ZATE
RDAGS
BIJVOEGSEL
Politie vastgelopen
in eigen spoor
Commissie
van zeven
191
ZATERDAG 2 SEPTEMBER 1995
koperaties, duistere informanten,
te criminelen, ruziënde dienders,
getreden ministers, verontruste
hlei. Allemaal onderdelen van een
''^Nederlands misdaaddrama, dat
hed)t volgende week live op de televisie
maj is te zien.
De parlementaire
vcjzoekscommïssie-Van Traa begint
de openbare verhoren. Centrale
g: Hoe ver mag de politie gaan bij
het vangen van boeven?
Op 28 februari 1990 doet de politie in het IJmuidense havengebied Europa's grootste cocaïnevangst. In totaal wordt 2658 kilo coke in beslag genomen. Tijdens de rechtszaak plaatsen advocaten al vraagtekens bij de gehanteerde opspo
ringsmethoden. Onduidelijk is hoe de politie achter het bestaan van de drugbende is gekomen. Twee raadslieden proberen bij het hof in Amsterdam tevergeefs het hoofd van de Haarlemse Criminele Inlichtingen Dienst (CID) als getuige
te laten horen. foto archief
De uit zeven leden bestaande parlemen
taire enquêtecommissie Opsporings-
methouden telt maar liefst zes nieuwko
mers in de Haagse politiek. Slechts voor
zitter Maarten van Traa (PvdA) beschikt
over ruime parlementaire ervaring.
In beginsel vereist het onderzoekswerk
vooral gezond verstand. Juridische ken
nis en kennis van het politiewerk zijn
meegenomen. In die zin brengt vice-voor-
zitter Thom de Graaf (D66) een schat aan
ervaring mee. Hij was plaatsvervangend
directeur politie op liet ministerie van bin
nenlandse zaken tot hij in 1994 lid werd
van de Tweede Kamer.
De overige commissieleden zijn Otto Vos
(WD) uit Driehuis, voorheen advocaat,
j mevrouw Elisabeth Aiking (AOV)oud-on-
derwijzeres, staatsrechtgeleerde Alis Koek
koek (CDA), Mohamed Rabbae (Groen-
Links)econoom en rechtsfilosoof Andre'
Rouvoet (kleine christelijke partijen)
De bestrijding van de zware mis
daad is uit de hand gelopen.
Terwijl het enkele jaren geleden
nog zo hoopvol begon: samenwerking tussen
politiekorpsen leidde tot het oprichten van
Interregionale Recherche Teams, IRT's. In
middels is de afkorting alom negatief bekend.
En dat allemaal door de perikelen rond het
IRTNoord-Holland/Utrecht.
De poging in deze regio 'grote' criminelen
te vangen loopt stuk in onderlinge verdeeld
heid tussen Amsterdam en de andere deelne
mers. Daarbij spelen persoonlijke tegenstel
lingen en een gebruikte opsporingsmethode
een rol. De wrijvingen en botsingen leiden
tot openlijke commotie wanneer bekend
wordt dat Haarlemse rechercheurs een infor
mant gebruiken bij hun poging een bende
van drugmokkelaars op te rollen. Met mede
weten van justitie mogen de informant en
zijn kornuiten tienduizenden kilo's softdrugs
het land binnenbrengen. Dit alles met het
doel uiteindelijk de top van de bende te pak
ken. Een methode overigens die al langer
werd gebruikt, maar Amsterdam gebruikt het
voorval als breekijzer om het IRT-team op te
heffen.
IRT-debacle op een rijtje en wijt de te
loorgang voornamelijk aan de onderlinge
strijd. Het beeld rijst van over straat rollende
gezagsdragers met de misdaad als lachende
derde.
De Tweede Kamer spreekt schande over de
ruzie tussen Haarlem/Utrecht en Amsterdam
en dwingt de ministers Hirsch Ballin (justitie)
en Van Thijn (binnenlandse zaken) tot aftre
den. Het kabinet-Lubbèrs vindt de omstre
den opsporingsmethode een 'geoorloofde',
zij het een uit de hand gelopen methode. De
Kamer signaleert haarscherp de verziekte
sfeer in de top van politie en justitie.
Daarna bereikt het conflict een hoogte
punt. 'Amsterdam' pikt de terechtwijzigingen
van Wierenga niet. In een ongekend tempo
Het heeft nooit goed gezeten tussen het team
en het korps Amsterdam. Er heerste geen
coöperatieve sfeer, zo er niet sprake was van
tegenwerking.
(Burgemeester Schmitz van Haarlem op 8 februari 1994 tijdens
het verhoor door de commissie-Wierenga)
Commissie Van Traa begint met openbare verhoren
bereikt vertrouwelijke informatie de Amster
damse krant Het Parool. De beschuldigingen
over en weer - ze betreffen zowel politie als
openbaar ministerie - maken het zicht op de
ware gebeurtenissen nog mistiger.
Daarom besluit de Tweede Kamer zelf een
onderzoek in te stellen. Dit gebeurt nadat
een voorbereidingswerkgroep onder leiding
van PvdA'er Maarten van Traa maar liefst 77
vragen heeft opgeworpen over de werkwijze
van politie en justitie bij het aanpakken van
'georganiseerde zware criminaliteit'.
Van Traa en zes collega-kamerleden vor
men de parlementaire Enquêtecommissie
Opsporingsmethoden. Formeel houdt de
commissie zich bezig met de omvang van de
georganiseerde criminaliteit en de toelaat
baarheid van sommige opsporingsmetho
den. Dat moet ook, want het onderzoek naar
de afgang van het IRT Noord-Hollan-
d/Utrecht is afgerond. Maar informeel weet
iedereen dat een scheiding uitgesloten is. Het
onderzoek van Van Traa vloeit rechtstreeks
voort uit het IRT-drama en kan er daarom
niet los van worden gezien.
Sommigen zien niets in een onderzoek. De
politie moet 'boeven vangen'. Met minimaal
gelijke wapens kunnen optreden tegen goed
georganiseerde bendes. Door de politie al te
zeer aan (wettelijke) banden te leggen geef je,
in deze opvatting, de misdadigers vrij spel.
Want waar blijf je als een beetje criminele
ondernemer de beschikking heeft over een
arsenaal hoogwaardige technologische appa
ratuur om zijn nering te kunnen uitoefenen
en de Nederlandse politie niet eens een zen
dertje onder een auto mag plaatsen ter op
sporing van een partij drugs?
Zo simpel is het echter niet. Nederland is
een rechts- en geen politiestaat. De rech
ten van de burger zijn nauwkeurig vastgelegd
en dienen te worden gerespecteerd. Privacy
is belangrijk. Zo mag de politie alleen in be
paalde gevallen een telefoon afluisteren. Het
is de politie evenmin toegestaan op willekeu
rig welke plek in te breken om bijvoorbeeld
te kijken of er zich illegale goederen bevin
den.
Voor onderzoeken tegen een persoon
vraagt, het strafrecht garanties. Er moet een
zeker vermoeden van schuld zijn, wil iemand
als verdachte kunnen worden aangemerkt.
Eerst op grond van dit vermoeden zijn verde
re opsporingsacties mogelijk.
Door inlichtingen te verzamelen tijdens
het zogenoemde 'pro-actieve rechercheren',
het verzamelen van inlichtingen zonder dat
er sprake is van verdenking van een strafbaar
feit, beweegt de politie zich op een hellend
vlak. Zo kan iedereen immers onderwerp zijn
van afluisterpraktijken en inkijkoperaties.
Nederland gaat dan richting politiestaat.
Dit is ook wat de volksvertegenwoordiging
wil tegengaan. Zeker nu politie en ook open
baar ministerie zélfstandig de grenzen heb
ben opgerekt van wat wel en wat niet is toe
gestaan. De Tweede Kamer zal exact willen
duiden, wat wel en wat niet mag. Geen een
voudige zaak, want de praktijk is altijd grilli
ger dan de theorie.
Toch smeken ook politiekringen om een
goede wettelijke regeling. De teloorgang van
het IRT heeft zoveel onzekerheid veroorzaakt
dat veel agenten niet meer weten wat wel of
niet mag. „We dreigen met zijn allen een
beetje paranoïde te worden. Niemand durft
nog zijn normale werk te doen, niemand
durft nog enig risico te nemen," sprak voor
zitter Van Duijn van de grootste politievak-
bond NPB onlangs.
bleek de politie niet op haar mondje ge
vallen als het ging over 'slagvaardige aanpak'
of het schilderen van 'de ernst van de crimi
naliteit'. Uitvoerige rapportages moesten het
volk, maar met name de Haagse politici
doordringen van de noodzaak extra geld be
schikbaar te stellen. Wie zou de politie extra
geld en meer blauw op straat willen weige
ren? De (veiligheid' is immers in het geding.
Met het geld komen ook de bevoegdheden
en de machtsmiddelen. En waar ze niet ko
men, rekt de politie - al dan niet gesteund
door het openbaar ministerie - de grenzen
op. Het nemen -van dit soort Vrijheden gaat
de wetgever nu te ver.
Dit is niet de enige reden, waarom de op
sporingsmethoden ter discussie staan. Uit de
samenleving klinken vandaag de dag gelui
den dat een harde aanpak van sommige vor
men van zware criminaliteit, zoals de handel
in soft drugs, niet langer nodig is. Menig we
tenschapper ziet geen heil meer in een 'oor
log tegen drugs'. Ook de Haagse hoofdcom
missaris Brand heeft enkele maanden gele
den geopperd de strijd tegen softdrugs maa
op te geven. Dit gevecht is kapitaal verslin
dend en levert uiteindelijk niets op. De aan
voer van drugs vermindert niet, de marktprijs
Na al clat negatieve gedoe hebben de politici de
burger nog heel wat uit te leggen, wil de politiek
niet netzo ongeloofwaardig worden als in Italië
of België. Maar ik denk dat ze dat niet zal
lukken.
blijft hetzelfde en vrijgekomen plaatsen van
opgerolde bendes worden zo weer door an
deren ingenomen.
Dit is van belang omdat de omstreden op
sporingsmethoden vooral ter discussie zijn
gesteld in drugzaken. Gaat het om ernstige,
veel maatschappelijke onrust veroorzakende
kwesties als moord en ontvoering, dan zal
over een illegale opsporingsmethode veel
minder heisa ontstaan. Het doel is dan veel
belangrijker dan het middel.
Intussen is er ook discussie over de om
vang van de georganiseerde misdaad. In op
dracht van de commissie-Van Traa stellen
vier hoogleraren criminologie (Fijnaut, Van
der Bunt, Bovenkerk en Bruinsma), door
kringen rond de Enquêtecommissie aange
duid als De Bende van Vier, hiernaar onder
zoek in. Ondanks al het speurwerk van de
hooggeleerde heren zou dit tot op heden een
teleurstellend resultaat hebben opgeleverd.
Misdaadanalist Van.Duyne hoeft dat niet
te verbazen. Deze justitiemedewerker laat in
zijn boek 'Het spook en de dreiging van de
georganiseerde misdaad' gerede twijfels
doorklinken over de-omvang van de georga
niseerde criminaliteit. Die is volgens hem
vooral uitvergroot door 'het nimmer bevre
digde grote politiële verlangen naar meer
mankracht en bevoegdheden'.
Het onderzoek van Van Traa en de zijnen
zal zaken weer in een juiste proportie
moeten plaatsen. Nodig is een realistisch in
zicht in de omvang van de georganiseerde
criminaliteit. Nodig is een glasheldere afba
kening van de politiële bevoegdheden zonder
de politie de benodigde armslag te ontne
men. En ook nodig is het opschudden van
het bed van politie en openbaar ministerie,
zodat beide partijen weer evenwichtig met
elkaar kunnen functioneren. De IRT-affaire
heeft geleerd hoe gebrekkig de samenwer
king tussen deze twee instellingen was.
De commissie verhoort vanaf 6 septem
ber ongeveer tachtig getuigen. De vol
ledige lijst is nog niet bekend, maar de
Haarlemse hoofdcommissaris Straver én
hoofdofficier van justitie De Beaufort ho
ren er ongetwijfeld bij.
De commissie komt iedere maandag,
woensdag en donderdag bijeen. De open
bare verhoren duren naar verwachting tot
eind oktober. Voorts wordt een aantal
mensen onder geheimhouding gehoord.
Qe bedoeling is het onderzoek nog dit jaar
af te ronden met een rapport.
in van Traa (PvdA), voorzitter van de parlementaire onderzoeks-
SSie. foto cpd roland de bruin