l
51
Aanlegplaats
van de kerk
Luchtdoop boven de golven
Terra Incognita
zonnig
LU
O
NI
hlNSDAG 15 AUGUSTUS 1995
Dn der
VERWACHTING VOOR MORGEN
M
De bemanning van de Leidsch Dagblad-boot is deze week onder
meer te vinden op en rond de Nieuwkoopse Plassen. Tips en sug-
;esties voor de Waterkrant kunnen rechtstreeks worden doorge-
;even aan de verslaggevers op de boot (tel. 06-52801476) of aan
le redactie op de wal (tel. 071-356441).
Maandag 14 augustus, Nieuwkoopse Plassen.
Op onze ANWB-waterkciart voor de Hollandse Plassen
is de wereld zo plat als een dubbeltje. En niet veel groter
dan de halve provincie. Bij Nieuwkoop begint het 'Terra
Incognita', het onbekende land, en vallen we onherroe
pelijk over de rand. Vandaag gaan we naar Nieuwkoop.
Onze verste bestemming was tot nog toe de omgeving
van Alphen aan den Rijn. Even hebben we nog een uit
stapje gemaakt richting Zwammerdam, maar zonder
aan land te gaan hebben we toen ter hoogte van de
Ziendebrug rechtsomkeert gemaakt. Wat Bonifatius bij
Dokkum overkwam hoeft zich natuurlijk niet te herha
len. Maar je moet het gevaar ook niet opzoeken.
En dan nu helemaal naar Nieuwkoop. Wie vanuit
Portugal de Atlantische Oceaan oversteekt, hoeft niet zo
gek veel moeite te doen om Amerika te ontdekken. Maar
Nieuwkoop, dat is andere koek.
De eerste kilometers zijn vertrouwd. We volgen de Ou
de Rijn van Leiden naar Leiderdorp, en dan gaat het
naar Hazerswoude, Koudekerken tenslotte Alphen. On
derweg zien we het landschap, de mensen en zelfs het
klimaat veranderen. Na vier weken onafgebroken zon
neschijn raakt het langzaam bewolkt. Verbeelden we het
ons, of loopt daar nog echt iemand op handen en voe
ten?
Bij Zwammerdam draaien we van de Oude Rijn het
nietige stroompje de Ziende op, waar een lage brug ons
de weg verspert. Als obstakel stelt het niet veel voor. De
autochtone bevolking moet knarsetandend toezien hoe
het gevaarte op afstand automatisch omhoog wordt ge
draaid.
En voortgaat het weer, de Ziendevaart op, waar we al
spoedig vastlopen in de Ziendesluis. De sluiswachter
kijkt ons verlekkerd aan, maar omdat wij hem kennelijk
net na de lunch treffen blijkt hij bereid om ons te laten
gaan na het afdragen van een som aan doorvaarrechten
en een vierdaagse motorvaartvergunning. Laat ze maar
schuiven, die primitieve beschavingen.
Een volgend bruggetje wordt opengedraaid door tivee
kindertjes van een aanpalende boerderij. Verbaasd kij
ken ze naar de munststukjes die we ze in de hand du
wen. Eén van hen spuugt een botje uit. De boot vaart
verder door moerasland, links en rechts borrelen de gas
sen op en het ongetivijfeld aan
wezige wild doet de rietpluimen
schudden.
Bij de grootste nederzetting die
we tegenkomen vinden we een
ligplaa ts. Het personeel trekt, ge
wapend met kapmes en op
schrijfboekje, het gebied in. De
schipper zet zich aan de afwas.
Omdat onze kraan nog steeds
niet werkt blijft de 400 liter vers
drinkwater in de scheepstank -
waarvoor we afgelopen vrijdag
welgeteld 1,20 gulden hebben
neergeteld - onbereikbaar. De
borden worden gesopt met be
hulp van twee blikjes Sourcy-
bronwater (inhoud 30 centiliter)
a 1,75 gulden per stuk.
Beschaving is mooi, maar er
moet een hoge prijs voor worden
betaald.
DICK VAN DER PLAS
'Geloofsgemeenschap om geld verlegen
Aan de oevers van de dodenakker vinden ook water
sporters hun rust. Op een heerlijk stekje aan de
Nieuwkoopse Plassen, gehuurd van de hervormde
kerk. Vlak naast de marmeren grafzerken en verwelk
te bloemenkransen genieten ze van een ongestoorde
vakantie. Alleen 's avonds hebben ze wel eens moeite
met hun buren. In het donker durven ze het kerkhof
niet over.
Koster A. van der Marei zegt dat de bootjes er 'van
lieverlee' zijn gekomen. Het kerkekamp ligt midden
in het water, in het dorpscentrum, dus veel dorpsge
noten maakten dankbaar gebruik van de aanleg
plaatsen. ,,De kerken zitten steeds meer om geld ver
legen, dus dat was een mooie bron van inkomsten.
We besloten er geld voor te vragen."
Zo'n vijfentwintig jaar geleden begon de kerk met
het innen van geld voor aanlegplaatsen van vier
woonboten. „Daarna kwamen er motorjachten en
zeilboten. We hebben nu 25 aanlegplaatsen. Het is
langzamerhand een stukje commcerciëler gewor
den."
Kerkvoogd F. Verweij zegt dat de nevenactiviteiten
van de kerk jaarlijks 20.000 gulden opleveren. „Daar
zijn we heel blij mee, want dat is een vast inkomen.
En onze toekomst zal financieel een stuk moeilijker
worden, want de vaste kern bezoekers wordt steeds
kleiner."
Een kwart eeuw geleden, toen Nieuwkoop zo'n
2000 zielen telde, zat de kerk vol en nu, met 12.000
inwoners, is het bezoekersaantal niet gewijzigd. Van
der Marei: „Dat maakt duidelijk hoeveel belangstel
ling er nog voor de kerk is. Er zijn minder gelovigen,
dus we moeten wel wat commerciëler zijn."
Er komen weliswaar nieuwe generaties kerkgan
gers, maar de gang naar de kerk is tegenwoordig eer-
De kerk beschikt nu over 25 aanlegplaatsen. „We zijn commerciëler geworden."
foto henk bouwman
der uitzondering dan regel. Van der Marei: „Je merkt
dat de mensen die wel blijven komen geloviger zijn.
Vroeger ging weliswaar iedereen naar de kerk, maar
de meesten alleen uit gewoonte." De jongeren die de
kerk trouw blijven zijn minder gul dan hun voorou
ders. Verweij: „Oudere mensen betalen meer dan de
jongeren en daardoor wordt onze toekomst ook
moeilijker."
Maar commerciëler dan nu zal de kerk volgens
Verweij niet worden. De verleiding is groot, maar:
„Dan moeten we er echt een haven van maken en
dat gaat ons te ver. Het is al heel bijzonder dat een
kerk aanlegplaatsen verhuurt.
Heen en weer
Voor de huurders van aanlegplaatsen vergt de aan
wezigheid van de kerk de nodige aanpassingen. In
het jaarcontract dat ze moeten tekenen is een aantal
bepalingen opgenomen waardoor de rust van kerk
gangers moet worden garandeerd. Zo is het de recre
anten niet toegestaan om tijdens kerkdiensten of be
grafenissen 'heen en weer te lopen'. De toeristen
kunnen hun boot alleen maar bereiken via het toe
gangshek van de kerk, maar tijdens kerkdiensten
mogen ze daar dus niet door. Óf ze blijven op de
boot en houden zich koest, of ze vertrekken voor ver
tier elders. Van der Marei: „De kerk is helemaal niet
moeilijk hoor, maar het is voor sommige oudere
u niet zo leuk als er tijdens de dienst in
eens zo'n griet in een bikini voorbij komt lopen."
Sommige recreanten lopen zelf trouwens liever
niet over het kerkhof. Vooral niet 's avonds. Tamelijk
eng, vinden ze, om in het donker tussen die grafzer
ken te dwalen. „Veel mensen zijn bang om hier 's
avonds te lopen," zegt de koster lachend, op een
smal wandelpaadje langs de stille begraafplaats.
„Kijk, hier zie je vanaf de kant nog iets van het kerk
hof. Maar dat is toch helemaal niet zi
d erg?
ERNA STRAATSMA
Man verdwaald
op het water
Stomverbaasd was C. Vis uit Rijpwete-
ring. Om half drie 's nachts werd ze uit
haar bed gebeld door een watersporter
die de weg kwijt was. „We lagen al te
slapen, toen er een man de weg kwam
vragen. Sorry dat we u wakker maken,
maar we willen graag naar Leiden", zei
hij.
De man had volgens Vis ten einde
raad zijn boot afgemeerd bij haar huis
aan het water langs de Poeldijk. „Aan
de tongval te horen was het een ras
echte Leidenaar", zegt Vis.
Boos over de verstoorde nachtrust
was Vi6 niet. Ze had wel begrip voor de
situatie waarin de man verzeild was
geraakt. „Ach, als je onbekend bent in
de omgeving en het is donker, dan is
het natuurlijk best moeilijk om de weg
te vinden. En aan de lucht om hem
heen te ruiken had 'ie aardig wat ge
dronken. Dan zie je je omgeving na
tuurlijk ook heel anders..."
ERNA STRAATSMA
HET,
Zomer 1941
Met man en
muis vergaan
Bij het horen van dit spreekwoord is vrij
wel niet te ontkomen aan het beeld van
horden muizen die zich hongerig storten
op de in het vooronder achtergebleven
krummels uit de lading. Waar anders is
het op een schip voor een muis nog beter
toeven dan daar waar bijvoorbeeld een la
ding graan heeft gelegen. Wanneer een
schip met bemanning en al vergaat, ver
gaan de knagende muizen in het vooron
der vanzelfsprekend mee.
Zo romantisch is echter niet de achter
grond van het spreekwoord. 'Muis' is lou
ter achter 'man' gezet ten behoeve van de
alliteratie; het klinkt gewoon goed (even
als kind noch kraai, bont en blauw). De
betekenis is overigens wel precies wat het
lijkt; het schip vergaat met alles en ieder
een er op.
s het strand
in sommige
Zelf heeft Hans van Weeghel
hoogtevrees, maar ook hij gaat
j en dan omhoog. „In een
stoeltjeslift in Oostenrijk heb je
eer last van", zegt de kers-
eigenaar van strandpavil
joen North Shore. Voor 75 gul
den trekt hij je 's avonds met
een krachtige speedboot vanaf
het strand de lucht in. Parasai-
len, bungelen aan een parachu
te. Een primeur voor Katwijk, en
eigenlijk ook een primeur voor
Nederland. „In Egmond kun je
ook parasailen, maar daar trek
ken ze je omhoog aan een lijn
van 70 meter. Wij hebben 150
meter", zegt Van Weeghel.
's Middags had hij gebeld.
Nadat ruim een week eerder de
luchtdoop niet door kon gaan
omdat het te hard waaide, zou-
nu de weersomstandighe
den perfect zijn. Bijna windstil
is het, met een zee zo glad als
een spiegel. Maar als we ons 's
avonds met twee man en twee
vrouw komen melden, is de
wind toch weer komen opzet
ten. Een stevige bries, wind
kracht vier. „Het kan net", zegt
Van Weeghel echter. „Ik durf
het wel aan. Maar op strand af
zetten lukt niet. Het wordt een
landing in zee."
Het blijkt een fluitje van een
cent. „Hard meerennen als de
lijn strak staat", is de enige in
structie die Van Weeghel geeft
voordat hij vanaf de zandbank
voor de kust naar zijn boot
waadt. Met een enorme kracht
word ik naar voren getrokken.
Eén stap, twee stappen en ik
hang al op tientallen meters.
Rennen was niet eens mogelijk.
Boven buldert de parachute.
Harde windvlagen krijgen zo nu
en dan vat op het gevaarte. Dan
word je als in een kermisatractie
heen en weer geslingerd. Maar
angstig is het niet. Daarvoor is
het uitzicht te mooi. De Kat-
wijkse Boulevard, in de verte
Leiden met daarboven een volle
maan, aan de andere kant de
koperrode zon, die bijna in zee
zakt en op de zandbank een
paar kleine figuurtjes. Beneden
klapt de speedboot over de gol
ven. Genieten op zo'n tachtig
meter hoogte.
Eigenlijk veel te snel naar
mijn zin mindert Van Weeghel
vaart. Langzaam dwarrelt de
parachute naar beneden, de zee
komt weer dichterbij. Een flinke
plons in het water en dan wei
gert de parachute dicht te klap
pen. Door de harde wind raast
ze nog meters over het water.
Plotseling is het voorbij. „Hoe
was het? Gaaf hé?", gilt Van
Weeghel als hij lijn en parachu
te binnenboord trekt. Inder
daad, dit gaan we vaker doen. §Éf|fj
Selma gaat met evenveel ple-
zier de lucht in. En Rutger gMnJUm-
wordt er stil van, zo mooi vind
hij het. Frans, de tweede man in
het gezelschap, maakt er een
show van. Met spartelende be
nen en een flinke reeks oerkre-
ten wordt hij de lucht in getrok
ken. Het is al bijna donker. Als
hij tien minuten later in het wa
ter'ligt, blijft ook bij hem de pa
rachute openstaan. Eén, twee
maal probeert de eigenaar van
het strandpaviljoen de chute
naar binnen te trekken. Bij de
derde poging draait Frans zich -
Genieten op zo'n tachtig meter hoogte. foto holvast/mark lamers
onhandig - net op het verkeerde
moment om. Een onzachte
aanvaring met de boot en een
diepe snee boven de wenk
brauw is het gevolg. Met een
bebloede kop komt hij terug.
„Foto", schreeuwt hij. Het valt
allemaal mee, Ook voor hem zal
het niet de laatste keer zijn dat
hij aan een parachute hangt. En
met een paar hechtingen is hij
weer zo goed als nieuw.
Dergelijke ongelukken zijn ui
terst zeldzaam en kwamen in
Katwijk tot nu toe niet voor.
„Eén keer heeft een medewer
ker van me zijn enkel ge
kneusd", zegt Van Weeghel.
„Die was zo enthousiast bij de
landing op het strand dat hij
zijn benen niet bij elkaar hield.
Maar verder gaat het altijd ei
genlijk gewoon goed. Degene
die vaart, bepaalt waar je te
recht komt. Ik zou je met je te
nen door het water kunnen du
wen, door gewoon zacht te gaan
varen. Gas geven en je stijgt di
rect tot grote hoogte."
Zelf leerde hij het parasailen
'driehonderd mëter verderop',
in de winter. Met een parachute
achter een auto aan over het
strand. „Waanzinnig, een lijn
van zeventig meter en dan ge
woon gaan."
Het parasailen trekt overigens
minder klanten dan de 'dubbele
banaan' die overdag achter de
speedboot wordt gehangen en
zo met hoge snelheden over zee
wordt gesleurd. „We mogen van
de gemeente pas na zeven uur
met sailen beginnen. Anders is
het te druk op het strand. En
met die weersomstandigheden
in Nederland kun je lang niet al
tijd omhoog."
„De banaan is een enorm
succes. Je kunt de hele dag blij
ven varen, telkens nieuwe klan
ten. Ik had hem eigenlijk voor
de toeristen aangeschaft maar -
en dat had ik niet verwacht -
zelfs de Katwijkers staan ervoor
in de rij."
Hoewel de Duitsers al heel duidelijk aanwezig waren in Katwijk, i
nog vrij toegankelijk en de Boulevard nog in oude staat, al waren
villa's wel bezetters ingekwartierd.
Hoe moest dit nu met onze vakantie? Al jarenlang huurden pa en ma voor een
maand of langer een huis in Kahuijk, waar wij dan met ons hele gezin een fijne
tijd hadden. Natuurlijk kon niet iedereen zo lang vrijaf nemen, maar de afstand
naar Rotterdam viel wel te overbruggen. Eerst met de bus naar station Wasse
naar, dan met de trein naar Rotterdam-Hofplein en verder lopend naar onze
kantoren in het centrum van de stad. Om 7.00 uur v.m. weg, om 8.00 n.m. weer
terug. Moeder en de jongere zussen konden dan nog fijn een paar weken aan on
ze 14-daagse vakantie vastplakken en wij hadden 's avonds nog net even de tijd
om een Boulevardje te pakken, want om 9.00 n.m. ging de spertijd in en wat dat
betreft waren de Duitsers niet makkelijk.
Nou, dat Boulevardje liet ik me niet ontnemen, want ik had toch zo'n aardige
Katwijkse vissersjongen ontmoet op één van de dagen dat ik vrij was. Er stond in
die tijd een tent met botsautootjes op het strand, vlakbij de Oude Kerk. Dat was
nooit eerder vertoond. Disco's waren er toen nog niet, dus ieder verzetje trok
volop de aandacht van de jeugd. Ik stond met mijn oudere zus te kijken naar de
capriolen van de rijders. Hoe harder ze botsten, hoe mooier het werd gevonden.
Plotseling stopte één van de autootjes vlak voor ons. De bestuurder zei tegen z'n
vriend dat hij maar moest uitstappen, want hij had een andere bijrijder op het
oog-en dat was ik. Ik was stomverbaasd, maar wel in voor zo'n pretje. Hij ver
telde mij dat hij thuis was van zee, omdat z'n schip in het dok lag en dat hij mij
al een paar dagen vanaf de zeereep (die toen nog vrij toegankelijk was) had zit
ten observeren. Maar ja, er waren altijd anderen bij en hij kon toch lastig zo
maar op me afstappen en zeggen dat hij een oogje op mij had. Zoiets deed je niet
in die tijd, als visser aanpappen meteen badgast. Sinds die avond kwamen we
elkaar - min of meer per ongeluk - geregeld tegen en altijd was er wel een aan
leiding om even met elkaar te praten, bijvoorbeeld om lucifers aan hem te vra
gen, die toen in een knoopsgat werden gestoken. Dat was dan ineens een rage.
'Kop op', betekende dat, 'laat je niet kisten door die Duitsers'. Op 31 augustus, de
verjaardag van Koningin Wilhelmina, hadden wij weer gezorgd voor goudsbloe
men. Die werden in het haar of op een kraag gespeld. 'Oranje boven', was toen
de leus. De Duitsers konden weinig doen tegen die provocaties, maar ergerden
zich groen en geel.
Het eind van onze vakantie kwam in 't zicht, 't Was intussen al september. Oma
was jarig en pa en ik zouden wat eerder van kantoor gaan en haar eerst een be
zoekje brengen en deze keer pas met de laatste bus in Katwijk aankomen, vlak
voor de spertijd inging. En juist die dag hoorde mijn vakantievriendje dat zijn
schip weer klaar was en hij weer naar zee moest. Nu wilde hij toch spijkers met
koppen slaan en hij besloot bij de bushalte te wachten tot ik uitstappen zou, om
me dan mee te tronen. Maar hij wist dat dan ook pa erbij zou zijn en dat zou
dus wel eens problemen kunnen opleveren, want die wist nog van niets. De bus
van 8 uur kwam, maar helaas, wij stapten er niet uit. Wat nu...
En laat nu juist mijn zus, die hij dus al eerder ontmoet had,
langs komen. Toen was het plan gauw gesmeed. Zij z
gen ook om 9 uur bij de bushalte te staan en gelijk bij
mijn vader insteken meteen heel verhaal, terwijl m'n
vriend mij achter de bus om een zijstraat zou intrek
ken en zo de kans kreeg om afscheid te nemen.
Maar..., die straat liep uit op het duin en dat was
verboden gebied, èn de spertijd ging in, dus was
het verboden op straat te zijn, èn ik was badgast
en kantoorjuf, dus verboden waar voor een vis
sersjongen. Maar verboden vruchten smaken zoet.
Zó zoet, dat er paniek uitbrak bij zijn en mijn ou
ders toen wij om elf uur nog niet thuis waren! Mijn
zus moest toen wel met haar verhaal voor de dag
komen. De consternatie was groot. Wat moest daar
van terechtkomen! Of was het toch maar een vakan
tieliefde? U mag het weten!! Over enkele maanden zijn 1
we 50 jaar getrouwd!!
G. van Beelen-van Duuren,
3 of 41A uur varen.
Vertrekt uit de
haven van Katwijk
3 uur varen—
Vanuit, Katwijk naar en over de Kagerplassen via Rijnsburg,
Oegstgeest, Kagerplassen, Kagerland, langs Leiden. Afvaart:
ma. t/m zondag dagelijks om 14.00 uur. Prijs: volw. ƒ19,50/65
16,-50/3 t/m 11 jaar ƒ13,50 Extra afvaart op di., wo., en do. ook
om 11.00 uur.
4uur varen
Vanuit Katwijk via de Oude Rijn langs Leiden, Koudekerk,
Alphen a/d Rijn, Braassemermeer, Kagerplassen. Afvaart: ma.
t/m zo. dagelijks om 12.30 uur. Prijs: volw. ƒ27,-/65 23,-/3 t/m
11 jaar ƒ19,-
Dé specialist
voor
scheepsaccu's
<§roe «eft,
LEIDEN