Tekst redevoering van koningin Beatrix Tekst toespraak president Soeharto Staatsbezoek Koningin omzeilt met vaagheid alle klippen «■Ui V m DINSDAG 22 AUGUSTUS 1995 COMMENTAAR Alweer vele maanden duurt de jongste dis- cussiegolf over de Nederlands-Indonesi sche betrekkingen in de jaren 1945-1950. Als gevolg daarvan, schreef deze krant on langs, zou de koningin met haar toespraak tijdens het staatsbanket in Jakarta op eieren lopen. Nu ze haar tafelrede gisteravond heeft gehouden, staat in ieder geval één ding vast: de koningin en dus de voor haar woorden verantwoordelijke minister raad heeft op uiterst behendige wijze alle klippen weten te omzeilen. Op Nederlandse noch Indonesische tenen heeft ze getrapt. Wat dat betreft was de toespraak een kunst stukje. Onmiskenbaar is dat resultaat bereikt doordat de rede op tere punten vaag ge noeg was om kool en geit te sparen. Ieder een kan aan onderdelen ervan zijn eigen uitleg geven. Dat bleek gisteravond al meteen uit de reacties uit politiek Den Haag. Wallage (PvdA) meent dat de konin gin de Indonesische onafhankelijkheidsda tum, 17 augustus 1945, impliciet heeft er kend, Hillen (CDA) vindt juist van niet. Van den Bos (D66) heeft tussen de regels door excuses beluisterd, Bolkestein (VVD) juist niet. De koningin heeft de datum van 17 au gustus 1945 inderdaad enkele malen ge noemd, maar daar bleef het bij. Ze heeft aan het te berde brengen van die datum verder geen conclusies verbonden. Even min bracht ze trouwens naar voren dat Ne derland zich eind 1949 gedwongen zag de soevereiniteit over het grootste deel van de tropische archipel over te dragen aan de Indonesiërs, maar daarbij Nieuw-Guinea achterhield. Kernzinnen in de koninklijke toespraak over de jaren 1945-1950 waren deze: „Ne derland was aanvankelijk niet bereid het Indonesisch streven naar volledige en on middellijke onafhankelijkheid te accepte ren. De scheiding tussen onze landen is daardoor een langdurig proces geworden, dat veel pijn en bittere strijd heeft gekost". In deze zinnen worden net als in de toespraak die premier Kok vorige week hield voor de Indonesische televisie be kende feiten nog eens vastgesteld. Maar een oordeel over het toenmalige Nederlandse beleid wordt er niet in verwoord. Een oor deel sprak de koningin wel uit in de volgen de zin: „Wanneer wij terugblikken op deze tijd, die nu bijna vijftig jaar achter ons ligt, stemt het ons bijzonder droevig dat zovelen in deze strijd zijn omgekomen of er hun le ven lang de littekens van hebben moeten dragen". Droefheid over het bloed dat is ge vloeid en droefheid over het feit dat men sen ernstige krassen op hun ziel hebben opgelopen. Anders dan oud-minister Mansholt dit jaar kort voor zijn dood deed, heeft de ko ningin niet gezegd dat Den Haag destijds beleidsmatig verkeerd, kortzichtig zo men wil of onverstandig, reageerde op het-Indo nesische nationalisme. Geen uitgesproken droefheid dus over het hakken, wel over de spaanders die daarbij zijn gevallen. Iets anders viel ook niet te verwachten. De eerstverantwoordelijke voor de toe spraak van de koningin, premier Kok, was er immers begin dit jaar als de kippen bij om zijn collega Pronk te kapittelen. Die had in een interview met deze krant gezegd dat de Nederlandse politiek niet de strijd krachten destijds een scheve schaats reed en dat de huidige Haagse politiek dat eens ruimhartig zou moeten erkennen. De tweede kwestie die gisteravond aan dacht trok, was die van de mensenrechten. „Alle landen moeten betrekkingen kunnen ontwikkelen die een basis hebben in res pect voor eikaars soevereiniteit en niet-in- menging in de interne aangelegenheden van anderen", zei president Soeharto aan het staatsbanket. Het was een van de vele varianten van zijn overbekende stelling: het buitenland moet zich met onze interne aangelegenheden, inclusief de mensen rechten, niet bemoeien: Indonesië verkeert in bijzondere omstandigheden en daarom worden de mensenrechten hier een slagje anders toegepast dan in andere landen; maar dat wil nog niet zeggen dat ze worden geschonden. Democratische geesten in Indonesië zelf betogen al jaren dat dat standpunt van hun president onhoudbaar is. Ze wijzen er on der meer op dat Indonesië lid is van de Ver enigde Naties en zich heeft geschaard ach ter de mensenrechtenverklaring van die or ganisatie. Koningin Beatrix knoopte daar in haar rede perfect bij aan: „Hierbij moeten wij respect en begrip hebben voor de ver schillen in tradities en gewoonten. Dit bete kent echter niet dat wij geen gesprek kun nen aangaan over de fundamentele rechten en waarden die de leden van de wereldge meenschap hebben vastgelegd. Deze vor men in toenemende mate in de dialoog tus sen landen, en dus ook tussen Indonesië en Nederland, een vanzelfsprekend element". Zonder de Indonesische machthebbers te kwetsen, zei de koningin daarmee dat de waarden die zijn neergelegd in de Universe le Verklaring van de Rechten van de Mens gelden voor ieder mens waar ook ter we reld, Indonesië niet uitgezonderd, en dat het volstrekt normaal is als landen daarover met elkaar praten. Meer hoefde de koningin daarover ook niet op te merken. Wat het Nederlandse kabinet haar wilde laten zeg gen, was duidelijk genoeg. Concrete kwes ties op het gebied van de mensenrechten zijn het terrein van ministers en diploma ten. Al met al kan, ondanks kanttekeningen, worden vastgesteld dat de toespraken van koningin Beatrix en president Soeharto bij dragen aan goede betrekkingen tussen hun beide landen'. Onder het Indië-debat in Ne derland is echter na gisteravond geen streep gezet. Het zou ook naïef zijn dat van een .redevoering, al is het een koninklijke, te verwachten. „Meneer de president, Het is voor mijn man, onze zoon en mij zelf een groot genoegen hier vandaag uw gast te zijn. Wij zijn verheugd dezer dagen een uitgebreid bezoek te kunnen brengen aan het land dat zo'n bijzonde re plaats inneemt in de harten van zeer vele Nederlanders. Het is alweer 24 jaar geleden dat mijn ouders ons voorgingen en het eerste Nederlandse staatsbezoek aan Indonesië brachten. Zij bewaren daaraan dierbare herinneringen. Het feit dat wij in Indonesië zijn aangekomen enkele dagen na de 17de augustus, de dag waarop uw land vijftig jaar geleden zijn onafhankelijkheid uitriep, geeft aan dit staatsbezoek een bijzondere dimen sie. Vierhonderd jaar geleden verlieten vier kleine Nederlandse schepen de rede van Texel om koers te zetten naar Indië. Ruim een jaar later kwamen zij aan in Bantam. De bemanningen van deze schepen waren niet de eerste Europea nen die dit land bezochten, maar wel de eerste Nederlanders. Het doel van hun expeditie was het handelsmonopolie van de Portugezen te breken en een aandeel te krijgen in de toen al bloeien de en winstgevende handel in oosterse specerijen. Deze indrukwekkende tocht onder lei ding van Cornelis de Houtman neemt in de Nederlandse geschiedschrijving een belangrijke plaats in. Vanuit Nederlands perspectief bezien was dit immers het begin van een eeuwenlange presentie in Azië, die van grote invloed is geweest op het leven in Nederland. Ook vanuit Indonesisch gezichtspunt is deze ge beurtenis van belang, al was de Europe se aanwezigheid slechts één hoofdstuk in het eeuwenoude verhaal van de ge schiedenis van uw land. De Europeanen vonden in Azië een ou de en hoogontwikkelde beschaving, die hen vervulde met ontzag en verbazing. Dit gold ook voor de Nederlanders, die in Indonesië niet alleen een overweldi gend mooie natuur aantroffen met vlak ten en bergen, ongekende geuren en ge luiden en ontelbare schakeringen van groen, maar ook een hoog peil van cul turele, maatschappelijke en economi sche ontwikkeling. De Indonesische be schaving had zich gevormd in een lang durig proces en door de eeuwen heen elementen van verschillende culturen opgenomen. Haar onmiskenbare hoog tepunten zijn de majestueuze Borobu- dur en de Prambanan. Zij hebben een onaantastbare reputatie onder de ver- maardste bouwwerken van de wereld. Hét is niet verwonderlijk dat twee bema- ningsleden van Cornelis de Houtman zo door uw land werden betoverd dat zij op Bali deserteerden, waar de vorst deze twee vreemde schepselen met vreugde opnam in zijn curiositeitenverzameling. De andere Nederlanders bleven trouw aan het doel waarvoor zij gekomen wa ren, de handel. Zij vonden al gauw be vestiging van hun vermoeden dat Azië Europa meer te bieden had dan omge keerd. Uit de eerste handelscontacten groeide het omvangrijk netwerk van de Vereenigde Oostindische Compagnie, dat daarna de aanzet werd tot een lang durige Nederlandse overheersing. Wij spraken toen over uw land als Neder- lands-Indië. De vestiging van een effec tief gezag in de loop van de 19de eeuw over de hele archipel ging overigens niet zonder strijd. Ook moeten de ontsluiting en economische exploitatie van deze ge bieden harde gevolgen met zich hebben meegebracht voor de Indonesiërs van toen. Wel won geleidelijk het inzicht veld dat Nederland zich niet kon beper ken tot het streven naar materieel gewin, maar zich daarnaast verantwoordelijk diende te voelen voor het wel en wee van de bevolking, en zich moest toeleg gen op de zorg voor sociale, medische en onderwijsvoorzieningen. Zo ontstond in ons land de overtuiging dat het Nederlands koloniale bestuur goed was voor beide partijen. Die opvat ting leefde zo sterk dat er weinig aan dacht bestond voor de kracht van het verlangen naar onafhankelijkheid dat voor de oorlog sterk opkwam bij de Indonesische bevolking. Slechts enkelen onderkenden de betekenis daarvan en spraken zich daarover uit. Zij vonden echter vrijwel geen gehoor. Omdat tij dens de oorlog onze contacten geheel verbroken waren, kwam de uitroeping van de Republiek Indonesië op 17 au- Nu en dan instemmend knikkend, luistert president Soeharto naar wat koningin Beatrix te zeggen heeft. FOTO ANP COR MULDER gustus 1945 dan ook als een volslagen verrassing. De eerste reactie van Nederland hierop was afwijzend. Wel erkende de Neder landse regering in Londen al dat de rela tie tussen Nederland en Nederlands-In- dië na de oorlog een andere zou moeten zijn dan ze daarvóór geweest was. Mijn grootmoeder, koningin Wilhelmina, ver woordde dit reeds in haar rede van 7 de cember 1942. Over de richting was men het eens, maar de meningsverschillen over de praktische uitwerking daarvan bleken zeer groot. Nederland was aan vankelijk niet bereid het Indonesisch streven naar volledige en onmiddellijke onafhankelijkheid te accepteren. De scheiding tussen onze landen is daar door een langdurig proces geworden, dat veel pijn en bittere strijd heeft ge kost. Wanneer wij terugblikken op deze tijd, die nu bijna vijftig jaar achter ons ligt, stemt het ons bijzonder droevig dat zovelen in deze strijd zijn omgekomen of er hun leven lang de littekens van hebben moeten dragen. Toen in 1949 de scheiding tussen onze landen formeel werd bezegeld, zei ko ningin Juliana: „Niet langer staan wij ge deeltelijk tegenover elkaar. Wij zijn nu naast elkaar gaan staan, hoezeer ook ge schonden en gescheurd en vol van de littekens van wrok en spijt". „Het is een voorrecht deze daad van overdracht der soevereiniteit te verrichten, tegenover de geschiedenis, of beter gezegd voor het aangezicht Gods, die weet waarom dit samengaan in vrijheid niet eerder en ook niet later werd bereikt, en die het fa len kent der generaties, maar die ook ziet of wij kunnen dienen in het Plan voor de gang der mensheid". Deze woorden van mijn moeder zijn, ondanks het verstrijken der jaren, nog steeds van betekenis. De gebeurtenissen van toen laten ons ook nu niet onberoerd. De kennis van dit verleden en de lessen die wij daaruit hebben geleerd, vormen ech ter tevens een aanmoediging ons te blij ven inspannen voor behoud en verbete ring van de goede en bijzondere betrek kingen die nu tussen onze landen be staan. Meneer de president, De strijd voor de onafhankelijkheid heeft de onderlinge band tussen de volken van deze archipel ongetwijfeld versterkt. De bevolking van dit reusachtige eilan denrijk, dat zo'n grote verscheidenheid aan talen, culturen en godsdiensten kent, leeft nu samen in één verband. Uw wijze traditie van 'musjawarah mufakat' levert een belangrijke bijdrage aan over leg en overeenstemming. Het recht van een ieder in vrijheid de eigen godsdienst te belijden wordt erkend en beleefd. Het respect voor de overtuiging-van de me demens en de tolerantie die in Uw cul tuur zijn ingebed, versterken het streven van Uw land om zijn nationale motto 'eenheid in verscheidenheid' werkelijk heid te doen worden. Deze eensgezindheid heeft het ook mo gelijk gemaakt een groei van welvaart en welzijn tot stand te brengen die in de hele wereld indruk heeft gemaakt. In be trekkelijk korte tijd zijn ziekten en ar moede teruggedrongen, is de voedsel- produktie belangrijk verhoogd en is een imponerend onderwijsstelsel opge bouwd. Met veel zorg is het land ontslo ten voor het internationale toerisme, is een hoogwaardige, technologische indu strie in het leven geroepen en een gea vanceerd communicatiestelsel ontwik keld. Indonesië verschaft de wereld niet meer alleen grondstoffen, maar is daar naast een belangrijke leverancier van in dustriële produkten geworden. Gezien tegen de achtergrond van economische tegenspoed die uw land in de jaren zes tig kende, is dit een spectaculaire soci aal-economische transformatie. Een kenmerk van onze moderne samen leving is dat wij steeds meer weten over wat er in andere landen gebeurt, daar ook steeds meer belangstelling voor hebben en ons daar wederzijds een oor deel over vormen. Hierbij moeten wij respect en begrip hebben voor de ver schillen in tradities en gewoonten. Dit betekent echter niet dat wij geen ge sprek kunnen aangaan over de funda mentele rechten en waarden die de le den van de wereldgemeenschap hebben vastgelegd. Deze vormen in toenemende mate in de dialoog tussen landen en dus ook tussen Indonesië en Nederland een vanzelfsprekend element. Meneer de president, In Nederland bestaat veel waardering voor Indonesië. Op grond van de be haalde successen heeft uw land interna tionaal steeds meer aanzien en invloed verworven. Dit blijkt alleen al uit het zeer geslaagde Indonesische voorzitter schap van de Beweging der Niet-Gebon- den Landen en dat van de Asia Pacific Economie Cooperation. Ook de leidende rol die uw land in de groep der Asean- landen speelt, is een duidelijk bewijs van de vooraanstaande positie die het in de ze regio inneemt. In 1989 werd u de United Nations Population Award toe gekend voor de grote bijdrage van uw land in het zoeken naar oplossingen voor het bevolkingsvraagstuk en in 1993 kreeg u de Unesco-prijs voor de ontwik kelingvan het onderwijs in Indonesië. Deze belangrijke internationale onder scheidingen tonen aan dat het aanzien van uw land op veel meer berust dan op de grootte van zijn grondgebied en de omvang van zijn economie. Meneer de president, Al bijna een halve eeuw gaan onze beide volken hun eigen weg. Wat gebleven is, is de levende erfenis van een langdurig gedeeld verleden. De talrijke Indonesiërs die nu in Nederland wonen, werken en studeren, zorgen ervoor dat het oude vertrouwde beeld dat wij van uw land hebben, steeds bij de tijd blijft. De spo ren van het verleden zijn bij ons echter nog alom aanwezig. Veel Nederlanders zijn in uw land geboren of hebben er ge woond en houden in hun huizen en ste den op vele manieren de herinneringen levend. De wetenschappelijke belang stelling voor Indonesië, voor zijn cultu rele geschiedenis, zijn verscheidenheid aan volken en talen, zijn rechtssystemen en zijn unieke flora en fauna, berust op een zeer lange traditie, die door nieuwe generaties specialisten wordt voortgezet. De Indische belletrie vormt een onlos makelijk onderdeel van de Nederlandse letterkunde, die zij verrijkte met the ma's, beelden en woorden eigen aan de ze streken en die zij een bijzondere di mensie gaf door de aandacht voor de mysterieuze krachten die onze schrijvers dit land toedichten. In meer alledaagse zin kunnen wij bovendien vaststellen dat ook de geuren en smaken van de In dische keuken niet meer zijn weg te denken uit de onze. Dit alles draagt er toe bij dat ook de hedendaagse Neder lander geboeid blijft door uw land, sym pathie koestert voor uw volk en belang stelt in zijn toekomst. Enkele dagen geleden, meneer de presi dent, herdacht Indonesië het feit dat het vijftig jaar geleden, op 17 augustus, zijn onafhankelijkheid uitriep. Die dag is sindsdien uw nationale feestdag. Wij zijn erkentelijk voor de gelegenheid die u ons biedt hier te gast te zijn op een mo ment dat bij uitstek geschikt is om na mens al mijn landgenoten „ver in het oog, maar dichtbij in het hart" u en het volk van Indonesië onze beste wen sen aan te bieden voor een goede en ge lukkige toekomst. Ik wil u allen uitnodigen het glas te hef fen en te drinken op uw gezondheid, meneer de president en mevrouw Soe harto, en op de voortdurende vriend schap tussen onze landen en onze vol keren." nh; „Sta mij nogmaals toe uwe majes teit, koningin der Nederlanden, uwe koninklijke hoogheid prins Claus en uwe koninklijke hoogheid de prins van Oranje en andere leden van de delegatie mijn warmste welkom in Indonesië uit te spreken. Het is voor mij en mijn vrouw een grote eer en een buitengewoon ge noegen dat u welwillend onze uit nodiging heeft aanvaard dit land te bezoeken. Onze landen liggen ver uiteen. Ne derland ligt op het westelijk half rond en Indonesië op het oostelijk halfrond. Onze culturele en histori sche achtergronden zijn ook ver schillend. Er zijn talrijke verschillen tussen onze landen. Maar wij ken nen ook veel overeenkomsten. Het Nederlandse volkis trots op prins Willem van Oranje en bewon dert hem als een held en groot strij der voor onafhankelijkheid. Wij ook zijn trots op en bewonderen onze welbekende en onbekende helden: Cut Nya Dien, imam Bonjol, Teuku Umar, Diponegoro, Pattimura, Wol ter Monginsidi en opperbevelheb ber Sudirman. Er zijn vele heldenbegraafplaatsen in ons reusachtig vaderland, waar onze moedige helden hun leven of ferden om hun onafhankelijkheid te herwinnen en te verdedigen. Uwe majesteit heeft eer bewezen aan de Indonesische helden op het Kaliba- ta-ereveld. Net als het Nederlandse volk houdt ook het Indonesische volk van zijn vrijheid. Wij hebben deze dagen te maken met de nasleep van de herdenking van de verjaardag van de uitroeping van de onafhankelijheid op 17 au gustus 1945. Wanneer uwe konink lijke hoogheid en zijne koninklijke hoogheid prins Claus de komende dagen de provincies bezoeken zal de blijdschap over de verworvenhe den van de onafhankelijkheid dui delijk te zien zijn in het hele land. Met dit'bezoek zal uwe majesteit hopelijk de schoonheid van Indone sië kunnen zien en ervan genieten. Een aanzienlijk deel van die pracht zal blijken uit de warme gastvrijheid van de Indonesische bevolking die uwe majesteit ten deel zal vallen. Er zijn veel Nederlanders die veel over Indonesië weten, net zo als er veel Indonesiërs zijn die veel weten van Nederland. Nederland en Indo nesië zijn verbonden door een lan ge historische band van drie en een halve eeuw. De herinneringen aan die relatie zijn nog steeds overal tastbaar. Er zijn veel Indonesische gezegdes en gewoonten die uit Ne derland stammen. Ook vele gebou wen en plaatsen herinneren ons aan het verleden. Onze twee landen hebben hun wijs heid getoond. Wij hebben beiden geleerd van het verleden en zijn zo in staat geweest een nieuwe relatie voor de toekomst op te bouwen, ge baseerd op een nieuw fundament en gericht op het bereiken van nieuwe doelen. Wij hopen dat ons beider positie een waardevolle bijdrage is voor de betrekkingen tussen staten ter be vordering van de rust van het leven en het welzijn der mensheid. Alle landen moeten betrekkingen kun nen ontwikkelen die een basis heb ben in respect voor eikaars soeve reiniteit en niet-inmenging in de in terne aangelegenheden van ande ren om op deze wijze te komen tot een voor beide partijen voordelige samenwerking. Wij leven in een nieuw tijdperk. De wereldeconomie wordt steeds meer een geheel en de grenzen tussen landen beginnen te verdwijnen. Er is geen enkel land dat het sociaal, politiek of economisch alleen zal kunnen redden. Naties moeten niet alleen handel drijven met elkaar. Naties moeten van elkaar leren. Ne derland en Indonesië maken deel uit van dit nieuwe en veranderende tijdperk. Het moge duidelijk zijn dat twee soevereine en volwassen landen niet altijd dezelfde gezichtspunten zullen hebben over alle kwesties. Onze twee landen zijn daarop geen uitzondering. Het is echter van groot belang dat de wil bestaat om elkaar met vriendschap te begrij pen. Ik denk dat dit nu juist de vol wassen houding is die door onze beide landen ten toon wordt ge spreid. Geïnspireerd door een der gelijke houding zullen wij blijven voortgaan. Daarom zullen deze krachten die ons binden altijd ster ker blijken dan die, die ons schei den. Uwe koninklijke hoogheid, Op dit moment is het Indonesische volk druk bezig met zijn ontwikke ling. Het uiteindelijke doel hiervan is de schepping van een ontwikkel de, welvarende, rechtvaardige en bloeiende Indonesische maat schappij, gegrondvest op Pancasila. Wij geven vorm aan onze ontwikke ling door combinatie van onze hooggestemde levenswaarden, na melijk: het geloof in één God, een rechtvaardige en beschaafde men selijkheid, de eenheid van Indone sië, democratie gebaseerd op over leg tussen afgevaardigden, en socia le rechtvaardigheid voor het hele Indonesische volk. Na de voltooiing van het Eerste 25- jarige Lange-Termijn-Ontwikke- lingsprogramma, zijn wij nu aanbe land in de eerste fase van het twee de programma. Met een relatief ho ge economische groei en door de voortdurende inspanningen om een dynamische nationale stabiliteit te behouden, is het welbevinden van onze bevolking enorm verbeterd en is de armoede dramatisch vermin derd. Wij behoren sinds kort tot de lan den waar de inkomens op een mid del-laag niveau liggen. Onze indu strie heeft zich uitgebreid en ver sterkt. Dat wordt geschraagd door een sterke landbouw. Wij beginnen hoge technologie onder de knie te krijgen, met name de jonge genera tie. De Indonesische natie staat klaar om de startfase van zijn ont wikkeling binnen te treden en an dere meer ontwikkelde landen in te halen. Wij hebben ondervonden dat dit "A RMC ontwikkelingsproces nooit gem Bs kelijk is. In werkelijkheid blijkei^ zelfs moeilijkheden door te ont staan. Desondanks zijn wij net; de Nederlanders optimistisch. Uwe majesteit zal deze blijken optimisme later in de regio's zt kunnen zien op de gezichten v: ons volk, net als de vreugde en droefheid die met deze ontwil ling gepaard gaat. Ik vertrouw dat dit bezoek van uwe majeste aan de regio's het wederzijds b grip, de banden van vriendschi de voor beide partijen voordelij samenwerking die tot nu toe d< onze twee landen zijn ontwikkf lev zal versterken. Mag ik ter afsluiting met dit ooj merk de weledele gasten verzot hun glazen te heffen om samer mij een dronk uit te brengen o| de goede gezondheid en het ge van uwe majesteit de koningin Nederlanden, zijne koninklijke hoogheid prins Claus en zijn ninklijke hoogheid de prins vai Oranje, op de voorspoed van h volk van Nederland en op een mer voortdurende vriendschap sen Nederland en Indonesië. Ik dank u." jor

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1995 | | pagina 2