'Het was niet alleen een nachtmerrie
het was allemaal écht gebeurd'
Whitewater blijft wapen om Clinton mee te slaan
Feiten &Meningen
Gemoraliseer
over milieu
wordt gevaarlijk
WOENSDAG 9 AUGUSTUS 1995
Afgelopen zondag was het vijftig jaar gele
den dat de Amerikanen een atoombom
wierpen op Hiroshima om een eind te ma
ken aan de oorlog met Japan. Een indruk
wekkende herdenking in de stad zelf, met
een burgemeester die het over zijn lippen
kon krijgen excuses aan te bieden voor de
Japanse wandaden tijdens de Tweede We
reldoorlog. Een moedig gebaar als je aan
het hoofd staat van een stad die vijftig jaar
geleden met de grond is gelijk gemaakt. Ie
dere stad die ooit is gebombardeerd, in ons
land Rotterdam, weet wat dat betekent.
Een bombardement van een stad is nau
welijks een militaire handeling. Het treft ve
le onschuldige burgers die op een militair
conflict dikwijls geen enkele invloed kun
nen uitoefenen. Een bombardement is al
tijd laf. Een overmacht overvalt vrijwel altijd
weerloze mensen. Het is ook moeilijk om
zo'n wandaad in perspectief te zien. Rede
neringen als zouden door zo'n daad meer
slachtoffers in een slepende oorlog zijn
voorkomen, zijn soms zeker, geldig. Ieder
slachtoffer is er een teveel, in welke oorlog
dan ook. Dat is de morele kant van de zaak.
De politieke kant ligt vaak een stuk ingewik
kelder. Er is in ieder geval geen enkele re
den om trots te zijn op het gebruik van zo'n
middel, hooguit is het in bepaalde situaties
het minste van alle kwaden.
In Nederland werd blijkens het NOS-
journaal ook herdacht. Niet bij het Indië-
monument in Den Haag, de enige juiste
plek voor zo'n her
denking, maar bij de
Domkerk. Kennelijk
omdat Utrecht zo
centraal ligt. De her-
denldng werd ge
bruikt, ik zou willen
zeggen ontheiligd,
om de president van
Frankrijk, Chirac,
aan te pakken. Hij
heeft immers de eu
vele moed om de
Dl ft A C/-IDTIIVKI Franse kernproeven
PIM FORTUYN ,e hen,attenFop een
medewerker atol in de Stille Oce-
aan. Dat gebeurt
dan op zijn Nederlands, met veel veront
waardiging en vertoon van verbaal geweld.
Ook het voormalige Joegoslavië wordt er
nog even bij gehaald, want alle kwaad dient
direct, hier en nu, uit de wereld te verdwij
nen. Een ronduit zielige, onwaardige en na
tuurlijk ook machteloze vertoning, daar in
Utrecht.
Wat de Franse president doet getuigt he
lemaal niet van moed, eerder van hoog
moed. Hij trotseert een groeiende opinie in
de wereld tegen het doen van dergelijke
proeven. Dat is hoogmoedig en wellicht op
termijn, gezien de Franse economische en
politieke belangen, dom. De Australiërs en
Nieuw-Zeelanders hebben natuurlijk gelijk
ais zij zich met hand en tand verzetten «te
gen deze proeven, zo dicht bij hun haard en
huis. Chirac was pas echt moedig geweest,
als hij de proeven bijvoorbeeld diep onder
de grond in een ontvolkte streek van Frank
rijk zelf had laten plaatsvinden. Als er dan
geen enkel gevaar is, overtuig daarvan dan
de bevolking van je eigen land.
Toch is het gemoraliseer en het voortdu
rende milieu-appel een groot politiek ge
vaar aan het worden. Onlangs hebben we
nog moeten aanzien dat het machtige Shell
volstrekt ten onrechte in het stof heeft moe
ten bijten voor de milieubeweging, door de
Brent Spar niet te dumpen in zee, maar aan
land te moeten ontmantelen. Mensen die
daar echt verstand van hebben zijn una
niem in hun oordeel: dumping is vele ma
len veiliger en milieuvriendelijker. Kopers
stakingen in Duitsland en regelrechte be
dreigingen van houders van Shell-tanksta-
tions tot en met het platbranden van hun
nering aan toe, hebben Shell op andere ge
dachten gebracht. Een slechte zaak want
wie is het volgende slachtoffer van de volks
woede en welke politicus maakt zich daar
van uit electorale overwegingen de bood
schapper?
De verleiding blijkt groot te zijn. Bonds
kanselier Kohl ging voor de bijl en ten on
zent minister van economische zaken Wij-
ers (D66), minister-president Kok (PvdA) en
een groot deel van de Tweede Kamer, Bol-
kestein (WD) voorop. In ons land zijn poli
tiek en pers er als de kippen bij om een po
liticus of een goedgebekte burger van popu
lisme te beschuldigen als hij of zij een pro
bleem en een oplossing daarvoor helder en
aansprekend weet te verwoorden. Dat is
gauw een schande in ons land, waar immer
op de complexiteit en genuanceerdheid van
problemen wordt gehamerd zonder overi
gens veel bij te dragen aan een oplossing
die werkt. In dat geval moet je kiezen, er
gens voor en ergens tegen, en daar hebben
wij in onze concensuscultuur een broertje
aan dood. Maar als er nu ergens sprake was
van bot populisme dan wel in de bejege
ningvan Koninklijke/Shell.
In de naaste toekomst zijn meer van dit
soort uitbarstingen te verwachten, niet in
de laatste plaats omdat wij in het rijke Wes
ten, ondanks al onze dikwijls grote en zeer
verdienstelijke inspanningen, het milieu
steeds zwaarder belasten. Dat komt gewoon
doordat we geen grenzen aan de groei ac
cepteren. En de mensen in al die landen die
nu aan de welvaart gaan deelnemen, zullen
dat al helemaal niet doen. Een groot pro
bleem, want dan moet je als politicus gaan
uiüeggen dat er nu genoeg is geconsu
meerd. Onze wezenloze consumptie is ech
ter onze Bijbelse dans om het gouden kalf.
Die dans te beëindigen vraagt leiderschap
van groot gezag en moed. De wereld heeft
daaraan helaas momenteel een groot ge
brek.
Pim Fortuyn neemt binnenkort afscheid
als hoogleraar aan de Erasmus Universi
teit. Ter gelegenheid daarvan geeft hij een
afscheidscollege onder de titel 'De overleg
economie voorbij'. Lezers die het af
scheidscollege willen bijwonen zijn van
harte welkom. Tijd: vrijdag 1 september,
16.00 uur precies. Plaats: Aula Erasmus
Universiteit, Burgemeester Oudlaan 50,
Rotterdam.
René Schaferoverlevende van de atoombom op Nagasaki:
Op 9 augustus 1945 vandaag vijftig jaar geleden om twee minuten voor elf, liet bombardeur Kermit Be-
ahan aan drie parachutes de tweede atoombom vallen in de geschiedenis van de mensheid. Drie dagen na
het eerste nucleaire bombardement boven Hiroshima ontplofte de bom Pat Man (dikke man)genoemd naar
de Britse ex-premier Winston Churchill, boven Nagasaki, waardoor opnieuw tienduizenden doden vielen.
Onder hen ook Nederlandse krijgsgevangenen, die in het kamp Fukuoka 14 waren gelegerd. Drie werden di
rect gedood. Vijf van hen bezweken later aan hun verwondingen. Honderddertig Nederlanders overleefden
echter de atoombomaanval op Nagasaki. Van hen zijn er nog 27 die deze afschuwelijke ervaring kunnen na
vertellen. Twee van hen doen hun relaas.
René Schafer toont
een van de beeldjes
die hij maakte om de
herinneringen te ver
werken aan de
atoombom op Na
gasaki. foto fcanp
Nagasaki, 9 augustus 1945. foto&anp
sSr
De stoffelijke resten van een jongetje dat zich op ongeveer 700 meter
afstand bevond van 'ground zero', het punt waarde atoombom boven
Nagasaki tot ontploffing kwam. foto &anp
Na vijftig jaar heeft René Schafer nog geen vrede
met zijn herinneringen. De atoombom op Na-
gasaiki, die ook hem op 9 augustus 1945 trof, valt
weliswaar niet meer in zijn slaap, maar voor de
woorden 'gaan jullie maar' van zijn levensgevaar
lijk gewonde kampgenoot Megens zoekt hij nog
altijd de bevestiging. „Dat gevoel van schuld om
dat we gingen, ben ik nooit kwijt geraakt".
René Schafer probeerde met enkele medegevan
genen Megens te bevrijden van een stalen balk
waaronder deze bekneld lag. De vlammen en de
rook in de brandende fabriek kwamen steeds
dichterbij. Het laatste wat Megens hen toefluis
terde was: 'Zijn mijn benen er nog? Ik voel ze niet.
Laat mij maar liggen. Gaan jullie maar'. De woor
den staan zwart op wit, op bladzijde 94 van dr.
Stellingwerffs boek Fat man in Nagasaki, maar
Schafer wil ze nog eens toegefluisterd horen.
In zijn Amstelveense woning doet Schafer geë
motioneerd zijn relaas: „Dat hele verhaal van die
atoombom, die lichtflits, die hitte, de verschrikke
lijke branden, de angst, maar ook het kamp voor
en na de val van de atoombom, de vernedering,
de walging, de vlucht en het opruimen van de lij
ken, dat hele verhaal werd mij bevestigd, toen ik
in 1980 een bezoek bracht aan Nagasald, 35 jaar
na de bom. Toen liep ik daar weer, langs de rivier
Urakami, de spoorlijn, de bruggen, het Vre-
despark. Toen voelde ik de bevestiging. Dat alle
maal was niet een vreselijke nachtmerrie uit mijn
leven als krijgsgevangene geweest. Het was alle
maal écht gebeurd. Alleen die woorden van Me
gens...".
GAST VAN KEIZER
Schafer is maar één van die bijna tienduizend
Nederlandse krijgsgevangenen, die over 82 kam
pen in Japan waren verdeeld. 'Te gast van de kei
zer' waren ze daar tewerkgesteld in mijnen, fa
brieken en op werven: in grote meerderheid KNIL
soldaten, die als slaven werden ingezet. Schafer
kwam in Nagasaki terecht, evenals soldaat W. Ar-
daseer, die nu in Apeldoorn woont.
Op het moment dat de atoombom viel rustte
Schafer buiten, aan de voet van de heuvel waar
een schuilplaats in de rotsen gehakt moest wor
den. Ardaseer werkte op de fabriek, maar had het
geluk dat hij vlak voor het helse moment naar
buiten was gelopen om twee zuurstofflessen te
verwisselen.
„Ik hoorde het ronken van een vliegtuig", weet
Ardaseer nog. „Instinctmatig zocht je dan dek
king. Die vond ik onder een kar. Links en rechts
van mij lagen de fabrieksloodsen, achteraf gezien
mijn redding. Ze vormde in die fractie van een se
conde een schild tegen hitte en straling. Ik zag die
vreselijke lichtflits, voelde de geweldige hitte en
het razen als van een orkaan.
Dat was geen gewone bom, besefte ik. Die waren
er al zoveel gevallen, laatst nog op 1 augustus.
Een luchtmijn? Een elektrische bom? Iedereen
bedacht wat en niemand wist het. Niemand be
greep ook die geweldige duisternis vlak na de
ontploffing. Later is ons verklaard, dat we alle
maal tijdelijk blind waren. Pas na minuten kregen
we het zicht terug. Ik dook in een rioolgang en
wachtte af'.
GREPPEL
Schafer was bij het naderen van een vliegtuig en
de waarschuwing hikoki, hikoki (vliegtuig) een
greppel ingedoken. Daar heeft hij gelegen, maar
niets in zijn herinnering heeft een tijd. Het was
twee minuten voor elftoen de bom viel. Dat weet
hij van de klok in het Nagasaki Atoombom Muse
um in het Vredespark, waar de stadsklok hangt
die op deze tijd stil is blijven staan.
Hij had geen enkele verwonding, geen schram,
geen brandwond. In tegenstelling tot zijn maten
Coumans en Van Hien, die door hun ontbloot bo
venlijf vreselijke verbrandingen opliepen. Cou
mans bezweek drie weken later aan zijn brand
wonden.
Met elf lotgenoten is Schafer terug gegaan naar
het driehonderd meter terug gelegen kamp. Zo
goed en zo lang als dat mogelijk was werd gepro
beerd te redden wie er nog te redden viel. Daarbij
werd geen onderscheid gemaakt tussen kampge
noten, Japanse bewakers of burgers. Tot de vlam
men de redders dreigden aan te pakken. Toen
moesten ze Megens achterlaten, en andere, Ja
panse gewonden.
'De heuvels in,' commandeerde vaandrig Paul
Jolly, die in alle verhalen van overlevenden over
komt als de man die het snelst de waanzinnige si
tuatie meester was. In een paar groepen trok men
naar boven, naar de koelte, de beschutting. Eerst
over de paden, maar hogerop door het struikge
was van de prikkende bamboe.
Die heuvels van 300 tot 400 meter lagen als een
hoefijzer rond het dichtbevolkte centrum van Na-
gasaki. Van daar afhebben ze de stad met voor
namelijk houten huizen zien branden. De buiten
wijken, de fraaie Sint Franciscuskathedraal en de
fabriekswijk langs de rivier waren totaal verwoest
en vormden een grote, kaalgeslagen vlakte.
VLUCHT
Gewonden werden meegesjouwd op deuren en
geïmproviseerde brancards. Ze ontmoetten ge
wonde en apathische Japanners. Ardaseer:
„Gelukkig zagen we ook nog een korporaal-bewa
ker Tajami die we natuurlijk bij ons hielden.
Er waren te veel geruchten geweest dat alle krijgs
gevangenen zouden worden afgemaakt. Dat zou
de wraak zijn voor de bombardementen van de
geallieerden. En formeel waren we tenslotte op de
vlucht".
Twee nachten brachten de Nederlandse krijgsge
vangenen in de heuvels door. Ze voedden zich
met groente die ze in de tuinen vonden of met
wilde vruchten. Op de derde dag werden ze 'ver
zameld' door soldaten van het Japanse leger en
naar een nieuw, provisorisch kamp gebracht, vlak
bij de door de bom totaal vernielde barakken van
het oude kamp.
„We waren niet meer bang, want we stonden
weer onder bewaking. Vluchten, daar dacht nie
mand aan. Waarheen als je zo makkelijk herken
baar bent? Terug naar een kamp betekende gega
randeerd water, een bed en een rijstbal. Levens
behoud dus, niet meer, maar ook niet minder".
Daarna volgden vreselijke opdrachten. Lijken rui
men. Onder het puin de verbrande, verminkte en
stinkende lijken weghalen en op brandstapels de
poneren. Schafer: „Toen merkten we voor het
eerst iets van waardering van de Jap voor wat we
deden. Ze toonden een ongekende ingetogen
heid, ze waren zelfs lief voor ons. Omdat wij,
weliswaar gedwongen, de lijken borgen, soms al
leen maar een romp of wat ledematen, uit elkaar
getrokken lichamen. Zo hielpen we mee aan een
eervolle crematie.
BELANGSTELLING
Hij zegt geen problemen te hebben overgehou
den van zijn tijd in de kampen: „Ik slaap goed en
heb het allemaal verwerkt. Ik ben nu 74, maar
heb nooit ergens last van gehad en zal dat ook
niet krijgen. Ik heb van niemand van ons gehoord
dat ze gezondheidsproblemen hebben gehad als
gevolg van de bom. Vergeten doe ik niet. Nagasa
ki was zeker niet zo erg als de kampen in Indië. In
Soekaboemi werden drie jonge jongens dood ge-
bajonetteerd en onthoofd. Alleen maar omdat ze
even naar familie buiten het kamp waren gegaan
en om ons te laten weten dat vluchten oneervol
was'.
Ardaseer heeft alleen maar moeite met het feit
dat noch de Nederlandse regering, noch Neder
landse medici nooit zelfs maar een greintje van
belangstelling voor hun geestelijk of lichamelijk
"welzijn hebben getoond. Schafer kent dat gevoel
ook, maar heeft dat weggeredeneerd. Hij heeft
nog steeds grote emotionele problemen met de
politionele acties, waaraan hij als KNIL-soldaat
moest meedoen.
Ardaseer heeft er geen enkele behoefte aan naar
Japan te gaan, maar Schafer raadt het iedereen
aan: „Wie nu met haat naar Japan reist, komt
zonder haat terug. Dat is beter voor jezelf. Haat
vreet je op. Ik ben twee keer geweest en het heeft
me goed gedaan"
AMSTELVEEN t.WIM BREEDVELD
WASHINGTON feHANS DE BRUUN
CORRESPONDENT
Minstens dertig miljoen gul
den uitgeven om twee jaar lang
tientallen onderzoekers te la
ten nagaan of iemand al dan
niet gesjoemeld heeft met
hooguit 80.000 gulden. Dat
lijkt op het eerste gezicht een
gigantische verspilling van tijd,
energie en vooral geld. Maar
wanneer die iemand de presi
dent van de Verenigde Staten
is, dan is geen moeite teveel
om de waarheid boven tafel te
krijgen.
Deze week staat het onderzoek
naar de zogenaamde 'Whitewa-
ter-affaire' in Washington weer
bovenaan de agenda. Zowel in
de Senaat als in het Huis van Af
gevaardigden zijn publieke
hoorzittingen begonnen, waarin
de Republikeinse meerderheid
poogt mogelijke miskleunen uit
het verre verleden van Bill Clin
ton en diens Hillary Rodham
boven tafel te krijgen en, uiter
aard, tot eigen politiek voordeel
uit te buiten.
Al sinds de zomer van 1992 zijn
Clintons politieke opponenten
en de vele liefhebbers van sa
menzweringstheorieën vol
overgave bezig een groot com
plot te onthullen, waaruit zou
moeten blijken dat de Clintons
in de jaren tachtig de belastin
gen hebben ontdoken, gerot
zooid hebben met geld dat ei
genlijk aan de staat toebehoor
de en op illegale wijze politieke
vriendjes aan voordeeltjes heb
ben geholpen.
En, zoals het in een goeie thril
ler hoort, is er ook een lijk. Dat
van Clintons oudste vriend en
juridisch adviseur Vince Foster,
die in de zomer van 1993 met
een kogel in zijn hoofd in een
park in Washington werd ge-
vorlden. Zelfmoord was de con
clusie van het officiële onder
zoek. Moord, beweren de sa
menzweringsfreaks. En de Re
publikeinen zagen er genoeg
aanleiding in om het vuurtje
aan te wakkeren.
Een onafhankelijke officier van
justitie, Kenneth Starr, is al een
jaar bezig met een minutieus
onderzoek naar alle hele en hal
ve feiten uit de Whitewater-af
faire. Dat zal nog maanden, en
mogelijk jaren gaan duren.
Maar daar kunnen de Republi
keinen niet op wachten. De
campagne voor de presidents
verkiezingen van 1996 staat
voor de deur en alles wat Clin
ton in diskrediet kan brengen, is
meegenomen.
De hoorzittingen hebben daar
door iets potsierlijks gekregen.
Terwijl zeer belangrijke wetge
ving over miljardenbezuinigin
gen op de bijstand en hervor
ming van het ziektekostenstel
sel op de agenda staan, zijn de
Republikeinen volledig geobse
deerd door Whitewater. Zij slin
geren de ene na de andere on
bewezen beschuldiging de lucht
in, hopend dat de kiezers zullen
denken dat waar rook is ook
vuur is. Maar die kiezer zal de
hele zaak worst wezen. Uit en
quêtes blijkt dat de Amerikanen
totaal niet geïnteresseerd zijn in
Whitewater.
Whitewater is de naam van een
stuk grond in de staat Arkansas,
waarin de Clintons in de jaren
tachtig toen Bill nog gouver
neur en Hillary advocate was
wat geld staken. Zij deden dat
via een vriendje, James Mc-
Dougal, die eigenaar was van
een bank van lening. Het pro
ject liep op een falikante mis
lukking uit. Maar McDougal
nam het grootste deel van het
verlies van Whitewater voor zijn
rekening.
De Clintons zouden toch meer
van het verlies voor de belasting
hebben afgetrokken. Bovendien
financierde McDougal het pro
ject met geld van zijn inmiddels
failliet verklaarde spaarbank,
waardoor de staat die de schul
den van die bank overnam er in
feite voor opdraaide. De Clin
tons hebben altijd beweerd
hiervan nooit iets geweten te
hebben. De te weinig betaalde
belasting hebben zij inmiddels
gestort.
Volgens de Republikeinen zijn
de laatste tijd steeds meer be
wijzen op tafel gekomen dat er
meer aan de hand is. Dat de
Clintons bewust aan financiële
fraude hebben meegedaan.
Clinton zou zijn gouverneurs
ambt bovendien misbruikt heb
ben om McDougall gunsten te
verlenen. Het Witte Huis wordt
er zelfs ronduit van beschuldigd
ook nu nog te proberen de wer
kelijke toedracht van het ge
beurde toe te dekken.
Daarbij komt het geblunder in
de affaire Vincent Foster. Die
werkte ooit in hetzelfde advoca
tenkantoor in Arkansas als Hil
lary, hetzelfde kantoor dat de
Whitewater-belangen van de
Clintons beheerde. Na Fosters
dood gingen al gauw geruchten
dat Foster teveel wist van Whi
tewater, en of de spanning niet
meer aankon en zelfmoord
pleegde, of werd vermoord uit
vrees dat hij zou gaan praten.
Het Witte Huis kwam pas echt
in problemen toen bleek dat
medewerkers van Clinton enke
le uren na Fosters dood diens
kantoor leeghaalden en met
volgens de Republikeinen voor
Clinton belastende docu
menten aan de haal gingen. On
der die medewerkers waren de
topjurist van het V/itte Huis en
de kabinetschef van Hillary
Clinton.
Feit is dat zij het onderzoek
naar de dood van Vincent Fos
ter hebben gehinderd en dat
kan hen nog duur te staan ko
men. Eerder al heeft de hele af
faire enkele topambtenaren de
kop gekost, omdat zij in strijd
met de wet informatie over het
justitiële Whitewater-onderzoek
aan het Witte Huis doorspeel
den. Maar ook dat justitiële on
derzoek heeft nooit enig con
creet bewijs tegen de Clintons
opgeleverd.
De Democratische afgevaardig
de Barney Frank vroeg deze
week dan ook 'hoe het kan dat
als al deze beschuldigingen
waar zijn, de FBI noch justitie
noch eerdere onderzoekers ooit
enig bewijs hebben kunnen vin
den'. Zijn collega Henry Gonza
les zei dat 'beschuldigers alleen
maar hoeven te beschuldigen,
terwijl de beschuldigden kenne
lijk hun onschuld moeten be
wijzen'.
Drie eerdere langdurige hoorzit
tingen hebben nog niets opge
leverd. Maar de Republikeinse
oppositie geeft niet op, indach
tig de wijze waarop de Demo
craten in de Watergate-affaire
van de jaren zeventig en de
Iran-Contrazaak van de jaren
tachtig de Republikeinse presi
denten Nixon en Reagan op de
pijnbank hebben gelegd.
WASHINGTON foHANS DE BRUUN
CORRESPONDENT