'Terug naar 10 miljoen inwoners' T Aanhoudende groei En 996 ZATERDAG 29 JULI 1995 Onze Taal Stichting in actie tegen overbevolking Nederland raakt overvol.... FOTO ARCHIEF De Nederlandse bevolking leeft dicht op elkaar: 450 mensen per vierkante kilometer. Daar moet wat aan gedaan worden, vindt een groepering die zich heeft georganiseerd in de stichting De club van tien miljoen Die naam maakt het streven meteen duidelijk: Nederland moet terug naar tien miljoen inwoners. M M M e zien toch,allang met z'n al- lW yW len dat het niet goed gaat. We leggen composthoopjes aan en houden ons oud papier apart. Heel idealis tisch allemaal. Maar wanneer praten we een keer met elkaar over onze gezamenlijke verantwoor delijkheid ten aanzien van het krijgen van kinde ren?", vraagt jde voorzitter van 'De club van tien miljoen', geschiedenisleraar drs. P. Gerbrands, zich al jaren af. „Ik erger me enorm aan de manier waarop we met de ruimte en de natuur omgaan. Hier weer een rijtje huizen, daar nog maar een viaduct er bij. Als je vanuit Den Helder met de trein naar Hoek van Holland reist, zie je nauwelijks meer koeien. Onze natuur is verworden tot wat parken en een aantal vluchtstroken." In haar korte bestaan is het zijn stichting al duidelijk geworden dat zij zich op uiterst gevoelig terrein waagt. Niet alleen omdat het krijgen van kinderen een onaantastbaar recht is, maar ook omdat een dergelijke club de kans loopt van ra cisme te worden beticht voordat ook maar één woord is gesproken. Want hoe gemakkelijk kan haar wens om de bevolkingsgroei tot staan te brengen, niet omslaan in een doel waarbij de buitenlanders hetmoeten ontgelden? „Als daarvan ook maar enigszins sprake is, ben ik meteen vertrokken", reageert de voorzitter van de adviesraad van de stichting, mr. R. van der Veen, oud-vice-president van het gerechtshof in Den Haag. In de afgelopen maanden is het één keer voorgekomen dat achter de rappe tong van een clublid minder edele bedoelingen scholen. „Sinds die fout ligt bij iedere nieuwkomer bin nen vijf minuten de vraag op tafel wat zijn oog merk is. Wie racistische motieven heeft kan dan gelijk vertrekken", zegt Gerbrands. En voor een goed begrip: het pleidooi van de stichting om ontwikkelingsgeld bij voorkeur te steken in lan den die een actief beleid rond geboortebeperking voeren, heeft niets met iemands huidskleur van doen. Streven Het probleem ligt er. Gerbrands: „Een club als Greenpeace is prachtig. Maar je komt er niet als je actie voert om de walvis voor uitsterven te be hoeden zonder tegelijkertijd de mens terug te dringen. Maar wat doen wij in Nederland? We bouwen er weer' Honderdduizenden woningen bij." Daarom zullen we aan 'bevolkingsmanage- ment' moeten doen, vindt de Club. Minstens de helft van het Nederlandse grondgebied moet worden teruggegeven aan de vrije natuur, meent Gerbrands. Tegelijk moet de 'economie van de onbeperkte groei' worden doorbroken. Maar daarmee zijn we er niet. Volgens de stich ting zal de kwaliteit van het menselijk leven pas echt weer toenemen als op vrijwillige basis aan geboortebeperking wordt gedaan. Het adagium 'Gaat heen en vermenigvuldigt u' mag van 'De club van tien miljoen' worden aangevuld met het gebruik van de kennis op grond waarvan voort planting en gemeenschap twee verschillende er varingen zijn .geworden. En tenslotte moet, om nieuwe immigratiestromen te beheersen, de ont wikkelingshulp beter en gerichter worden inge zet, vindt de Club. „De bedragen die in Neder land voor de opvang en verzorging van vluchte lingen worden besteed, zijn in de eigen regio vaak het veelvuldige waard. De Club zoekt het vooral in bewustwording en vrijwilligheid. De instelling van Chinese staats commissies die de kinderstand per ouderpaar bijhouden, komt in Gerbrands' scenario niet voor. Wel mag van de Club de kinderbijslag zoda nig worden aangepast dat de regeling voor toe komstige moeders na het tweede kind wordt af geschaft. „Maar we willen in de eerste plaats een Idimaat scheppen waarin mensen verantwoorde keuzen maken", zegt Gerbrands. Zijn ideaal? Dat iedere scholier van gezinsplanning heeft ge hoord. Voorlopig heeft de stichting zich ten doel ge steld binnen twee jaar ongeveer alle politieke partijen te bewerken. „De kiezer moet er in het volgende verkiezingsprogramma iets van kunnen terugvinden", aldus Gerbrands, die het thema minstens zo belangrijk vindt als de kruisraketten destijds voor de vredesbeweging waren. Eerder alarm Het is niet voor het eerst dat de bevolkingsgroei mensen in beroering brengt. Onder de gelijktijdi ge constatering 'dat de algemene moraal in ons land niet heeft geleden onder het gebruik van kunstmatige middelen tot gezinslimitatie', werd in de jaren vijftig al gepleit voor een rationelere aanpak van de bevolkingsgroei. In 1965 kwam het Centraal Bureau voor de Sta tistiek (CBS) met de fameuze prognose dat Ne derland bij de komende eeuwwisseling 21 mil joen inwoners zou tellen. Vijf jaar later verscheen een rapport van de Club van Rome, waarin werd geconcludeerd dat de mensheid niet kan door groeien zonder in grote moeilijkheden te komen. In 1972 werd zelfs een staatscommissie voor be volkingsvraagstukken ingesteld die liefst 61 aan bevelingen voor een bevolkingsbeleid aan de re gering deed. Een ervan was de aanstelling van een coördinerend bewindsman. Een rondje langs de Haagse ministeries maakt al gauw duidelijk dat dat beleid er niet echt is ge komen. De woordvoerder van minister De Boer (volkshuisvesting): „Wij krijgen cijfers, bij voor beeld naar de woningbehoefte, van het CBS. Daar stemmen we het ruimtelijk beleid op af." Op het departement van minister Borst (volksgezond heid) wordt klip en klaar gesteld dat er geen coör dinerend ministerie is. ,,'t Is ook geen item", zegt de woordvoerder van Borst. Officieel is de minister van onderwijs en we tenschappen belast met de coördinatie van be volkingsvraagstukken in Nederland. Hij laat zich rapporteren door het Werkverband Periodieke Rapportage Bevolkingsvraagstukken dat onder leiding staat van het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI). Volgens de jong ste rapportage, van vorig jaar, luidt sinds 1983 het officiële standpunt van de Nederlandse regering dat moet worden gestreefd naar een bevolking met een constante omvang van iets beneden de 14 miljoen. Van een gericht en actief bevolkingsbeleid is echter geen sprake. Minister Pronk (ontwikke lingssamenwerking), die onlangs de Nederlandse vertaling van het Wereldbevolkingsrapport in ontvangst nam, kent de staatscommissie van weleer nog wel, maar spreekt tegen dat he rege ring een bepaald aantal inwoners zou nastreven. Geen criterium Of Nederland overbevolkt is? Vanuit wetenschap pelijk oogpunt bestaat er geen objectief criterium voor het begrip overbevolking, menen demogra fen van het NIDI. Het is kennelijk maar net hoe je er tegenaan kijkt. Twee jaar geleden leidden tele visiebeelden over asielzoekers die in de maïsvel den bivakkeerden tot een heropleving van de dis cussie over de vraag of Nederland vol is. Maar uit recent NIPO-onderzoek blijkt dat 57 procent van de inwoners Nederland vol vindt. Dat is nog steeds exact hetzelfde percentage als in 1966, een jaar nadat het CBS voorspelde dat Nederland zich moest gaan voorbereiden op 21 miljoen in woners in het jaar 2000. %>vendien, overbevolkt of niet, het dichtbe volkte Nederland heeft een hoog welvaartsniveau weten te bereiken, menen de eerdergenoemde demografen van het NIDI. „Een afnemende be volkingsgroei is vooral in milieu-opzicht positief te waarderen. Maar een ideale bevolkingsomvang zal vooral een kwestie van persoonlijke smaak blijven." Voor 'De club van tien miljoen' is de grens echter bereikt. Voorzitter Gerbrands: „Als je nu nog eens 25 jaar wacht krijg je hier Chinese toestanden." Nederland is al jaren een van de dichtstbevolkte landen ter we reld: vorig jaar woonden er op elke vierkante kilometer 450 mensen. Als ge volg van de lage sterfte en aanhoudende im migratie zal Nederland voorlopig nog in in wonertal blijven groeien. De laatste jaren is vooral het aantal vluchtelingen en asielzoe kers explosief gestegen. Tot 1980 kwam hun aantal jaarlijks vrijwel nooit boven de dui zend uit. De Nederlandse groeicijfers zijn binnen Europa aan de hoge kant, maar vallen in het niet als deze worden vergeleken met de ont wikkelingen op wereldniveau. Het heeft tot 1830 geduurd voordat er 1 miljard mensen op aarde waren. In 1930, na een eeuw, waren er 2 miljard en in 1960, dus na dertig jaar, al 3 miljard. Inmiddels telt de wereld ruim 5 mil jard mensen en groeit de wereldbevolking dag na dag met 250.000. Alleen al in Afrika, het armste continent, bedraagt de huidige bevolkingsaanwas een miljoen mensen per drie weken. Internationale rapporten tonen aan hoe noodzakelijk het is de groei van de wereldbe volking tot staan te brengen. In september vorig jaar is in Cairo een grote wereldbevol kingsconferentie gehouden. Het actiepro gramma, dat daar werd aangenomen, erkent dat stabilisatie van de wereldbevolking van doorslaggevende betekenis is voor de ontwik keling van de wereldgemeenschap. Op een groot aantal plaatsen wordt gewerkt aan voorlichting en aan de beschikbaarheid van voorbehoedmiddelen. Zonder daarbij overi gens het grondrecht van paren en individu en, om het aantal en de spreiding van hun kinderen te bepalen, aan te tasten. In sep tember zal het thema, met name over de po sitie van vrouwen, verder worden besproken op de Vierde Wereldvrouwenconferentie in Peking. Wat 'en' betekent, weet iedereen. Het betekent erg weinig. Bijna niks. 't Is eigenlijk verbazingwekkend dat we een woordje dat zo weinig te zeggen heeft, zo vaak gebruiken. In de ranglijst van meestgebruikte woorden staat het op de vierde plaats, na 'de', 'van' en 'een'. Ken nelijk is het toch een heel handig woordje, dat we om de haverklap even nodig hebben. Maar vraag je aan iemand wat het betekent, dan is het niet zo makkelijk te zeggen. In ieder geval kunnen we er duo's van ma ken: appels en peren, kaas en brood, pe per en zout, man en vrouw, 's zomers en 's winters. Steeds een tweetal van vergelijkba re zaken, want anders gaat het mis. We zou den vreemd opkijken bij kaas en 's winters, of bij peper en vrouw. Het gaat dus om een tweetal dat op de een of andere manier ver gelijkbaar is. De twee die door 'en' verbon den worden, moeten van dezelfde orde zijn. In deze voorbeelden kunnen ze dan ook omgedraaid worden: zout en peper, brood en kaas, 's winters en 's zomers. Het woord je 'en' zegt alleen maar dat ze bij elkaar ho; ren. Zo gebruiken we het ook bij personen: Kees en Jacolien, Jeanne en Arie, Jan en Reineke, Laurel en Hardy, Jip en Janneke. De namen van twee personen kunnen dus ook door 'en' verbonden worden: ze horen bij elkaar. Dèt ze bij elkaar horen, wordt wel door 'en' uitgedrukt, maar niet hoe ze bij el kaar horen. De relatie tussen Jan en Reineke is anders dan de relatie tussen Jip en Janne ke, en weer anders bij Laurel en Hardy. Hoe cfe relatie is, moet je zelf weten; daarover zegt 'en' niets. Alleen maar dcit ze op de een of andere manier bij elkaar horen. Gelukkig maar, want anders konden we 'en' niet ge bruiken voor 'peper en zout'. Ook bij personen zijn de twee verwissel baar: Kees en Jacolien zijn hetzelfde stel als Jacolien en Kees. Of toch niet? Er is een klein verschil. In de familie van Kees zal men meestal spreken van Kees en Jacolien, maar in haar familie heten ze Jacolien en Kees. De volgorde is dus niet willekeurig. Wat bij peper en zout niet uitmaakt (peper en zout, of zout en peper), maakt bij perso nen wel een subtiel verschil. Het woordje 'en' verbindt twee vergelijkbare zaken of personen, maar de volgorde is niet wille keurig. Dat komt nog duidelijker uit in zinnen als de volgende: 'Een telefoontje en u krijgt de krant voortaan elke dag thuis bezorgd'. 'Een verkeerde stap en je valt in het ravijn'. 'Nog één woord en ik stuur je de klas uit'. Hier lijkt het wel alsof het geen vergelijkbare za ken zijn maar oorzaak en gevolg. Als er dit gebeurt, dan gebeurt er daardoor iets an ders. Als u even belt, dan krijgt u voortaan de krant thuis. Nu zijn oorzaak en gevolg met een beetje goeie wil ook nog wel als 'vergelijkbare zaken' te bestempelen, maar hun volgorde is niet meer willekeurig. We kunnen ze niet omdraaien en zeggen: 'U krijgt de krant voortaan thuis bezorgd en één telefoontje.' Of: 'Je valt in het ravijn en één verkeerde stap.' Logisch? In ieder geval moet u eerst bellen en dan pas komt de krant. Eerst die ver keerde stap en dan pas het ravijn in. Maar het woordje 'en' drukt dat niet uit. Het is namelijk niet zo dat 'en' oorzaak en gevolg aangeeft. Als ik zeg: 'Jan is aan het zwem men en Frits kijkt TV', dan is Frits z'n TV- kijken niet het gevolg van Jan z'n zwem men. Dat het bij 'Een verkeerde stap' en 'Een telefoontje' wèl om oorzaak en gevolg gaat, dat denken we er maar bij. En we kun nen het erbij denken dankzij de volgorde. Draaien we het om, 'Je valt in het ravijn en één verkeerde stap', dan zal niemand aan oorzaak en gevolg denken. We denken ken nelijk van links naar rechts. Eerst dit en dan dat. De volgorde doet ertoe. Kees en Ja colien is niet hetzelfde als Jacolien en Kees. Daarom vinden we het onbeleefd als ie mand spreekt over 'Ik en mijn broer'. Al aan kinderen leren we dat je moet zeggen: 'Mijn broer en ik'. Toch blijven zinnen als die met 'Een tele foontje' raadselachtig. Hoe komt het dat iedereen ze meteen zo opvat dat dankzij het telefoontje de krant gaat komen? Drie ta bletten en u voelt zich een ander mens. Een vriendelijk gezicht en ze doen alles voor je. Twee dagen en het is over. Maar zoiets den ken we niet bij 'Twee koffie en een appel- punt'. Waarom in het ene geval wel en in het andere niet? Het is maar goed dat we zo vlot van begrip zijn, want aan de taal heb je soms weinig houvast.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1995 | | pagina 31