Een premiejager mag - bijna - alles f\\T ZATERDAG 26 AUGUSTUS 1995 WANTED WANTED FB, WANTED ID! AMIN S 10,000.00 REWARD IN COLD .2 RSCAP If If anted: dead or alive', staat er op de poster in het kantoor van de sheriff. Daarboven het ongure gezicht van een stuk geboefte. Gezocht wegens diefstal met geweld. Duizend dollar belo ning voor wie hem weet op te sporen en bij de sheriff aflevert. Dood of levend. Er zijn hier, in de binnenlanden van Arizona, altijd wel avonturiers te vinden die op zo'n uitdaging ingaan. Dit is Tombstone, een legendarische naam in het Wilde Westen. Maar in Tombstone anno 1995 hebben de paarden plaatsgemaakt voor auto's en is de saloon een modern café geworden. De poster hangt dan ook in een voor de toeristen ingericht sheriffskantoor, waar een nepsheriff in cowboypak en met twee revolvers op zijn heupen probeert de sfeer van een eeuw geleden te doen herleven. Maar voor de jacht tegen beloning op voort vluchtig geboefte hoeft men niets na te doen. Er wordt dan wel niet meer in een 'posse' te paard achter dieven en moordenaars aangezeten, maar het moderne Amerika kent nog steeds 'bounty- hunters', mensen die voor dik geld achter verdwe nen verdachten aan gaan. Avonturiers vaak, die zelf op de rand van de wet leven, en er soms over heen gaan. Het zijn veelal oud-mariniers of voormalige huurlingen, de 'soldiers of fortune', maar ook ex- politiemensen en gewone burgers, die er een kick van krijgen om op mensen te jagen. „Als je een maal op mensen hebt gejaagd, wil je nooit meer iets anders", zegt Bob Burton, Amerika's premie jager nummer één. Burton levert jaarlijks gemid deld tweehonderd voortvluchtigen bij de justitie af. Tekenend Burton beantwoordt volledig aan het stereotiepe beeld: een voormalig verzekeringsagent die als marinier in Vietnam diende, daarna huurling voor rechtse groepen in El Salvador werd en toen pre miejager 'vanwege de adrenaline'. Hij helpt de justitie, maar heeft geen politie-opleiding en niet meer juridische kennis dan wat hij in de biblio theek uit de wetboeken opdeed. Zijn soldatenop- leiding doet de rest. Het is tekenend dat Burton is neergestreken in Tombstone, het stadje van de 'Gunfight at the OK Corral', van Wyatt Earp, van vrijbuiters en revol verhelden. Waar de inwoners nog steeds open en bloot met geladen vuurwapens mogen rondlopen. Als we Burton ontmoeten draagt ook hij een klei ne revolver aan zijn broeksriem. Huize Burton, zo wordt al gauw duidelijk, is een klein wapenarse naal. Vanuit het schamele onderkomen aan de rand van Tombstone bestiert de stoer uitziende 56-jari- ge de 'National Association of Bail Enforcement Agents', die de slechts enkele honderden profes sionele premiejagers die Amerika kent verenigt. In de bijkeuken van zijn huisje geeft Burton op ge zette tijden voor 327 dollar een driedaagse cursus premiejagen. De animo ervoor is, zegt hij, groot. Burton schreef twee handboeken over het vak. ,,Ik krijg hier mensen van allerlei pluimage. Ex-po- litiemensen, mensen met een graad in de psycho logie, bouwvakkers, vrouwen die rechtstreeks van de universiteit komen." Tijdens ons bezoek zijn de cursisten twee arbeiders uit een bierfabriek, een gepensioneerde agent en een student crimo- nologie. Allemaal op zoek naar avontuur. Premiejagers gaan tegenwoordig niet meer ach ter moordenaars en zware criminelen aan. Zij ja gen op 'bailjumpers', mensen die van een misdrijf worden verdacht, door de rechter op borgtocht zijn vrijgelaten en daarna spoorloos verdwijnen. Daarmee degenen die hun borg hebben betaald, en die kan evengoed driehonderd als driehon derdduizend dollar groot zijn, in de problemen brengend. De opdrachtgevers van de premiejagers zijn dan ook die borgbetalers. Amerika kent honderden borgagenten. Je zou het een speciaal soort bank van lening kunnen noemen. Wie is opgepakt belt zo'n kantoor en vraagt een borg. De agent stort het vereiste bedrag bij de rechtbank en de ver dachte is vrij. De borg wordt terugbetaald zodra hij zich weer meldt als het tijd is voor zijn proces. De verdachte betaalt de borgsteller tien procent van de borg. De prijs voor zijn vrijheid. Maar als de verdachte verdwijnt is de borgstelier zijn geld helemaal kwijt. Hij schakelt dan niet de politie in om de voortvluchtige te vangen - die heeft toch geen tijd - maar een premiejager. Die voor ook tien procent van de borgsom op zoek gaat naar de verdwenen man of vrouw. Dan is de jacht open. Een premiejager heeft zes maanden de tijd om zijn prooi te vinden. Dan vervalt de hele borg aan de staat. „Soms jaag je op iemand die maar een borg van vijfhonderd dollar had", zegt Burton. „Dan verdien ik dus maar 50 dollar. Maar soms sla je ook een grote slag. Een drugsdealer bijvoor beeld die een paar ton op tafel heeft moeten leg gen. Dan loop ik binnen." Burton gaat er prat op negentig procent van zijn borg-vluchters te van gen. „Had de politie maar zo'n arrestatiecijfer, hè? De cijfers over het aantal borg-vluchtelingen zijn onthullend: alleen al in de stad New York zou den er zeventigduizend zijn. In Los Angeles vijftig duizend. Meer dan genoeg werk voor de 800 pro fessionele premiejagers in Amerika en de honder den die het er naast hun gewone werk bij doen. „We verrichten een burgerdienst", zegt Burton. Het vreemde is dat de premiejager bijna niets in de weg wordt gelegd. Hij mag - bijna - alles. Dat komt omdat de verdachte een borgcontract te kent, waarin ronduit staat dat hij afstand doet van al zijn rechten als hij vlucht. Veel verdachten lezen in de spanning van het moment de kleine letter tjes niet, en beseffen niet wat zij tekenen. En dat zij premiejagers ongelimiteerde rechten geven. Een premiejager mag een huis binnendringent en zonder huiszoekingsbevel overhoop halen, als vermoed wordt dat de voortvluchte - de 'skip' in het premiejagersjargon - daar zit. Hij mag daarbij geweld gebruiken, bezittingen vernielen, mensen bedreigen. Hij mag in zijn jacht de grenzen tussen de Amerikaanse staten oversteken, wat politie mensen meestal niet mogen. Alles wat een politie man op een aanklacht zou komen te staan, mag hij wel. De justitie zit premiejagers daar niet bij dwars. Een vergunning is zelfs niet nodig. „Een premieja ger is ten opzichte van een politieagent wat Eede ral Express is ten opzichte van de posterijen", klinkt het wat geringschattend. „Wij doen het he ter en goedkoper. Wij krijgen meer dan 85 procent van onze mensen", zegt Burton. „Het aanhou- dingscijfer bij de politie is ongeveer tien procent. Daarbij kost elke aanhouding door de politie de gemeenschap geld, en wij kosten de belastingbe taler niets." Het Amérikaanse opperste gerechtshof stelde al in 1873 dat de premiejager „iemand in zijn huis mag oppakken, gevangen mag houden, hem over de staatsgrens mag achtervolgen, hem mag arres teren op een Sabbat en in zijn huis mag binnen dringen." Ruim een eeuw later geldt die wet nog steeds en wijzen rechters op grond daarvan de meeste aanklachten tegen premiejagers af. „Het kan me niet schelen hoe iemand hier komt", zegt rechter Anthony Famigglia uit Prince George County bij Washington. „Al wordt hij aan het eind van een stuk touw hier binnengesleept. Zolang het gaat om het handhaven van het recht." Een voortvluchtige heeft geen rechten. Een pre miejager mag alleen niemand doden. Maar als het uit zelfverdediging is, valt er een oplossing te be denken. Burton drukt zijn cursisten echter op het hart dat degenen op wie zij jacht maken per definitie onschuldig zijn. Het zijn mensen die nog door de rechter veroordeeld moeten worden. „Behandel ze dus ook als een onschuldige. Je arresteert ze niet voor hun misdrijf, maar voor het breken van hun borgcontract. Gedraag je niet te macho. Het beroep trekt echter nogal wat Rambo's aan. De vier cursisten tijdens ons bezoek zijn alle fer vente wapenverzamelaars. Tijdens de pauzes wis selen zij ervaringen uit over geweer zus en pistool zo. Erg liberale ideeën houden de meeste premie jagers er ook niet op na. In de hal van Burtons huisje hangen foto's van hem met Ronald Reagan. „Linkse man", zegt hij. Burton is ook dikke maatjes met G. Gordon Lid- dy, die ooit veroordeeld werd wegens zijn rol in het Watergate-schandaal en onlangs ophef baarde door in een radioprogramma tips te geven over hoe je politiemensen het beste kunt doodschieten. Volgens critici van de premiejagerij is het de ja gers niet zozeer te doen om gerechtigheid, als wel om 'geld en glorie'. List en bedrog De weg daar naar toe leidt in de meeste gevallen via het thema 'list en bedrog'. „Je moet ze uit hun tent lokken", zegt Bob Burton. „Heel wat voort vluchtigen zijn helemaal niet zo slim. Je staat er van te kijken hoeveel ervan gewoon naar huis gaan, of in de buurt blijven. Soms gaan ze ergens anders naar toe, maar dan nemen ze gewoon het zelfde baantje dat ze hadden." Zo zijn mensen makkelijk te vinden. En zo niet, dan zijn er altijd mensen die hen willen verraden. „Ouders die zich schamen omdat hun kind op het slechte pad is. Buren die een hekel aan de familie hebben. Drugsdealers die hun concurrentie weg willen werken. Je bent altijd op zoek naar de Ju das." En in negen van de tien gevallen is die er. Een beetje druk,.soms omkoping, en de informa tie komt los. En anders zijn er trucs genoeg, die Burton zijn cursisten in de lessen en boeken leert. Via de post. „Doe alsof je van het postkantoor bent en dat er een pakje ligt te wachten." Of de loterij. „Je belt een familielid op met de mededeling dat broer of neef een prijs gewonnen heeft en dat hij die er gens moet komen halen. Gelokt door het grote geld komen zij dan uit hun schuilplaats." Burton toont een brief op officieel aandoend briefpapier, die hij aan een vrouw uit Denver stuurde, waarin haar amnestie werd verleend. Zij moest daarvoor echter naar haar oude woon plaats, New Orleans, komen. Burton deed er zelfs een vliegticket bij. Op het vliegveld kon zij meteen worden opgepakt. „Leverde me 8000 dollar op en ik hoefde er niet eens mijn huiskamer voor uit." Soms biedt een voorvluchtige de premiejager meer geld dan diens premie, teneinde op vrije voeten te blijven. „Dan laat je wel eens iemand lo pen. Dat mag. Ik ben geen beëdigde functionaris, ik hoef hem niet aan te geven." Het werk van een premiejager is volgens Burton minder opwindend dan het lijkt. „Het is 97 pro cent verveling en drie procent opwinding", zegt hij. „Vaak zit je uren of dagen achtereen in je auto een huis of een persoon te observeren in een slecht deel van de stad. Je drinkt koude koffie, praat met domme mensen. Dat is soms dodelijk saai en vermoeiend. En er zit weinig romatiek in." Veel werk geschiedt ook gewoon achter het bu reau. „Een fax en een draadloze telefoon zijn ze ker zo belangrijk als je revolver", zegt Burton te gen zijn cursisten. Veel informatie over de handel en wandel van een voortvluchtige kun je te weten komen door het opvragen van telefoongegevens, van betalingen met kredietkaarten. Informatie die een gewone burger nooit krijgt, maar een premie jager heeft zo zijn kanalen. Burton heeft vriendjes op politiebureaus en te lefoonmaatschappijen, die. best bereid zijn tegen af en toe een betaling van 50 of 100 dollar in de computer te duiken en de gevraagde gegevens te verstrekken. Voor een politieman is het illegaal om persoonsgegevens uit de nationale misdaad computer aan niet-politiemensen te geven, maar Burton zegt daar wel omwegen voor te weten. De echte opwinding komt pas als de aanhou ding staat te gebeuren. Dan gaan de jacks aan met 'Bail Enforcement Agent' op de rug, net zoals de jacks die de arrestatieteams van de politie dragen. De premiejagers dragen ook nauwelijks van echte politiepenningen te onderscheiden schildjes. Dat maakt indruk. Zoals het roepen van 'Special Agent, open de deur", en andere van de politie af gekeken tactieken. Premiejagers mogen zich niet voor politiemen sen uitgeven, maar iemand die overdonderd de deur open doet ziet niet zo gauw het verschil. Wie eenmaal een premiejager ip zijn huis binnenlaat, heeft al zijn rechten verspeeld. Maar wie zich ver zet loopt het risico dat zijn bezittingen worden vernield of dat geweld wordt gebruikt. Wie zich daartegen wil verdedigen loopt weer nieuwe risi co's. Toch zegt Burton in driekwart van de geval len ongewapend op stap te gaan. Het is daarom dat veel politiemensen niets van premiejagers moeten hebben. Zij noemen ze '20ste-eeuwse vrijbuiters die een 19de-eeuws le ven leiden'. Maar anderszins gebruikt de politie premiejagers ook. „Omdat zij vaak informatie hebben over een verdachte. Wie in de cel zit en eruit wil vertelt vaak teveel aan wie zijn borgt be taalt", zegt rechercheur Harry Chapman uit Sacra- Tot in Nederland Burton zegt zelfs mensen die naar het buitenland uitwijken te pakken. „Stel dat iemand naar Neder land vlucht. Die heb ik in een vloek en een zucht jullie land uit." Maar de Nederlandse wetten dan, die niet toestaan dat iemand wordt ontvoerd, want dat is het toch, ook al is hij een misdadiger?! Burton lacht. „Illegaal? Nou en? Wie op de vlucht is omdat hij wat verkeerds gedaan heeft zal ook bij jullie niet gauw naar de politie lopen." Hij zegt in Nederland bij de politie voldoende contacten te hebben die hem willen helpen. „Een ouwe-jongens-netwerk noemt hij het. Maar de tails wil hij niet geven. Natuurlijk kan Nederland in zo'n geval diplomatieke problemen maken, „maar wat moeten ze doen als ze niet eens weten wie de ontvoerders zijn?" Burton laat er geen twij fel over bestaan dat hij precies weet hoe iemand tegen zijn wil over de grens te smokkelen. Bovendien, zegt hij, „soms duurt het uitleve ringsproces zo lang dat ook jullie autoriteiten wel eens even de andere kant op willen kijken. Hij herinnert zich een geval waarin een man vanuit Canada naar Florida werd ontvoerd om daar te recht te staan. Canada maakte een hoop herrie in Washington. De premiejagers moesten uiteinde lijk terecht staan en kregen twee jaar cel. „Dit soort operaties in Europa doen we dan ook alleen als het om echt grote jongens gaat. Dan moet ik er toch wel 30.000 dollar aan kunnen verdienen." Ze mogen meer dan een politieman. Huisdeuren inrammen, zonder huiszoekingsbevel alles doorzoeken en desnoods de hele boel overhoop halen. Geweld wordt niet geschuwd. Bijna alles is toegestaan. Maar: ze zijn geen politiemensen, al dragen ze vaak kleding en uitrusting die bedrieglijk op die van de politie lijken. Maar bedriegen hoort dan ook bij het vak van 'premiejager'. Het tegen een beloning opsporen van voorwluchtige verdachten. Net als vroeger in het Wilde Westen. 'Je bent altijd op zoek naar de Judas' Premiejager Bob Burton (rechts) en zijn collega Henri Hustus. „Als je eenmaal op mensen hebt gejaagd, wil je nooit meer iets anders." foto s gpd hans de bruijn

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1995 | | pagina 33