*iAls ik ergens binnenkom, valt er geen stilte' 'Ik ben een onbeschreven blad' Betaald voetbal vooraf UNDAG 14 AUGUSTUS 1995 IER. 071 nny Blind: een schuchtere Zeeuw, die aanvoerder is van de voetballers met de grootste mond In sej O O onti eraïny Blind scoort niet vaak. Maar kracht." In dienst van het rgoni hij dan soms het net heeft gevon- ietsmdividueels. „Doelpun r duh. schildert hii ziin mooiste zelf- er et my Blind scoort niet vaak. Maar rgoni hij dan soms het net heeft gevon- r duii|, schildert hij zijn mooiste zelf- rfdu tret' n &e{)alde vu'st naar korte'en. ten teken van triomf, maar ?n. M gezicht naar beneden, in een le uii m van dienstbaarheid. Hij herkent moment, zegt de Ajacied, hij doet niet bewust. ,,Maar ik denk dat wel bij me past. Je juicht immers aaklsjebent." FERDAM YPE MINKEMA my Blind, of hoe een schuchtere Zeeuw lanvoerder werd van de voetballers met [rootste mond van Nederland. Hij maakt en openhartige schets van; van een lei die bij zichzelf naar binnen durft te kij- unist Blind (34) mag de prachtigste prij- aanpakken; als eerste Ajacied. Hij kuste eerste de Europa Cup voor landskam- ^'enen. ,,En daar ben ik best heel trots kee'annV Blind spreekt soms een zaal vol enmensen of politici toe. Het hoort bij taak als captain. Dan staat hij tussen 's ds leiders, collega's eigenlijk. ,,Als Luns nenkomt, of Cruijff, Van Gaal, Michels, is er ontzag. Als ik ergens binnen kom er echt geen stilte vallen." lanny Blind is de boodschapper van vcots, onderhandelaar over premies, weneer in gezelschap. ,,Maar van mij mag land het morgen zó overnemen", zegt Hij praat namelijk liever over voetbal, over de randverschijnselen, en ook niet ir zichzelf. jtamorfose ders, aanvoerders, voorlopers. Elke groep ze. Ze praten net iets harder dan de lopen net iets rechter, lijken daardoor altijd iets groter. Ze tappen de mooiste Zwoii schuinste moppen. Als zij praten, wordt geluisterd. Het is het natuurlijke rollen- van de leider en de groep. Bijna zeven jaar geleden vertrok Danny Blind uit J vertrouwde Oost-Souburg, Zeeland. Hij er een van de groep. Nee, een mop ver- Ie hij zelden in gezelschap, een boeiend kon hij ook niet een-twee-drie be- sidsri iken. Een mening had hij wel, een dui- ijke zelfs, maar die sprak hij zelden uit. 'had niet het idee dat het telde, dat er ge steld zou worden. (eventien jaar later vallen er vaak stiltes huiskamers van Zeeland. Want was dit nny Blind, de bescheiden, de rustige nny Blind uit de achtergrond van Oost- lafsi uburg? De aanvoerder van Ajax: „Als ik af toe nog eens terug ga, dan hoor ik dat, )e mensen verbazen zich er steeds weer Vooral over de mentale ontwikkeling, danks mijn bescheidenheid is het me h gelukt zo ver te komen. Ze gunnen het ontzettend. En ik moet zeggen, ik had ^sret k nooit kunnen vermoeden dat het me apersoonlijkheid zó zou gaan." dsreilOost-Souburg, Zeeland, 1979. Het leven irdt voornamelijk geleefd tussen de vier rtrouwde muren. Daar is niets mis mee, geeft immers een gevoel van geborgen- id, van zekerheid. Danny Blind is een ty- GrürJ sch produkt van zijn geboortegrond. „Dat rtrouwde, dat hoort wel bij me", zegt hij irlijk. „Het gezin speelde een grote rol in Danny Blind: „Laten we eerlijk zijn, ik mis die natuurlijke charisma, die uitstraling." de samenleving. Het was daarnaast ook al tijd maar één plaats en één tijdstip - het weekend - waar het sociale leven zich con centreerde. Heel anders dan de grote stad. In Amsterdam speelt alles zich buiten, op straat, af. Je komt met meer mensen in aan raking, bent veel meer op jezelf aangewe zen. Er zijn veel meer mogelijkheden om sneller volwassen te worden." Hoe hij toen was? „Nou, bescheiden, schuchter zelfs. Ik had ook niet de brutaliteit, de flair van een stddsmens." Leerling Dat merkte de jonge aankomende profvoet baller pas bij Sparta, in Rotterdam. Blind, toen zeventien, keek zijn ogen uit. En hij luisterde naar de verhalen, naar de vedet ten. Een mening had hij wel, maar de leer ling hield wijselijk z'n mond. „Het pro bleem bij mij was het uitspreken van be paalde dingen. Ik zag het wel, maar zei er niets van, ik-durfde het in de groep niet hardop te zeggen. Ik twijfelde aan mezelf. Totdat een ander er mee kwam." Ook in zijn eerste jaren bij Ajax voerde hij voornamelijk zijn taken uit. „Sober. Bal af pakken en meteen weer inleveren." Maar ook in De Meer merkte hij dat hij de dingen vaak eerder zag dan zijn ploeggenoten. La ter zouden ze dat het 'lezen' van een wed strijd noemen. Blind zag het, las het. Maar nu nog de stap om daar ook voor uit te ko men. De libero: „De dürf, daar ging het om." Het spel hielp een handje. „Dat ging héél geleidelijk allemaal. Ik kwam bij Ajax terecht op de positie van rechtsback. Maar ik was helemaal geen mandekker. Dan leer je je zwakke punten op de een of andere manier toch te camoufleren. Ik kon dat om dat ik het spel nèt iets eerder doorhad dan de tegenstander. Zo hield ik altijd een voor sprong. Toen dat lukte, kreeg ik zelfvertrou wen. Ik durfde steeds meer. Een pass over veertig meter, je mond open doen. Ik merk te dat er geluisterd werd." Het werd een inhaalrace tegen de natuur lijke achterstand van de rust en de orde van de provincie op het lawaai en de chaos van de grote stad. Heel voorzichtig van de dienstige rechtsback tot de onderwijzende libero. Pas tegen z'n dertigste brak Blind door, als persoonlijkheid dan. „Lerby had het al op z'n 21-ste, Wouters was 23. Bij mij kwam het heel laat." Charisma „Achteraf denk ik wel eens: wat zou er met me zijn gebeurd als ik eerder die persoon lijkheid was geworden. Als ik eerder die durf had gehad. Maar ik denk dat dit mijn ma nier is, deze weg van geleidelijkheid past het best bij me. Ik ben nu eenmaal niet ie mand voor drastische veranderingen. Ik denk dat ik overal moet Ingroeien. Privé zal ik ook nooit plotselinge beslissingen ne men. Dat moet allemaal heel goed worden afgewogen. Ik ben ook niet iemand die van daag een Corsaatje rijdt en morgen een Fer rari." „Laten we eerlijk zijn, ik mis die natuurlij ke charisma, die uitstraling. Wereldberoem de musici, of een man als Luns, daar stap je toch niet zo maar op af. Als Cruijff of Van Gaal een ruimte binnenkomen, wordt er naar hen gekeken. Als ik ergens binnenstap zal er echt geen stilte vallen. En je stapt na tuurlijk niet zo een-twee-drie op iemand als FOTO GPD ROLAND DE BRUIN Luns af. Er is een natuurlijke barrière. Bij mij is die er niet, iedereen stormt op me af. Ik ben geen geboren leider. Zo reëel ben ik wel. Ik kan heel goed bij mezelf naar binnen kijken." „Ik heb het niet van huis uit. Maar ik heb in de loop der jaren wèl bepaalde eigen schappen ontwikkeld. Door je spel en de aanwijzingen die je geeft, komt er een pro ces op gang. Het zijn de dingen er omheen, de randverschijnselen. Je staat meer in de belangstelling, dat betekent meer inter views. Je wordt mondiger. Al snel ben je dan woordvoerder. Die verantwoording geeft extra stress, meer druk. Ik kan daar goed mee omgaan. Dus zal er toch een persoon lijkheid in me schuilen." Van Gaal Hij komt zelf met de vergelijking. Het zijn twee toptrainers. „Van Gaal heeft charisma, uitstraling. Advocaat niet. Maar die is net zo goed een persoonlijkheid." „Mijn spel. Waarom ik hier zo goed pas, is het feit dat ik de momenten zie. Wanneer moet je nou precies wat doen. Dèt is mijn kracht." In dienst van het elftal. Scoren i iets individueels. „Doelpunten passen niet bij me." Blind ziet het, maar ziet Blind ook alles? „Als je een tijdje geleden tegen mij had ge zegd: Reiziger wordt een kei van een verde diger, of Finidi George kan heel goed rechtshalf spelen, dan zeg ik eerlijk 'nee'. Maar je ziet het, 't kan wèl. Ik zag het niet, Van Gaal wel. Twee jaar geleden had ik mijn twijfels over Ajax. Zo veel spelers weg, Rijkaard en Van Vossen terug. Nu heb ik ook zo'n moment. Vijf man weg, twee terug. Als trainer kun je daar op gokken. Het pakte al eerder goed uit." „Vroeger dacht ik dat je eerst goed moest presteren voordat je je mond open mocht doen. Je kunt wel een mening hebben, maar die moet je dan maar voor je houden. Nu kan ik slecht spelen en toch goed blijven coachen. Omdat ik nu weet dat het een niets met het ander te maken heeft." Frank Rijkaard meed de camera's en was allergisch voor blocnotes, Ruud Gullit gaat er goed voor zitten. En Blind? „Ik zit niet op de golflenge van Rijkaard. Maar ook niet op die van Gullit. Ik heb er geen moeite mee om als woordvoerder van de groep naar buiten te treden. Of om met de penning meester te onderhandelen over premies. Of om een vertrekkende speler te bedanken. Maar ik vind het prima als een ander het overneemt." Hij weet ook al wie. „Frank de Boer, die mag het morgen van me overne men. Want ik ben liever mondig op het veld dan op een receptie." Liefde Blind was ook de boodschapper van de boycot van Ajax van Oranje, afgelopen win ter. Hij had de argumenten toch duidelijk naar voren gebracht. Maai- iedereen sprak plotseling van overbelasting en ging voorbij aan de oorsprong van het conflict. „We hadden afgesproken dat we buiten de pu bliciteit zouden blijven." Toen was er de TV-uitzending met sectievoorzitter Staatsen en Feyenoord-voorzitter Van de Flerik. „Al les werd weer van één kant belicht. Ik zag de discussie en dacht, ik rij er naar toe om het nóg een keer uit te leggen. Dat kon na tuurlijk niet. Op zulke momenten voel je de onmacht." Ooit vergeleek de aanvoerder zijn club met een mooie vrouw, waarop iedereen verliefd wordt. 'Iedereen wil haar aanraken.' En ook Blind heeft nog altijd 'vlinders', ook na negen jaar Amsterdam nog. „Als je veer tig jaar getrouwd bent, is iedere dag hetzelf de. Ik ben nog steeds verliefd, want bij Ajax is elke dag net even anders dan de vorige of de volgende. Voor mijn relatie is dat goed." Maar kwam het de laatste jaren niet twee keer bijna tot een sportieve scheiding? „Ik heb nooit de deur gesloten. Alleen, ik stelde hele zware eisen aan zo'n club. Twee jaar geleden was er belangstelling uit Japan. Toen is Andre Paus in mijn plaats gegaan. Later kwam Beenhakker met Mexico. Na de Europacup-finale ben ik bij Aston Villa ge weest." Boze tongen vertelden het verhaal van de tactische manoeuvre om in Amster dam een beter contract te verdienen. „Nee, het contract dat ik heb getekend was exact hetzelfde als de eerdere aanbieding. Alleen werd het twee jaar in plaats van één. Maar ik vang geen dubbeltje meer. Ik ren niet al leen voor het geld." Het zelfportret is af. Danny Blind kijkt er naar en zegt: „Ik denk dat ik het maximale er uit heb gehaald. Op mijn r PSV-voorzitter Willem Maeyer en de grote boze voetbalwereld 11 ih -»« ^V-voorzitter Willem Maeyer. „Ik heb het contact met de media onderschat. Ik was slecht voorbereid." FOTO GPD ROLAND DE BRUIN EINDHOVEN HENRI VAN DER STEEN GPD-VERSLAGGEVER Zijn naam kent men wel: Willem Maeyer, voorzitter van PSV. Weinigen echter kennen hem. Bijna twee jaar is hij in functie, maar uitnodigingen voor een interview stuurde hij al die tijd bijna consequent retour: geen interesse. „Ik ben een onbeschreven blad, ja. En dat moet zo blijven." Een onzalig, on houdbaar standpunt voor de voorzitter van een topclub. Tot oktober '93 was hij alleen supporter van PSV. Ruts vertrok, Maeyer kwam. De ene topman van Phi lips voor de andere. Ruts, die hautain en kil werd gevonden, had het niet tot grote populariteit geschopt in zijn jaren. Hoe zou Maeyer zich opstellen? Zou hij - im mers ook een man uit de top van het za kenleven - passen in een wereld waar het resultaat kan worden beïnvloed door de kleine teen van de linksback of het zondagse humeur van de spits? Maeyer zelf wekte tot dusverre de in druk zich niet bijster op zijn gemak te voelen in de voetballerij. Met de pers heeft hij een relatie die gebaseerd lijkt op onbegrip, zijn mening over een deel van zijn collega's is ook al niet erg vro lijk. „Ik begrijp het woord bobo wel. In de voetballerij heb je veel te veel be stuurders die zich willen manifesteren, zelfs ten koste van collega's. De wethou ders Hekking. Ik vind dat vreselijk, ik vind dat nog erger dan supporters die met elkaar op de vuist gaan tijdens de wedstrijd; dat gebeurt tenminste nog uit emotie." En over de voetbalsector in het algemeen: „Het zakenleven reageert op ontwikkelingen, de voetballerij niet. Al les is korte termijn." Doelstellingen Wat kwam Maeyer eigenlijk doen in dat milieu, vraag je je af. Maeyer: „Ik dacht met mijn capaciteiten PSV op weg te kunnen helpen naar waar de club thuis hoort, de top. Een andere doelstelling was PSV populairder te maken. Dat is me dus nog niet gelukt." Dat is hem on der meer nog niet gelukt vanwege een - eufemistisch gezegd - wat ongelukkige presentatie in de pers. „De functie bij PSV betekent kennelijk dat de hele we reld over je schouder meekijkt wat je doet. Ik vind dat niet prettig. Of ik het contact met de media onderschat heb? Ja. Ik was slecht voorbereid." Zo'n ontboezeming maakt hem meteen weer wat sympathieker. De we reld der voetbalmedia zal hij echter wel nooit doorgronden en wellicht is de geest voor altijd vertroebeld door een al te intensieve omgang met de financieel- economische journalistiek die zo heel anders - zo heel veel 'keuriger' - te werk gaat dan het voetbaljournaille. Maeyer: „Ik ben in elk geval gewend een brief die ik heb geschreven een nachtje te laten liggen. De volgende dag haal ik er dan alle accenten, alle superlatieven en alle andere woorden uit die de zaak kunnen verharden. Mijn uiteindelijke brief is al tijd veel milder van toon dan mijn eerste brief, ik vermijd provocaties. Jullie doen dat anders. Ik begrijp dat ook wel. Jullie willen juist provocatieve uitspraken, maar soms worden uitspraken uit hun verband gehaald, vaak is de sfeer waarin dingen worden gezegd nergens terug te vinden. Dan wordt het snel banaal. Ik wil daaraan niet meedoen. Bij PSV en Philips hebben we daarvoor een code, een zekere ethiek." Hij was hels toen de plaatselijke krant hem vorig jaar de Grote Schoonmaak liet aankondigen. Ellerman, Van Aerle, Heintze, Koeman, Van Ankeren, Van Tiggelen, Ingesson moesten weg. Er viel natuurlijk te twisten over deze of gene speler, maar het besluit om hard in de selectie te gaan snijden, was even lo gisch als voorspelbaar. Op het 'massa ontslag' van de Ellermannen en Van Tig- gelens en de krakkemikkige introductie van de certificaten werd Maeyer echter persoonlijk aangekeken. Maeyer nu: „Maar het uitgangspunt met de intro ductie van de certificaten was goed: eerst hebben we de supporters per brief geïnformeerd. En ik heb ook steeds ge zegd dat ik niemand van zijn plaats zou jagen die het niet kon betalen. We heb ben daarom ook 30 certificaten gereser veerd en 26 of 27 minder draagkrachtige supporters gratis zo'n certificaat gege ven." Stap voorwaarts Nee, hij is niet altijd blij geweest met de pers. Dat hij al bijna twee jaar in een soort semi-permanente staat van ver ontwaardiging verkeert, bestrijdt hij ech ter. Twee jaar? Zeven jaar! Hij zat im mers voor zijn aantreden als voorzitter jaren op de tribunes naar slap voetbal te kijken van zijn club. „Groen en geel heb ik me geërgerd aan ons voetbal en afge lopen seizoen weer. Maar dit seizoen gaan we een grote stap voorwaarts ma ken, we zullen een eind komen. En vol gend jaar staat er dan het PSV dat ik voor ogen heb. Ik heb ook steeds gezegd dat we niet meteen voor successen kun nen zorgen; daar heb je zeker drie jaar voor nodig." Maeyer wordt bijkans lyrisch als hij vertelt over de dag van nu. „Advocaat en Arnesen kunnen het geweldig met elkaar vinden, die bellen elkaar vfer keer per dag. Echt een team. Advocaat is mijn man: hij motiveert, hij zorgt voor disci pline, hij zet de juiste mensen op de juiste plaats, ook buiten het elftal om. En hij is netjes, echt een gentleman. Drinkt niet, rookt niet, dag en nacht met voet bal bezig bezig. Hij past perfect bij PSV." Ook over de ontwikkeling van mana ger Frank Arnesen is Maeyer opgetogen. „Hij moest het vak natuurlijk leren, lo gisch. En van je fouten leer je nu een maal het meest. In die kwestie met Ze Elias was hij vrij naïef door op het mo ment suprème die jongen geen voorlo pig contract te laten tekenen. De kritiek daarop was ook terecht. Maar vergeet niet dat hij vanaf nul is begonnen. Intus sen is hij enorm gegroeid, zowel qua kennis als qua persoonlijkheid." Graag voorspelt hij ook nog grote da den van de jeugdopleiding: straks ko men er echte kanjers uit het jeugd-inter- naat. Het is vaker verteld in Eindhoven. Maeyer: „Maar nu gebeurt het echt. We nemen alleen nog maar toppers in hel jeugd-internaat." Hij zal het zelf niet meer meemaken dat PSV vooral bestaat uit 'eigen kweek', want volgend jaar oktober treedt hij sta tutair af. Dan zal hij meer tijd krijgen voor zijn vele sportieve hobby's. Wande len, skiën, golf, tennis, zeilen. Fleeft hij nooit gevoetbald? „Jazeker wel, als jon gen bij PSV. In de oorlog was er een mo ment dat ik van het voetbalveld zo naar de bioscoop ging, voor 15 cent zag je toen een film. Toen werd er een VI-bom op Eindhoven gegooid. Vreselijk veel do den, geweldige ravage. Iedereen natuur lijk de bioscoop uit, tot ik er achter kwam dat ik m'n voetbalschoenen had laten liggen. Ben ik ze toch nog gaan ha len. Zo belangrijk waren voetbalschoe nen in die tijd voor je." Advocaat van dc duivel Een groot speler was hij niet. „Mijn en thousiasme was omgekeerd evenredig aan mijn talent. Nel als nu met golf." Niet alleen daarom heeft hij op werkbe sprekingen met Arnesen en Advocaat nooit het hoogste woord. „De heer Tim mer heeft ook nooit het hoogste woord als de top van Philips vergadert. Ik speel op besprekingen echter wel graag de ad vocaat van de duivel, op die momenten mag ik graag provoceren. Verder ben ik een man die zijn mening altijd geeft voor een betere. Adenauer werd eens aangevallen omdat hij iets zei wat haaks stond op wat hij twee dagen eerder had gezegd. Hij zei: 'Ach, wat kan mij m'n ei gen gezwets van eergisteren schelen.' Zo denk ik ook." Sommige opvattingen zijn evenwel voor de eeuwigheid. „Je moet altijd van je eigen kracht uitgaan. Het klinkt arro gant, maar ik heb altijd gezegd dat ik al les kon. Alles. Een bedrijf runnen? Ja. Minister van financiën worden? Ja. Wat je denkt niet te kunnen, kun je ook niet. Twijfel is dodelijk, bij het golf merk je dat ook. Twijfel je eraan of je over het water zult slaan, dan lukt het je gegaran deerd niet. Weet je dat je het kunt en zult doen, dan lukt het."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1995 | | pagina 15