Tekst redevoering van koningin Beatrix
Tekst toespraak president Soeharto
Staatsbezoek
Koningin omzeilt
met vaagheid
alle klippen
«■Ui
V m
DINSDAG 22 AUGUSTUS 1995
COMMENTAAR
Alweer vele maanden duurt de jongste dis-
cussiegolf over de Nederlands-Indonesi
sche betrekkingen in de jaren 1945-1950.
Als gevolg daarvan, schreef deze krant on
langs, zou de koningin met haar toespraak
tijdens het staatsbanket in Jakarta op eieren
lopen. Nu ze haar tafelrede gisteravond
heeft gehouden, staat in ieder geval één
ding vast: de koningin en dus de voor
haar woorden verantwoordelijke minister
raad heeft op uiterst behendige wijze alle
klippen weten te omzeilen. Op Nederlandse
noch Indonesische tenen heeft ze getrapt.
Wat dat betreft was de toespraak een kunst
stukje.
Onmiskenbaar is dat resultaat bereikt
doordat de rede op tere punten vaag ge
noeg was om kool en geit te sparen. Ieder
een kan aan onderdelen ervan zijn eigen
uitleg geven. Dat bleek gisteravond al
meteen uit de reacties uit politiek Den
Haag. Wallage (PvdA) meent dat de konin
gin de Indonesische onafhankelijkheidsda
tum, 17 augustus 1945, impliciet heeft er
kend, Hillen (CDA) vindt juist van niet. Van
den Bos (D66) heeft tussen de regels door
excuses beluisterd, Bolkestein (VVD) juist
niet.
De koningin heeft de datum van 17 au
gustus 1945 inderdaad enkele malen ge
noemd, maar daar bleef het bij. Ze heeft
aan het te berde brengen van die datum
verder geen conclusies verbonden. Even
min bracht ze trouwens naar voren dat Ne
derland zich eind 1949 gedwongen zag de
soevereiniteit over het grootste deel van de
tropische archipel over te dragen aan de
Indonesiërs, maar daarbij Nieuw-Guinea
achterhield.
Kernzinnen in de koninklijke toespraak
over de jaren 1945-1950 waren deze: „Ne
derland was aanvankelijk niet bereid het
Indonesisch streven naar volledige en on
middellijke onafhankelijkheid te accepte
ren. De scheiding tussen onze landen is
daardoor een langdurig proces geworden,
dat veel pijn en bittere strijd heeft gekost".
In deze zinnen worden net als in de
toespraak die premier Kok vorige week
hield voor de Indonesische televisie be
kende feiten nog eens vastgesteld. Maar een
oordeel over het toenmalige Nederlandse
beleid wordt er niet in verwoord. Een oor
deel sprak de koningin wel uit in de volgen
de zin: „Wanneer wij terugblikken op deze
tijd, die nu bijna vijftig jaar achter ons ligt,
stemt het ons bijzonder droevig dat zovelen
in deze strijd zijn omgekomen of er hun le
ven lang de littekens van hebben moeten
dragen". Droefheid over het bloed dat is ge
vloeid en droefheid over het feit dat men
sen ernstige krassen op hun ziel hebben
opgelopen.
Anders dan oud-minister Mansholt dit
jaar kort voor zijn dood deed, heeft de ko
ningin niet gezegd dat Den Haag destijds
beleidsmatig verkeerd, kortzichtig zo men
wil of onverstandig, reageerde op het-Indo
nesische nationalisme. Geen uitgesproken
droefheid dus over het hakken, wel over de
spaanders die daarbij zijn gevallen.
Iets anders viel ook niet te verwachten.
De eerstverantwoordelijke voor de toe
spraak van de koningin, premier Kok, was
er immers begin dit jaar als de kippen bij
om zijn collega Pronk te kapittelen. Die had
in een interview met deze krant gezegd dat
de Nederlandse politiek niet de strijd
krachten destijds een scheve schaats
reed en dat de huidige Haagse politiek dat
eens ruimhartig zou moeten erkennen.
De tweede kwestie die gisteravond aan
dacht trok, was die van de mensenrechten.
„Alle landen moeten betrekkingen kunnen
ontwikkelen die een basis hebben in res
pect voor eikaars soevereiniteit en niet-in-
menging in de interne aangelegenheden
van anderen", zei president Soeharto aan
het staatsbanket. Het was een van de vele
varianten van zijn overbekende stelling: het
buitenland moet zich met onze interne
aangelegenheden, inclusief de mensen
rechten, niet bemoeien: Indonesië verkeert
in bijzondere omstandigheden en daarom
worden de mensenrechten hier een slagje
anders toegepast dan in andere landen;
maar dat wil nog niet zeggen dat ze worden
geschonden.
Democratische geesten in Indonesië zelf
betogen al jaren dat dat standpunt van hun
president onhoudbaar is. Ze wijzen er on
der meer op dat Indonesië lid is van de Ver
enigde Naties en zich heeft geschaard ach
ter de mensenrechtenverklaring van die or
ganisatie. Koningin Beatrix knoopte daar in
haar rede perfect bij aan: „Hierbij moeten
wij respect en begrip hebben voor de ver
schillen in tradities en gewoonten. Dit bete
kent echter niet dat wij geen gesprek kun
nen aangaan over de fundamentele rechten
en waarden die de leden van de wereldge
meenschap hebben vastgelegd. Deze vor
men in toenemende mate in de dialoog tus
sen landen, en dus ook tussen Indonesië en
Nederland, een vanzelfsprekend element".
Zonder de Indonesische machthebbers te
kwetsen, zei de koningin daarmee dat de
waarden die zijn neergelegd in de Universe
le Verklaring van de Rechten van de Mens
gelden voor ieder mens waar ook ter we
reld, Indonesië niet uitgezonderd, en dat
het volstrekt normaal is als landen daarover
met elkaar praten. Meer hoefde de koningin
daarover ook niet op te merken. Wat het
Nederlandse kabinet haar wilde laten zeg
gen, was duidelijk genoeg. Concrete kwes
ties op het gebied van de mensenrechten
zijn het terrein van ministers en diploma
ten.
Al met al kan, ondanks kanttekeningen,
worden vastgesteld dat de toespraken van
koningin Beatrix en president Soeharto bij
dragen aan goede betrekkingen tussen hun
beide landen'. Onder het Indië-debat in Ne
derland is echter na gisteravond geen
streep gezet. Het zou ook naïef zijn dat van
een .redevoering, al is het een koninklijke, te
verwachten.
„Meneer de president,
Het is voor mijn man, onze zoon en mij
zelf een groot genoegen hier vandaag
uw gast te zijn. Wij zijn verheugd dezer
dagen een uitgebreid bezoek te kunnen
brengen aan het land dat zo'n bijzonde
re plaats inneemt in de harten van zeer
vele Nederlanders. Het is alweer 24 jaar
geleden dat mijn ouders ons voorgingen
en het eerste Nederlandse staatsbezoek
aan Indonesië brachten. Zij bewaren
daaraan dierbare herinneringen. Het feit
dat wij in Indonesië zijn aangekomen
enkele dagen na de 17de augustus, de
dag waarop uw land vijftig jaar geleden
zijn onafhankelijkheid uitriep, geeft aan
dit staatsbezoek een bijzondere dimen
sie.
Vierhonderd jaar geleden verlieten vier
kleine Nederlandse schepen de rede van
Texel om koers te zetten naar Indië.
Ruim een jaar later kwamen zij aan in
Bantam. De bemanningen van deze
schepen waren niet de eerste Europea
nen die dit land bezochten, maar wel de
eerste Nederlanders. Het doel van hun
expeditie was het handelsmonopolie
van de Portugezen te breken en een
aandeel te krijgen in de toen al bloeien
de en winstgevende handel in oosterse
specerijen.
Deze indrukwekkende tocht onder lei
ding van Cornelis de Houtman neemt in
de Nederlandse geschiedschrijving een
belangrijke plaats in. Vanuit Nederlands
perspectief bezien was dit immers het
begin van een eeuwenlange presentie in
Azië, die van grote invloed is geweest op
het leven in Nederland. Ook vanuit
Indonesisch gezichtspunt is deze ge
beurtenis van belang, al was de Europe
se aanwezigheid slechts één hoofdstuk
in het eeuwenoude verhaal van de ge
schiedenis van uw land.
De Europeanen vonden in Azië een ou
de en hoogontwikkelde beschaving, die
hen vervulde met ontzag en verbazing.
Dit gold ook voor de Nederlanders, die
in Indonesië niet alleen een overweldi
gend mooie natuur aantroffen met vlak
ten en bergen, ongekende geuren en ge
luiden en ontelbare schakeringen van
groen, maar ook een hoog peil van cul
turele, maatschappelijke en economi
sche ontwikkeling. De Indonesische be
schaving had zich gevormd in een lang
durig proces en door de eeuwen heen
elementen van verschillende culturen
opgenomen. Haar onmiskenbare hoog
tepunten zijn de majestueuze Borobu-
dur en de Prambanan. Zij hebben een
onaantastbare reputatie onder de ver-
maardste bouwwerken van de wereld.
Hét is niet verwonderlijk dat twee bema-
ningsleden van Cornelis de Houtman zo
door uw land werden betoverd dat zij op
Bali deserteerden, waar de vorst deze
twee vreemde schepselen met vreugde
opnam in zijn curiositeitenverzameling.
De andere Nederlanders bleven trouw
aan het doel waarvoor zij gekomen wa
ren, de handel. Zij vonden al gauw be
vestiging van hun vermoeden dat Azië
Europa meer te bieden had dan omge
keerd. Uit de eerste handelscontacten
groeide het omvangrijk netwerk van de
Vereenigde Oostindische Compagnie,
dat daarna de aanzet werd tot een lang
durige Nederlandse overheersing. Wij
spraken toen over uw land als Neder-
lands-Indië. De vestiging van een effec
tief gezag in de loop van de 19de eeuw
over de hele archipel ging overigens niet
zonder strijd. Ook moeten de ontsluiting
en economische exploitatie van deze ge
bieden harde gevolgen met zich hebben
meegebracht voor de Indonesiërs van
toen. Wel won geleidelijk het inzicht
veld dat Nederland zich niet kon beper
ken tot het streven naar materieel gewin,
maar zich daarnaast verantwoordelijk
diende te voelen voor het wel en wee
van de bevolking, en zich moest toeleg
gen op de zorg voor sociale, medische
en onderwijsvoorzieningen.
Zo ontstond in ons land de overtuiging
dat het Nederlands koloniale bestuur
goed was voor beide partijen. Die opvat
ting leefde zo sterk dat er weinig aan
dacht bestond voor de kracht van het
verlangen naar onafhankelijkheid dat
voor de oorlog sterk opkwam bij de
Indonesische bevolking. Slechts enkelen
onderkenden de betekenis daarvan en
spraken zich daarover uit. Zij vonden
echter vrijwel geen gehoor. Omdat tij
dens de oorlog onze contacten geheel
verbroken waren, kwam de uitroeping
van de Republiek Indonesië op 17 au-
Nu en dan instemmend knikkend, luistert president Soeharto naar wat koningin Beatrix te zeggen heeft.
FOTO ANP COR MULDER
gustus 1945 dan ook als een volslagen
verrassing.
De eerste reactie van Nederland hierop
was afwijzend. Wel erkende de Neder
landse regering in Londen al dat de rela
tie tussen Nederland en Nederlands-In-
dië na de oorlog een andere zou moeten
zijn dan ze daarvóór geweest was. Mijn
grootmoeder, koningin Wilhelmina, ver
woordde dit reeds in haar rede van 7 de
cember 1942. Over de richting was men
het eens, maar de meningsverschillen
over de praktische uitwerking daarvan
bleken zeer groot. Nederland was aan
vankelijk niet bereid het Indonesisch
streven naar volledige en onmiddellijke
onafhankelijkheid te accepteren. De
scheiding tussen onze landen is daar
door een langdurig proces geworden,
dat veel pijn en bittere strijd heeft ge
kost. Wanneer wij terugblikken op deze
tijd, die nu bijna vijftig jaar achter ons
ligt, stemt het ons bijzonder droevig dat
zovelen in deze strijd zijn omgekomen
of er hun leven lang de littekens van
hebben moeten dragen.
Toen in 1949 de scheiding tussen onze
landen formeel werd bezegeld, zei ko
ningin Juliana: „Niet langer staan wij ge
deeltelijk tegenover elkaar. Wij zijn nu
naast elkaar gaan staan, hoezeer ook ge
schonden en gescheurd en vol van de
littekens van wrok en spijt". „Het is een
voorrecht deze daad van overdracht der
soevereiniteit te verrichten, tegenover de
geschiedenis, of beter gezegd voor het
aangezicht Gods, die weet waarom dit
samengaan in vrijheid niet eerder en
ook niet later werd bereikt, en die het fa
len kent der generaties, maar die ook
ziet of wij kunnen dienen in het Plan
voor de gang der mensheid". Deze
woorden van mijn moeder zijn, ondanks
het verstrijken der jaren, nog steeds van
betekenis. De gebeurtenissen van toen
laten ons ook nu niet onberoerd. De
kennis van dit verleden en de lessen die
wij daaruit hebben geleerd, vormen ech
ter tevens een aanmoediging ons te blij
ven inspannen voor behoud en verbete
ring van de goede en bijzondere betrek
kingen die nu tussen onze landen be
staan.
Meneer de president,
De strijd voor de onafhankelijkheid heeft
de onderlinge band tussen de volken
van deze archipel ongetwijfeld versterkt.
De bevolking van dit reusachtige eilan
denrijk, dat zo'n grote verscheidenheid
aan talen, culturen en godsdiensten
kent, leeft nu samen in één verband. Uw
wijze traditie van 'musjawarah mufakat'
levert een belangrijke bijdrage aan over
leg en overeenstemming. Het recht van
een ieder in vrijheid de eigen godsdienst
te belijden wordt erkend en beleefd. Het
respect voor de overtuiging-van de me
demens en de tolerantie die in Uw cul
tuur zijn ingebed, versterken het streven
van Uw land om zijn nationale motto
'eenheid in verscheidenheid' werkelijk
heid te doen worden.
Deze eensgezindheid heeft het ook mo
gelijk gemaakt een groei van welvaart en
welzijn tot stand te brengen die in de
hele wereld indruk heeft gemaakt. In be
trekkelijk korte tijd zijn ziekten en ar
moede teruggedrongen, is de voedsel-
produktie belangrijk verhoogd en is een
imponerend onderwijsstelsel opge
bouwd. Met veel zorg is het land ontslo
ten voor het internationale toerisme, is
een hoogwaardige, technologische indu
strie in het leven geroepen en een gea
vanceerd communicatiestelsel ontwik
keld. Indonesië verschaft de wereld niet
meer alleen grondstoffen, maar is daar
naast een belangrijke leverancier van in
dustriële produkten geworden. Gezien
tegen de achtergrond van economische
tegenspoed die uw land in de jaren zes
tig kende, is dit een spectaculaire soci
aal-economische transformatie.
Een kenmerk van onze moderne samen
leving is dat wij steeds meer weten over
wat er in andere landen gebeurt, daar
ook steeds meer belangstelling voor
hebben en ons daar wederzijds een oor
deel over vormen. Hierbij moeten wij
respect en begrip hebben voor de ver
schillen in tradities en gewoonten. Dit
betekent echter niet dat wij geen ge
sprek kunnen aangaan over de funda
mentele rechten en waarden die de le
den van de wereldgemeenschap hebben
vastgelegd. Deze vormen in toenemende
mate in de dialoog tussen landen en dus
ook tussen Indonesië en Nederland een
vanzelfsprekend element.
Meneer de president,
In Nederland bestaat veel waardering
voor Indonesië. Op grond van de be
haalde successen heeft uw land interna
tionaal steeds meer aanzien en invloed
verworven. Dit blijkt alleen al uit het
zeer geslaagde Indonesische voorzitter
schap van de Beweging der Niet-Gebon-
den Landen en dat van de Asia Pacific
Economie Cooperation. Ook de leidende
rol die uw land in de groep der Asean-
landen speelt, is een duidelijk bewijs van
de vooraanstaande positie die het in de
ze regio inneemt. In 1989 werd u de
United Nations Population Award toe
gekend voor de grote bijdrage van uw
land in het zoeken naar oplossingen
voor het bevolkingsvraagstuk en in 1993
kreeg u de Unesco-prijs voor de ontwik
kelingvan het onderwijs in Indonesië.
Deze belangrijke internationale onder
scheidingen tonen aan dat het aanzien
van uw land op veel meer berust dan op
de grootte van zijn grondgebied en de
omvang van zijn economie.
Meneer de president,
Al bijna een halve eeuw gaan onze beide
volken hun eigen weg. Wat gebleven is,
is de levende erfenis van een langdurig
gedeeld verleden. De talrijke Indonesiërs
die nu in Nederland wonen, werken en
studeren, zorgen ervoor dat het oude
vertrouwde beeld dat wij van uw land
hebben, steeds bij de tijd blijft. De spo
ren van het verleden zijn bij ons echter
nog alom aanwezig. Veel Nederlanders
zijn in uw land geboren of hebben er ge
woond en houden in hun huizen en ste
den op vele manieren de herinneringen
levend. De wetenschappelijke belang
stelling voor Indonesië, voor zijn cultu
rele geschiedenis, zijn verscheidenheid
aan volken en talen, zijn rechtssystemen
en zijn unieke flora en fauna, berust op
een zeer lange traditie, die door nieuwe
generaties specialisten wordt voortgezet.
De Indische belletrie vormt een onlos
makelijk onderdeel van de Nederlandse
letterkunde, die zij verrijkte met the
ma's, beelden en woorden eigen aan de
ze streken en die zij een bijzondere di
mensie gaf door de aandacht voor de
mysterieuze krachten die onze schrijvers
dit land toedichten. In meer alledaagse
zin kunnen wij bovendien vaststellen
dat ook de geuren en smaken van de In
dische keuken niet meer zijn weg te
denken uit de onze. Dit alles draagt er
toe bij dat ook de hedendaagse Neder
lander geboeid blijft door uw land, sym
pathie koestert voor uw volk en belang
stelt in zijn toekomst.
Enkele dagen geleden, meneer de presi
dent, herdacht Indonesië het feit dat het
vijftig jaar geleden, op 17 augustus, zijn
onafhankelijkheid uitriep. Die dag is
sindsdien uw nationale feestdag. Wij zijn
erkentelijk voor de gelegenheid die u
ons biedt hier te gast te zijn op een mo
ment dat bij uitstek geschikt is om na
mens al mijn landgenoten „ver in het
oog, maar dichtbij in het hart" u en
het volk van Indonesië onze beste wen
sen aan te bieden voor een goede en ge
lukkige toekomst.
Ik wil u allen uitnodigen het glas te hef
fen en te drinken op uw gezondheid,
meneer de president en mevrouw Soe
harto, en op de voortdurende vriend
schap tussen onze landen en onze vol
keren."
nh;
„Sta mij nogmaals toe uwe majes
teit, koningin der Nederlanden, uwe
koninklijke hoogheid prins Claus en
uwe koninklijke hoogheid de prins
van Oranje en andere leden van de
delegatie mijn warmste welkom in
Indonesië uit te spreken.
Het is voor mij en mijn vrouw een
grote eer en een buitengewoon ge
noegen dat u welwillend onze uit
nodiging heeft aanvaard dit land te
bezoeken.
Onze landen liggen ver uiteen. Ne
derland ligt op het westelijk half
rond en Indonesië op het oostelijk
halfrond. Onze culturele en histori
sche achtergronden zijn ook ver
schillend. Er zijn talrijke verschillen
tussen onze landen. Maar wij ken
nen ook veel overeenkomsten.
Het Nederlandse volkis trots op
prins Willem van Oranje en bewon
dert hem als een held en groot strij
der voor onafhankelijkheid. Wij ook
zijn trots op en bewonderen onze
welbekende en onbekende helden:
Cut Nya Dien, imam Bonjol, Teuku
Umar, Diponegoro, Pattimura, Wol
ter Monginsidi en opperbevelheb
ber Sudirman.
Er zijn vele heldenbegraafplaatsen
in ons reusachtig vaderland, waar
onze moedige helden hun leven of
ferden om hun onafhankelijkheid te
herwinnen en te verdedigen. Uwe
majesteit heeft eer bewezen aan de
Indonesische helden op het Kaliba-
ta-ereveld. Net als het Nederlandse
volk houdt ook het Indonesische
volk van zijn vrijheid.
Wij hebben deze dagen te maken
met de nasleep van de herdenking
van de verjaardag van de uitroeping
van de onafhankelijheid op 17 au
gustus 1945. Wanneer uwe konink
lijke hoogheid en zijne koninklijke
hoogheid prins Claus de komende
dagen de provincies bezoeken zal
de blijdschap over de verworvenhe
den van de onafhankelijkheid dui
delijk te zien zijn in het hele land.
Met dit'bezoek zal uwe majesteit
hopelijk de schoonheid van Indone
sië kunnen zien en ervan genieten.
Een aanzienlijk deel van die pracht
zal blijken uit de warme gastvrijheid
van de Indonesische bevolking die
uwe majesteit ten deel zal vallen.
Er zijn veel Nederlanders die veel
over Indonesië weten, net zo als er
veel Indonesiërs zijn die veel weten
van Nederland. Nederland en Indo
nesië zijn verbonden door een lan
ge historische band van drie en een
halve eeuw. De herinneringen aan
die relatie zijn nog steeds overal
tastbaar. Er zijn veel Indonesische
gezegdes en gewoonten die uit Ne
derland stammen. Ook vele gebou
wen en plaatsen herinneren ons
aan het verleden.
Onze twee landen hebben hun wijs
heid getoond. Wij hebben beiden
geleerd van het verleden en zijn zo
in staat geweest een nieuwe relatie
voor de toekomst op te bouwen, ge
baseerd op een nieuw fundament
en gericht op het bereiken van
nieuwe doelen.
Wij hopen dat ons beider positie
een waardevolle bijdrage is voor de
betrekkingen tussen staten ter be
vordering van de rust van het leven
en het welzijn der mensheid. Alle
landen moeten betrekkingen kun
nen ontwikkelen die een basis heb
ben in respect voor eikaars soeve
reiniteit en niet-inmenging in de in
terne aangelegenheden van ande
ren om op deze wijze te komen tot
een voor beide partijen voordelige
samenwerking.
Wij leven in een nieuw tijdperk. De
wereldeconomie wordt steeds meer
een geheel en de grenzen tussen
landen beginnen te verdwijnen. Er
is geen enkel land dat het sociaal,
politiek of economisch alleen zal
kunnen redden. Naties moeten niet
alleen handel drijven met elkaar.
Naties moeten van elkaar leren. Ne
derland en Indonesië maken deel
uit van dit nieuwe en veranderende
tijdperk.
Het moge duidelijk zijn dat twee
soevereine en volwassen landen
niet altijd dezelfde gezichtspunten
zullen hebben over alle kwesties.
Onze twee landen zijn daarop geen
uitzondering. Het is echter van
groot belang dat de wil bestaat om
elkaar met vriendschap te begrij
pen. Ik denk dat dit nu juist de vol
wassen houding is die door onze
beide landen ten toon wordt ge
spreid. Geïnspireerd door een der
gelijke houding zullen wij blijven
voortgaan. Daarom zullen deze
krachten die ons binden altijd ster
ker blijken dan die, die ons schei
den.
Uwe koninklijke hoogheid,
Op dit moment is het Indonesische
volk druk bezig met zijn ontwikke
ling. Het uiteindelijke doel hiervan
is de schepping van een ontwikkel
de, welvarende, rechtvaardige en
bloeiende Indonesische maat
schappij, gegrondvest op Pancasila.
Wij geven vorm aan onze ontwikke
ling door combinatie van onze
hooggestemde levenswaarden, na
melijk: het geloof in één God, een
rechtvaardige en beschaafde men
selijkheid, de eenheid van Indone
sië, democratie gebaseerd op over
leg tussen afgevaardigden, en socia
le rechtvaardigheid voor het hele
Indonesische volk.
Na de voltooiing van het Eerste 25-
jarige Lange-Termijn-Ontwikke-
lingsprogramma, zijn wij nu aanbe
land in de eerste fase van het twee
de programma. Met een relatief ho
ge economische groei en door de
voortdurende inspanningen om een
dynamische nationale stabiliteit te
behouden, is het welbevinden van
onze bevolking enorm verbeterd en
is de armoede dramatisch vermin
derd.
Wij behoren sinds kort tot de lan
den waar de inkomens op een mid
del-laag niveau liggen. Onze indu
strie heeft zich uitgebreid en ver
sterkt. Dat wordt geschraagd door
een sterke landbouw. Wij beginnen
hoge technologie onder de knie te
krijgen, met name de jonge genera
tie. De Indonesische natie staat
klaar om de startfase van zijn ont
wikkeling binnen te treden en an
dere meer ontwikkelde landen in te
halen.
Wij hebben ondervonden dat dit
"A
RMC
ontwikkelingsproces nooit gem Bs
kelijk is. In werkelijkheid blijkei^
zelfs moeilijkheden door te ont
staan. Desondanks zijn wij net;
de Nederlanders optimistisch.
Uwe majesteit zal deze blijken
optimisme later in de regio's zt
kunnen zien op de gezichten v:
ons volk, net als de vreugde en
droefheid die met deze ontwil
ling gepaard gaat. Ik vertrouw
dat dit bezoek van uwe majeste
aan de regio's het wederzijds b
grip, de banden van vriendschi
de voor beide partijen voordelij
samenwerking die tot nu toe d<
onze twee landen zijn ontwikkf lev
zal versterken.
Mag ik ter afsluiting met dit ooj
merk de weledele gasten verzot
hun glazen te heffen om samer
mij een dronk uit te brengen o|
de goede gezondheid en het ge
van uwe majesteit de koningin
Nederlanden, zijne koninklijke
hoogheid prins Claus en zijn
ninklijke hoogheid de prins vai
Oranje, op de voorspoed van h
volk van Nederland en op een
mer voortdurende vriendschap
sen Nederland en Indonesië.
Ik dank u."
jor