Over kleurtjes, liefde en ruig volk op motoren 'Pastoor hoeft geen idealist te zijn' Kerk Samenleving Humanisten noemen zelfdoding toelaatbaar Leiden Regio JJ DONDERDAG 27 JULI 1995 972 REDACTIE DICK VAN DER PLAS, 071 -35i BUITENLAND KORT Dannecls Kardinaal Danneels, aartsbis schop van Mechelen-Brussel, heeft zijn voorgenomen reis naar China afgezegd omdat één van zijn delegatieleden geen visum kreeg. Dat meld de het orgaan Asia News van het pauselijke instituut voor buitenlandse missie in Mi laan gisteren. Danneels zou woensdag naar China zijn vertrokken. Eén van de dele gatieleden was pater Jeróme Heyndrickx, directeur van de Verbiest Stichting, die zich bezighoudt met de contacten met de RK-Kerk in China. Hem werd echter een visum geweigerd. Daarop besloot Danneels zijn bezoek uit te stellen 'tot het moment waarop hem een betere mo gelijkheid wordt geboden'. Verdeeldheid Duitslands eerste vrouwelijke rabbijn sinds de Tweede We reldoorlog, de Zwitserse Bea Wyler, begint op 1 augustus haar werk in de gemeenten Oldenburg en Braunschweig. Niet iedereen is echter inge nomen met haar komst. Zelf noemt de 44-jarige Wyler haar benoeming een 'uit tocht uit de verstarring'. De orthodoxe rabbijn Benjamin David Soussan spreekt echter van een 'aanval op onze 2000 jaar oude wetten'. Volgens hem moet Wylers komst in Oldenburg en Braunschweig, waar liberale en orthodoxe joden samenwerken, wel tot een scheuring leiden. ,,Geen orthodoxe jood kan aan een door een vrouw geleide dienst deelnemen", zei hij. Benoeming De twee joodse gemeenten, met elk ongeveer honderd le den, noemen zichzelf 'niet- orthodox'. „Wij zijn auto noom en hebben voor een vrouwelijke rabbijn geko zen", aldus voorzitster Sara- Ruth Schumann van de 01- denburgse gemeente. De Unie van Joodse Gemeenten in Nedersaksen, die finan cieel aan Wylers salaris bij draagt, heeft met de benoe ming ingestemd. De Duitse rabbijnenconferentie zal dit najaar een standpunt inne men. DE ROEPING Mystiek en het geheim van het leven zijn zaken waar mee pastoor F.J. Vervooren zich veel bezighoudt. De ongeschoeide karmeliet werd in 1956 in Den Haag ge boren en ging na een vier jaar durend noviciaat bij de Jezuïten in Brussel aan de theologische hogeschool in Amsterdam studeren. Na zijn afstuderen in 1986 trad Vervooren toe tot het Klooster der ongeschoeide kar melieten in Hazerswoude. Tegelijkertijd bleef hij werk zaam als wetenschappelijk assistent aan de KTU in Am sterdam om zijn proefschrift voor te bereiden. Dit werk zette hij tot twee jaar na zijn priesterwijding in 1991 voort. Per 1 januari 1993 werd Vervooren assistent in de pa rochie van Oegstgeest en een half jaar later besloot hij er te blijven, als pastoor. Zijn proefschrift hoopt Ver vooren in de loop van het volgend jaar af te ronden. „De ongeschoeide karmelieten waren een groep hervormers, die zich in de zestiende eeuw onder leiding van de non Teresa van Avila hebben afgescheiden van de karmelieten. In die term 'ongeschoeid' ligt overigens niet zo'n overduidelijke betekenis besloten. Het voert terug op Mozes die zijn schoenen uittrok bij het brandende braambos omdat de grond waarop hij stond heilig was. Maar het is meer om het onderscheid met de 'gewone' karmelieten te ma ken, dat wij ons ongeschoeid noemen. Teresa van Avila (1515 - 1585) en Juan de la Cruz (Jo hannes van het Kruis, 1542 - 1591), de geestelijke moeder en vader van de ongeschoeiden, waren humanistisch en con templatief. Het levensgeheim, het diepste wat in de mens zit, noemt Juan de la Cruz 'ik"weet niet wat'. Dat betekent dat er geen woorden of beelden zijn die dat, de werkelijkheid van God, kunnen vastleggen. Maar een glans ervan kun je wel opvangen via de woorden en beelden van de mysticus en de kunstenaar. Deze openen een perspectief dat onze dage lijkse werkelijkheid van zin ver vult. Dit is de kern van de mys tiek van Juan de la Cruz. Daar naast heeft de ongeschoeide karmeliet een radicaal vertrou wen in de mens zelf. Je moet immers zelf in staat zijn om het geheim te zoeken en te vinden en om je leven ermee gestalte te geven. Mij spreekt vooral aan dat niets vastligt. De orde van de ongeschoeide karmelie ten schrijft geen rigoureuze ascese voor. Te resa was een levensgenietster met een enorm gevoel voor humor. Ook dansen, eten en drinken was normaal. Voor mij is genieten van het leven de combinatie van mijn wetenschappelijke belangstelling en het pastoraat, twee extremen. "Als ik alleen het pastoraat zou doen zou ik te weinig in spiratie en culturele bagage hebben. En dat Pasto< is een must voor een pastoor, die moet im mers bijblijven. Zonder het pastoraat zou ik me echter ook niet compleet voelen. Zo vind ik ster vensbegeleiding heel mooi om te doen. Je maakt de voltooiing van een leven mee. Een stervende heeft zijn eigen geheim en in die laatste momenten kan hij helemaal open- bloeien. Dan voel ik: dit is de grond van ons bestaan. Dat kan mij zielsgelukkig maken. Als pastoor hoef je geen idealist te zijn. Mijn drijfveer om het te worden was het zoeken naar 'ik weet niet wat'. En ik was nieuwsgierig naar mensen die ook binnen die christelijke traditie zoeken, die meer willen weten en zien. Met die mensen wil ik iets delen. Voor die zoektocht moet je bij jezelf beginnen, vanuit je eigen, in nerlijke leidslicht. In een wereld waar je nauwelijks nog plekken kunt vinden waar het stil is, vind je stilte in jezelf. Daar kun je kracht aan ontlenen. Ik wil mensen brengen bij hun eigen bron van stilte, het geheim dat iedereen met zich mee draagt. Het is zeer kostbaar maar ook kwetsbaar om dit met iemand te delen. Ik praat niet graag over God, want ik gooi niet graag met dat woord. Van Yehuda Asjkenazi, de joodse docent aan de katho lieke hogeschool in Amsterdam, leerde ik dat joden nooit het woord God uitspreken. Uit res pect voor Hem praten ze over de Naam. Het liefst doe ik het zelfde, ik ben gevoelig voor het jodendom. Joden zijn onze oud ste broeders, bovendien was Je zus een jood. Ik houd erg veel van spirituele literatuur en geef hier in de pa rochie leesgroepen. Veel paro chianen hebben er interesse in, ze willen graag over spirituali teit praten. Nu komt dat ook door de sociale opbouw van de parochie: veel Oegstgeestenaren hebben gestudeerd aan de uni versiteit en hebben vanouds al een culturele en literaire be langstelling. Dat merk je ook aan het feit dat de vrijwilligers veel mondi ger zijn, iets wat de samenwerking er niet altijd makkelijker op maakt. Die vrijwilligers zijn allemaal koninkjes en als pastoor moet ik tussen hun koninkrijkjes door zien te la veren. Eigenlijk ben ik een manager die zijn organisatie, de parochie, zo goed mogelijk draaiende moet zien te houden. Helaas zijn conflicten haast onvermijdelijk en zijn er zelfs mensen die mij het liefst zien vertrek ken. Gelukkig zijn dat er maar een paar. Oegstgeest is een heel warme parochie waar ik nog lang hoop te blijven." CARINE DAMEN BEROEPINGSWERK NEDERLANDSE HERVORMDE KERK Bedankt: voor Ederveen: A. van Vuuren te Zoetermeer. GEREFORMEERDE KERKEN Aangenomen: naar Enschede (part time) en naar Hengelo (0) (part-ti me): E.J. Veldman te Rotterdam- Zuid (Katendrecht) (voor de missio naire dienst in de oude stadswij- GEREF. KERKEN VRIJGEMAAKT Aangenomen: naar Enschede- Noord t.b.v. G.G.R.I. (docent STM- /SAP, Irian Jaya): C. van de Beek, kandidaat te Oegstgeest. GEREFORMEERDE GEMEENTEN Beroepen: te Katwijk aan Zee: J. Karens te Opheusden. UTRECHT» ANP Voorkomen van zelfdoding is voor het Humanistisch Verbond niet langer het uitgangspunt bij een verzoek om hulp bij suïcide. Dit blijkt uit het standpunt van het hoofdbestuur van het Hu manistisch Verbond over hulp bij zelfdoding. Hulpverleners dienen een vraag om hulp bij zelfdoding se rieus te nemen, 'zonder zich daarbij bij voorbaat vast te leg gen op een bepaald antwoord'. In oktober 1983 zei het HV- hoofdbestuur in een reactie op plannen voor de oprichting van een apart instituut voor hulp bij zelfdoding dat 'het uitgangs punt blijft dat suïcide moet worden voo r komen Verder pleit het HV ervoor dat hulp bij zelfdoding niet langer strafbaar zou moeten zijn, als de hulpverlener aan nauwkeu rig geformuleerde zorgvuldig heidseisen heeft voldaan. Op dit moment staan artsen en psychi aters bloot aan vervolging op grond van artikel 294 van het Wetboek van Strafrecht. Het recht op zelfbeschikking, een van de meest fundamentele waarden van het humanisme, dient richtinggevend te zijn bij het omgaan met de vraag om hulp bij zelfdoding. Daarbij gaat het Humanistische Verbond er van uit dat het leven voor ie mand waarde heeft tenzij het tegendeel duurzaam en ondub belzinnig is gebleken. LEIDSCH DAGBLAD (Opgericht 1 maart 1860) Rooseveltstraat 82 071 -356 356 Postadres: Postbus 54, 2300 AB Leiden ABONNEESERVICE Abonnementen 071-128030 Geen krant ontvangen? Bel voor nabezorging: Ma.t/m/vr 18.00-19.30 uur en Zaterdag 10.00-12.00 uur 071-128030 DIRECTIE B. M. Essenberg, G. P. Arnold (adjunct), J. Kiel (adjunct) HOOFDREDACTIE J;G. Majoor, F. Nypels, H. G. van der Post (adjunct) PUBLIC RELATIONS W. H. C. M. Steverink 071-356356 OMBUDSMAN R.DPaauw 071-356215 Tel. dag. 9.30 -11.30 uur of per post. REDACTIE GJ. Visser, chef redactie nieuwsdienst/kunst H.W van Egmond, chef red. Groot Leiden A.J.B.M. Brandenburg, chef eindredactie regio F. Blok, chef eindredactie algemeen W.F. Wegman, chef red Duin- en Bollenstreek W. Spierdijk, chef sportredactie J. Preenen, chef binnen-, buitenland, eco Redactie: 071- Hoofdredactie: 071- i ADVERTENTIES Maandag t/m vrijdag van 8.30 tot 17 u ABONNEMENTEN bijvooruitbetaling: per maand (acceptgiro) per maand (autom. betaling) per kwartaal (acceptgiro) per kwartaal (autom. betaling) per jaar (acceptgiro) per jaar (autom betaling) VERZENDING PER POST per kwartaal (NL) ƒ13 LEIDSCH DAGBLAD OP CASSETTEBANI Voor mensen die moeilijk lezen, slechte c hebben of blind zijn (of een andere leesl dicap hebben), is een samenvatting van regionale nieuws uit het Leidsch Dagblai geluidscassette beschikbaar. Voor inforrr 08860-82345 (Centrum voor Gesproken tuur, Grave). N H U I ZIEKE ONGEVALLENDIENST Academisch Ziekenhuis vanaf zaterdag 13.00 t/m dinsdag 13.00 en va woensdag 13.00 t/m vrijdag 13 00, woensdag 13.00 uur (Diaconessenh en dagelijks St.Elisabeth Ziekenhuis. BEZOEKUREN DIACONESSENHUIS (tel. 071-178178): dagelijks 14.30-15.15 uur en 19.00-19.45 uur. Kraam- en zwangerenafdeling: buiten de gewone bezoektijden, voor p; ners bovendien van 10.30 -11.15 uur en van 19.45 - 21.00 uur Special Care Unit: 10.30-11 00 uur, 15.00 - 15.30 uur en 19.00-19.30 uur na overleg met de dienstdoende'verpleegkundige. Kinderafdeling: 10.30-19.00 uur, na overleg met de dienstdoende pleegkundige. Jongerenafdeling: 14.30-15.15 uur en 19.00-19.45 uur. RIJNLAND ZIEKENHUIS vestiging St. Elisabeth (tel. 071-454545): dagelijks 14.00-15.00 uur en 18.30-19.30 uur, klasse I II daarnaast ook 11.15-12.00 uur. Kraamafdeling: 14.30-15.30 uur en 18.30-19.30 uur (voor vaders tot 21 uur). Kinderafdeling: 14.30-19.00 uur (voor ouders de gehele dag). Afdeling hartbewaking (CCU)en intensive care (IC): 14.00-14.30 uur 18.30-19.00 uur. Spoedeisende hulp: dag en nacht geopend RIJNLAND ZIEKENHUIS vestiging Rijnoord (tel. 01720-63131): dagelijks 14.00-15.00 uur en 18.30-19.30 uur, klas: en II daarnaast ook 11.15-12.00 uur. Geen spoedeisende hulp meer mogelijk ACADEMISCH ZIEKENHUIS .(tel. 071-269111): alle patiënten (behalve kinderen) 14.15-15.00 uur 18.30-19.30 uur. Avondbezoekuur afdeling Verloskunde 18.15-19.00 uur, 19.00-20.00 uur( leen Partners/echtgenoten met kinderen. Voor zwangeren: zaterdag en zondag van 10.00 tot 11.00 uur, uitsluite voor partners/echtgenoten en eigen kinderen. Kinderafdelingen: voor ouders van opgenomen kinderen is er een ruime I zoek mogelijkheid in overleg met de hoofdverpleegkundige. Voor andere bezoekers gelden de volgende tijden: keel-, neus- en oorhc kunde en neurologie: 14.15-15.00 uur en 18.30-19.30 uur; oogheelkunde heelkunde 14.15-15.00,uur en 18.30-19.00. uur Kinderkliniek: zalen voor peuters, kleuters en grote kinderen: 15.15—17 uur; babyzaal en boxenafdeling: volgens afspraak. CHEF HENNY VAN EGMOND, 071 -356414, PLV.-CHEF HANS KOENEKOOP, 071 -356 Ontmoeting in de Leidse Hortus Botanicus l igenlijk zijn ze schaamteloos, de planten en bloemen van de Hortus. Ze doen werke- lijk.alles om de aandacht te trekken. In de kassen hangen creaturen die je voor geen goud zou aanraken, zo vreemd zien ze er uit. Zo lijken de roze kreu kelige lappen met lichtgroene zakjes eerder onweerstaanbaar voor buitenaardse wezens dan voor insecten. Iets verderop hangt een expositiebord detail foto's van de 'Amorpho phallus' (what's in a name). Een stink- plant verspreidt een weeïge lucht om vliegen aan te trekken. In de broeierige hitte vallen druppels water van het dak. Te gen het dak groeien planten als met kronkelige en harige schep sels die elk moment in je nek kunnen springen. Een span nend doolhof voor de stadse ontdekkingsreiziger. En een groot contrast met de lieflijke begroeiing buiten in de tuin. Daar kuiert een poes door de ochtendzon. Hij ontmoet de da mes van het tekenclubje dat met veel 'oh's' en 'beeldig' crea tieve inspiratie zoekt. Je ziet het beest denken: 'friend or foe?', want met de hoveniers heeft hij ongetwijfeld slechte ervaringen. Hij schiet weg als een mede werkster van de Hortus met een soort douchekop voorbij komt. De enige man van het teken- clubje verkent in marstempo de tuin. „Ik zoek iets kleurigs", zegt hij gejaagd, „maar ik kan zo moeilijk iets vinden." Het barst van de kleur in de Hortus: bleekgroene cactussen, uitgekiende borders met alle tinten paars, wulpse steenrode klokjes. En alles drie keer zo mooi en gezond als in je eigen tuin. De vrouwen vallen voor de vijver bij de ingang, vanwege de waterlelies en het zonlicht dat in het water reflecteert. „Hier is het mooi", klinkt ergens uit de diepte langs het water. Een keu rige dame met een strooien hoedje duikt op uit de planten- weelde en speurt als een Li vingston de omgeving af. Soms is het een bankje in een park, een oud bushokje of een heuse hangplek: plaatsen waar mensen samenkomen om wat te keuvelen. De komende weken schuiven Leidsch Dagblad verslaggevers aan en leggen hun oor te luisteren op deze ontmoetingsplaatsen. Vandaag deel twee in deze serie: de Leidse Hortus Botanicus. Om een uur of tien slenteren de eerste bezoekers binnen. Dan worden de meeuwen ook wak ker, die irritante 'vliegende rat ten' die de hele dag schreeu wend boven het park blijven hangen. Vreemd genoeg miau wen ze ook, als ze moe van het gekrijs uitrusten in de boom toppen. Veel mensen lopen naar de bankjes bij het water, met het uitzicht op de Witte Singel. Ruig volk op motoren ra cet daar scheefhangend door de bochten. Op het water is het één grote parade van roei bootjes, kano's, waterfietsen en motorbootjes. Een aantal men sen ziet niets van dat uitzicht, want ze zijn verdiept in hun ei gen wereld. Ze lezen. Er wordt veel gelezen in de Hortus. Gert- Jan, student, leest 'In de ban van de Nijl', toepasselijk zo langs het drukke water. Floortje, ook student, leest 'Paula' van Isabel Allende, maar ze vindt er niet veel aan. Henrike studeert. Ze ligt strategisch: het hoofd koel in de schaduw van een plant en haar witte benen in de zon. „Jk moet nog 580 pagi na's", vertelt ze opgewekt. Ze is bij de 'Zesde kus': „Laat ons le ven en beminnen, geef mij dui zend, dan weer honderd kus sen". Leuke studie, Grieks-La tijn, 615 pagina's poëtische ge dichten over de liefde. Iets ver derop liggen twee mensen die geen bijscholing nodig hebben op dit gebied. Het is nauwelijks te zien van wie welke ledema ten zijn, zo ineengestrengeld bedrijven ze de kunst van het zoenen. Zij hebben geen oog voor het meisje met lange blon de krullen, dat de heuvel op- en afrent. Onvermoeibaar, gierend van de pret, holt ze een appel achterna die haar moeder naar beneden laat rollen. Waarom komen mensen in de Hortus? „Het is zo mooi", zegt de kun stenares op het witte laken in de zon. „Hier is het rustig", zegt de ou dere vrouw. „Omdat ik mijn kamer uitsmelt met deze hitte", zegt de stu dent. „Die eeuwenoude bomen", ver zucht de dromer langs de wa terkant. „Omdat er geen hondepoep ligt", zegt de moeder van de spelende kinderen. Het is een sympathiek park, honden zijn verboden en on danks de kostbare planten staan nergens bordjes 'verboden toe gang'. Vroeger moest je als stu dent weken tevoren permissie vragen om op het gras te lun chen, maar nu mag iedereen zich overal neervleien. Wat is het mooi in het park en warm, zo rond een uur of twee. Drie studenten liggen op de De Leidse Hortus: een spannend doolhof voor de stadse ontdekkingsreiziger. heuvel in de schaduw, twee •meisjes met stapels studieboe ken en een jongen die lui ro kend op zijn rug ligt. „Ik begrijp hier niets van", merkt het meis je op dat met haar boeken tegen een boom zit. Ze leest een on begrijpelijke zin voor over soci ale wetgeving. „Dat is vast door één of andere corporale lui ge schreven", snerpt de stem van de jongen over het gras. Zoals corpsstu denten 'lui' kunnen zeggen, zo beschaafd, alsof ze net een bonbonnetje van ma's zilveren theeservies in hun mond steken. De meisjes stude ren door, althans dat proberen ze, want de jongen kletst er voortdurend doorheen. Hij geeft studietips. Het gesprek ontspoort van hoe je met slim manoeuvreren je 'P' kunt halen naar het corpsleven. Kwik, Kwek en Kwak nemen hun medestudenten even door. „Hé, wat voor cabrio heeft Van Beuningen nou?" „Waanzinnige auto is dat!" De meisjes laten de boeken en pennen voor wat ze zijn. De jongen vertelt sterke verhalen over vechtpartijen op het corps. „Krijg ik zomaar een mep van iemand." Hij vertelt plastisch hoe hij onderuit ging en hoe het bloed rijkelijk over de trap vloei de. Een meeuw zit op de koepel van de Sterrewacht, rondkij FOTO LOEK ZUYDERDUIN kend als een commandant op een schutskoepel. „Die vent kreeg een kopstoot", begint de jongen een nieuw verslag over één van zijn vechtende maatjes. „Is hij zo'n agressief type?" in formeert één van de meisjes. „Die kerel viel een meisje lastig, hartstikke dronken." Het lijkt een afdoende verklaring om ie mand tegen de grond te slaan. De jongen komt nu goed op dreef en draagt voor uit eigen werk. „Ik wilde alleen maar ee beetje zooien, maar die vent sloeg me op mijn smoel, toen moest ik wel terugslaan, hè." I meisjes zwijgen. „Nou ja, dat werd even vechten, maar daar na was het weer goed." 'Een béétje agressief, is het ironiscl commentaar van de dames. Bi leefd vraagt hij om een vuurtje Keurige opvoeding, dat wel. De namiddagwarmte komt op, de bankjes in de koele schadui van een reusachtige boom ra ken drukbezet. Twee pubers van een jaar of twaalf komen joelend de trap afrennen, drijf nat van de sproeiers die overal staan. Als de moeders gaan zit ten, komen de jongens er bij, maar dat is niet de bedoeling. „Ga lekker in de zon zitten, dai kan je T-shirt drogen." Verveel slenteren ze weg. De moeders hervatten het gesprek. De oud ste vrouw barst uit in een litani van klein dagelijks leed. ,,Nee,i heb ze afgebeld, ik was het zo zat. En die hoofdpijn, hè en moe!" Uit de verte roept zoon-j lief om zijn pet. Zijn verzoek wordt routineus genegeerd. De jongens hangen wat rond, zoe kend of er nog iets te klieren valt. „Je moet wat meer onder nemen, zeg ze tegen me, nou, alsof ze dat zelf doet, ik zeg..." De wouwen zwijgen als de zoons weer terugkomen. „Ga nou effe in het gras liggen", ze| moeder ongeduldig. Luidruch tig groeten de jongens een vriendje dat voorbij vaart in eei motorboot. Op de heuvel maakt de studeni een handstand tegen een boon misschien maakt dat meer in druk dan gewelddadige verha len. Een baby kruipt door het gras, verbaasd kijkend naar elk spriet. Hij probeert te staan, beentjes omhoog, maar de arm pjes komen niet van het gras. Hij ploft op zijn buik. Hij weet niet van opgeven en tien, twin tig keer heft hij zijn gepamper- de billetjes de lucht in. Tot de portier om kwart voor vijf de bi luidt en zijn moeder hem op pakt. Het is weer voorbij, een gewoon dagje in het park.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1995 | | pagina 10