Getrouwd met
de beurtvaart
i]23°l
©3
i*v
Pechvogel Piet viel met
z'n neus op de stoeprand
Wandeling 'door' de
Nieuwkoopse Plassen
fiÜ Het Motorhuis
Afscheid
Politie
controleert
op snelheid
IX
WOENSDAG 23 AUGUSTUS 1995
/h 1.
VERWACHTING VOOR MORGEN
De bemanning van de Leidsch Dagblad-boot is deze week onder
peer te vinden op en rond het Braassemermeer. Tips en sugges
ties voor de Waterkrant kunnen rechtstreeks worden doorgegeven
aan de verslaggevers op de boot (tel. 06-52801476) of aan de re
dactie op de wal (tel. 071-356441).
Dinsdag22 augustus, Kagerplassen.
M'n gezicht is goeddeels bedekt met scheerschuim als ik
deze dag voor het eerst in de spiegel kijk. Ik blik
mistroostig de wijde wereld in. Vandaag vaart deze ka
pitein voor het laatst op de door hem zo geliefde Mistral.
Dat doet, onverwacht, pijn.
De zomer is veel te snel voorbij gevlogen.
Om deze dag intenser dan alle andere te beleven, heb
ik de dag ervoor zonder medeweten van de Hoge Heren
de Waterkrant-auto mee naar huis genomen. Sorry.
Vanaf het moment dat ik vandaag de deur uitstap, wil
ik dat heerlijke Waterkrant-gevoel inhaleren. Voor het
laatst.
De bemanning voelt kennelijk dat deze kapitein (mijn
collega neemt de laatste vaardagen voor zijn rekening)
nog bezig is aan een afscheid vol emoties en biedt aan
om het roer over te nemen. Graag, dank jullie wel.
Op de achterbank probeer ik het nieuws van de och
tendkrant te volgen, maar concentreren kan ik me niet.
Het water bepaalt mijn gedachten, of ik wil of niet.
Bedankt, zeilboten op de Kagerplassen, Braassemer
meer en Nieuwkoopse Plassen, dat je de onhandige
stuurmankunst van deze kapitein hebt laten welgeval
len. En als de bemanning enige krachttermen vanaf de
boot heeft geroepen, dan bied ik vanaf deze plaats wel
gemeende excuses aan.
Sorry, roeidames op De Vliet dat deze kapitein jullie
bijkans overvoer en een golf van
woedend water jullie boot liet
binnendringen. Het aanbod van
het bos jé bloemen geldt nog
steeds.
Ook excuses aan de monteur
van dit schip, dat door mijn col-
lega en mij nog net niet is ver-
v nield. Drie keer hebben we de
hulp van die alleraardigste Peet
moeten inroepen om de Mistral
weer aan de praat te krijgen. Het
roer brak, we voeren bijna zon
der olie en laadden 400 liter wa-
rter 'waarAvè cfe JïeljTmochtèn"
tanken.
De Mistral verroerde zich niet en
bracht ons naar alle uithoeken
van de wateren rond Leiden.
Vaarwel lieve Mistral.
Misschien tot ziens.
ROB ONDERWATER
zonnige perioden,
meest droog
Het zou over het verleden gaan, maar Burt en
Piet Groenewegen kunnen hun oordeel over het
heden maar moeilijk onderdrukken. Burt: „Ik had
soms dertig flessen zuurstof van tachtig kilo per
stuk die ik in mijn eentje op de wagen flikkerde.
Maar nu, met die bemoeizucht van tegenwoor
dig, mag iemand niet meer dan vijfentwintig kilo
tillen." Piet: „Ik vraag me af: zijn ze nou gewoon
gek geworden? Als jij een koelkast van honderd
kilo bestelt, komen ze die met zijn vieren afleve
ren. Maar in de sport staan ze wel honderddertig
kilo te drukken. Begrijp je me?"
Burt wordt dit jaar 80 en Piet 72. Jarenlang hiel
den ze samen het transportbedrijf draaiende dat
hun vader in 1912 was begonnen. Vader begon
indertijd met één schip, de Eva, heen en weer te
varen tussen Leiden en Amsterdam. Beurtvaart
met suiker en meel, met Amstel bier en vanaf
1918 met het papier voor het Leidsch Dagblad.
De zoons breidden de vloot uit, terwijl ze ook nog
een periode over de weg vervoerden.
We varen over De Kaag en door de Ringvaart:
een tocht die de heren 1001 keer hebben ge
maakt. Burt: „We gingen drie keer per week naar
Amsterdam. Het was bij wijze van spreken zo, dat
als de schipper stond te slapen, die schuit zelf
nog de weg vond. Of dat niet saai was? Je had in
die tijd niet zoveel te vertellen. Toen ik in de zaak
kwam, zaten we middenin de crisis. Er was veel
concurentie en je verpestte eikaars tarieven. Ei
genlijk had ik na de mulo stuurman willen wor
den op de grote vaart, maar er was heel veel
werkloosheid. Afgestudeerde stuurmannen zaten
op de dubbeltjestaxi."
„De Ringvaart was in die tijd de drukst bevaren
scheepvaartroute van Nederland. Het voordeel
van de Ringvaart was, datje altijd door kon varen.
Ook bij mist. Toen we later stuurhutten kregen
op die schepen, gingen we bij mist nog altijd bui
ten staan, dan had je beter zicht. De Kaag moest
je maar op goed geluk oversteken. Een kompas
had niemand in die tijd. Alleen als het hard waai
de en we te diep lagen, kon je de plas niet op.
Dan moest je blijven wachten."
Piet: „Naast de beurtvaart had je op de Ring
vaart ook de groentejagers - die noemden we zo
omdat ze zo hard voeren. Die lui voeren dag en
nacht heen en weer tussen het Westland en Am
sterdam om de hoofdstad van groenten te voor
zien."
Afkomstig uit een scheepvaartfamilie, behoor
den de Groenewegens in hun kinderjaren tot de
eerste watertoeristen op de Kagerplassen. Piet
vertelt. „Dan gingen we 's morgens om half acht
naar de vroegmis en gingen we daarna weg met
de motordekschuit. Rieten stoeltjes mee, een
zonneparaplu en een duikplank. Moeder maakte
een grote trommel brood klaar en nam een fles
Ranja mee, die ze met water uit de Kaag aan
maakte. 's Avonds als je thuis kwam, was je rug
helemaal verbrand. Dan lag je te creperen in je
bed. Maar daar werd niet naar gekeken toen. En
je had toch een uitgelezen dag gehad."
Burt (links) en Piet Groenewegen met hun maatschappijvlag. Op de achtergrond is in de gracht nog hun 'kan
toorschip' te zien. foto dick hogewoning
In de oorlog bleven de broers gewoon door va
ren op Amsterdam. Maar in mei 1944 ging het
mis met Piet. „Ik kwam met de boot Amsterdam
binnen varen, toen de Grüne Polizei me stond op
te wachten. Ik heb toen drie weken vastgezeten -
met zijn vijven in één cel - en heb daarna drie
weken in concentratiekamp Amersfoort doorge
bracht. Toen ben ik naar Helgoland getranspor
teerd. Daar heb ik acht maanden lang met een
kangoo in mijn handen gestaan, twaalf uur per
dag. Met hongeroedeem, luizen en een kale kop
ben ik één maand na de bevrijding thuisgeko
men."
Zowel Burt als Piet zijn hun leven lang vrijgezel
gebleven. „Ik heb tussenbei wel verkering gehad.
Maar met één wijf had ik het nooit uitgehouden",
vertelt Burt. „De liefde voor de zaak lag op een
hoog peil. We zijn altijd met de zaak bezig ge
weest. Het is allemaal zo gegroeid", verklaart Piet
zijn leven als vrijgezel. „Nee, het was geen kroeg
in, kroeg uit, wijf in, wijf uit. Zulke types zijn wij
niet."
Ter illustratie van wat voor types de heren
Groenewegen dan wel zijn, vertelt Piet hoe ze
zich in de vroege jaren zestig een slag in de rond
te werkten om hun vrachtwagens zo efficiënt mo
gelijk in te zetten. „Als ik ineens een vrachie van
de HCG kon krijgen, dan kwam het voor dat ik
snel op mijn fiets sprong naar de Garenmarkt.
Daar laadden we de lege kratten van Amstel. De
pallets die al op de wagen stonden, haalden we er
snel af en ik stuurde de chauffeur naar de HCG,
melden bij meneer Priem, 's Avonds moest ik dan
wel terug om die kratten op te laden, maar het
was wel mooi honderd gulden handel extra. Dat
lieten we toch niet schieten."
In het
huwelijksbootje
stappen
In de zesde eeuw duikt dit
spreekwoord voor het
eerst op in verhalen en
wel in de letterlijke bete
kenis. Bruid en brui
degom gingen tezamen in
een bootje naar de kerk
alwaar hun huwelijk werd
voltrokken. Ook mogelijk,
en waarschijnlijker, is dat
het woord huwelijks
bootje wordt gebruikt als
beeld voor het huwelijk
als geheel, het huwelijkse
leven wordt vergeleken
met de vaart van een
schip. Het kan goed en
rustig gaan, maar ook on
stuimig en onbeheers
baar.
Dat huwelijksbootje wil
vandaag de dag nog al
eens opduiken op trouw-
kaarten en in de toe
spraak van de ambtenaar
van de burgelijke stand bij
de voltrekking van een
huwelijk. Het betekent
eenvoudigweg trouwen.
Agenten van het politiedistrict
Rijn en Braassem hebben de af
gelopen periode op De Kaag en
het Braassemermeer veelvuldig
op (te) snel varen gecontro
leerd. Drie bestuurders van
speedboten kregen een proces
verbaal omdat zij voeren zonder
vergunning, één schipper werd
bekeurd omdat hij niet in het
bezit was van een vaarbewijs en
van een vierde speedbootbe
stuurder deugde het registratie
nummer van zijn boot niet.
»-
cJS# - - V'i
Havenmeester Piet Olyerhoek: „Het gaat gelukkig weer beter."
Havenmeester Piet Olyerhoek (62) heeft
Reen zin om een klaagverhaal op te han
gen. Maar hij heeft het deze zomer wel be
hoorlijk voor zijn kiezen gekregen. Niet
iinet de watersporters in Roelofarends-
yeen, maar letterlijk. Zo'n zes weken gele
pen is hij na het nuttigen van 'ja, mis
schien was het wel water' van zijn fiets ge-
Vallen en met zijn snufferd op een stoep
rand terechtgekomen. „Ik dacht eerst dat
piijn vrouw me sneed. Maar dat kon niet
omdat ze ver voor me uit fietste. Pats, daar
ging ik. Zo'n stoeprand is hard, hoor. Die
taoeten ze toch wat zachter maken in de
toekomst. Ik had mijn kaak op twee plaat
sen gebroken en ook mijn jukbeen en
mijn neus. Kijk maar, in mijn neus zit nu
hog zo'n raar kinkie."
I „Ik ben de dag na het ongeval naar de
dokter gegaan. Hij zei dat het wel meeviel
on dat er niks aan de hand was. En toen
ben ik weer gaan werken. Maar het deed
behoorlijk pijn."
„We hebben hem naar het ziekenhuis
moeten slaan", zegt de directeur van de
jachthaven in Roelofarendsveen, die sa
men met Piet op het schip de Deinemyd
oen pilsje zit te drinken.
„Ze hebben me daar geopereerd", zegt
Piet. „En het gaat gelukkig weer beter. Ik
heb tijden lang niks kunnen eten. En ga
pen en niezen deed verschrikkelijk pijn.
Maar ja, dat kun je nu eenmaal niet tegen
houden."
Piet is nu alweer zo'n dertig jaar haven
meester. Voor die tijd heeft hij op zand
en grintschepen gevaren. „Leuk werk, al
dacht je wel eens bij jezelf: ik wou dat we
eens meeuwen hadden geladen. Eén steen
in het ruim en je bent los." In zijn huidige
werkkring heeft Piet het goed naar zijn
zin, al ergert hij zich wel eens aan de men
sen die echt niet kunnen aanmeren.
„Je ziet altijd dat mensen bij een lege
steiger in het midden gaan afmeren. Zodat
er dus niemand meer bij kan. Dan zeg ik
altijd vriendelijk: 'Meneer, heeft u die hele
steiger gehuurd?' En dan de knopen die ze
maken! Laatst heb ik een paar van die
knopen met een waterpomptang los moe
ten maken. Als ze een koe zo hadden vast
gebonden op de veemarkt, had-ie er op
Goede Vrijdag nog gestaan."
We lachen. Piet niet. Lachen doet pijn.
CEES VAN HOORE
Katholiek of niet, het gebruik
van het Meijepad door de Zuid
einder plas in Nieuwkoop is voor
iedereen heden ten dage gratis.
Dat was vroeger wel anders. Het
pad, toen nog getooid met de
naam Pape- of Oortjespad, was
alleen voor katholieken gratis
toegankelijk. En dan alleen als
de katholiek in kwestie uit de
Meije kwam en op weg was naar
de Heilige Mis in Nieuwkoop.
Niet-katholieken moesten een
oortje, oftewel een cent betalen.
Het Meijepad door de Zuidein-
derplas is één van de typische
kerkepaden van Zuid-Holland.
WSBM
foto henk bouwman
Ook in onder meer de Lange-
raarse plassen hebben katholie
ken de korste weg naar de kerk
zelf aangelegd.
De wandeling van deze week -
'door' en nabij de Nieuwkoopse
Plassen - is er één door een ge
bied waar de historie van het
landschap zeldzaam goed zicht
baar is. Aan het begin van de
Midddeleeuwen lag hier een uit
gestrekt moeras, doorsneden
door riviertjes en kreken. In de
12e eeuw kwamen de kolonis
ten; ze kapten het moerasbos,
groeven sloten en verkavelden
het gebied. Het gebied werd aan
vankelijk gebruikt als weiland
totdat in 1530 de turfwinning
flink op gang kwam. De turf-
winners hadden Nieuwkoop als
thuisbasis: van daaruit werden
de langgerekte kavels afgegra
ven. Zo onstond een landschap
van enerzijds langgerekte legak-
kers waarop het veen te drogen
werd gelegd en anderzijds petga
ten waar het veen was uitgebag-
gerd.
Niet overal was het veen van
goede kwaliteit. Vlakbij Nieuw
koop was het mosveen-pakket
het dikst en hier werd dan ook
het meest afgegraven. Meer naar
het riviertje de Meije toe was het
mosveen dunner en zat er steeds
meer rivierklei tussen. Het veen
nabij de Meije is dan ook niet
afgegraven.
De twee grote plassen, de
Noordeinder- en de Zuideinder -
plas, zijn ontstaan doordat de
wind het water van de brede
petgaten opzwiepte. De smalle
legakkers werden daardoor
steeds smaller en uiteindelijk
zijn de plassen ontstaan. Mar
kant herkenningspunt in de wij
de omtrek is de uit 1932 date
rende watertoren. Dit 'potlood'
was de eerste betonnen waterto
ren.
De Nieuwkoopse plassen zijn,
juist doordat er in zeer verschil
lende mate is afgegraven, een
rijk gevarieerd natuurgebied.
Naast elkaar komen moerasbos
sen, rietlanden, oude legakkers
en schrale graslanden voor. In
het gebied broedt één van de
zeldzame kolonies purperreigers
van Nederland. Natuurmonu
menten, eigenaar van het na
tuurgebied, voert vaarexcursies
uit door het plassengebied. Dan
zijn (bijzondere) planten zoals
de vleesetende zonnedauw en
het blaasjeskruid te bewonderen.
Langs het pad door de Zuid-
einderplas staat 'de gebruikelij
ke, maar toch fraaie' bekleding
van groen. Harig wilgeroosje,
kamperfoelie, els en (knot-)wilg,
haagwinde, rolklaver en een en
kele zwanebloem.
De route:
Het Meijepad is bereikbaar met
ZWN-bus 182 vanaf het NS-sta-
tion. Uitstappen halte Meijepad
in het buurtschap Zuideinde.
Een klein stukje terug lopen en
dan linksaf het fietspad De
Meije en Zegveld op. In de verte
zie je heel even al de potlood
watertoren liggen. Gewoon
steeds maar doorlopen. In het
begin is de begroeiing een dicht
bladerdek, maar na een minuut
of tien lopen verschijnt opeens
aan de rechterkant de water
plas. Weer een paar stappen la
ter is ook links de watervlakte te
zien. Bruggetje over (prachtig
uitkijkpunt) en alsmaar doorlo
pen. Het klaphek door en tussen
de koeien het laatste stukje naar
de watertoren afleggen. Wat
kronkels met het pad meelopen
en de weg eindigt op het pad
langs het rivertje de Meije. Dan
zijn er meerdere mogelijkheden.
Meteen teruglopen kan - een mi
nuut of vijf doorlopen voor kof
fie kan - maar het is ook moge
lijk nog een paar kilometers er
bij te doen en de Meije Tuin- en
Theesalon te bezoeken. De tuin
bestaat uit tien verschillende
tuinen; van dahliatuin tot krui
dentuin en van boomgaard tot
watertuin en is van mei tot ok
tober te bezichtigen. De salon
biedt koffie, thee en eigenge
maakte taarten.
Zonder extra uitstapje naar de
salon duurt de wandeling heen
en weer één tot anderhalf uur.
MONICA WESSELING»
Waterkrant-kortingsbon
Tegen inlevering van deze Leidsch Dagblad-Waterkrant bon krijgt u 5.= korting
Iop de gloednieuwe boottocht van Rederij van Hulst. De boot neemt u 3 'A uur lang
mee via 't Joppe (De Kaag) over de Zijl. de Oude Rijn, en de Does naar
het schilderachtige Hoogmade Vandaar vaart het schip over de kromme Does.
Heeft u het "Leidsch Dagblad" al gezien,
in een Pontiac van:
Officieel Opel en US CAR dealer
Vondellaan 80, Leiden, Telefoon 071 - 351800.
Dé specialist
voor
scheepsaccu's
(^roenen^,
LEIDEN