (VKS) voor de gemeentepoli tie te Noordwijkerhout en plaatsvervangend hoofd van de sector rij-opleidingen. Daar vóór was hij elf jaar in verschillende korpsen werkzaam bij de afdeling verkeer. In 1989 ging het VKS echter fuseren met de rijkspolitie, than^ het Politie Verkeers Insti tuut (PV1) van de rijkspolitie, in Apeldoorn. Nap en zijn familie hadden er weinig trek in om de hen zo geliefde omgeving te verruilen voor Apeldoorn. En de adjudant wilde de jongere generatie ook kansen geven. „Ik was zelf vrij jong adjudant geworden - op het tijd stip van de fusie was ik nog maar 45 - en ik kon die plek nog jaren bezet houden als ik dat zou willen. Bovendien was ik wel toe aan een nieuwe uitdaging." Nap zette het verkeersinstituut op, waar van de naam, zo zegt hij, d.e lading al lang niet meer dekt. „Ik had gekozen voor Top Le vel Drivers om het een beetje Amerikaans te laten klinken. Een opleiding tot bekwame weggebruikers, die zowel rijtechnisch als op het vlak van bijvoorbeeld agressie op een ho ger niveau komen te zitten." Inmiddels is het door de ANWB erkend rij technisch centrum - van oorsprong dus voor voortgezette rij- en verkeersopleidingen aan onder meer politie, directiechauffeurs en vrachtwagenchauffeurs - uitgebreid met schade-expertise, rechtsbijstandverlening en traumabegeleiding. Op gebied van traumabegeleiding was TLD het eerste institupt in Nederland dat speci fiek hulp aan beroepschauffeurs bood. Nap: „Een jaar of vier geleden kwam ik op de be drijfswagen-RAI aan de praat met de landelij ke coördinator van BGZ-wegvervoer (Bedrijf Gezondheids Zorg, red.). Hij vertelde mij dat het geregeld voorkwam dat chauffeurs soms jarenlang thuiszitten, nadat zij bij een onge val betrokken zijn geweest. Die link werd echter lang niet altijd gelegd. Het past im mers niet bij de beeldvorming van de door gewinterde chauffeur om door psychische re denen in de ziektewet te belanden." De klachten van de chauffeurs zijn vaak psychosomatisch, signaleert Nap. Hij illu streert dit aan de hand van een veel voorko mend patroon: „De chauffeur voelt zich on gemakkelijk, zit niet lekker in zijn vel. Hij zegt rugklachten te hebben, ongeveer ter hoogte van de linkerschouder. De bedrijfsarts trekt - heel begrijpelijk - de conclusie dat hij 'zeker met het raampje open heeft gereden'. Blij met dit 'geldige' excuus, stapt de man de wa gen weer in. Vervolgens krijgt hij last van zijn rechterschouder. De ellende gaat door totdat duidelijk wordt wat er werkelijk is voorgeval-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1995 | | pagina 35