'PvdA kan niet functioneren zonder banden met de FNV' Feiten &Meningen Hoogste tijd voor debat over blauwhelmen Turkse grondwetswijziging vooral kosmetisch Karremans minder dom dan zijn bazer WOENSDAG 26 JUL11995 De jongens en meisjes van het Nederlandse leger uit de voormalige moslimenclave Sre brenica zijn weer thuis. Tijd om de politie ke, militaire en emotionele balans maar eens op te maken. Tijd ook om de weinig kritische verslaggeving over onze verrich tingen ter plaatse en over de inzet van onze politici terzijde te schuiven. We zullen er tenslotte iets van moeten leren en dat kan niet vanuit een idolate houding. Daarin wordt alle kritiek geweerd, zoniet gezien als het voor de voeten lopen van verantwoor delijke politici en onze manschappen ter plekke. Het wordt ook tijd voor een open discus sie over onze aanwezigheid daar in het voormalige Joegoslavië. In die discussie zul len de ongefilterde en niet door politieke oogmerken gekleurde waarnemingen van onze manschappen ter plaatse een belang rijk rol moeten spelen. Het is van een groot gewicht om hun a- politieke praktische verhaal te horen. Het is van belang om van hen uit de eerste hand te horen wat zij daar hebben beleefd. Dat is in de eerste plaats een taak voor de vrije pers. De politiek is alweer druk doende om deze informatiebron af te schermen. Over ste Karremans, de commandant van Dutch- bat, heeft zijn eerste terechtwijzing al weer te pakken. Zijn verhaal dat het niet realistisch is om te spreken van good-guys en bad-guys en dat de Bosnisch-Servische generaal Mladic een goed militair is, wordt onmiddellijk door politiek Den Haag gecorrigeerd. De Serviërs zijn de slechterikken en dat moet vooral ook zo blijven. Het geniepige verzet van de Bosnische moslims, ook van het re geringsleger, tegen ingrijpen door VN-troe- pen, komt nauwelijks in beeld. Het feit dat de Bosnische regering zijn underdog-positie genadeloos uitbuit komt weinig of niet ter sprake. Aanvallen door Bosnische Serviërs worden uitgelokt of in scène gezet, de opvang van vluchtelingen uit de enclave Srebrenica wordt bemoeilijkt en de VN-interventiemacht wordt gehin derd in nota bene de bescherming van de eigen regeringszetel, Sarajevo. Begrijpt u mij goed, ik praat geen enkele misdaad tegen de menselijkheid recht, ook niet van de Serviërs, maar het heeft geen zin de wereld in goeden en slechten op te delen, als dat op gespannen voet staat met de feiten. En om de feiten zou het nu even eens moeten gaan. Feiten die ons voor een deel kunnen wor den aangeleverd door naar het niet-gefilter- de verhaal van de militairen van Dutchbat te mogen luisteren. Een parlementaire en quête zou hier op zijn plaats zijn. Een die binnen een half jaar wordt afgerond, met als enig doel het horen van de Nederlandse man schappen. Dat zit er politiek niet in, dus ligt hier een taak voor de vrije pers, die zij naar ik hoop niet zal laten ver sloffen. PIM FORTUYN Politiek en militair medewerker zijn er vragen te over die dringend om een antwoord verlegen zitten. Is het optreden van onze minister van defensie, Voorhoeve (WD), wel zo geweldig geweest? Is hij niet veeleer opgetreden als een wat naïeve wereld vreemde vredesbewaarder? Was het wel verstandig om de moslimen claves af te dwingen in Bosnisch-Servisch gebieden en als je dat dan doet behoort daar dan niet een adequate bescherming tegenover te staan? De minister werpt deze vraag ook zelf op en geeft vervolgens de Verenigde Naties de schuld. Die hebben een grote mond en leveren onvoldoende middelen. Maar wie zijn de VN meer dan een verza meling min of meer grote landen die probe ren een vredesbeleid uit te stippelen en te handhaven? Een beleid waar Voorhoeve achter zich heeft geschaard. Sterker nog, de troepen voor heeft geleverd om dat beleid uit te voeren. Als de minister er zo van over tuigd was dat de enclave niet echt te be schermen was, waarom heeft hij dan bij zijn aantreden een jaar geleden niet geëist dat Dutchbat op korte termijn zou worden teruggetrokken. Nu is feitelijk niemand ver antwoordelijk. De verantwoordelijkheid wordt afgeschoven op de VN en voor Voor hoeve en een groot deel van de politiek en de pers lijkt de kous af. Premier Kok wist ons bij de terugkeer van Dutchbat direct te melden dat Nederland zijn bijdrage zou blijven leveren, ook onder de huidige omstandigheden. Omstandighe den die van militairen ordebewakers ma ken, desnoods onder vijandelijk bevel. Het is onder ogen van Nederlandse militairen gebeurd dat Bosnische moslim-vluchtelin gen uit de enclave standrechtelijk zijn afge schoten. Ons optreden daar wordt dan geprezen, omdat dit optreden dan meer doden zou hebben voorkomen. Vanwaar deze consta tering als Nederlandse militairen niet ingrij pen op het moment dat mensen in koelen bloede worden vermoord? Dat gaat ervan uit dat de Bosnische Serviërs moordend om zich heen zouden hebben geslagen zonder de aanwezigheid van Dutchbat. Een specu latieve conclusie die door tegenovergestel de even speculatieve conclusies kunnen worden vervangen. En tenslotte is daar onze militaire aanwe zigheid op zichzelf. Is het wel zo verstandig om in zo'n onduidelijke militaire situatie als klein land acte de presence te geven? Is het niet beter om het chequeboek te trekken en de grote landen te steunen in hun militaire operaties ter plekke? En als we al militair deelnemen is het dan niet beter dat te doen ingekaderd in het leger van de grote lan den? Vragen te over. Hoogste tijd voor een open politiek debat, waarin ook de feiten van de jongens en meisjes te velde een rol van gewicht moeten spelen. Is het liefde of haat, een verstandshuwelijk misschien of een LAT-relatie? De vakbeweging en de politieke sociaal-democra tie, de FNV en de Partij van de Arbeid, zijn tot elkaar veroor deeld. Hoewel de knellende socialistische gezinsverbanden al lang geleden zijn doorgesneden, vissen de twee organisaties voor een belangrijk deel nog steeds in dezelfde vijver. En on danks de WAO-crisis zoeken ze elkaar, soms tegen wil en dank, telkens weer op. Twee eerdere mijlpalen in de afgelopen 25 jaar waren mede verantwoordelijk voor de verwijdering: de op komst van Nieuw Links in de PvdA en de fusie tussen de socia listische vakcentrale NW en het katholieke NKV in 1976. De Nieuwlinksers, veelal academici, hadden niet zoveel op met de arbeiderscultuur in de vakbeweging en door de rooms-rode sa menwerking in de FNV kwam ook de christen-democratie als politieke partner in beeld. Twee verhalen. Vandaag de PvdA over de FNV, morgen de FNV over de PvdA. Kamerlid Jan van Zijl hecht sterk aan goede relatie met vakbeweging Vice-premier en PvdA-leider Kok overlegt met partijgenoten over de WAO-maatregelen van de regering. De WA)ocrisis van 1991 liep uit op een drama voor zowel de PvdA als de FNV. foto anp hans steinmeier „In een kabinet waarin de verbindingen met de vakbeweging zijn verbroken, heeft de PvdA niets te zoeken", schreef de on langs overleden PvdA-coryfee Sicco Mans- holt aan het begin van de jaren tachtig. Hoewel hij de stelling wel 'erg pregnant' ge poneerd vindt, gaat zij volgens PvdA-ka- merlid Jan van Zijl nog steeds op. Maar voor een gepassioneerde verhouding of voor een historisch gevoel van lotsverbondenheid is geen plaats meer. De relatie tussen de soci aal-democratie en de vakbeweging is tegen woordig vooral gebaseerd op pragmatische overwegingen. „Voor de vakbeweging geldt nu eenmaal dat zij vitale kenmerken in zich draagt die ook wij tot onze bestaansgrond rekenen", zegt Van Zijl. „Ik vind hoe dan ook dat wij meer met de vakbeweging van doen hebben dan met de werkgevers. De factor arbeid is voor ons be langrijker dan de factor kapitaal. Omge keerd zal de vakbeweging meer met ons van doen hebben dan met de WD. Dat is on vermijdelijk zo." „Een kabinet met de PvdA waarin de vakbe weging zich 'nul' kan herkennen, heeft een zwakke positie", vervolgt de parlementariër, „je moetje dus afvragen, of je deelneming aan zo'n kabinet moet nastreven. Ik ben er heilig van overtuigd dat een sociaal-demo cratie die niet on speaking terms is met de vakbeweging, niet kan functioneren." Van Zijls collega Ruud Vreeman, die na een loopbaan van twintig jaar in de vakbewe ging overstapte naar de PvdA: „Onze relatie met de vakbeweging is een deel van onze machtspositie in een kabinet. Andere mo gelijke regeringspartijen moeten weten dat het maatschappelijk verzet groter georgani seerd kan worden als de PvdA niet in het kabinet zit." Overigens heeft juist de FNV de sociaal-democraten vaak verweten dat zij de contacten met de vakbeweging ge bruikt om pijnlijke bezuinigingsmaatrege len soepeler door te voeren. AAN DIGGELEN De PvdA heeft bij regeringsdeelname dus baat bij een goede verhouding met de FNV. Maar ook de slag om de kiezersgunst is van groot belang. In het diepst van de WAO-cri- sis stemde nog maar 25 procent van de in totaal 1,1 miljoen FNV-leden op de PvdA. Uit een onderzoekje van de Industriebond FNV bleek dat percentage onder actieve vakbondsleden nog veel lager te liggen. Het vertrouwen was weg, de relatie lag aan dig gelen. En het leek erop dat het nooit meer goed zou komen tussen de voormalige bondgenoten. Toch vinden Van Zijl en Vreeman dat er een kentering gaande is, zij het dat het lijntje nog dun is. Op topniveau praten vertegen woordigers weer wat uitbundiger met el kaar. Volgens de parlementariërs realiseert ook de vakbeweging zich het belang daar van. Naast onderhandelingen over arbeids voorwaarden met de werkgevers is wat poli tiek Den Haag bedenkt over bijvoorbeeld de sociale zekerheid, de arbeidsvoorziening en het minimumloon voor haar leden van het grootste belang. Dat de FNV in dat verband probeert te pra ten met bijna alle politieke partijen vinden de PvdA'ers tamelijk naïef. Met name WD en D66 zijn in hun ogen ronduit vakbonds- onvriendelijk. Vreeman wil de FNV geen strobreed in de weg leggen „maar er zit na tuurlijk wel iets dubbelhartigs in dat ze zeg gen: 'we maken zelf wel uit waar we onze belangen het best vertegenwoordigd krij gen' en vervolgens bellen ze mij elke dag op". Volgens Vreeman wordt de FNV echter sinds de WAO-crisis gedreven door „een soort lood-om-oud-ijzer-denken. Het maakt niet uit, of de hond of de katje bijt. Dat heeft een zekere de-politisering met zich meegebracht". „Bij mijn twintig jaar in de vakbeweging hoorde ook dat je de geschiedenis van de vakbeweging kende, de rol van de economi sche strijd en de relatie daarvan met de par lementaire strijd. Daar hoorde bij datje na dacht over de verschillen tussen de partijen. Hoe staat een partij tegenover de Arbeidstij denwet, tegenover medezeggenschap. Som mige FNV-leden stemmen nu op de WD, maar hoeveel van hen wéten dat die partij er op uit is hun positie als onderhandelings partij te verzwakken?" En hoewel beide PvdA'ers de brede opstel ling van de FNV prijzen, zouden de vak bondsbestuurders wel eens wat vaker over het muurtje van hun eigen territorium mo gen kijken. Meer 'worteltjes' in hun omge ving moeten hebben, meer moeten com municeren met andersdenkenden. STA-IN-DE-WEG „Ze hebben niet de neiging om veel open heid om zich heen te creëren", vindt Vree man. „Je zal niet snel meemaken dat de dienstenbond een discussie organiseert tus sen cassières en kleine winkeliers. Ze moe ten meer nadenken over hun maatschappe lijke inbedding, meer tegenwicht bieden te gen het beeld van een defensieve, bureau cratische kolos." Overigens is er voor de vakbondsgezinde le den van de PvdA-fractie in eigen huis ook nogal wat zendingswerk te verrichten. Par tijvoorzitter Rottenberg en liberaler inge stelde kamerleden als Rick van der Ploeg zien de vakbeweging meer als sta-in-de- weg dan als bondgenoot. „Er zijn er bij ons die minder aan een goede verhouding hechten", zegt Van Zijl voorzichtig. „Die vinden de eigen verantwoordelijkheid van de politiek veel belangrijker dan het zoeken naar punten waarover je het eens kunt wor den." Vreeman heeft zich bij zijn komst naar de PvdA verbaasd over de karikaturen die daar onder zijn nieuwe collega's bestaan over de vakbeweging, als zouden daar alleen „on genuanceerde mensen actief zijn die alleen naar de barricaden willen". Hij beklaagt zich dat hij soms weinig steun krijgt voor zijn opvattingen. De partij beschikt in zijn ogen over wel erg veel „onderwijzers". Die hechten erg aan het milieu, de wijkco- mités of de schoolstructuur, maar maken zich volgens Vreeman over kwesties als so ciale zekerheid en arbeidsverhoudingen niet zo erg druk. „Als je ze vertelt dat dat toch belangrijk is voor het draagvlak, dan zeggen ze: 'Ja Jezus, dat zou ik ook moeten weten'. Maar het is niet in hun blikveld." Ondanks de onvolkomenheden vinden Vreeman en Van Zijl dat de Partij van de Ar beid en de FNV bij elkaar horen. Vreeman: „De vakbeweging moet niet denken dat zij sterk zal zijn als de sociaal-democratie in Nederland ernstig verzwakt. Anderzijds kunnen wij ons niet permitteren onze machtsbasis op het spel te zetten door ver van die vakbeweging te gaan staan. Wij tet teren in Den Haag maar raak over dingen als arbeidsomstandigheden, loonmatiging, migranten in het arbeidsproces, maar de sociale partners zullen het moeten uitvoe ren. Het zou dubbelhartig zijn als we dan niets met hen te maken willen hebben." DEN HAAG DAVID JAN GODFROID Opgelucht en trots is het Turkse parlement giste ren met zomerreces gegaan. Want voor de eerste keer in de Turkse geschiedenis heeft het parle ment, en niet het leger, de Grondwet veranderd. Democratisering van de Grondwet was een van de eisen die het Europese parlement stelde om haar fiat te geven aan de oprichting van een douane unie met Turkije. Toch is enige scepsis geboden. „Als er na zoveel geruzie en gediscussieer alleen maar een komma was veranderd, had ik dat al heel belangrijk gevonden", merkte president Demirel op. Inderdaad liepen de woordenwisselingen soms zo hoog op dat zelfs premier (giller de handdoek in de ring wierp. Het resultaat van drie maanden ge kissebis is echter niet meer dan een doekje voor het bloeden. De geest van de Grondwet die in 1982 door de mili taire junta werd ingevoerd, is niet veranderd. Die is gebaseerd op een diep wantrouwen jegens de maatschappij en het individu en legt strenge restricties op aan politieke activiteiten. „Het is een 'maar'-wet", vindt vakbondsleider Ridvan Budak. „Dit mag, maar...; dat mag, maar... Er zijn nu een paar 'maren' verdwenen, dat is alles." Van de in totaal 198 grondwetsartikelen eindigt on geveer de helft met een verbod. Het parlement heeft er daar (op papier) zeven van opgeheven. Zo is het niet meer verboden voor verenigingen, vak bonden, beroepsorganisaties en coöperatieven om aan politiek te doen. (Dat zijn er al vier.) Politieke partijen mogen vrouwen- en jongerenafdelingen oprichten. Docenten mogen voortaan hun politieke mening met de studenten delen. Tenminste, er mag een wet bedacht worden die bepaalt wat de docen ten wel en niet mogen. Ambtenaren en semi-amb- tenaren mogen vakbonden oprichten die namens hun leden CAO-onderhandelingen voeren, alhoe wel ook dit nog bij wet geregeld moet worden. Sta kingsrecht krijgen ze overigens niet. Bovenstaande wijzigingen legaliseren slechts een bestaande situatie. Want natuurlijk hebben vak bonden relaties met politieke partijen. En nog on langs sprak premier giller de vrouwen van haar partij toe, die weliswaar niet officieel 'afdeling' he ten, net zoals de vakbonden van de ambtenaren of ficieel geen vakbond heten. Maar in naam van de ondeelbare eenheid van het land, of van de open bare veiligheid, kunnen nog steeds verenigingen, vakbonden en politieke partijen verboden worden. Nieuw is dat zij het recht krijgen hiertegen in be roep te gaan. Maatregelen om de onafhankelijkheid van het rechtssysteem te verbeteren, bijvoorbeeld het op heffen van de politieke 'Staatsveiligheidshoven', of herziening van het half militaire regime dat in de Koerdische provincies van kracht is, laat staan de erkenning van de Koerdische taal, zijn echter niet aan bod gekomen. Het door premier Chiller zo geroemde 'democratise- ringspakket' is dus grotendeels een kosmetische maatregel. Desalniettemin is het van belang. Opko men voor de vrijheid van het individu of de men senrechten wordt in Turkije van oudsher gezien als links en subversief. Het is dan ook een niet geringe psychologische stap voor de conservatieve partijen, die zich nooit gestoord hebben aan de militaire Grondwet, om in te stemmen met een wijziging. Als enige stemde de fundamentalistische Welvaartspar tij tegen. Die is ook tegen de oprichting van de dou ane-unie met Europa, de grote stok achter de deur voor de conservatieven. De premier feliciteerde haar tegenstander Mesut Yilmaz, leider van de Moederlandpartij, met het re sultaat. Daarmee lijkt de tweespalt tussen (fillers Juiste Pad (DYP) en de Moederlandpartij (ANAP) in de oppostie, gelijmd te zijn. Beide partijen dragen een min of meer gelijke visie uit, maar een persoon lijke vete tussen de twee leiders maakte samenwer king onmogelijk. Het tweede punt op het verlanglijstje van het Eu ropese Parlement, de opheffing van artikel 8 van de (door ANAP in het leven geroepen) anti-terreurwet, is uitgesteld tot de herfst. Meer dan 3.000 schrijvers en denkers zijn veroordeeld voor overtreding van dit, dat het maken van 'separatistische propaganda' strafbaar stelt. De steun van ANAP zal onontbeerlijk zijn om deze wet ongedaan te maken en Turkije onderdeel te maken van Europa. ISTANBUL «JESSICA LUTZ CORRESPONDENT Je komt terug van een langdurige open tie te velde. De media vuren allerlei vn gen op je af. Bereidwillig geef je fris va de lever antwoord. En als dank valle dan plotseling allerlei hotemetoten ovt je heen. Eerst landmachtchef Couzy, vei volgens minister van defensie Voorhoey en dan ook nog eens Europees commis saris Van den Broek. Arme Dutchbal commandant Ton Karremans. De Servische generaal Mladic is ee| bekwaam militair. Zei Karremans. D Bosnische moslims hebben een klein tweehonderd dorpen platgebrand. Zi Karremans. En er valt in Bosnië geen op derscheid te maken tussen good guys en bad guys. Zei Karremans. Hartstikke fou| roept nu iedereen. Maar wat is er eigen lijk mis met die uitspraken van de troe pencommandant? Is Mladic een militair vakman? Als bur ger heb ik daarover niet zo'n oordeel Maar Karremans heeft meegemaakt hol Mladic' troepen opereerden. En als dez beroepsmilitair dan puur vakmatig - concludeert dat Mladic een militair val< man is, wat is daar dan mis mee? Adolf Hitler was een begenadigd rede naar. Wie dat vaststelt, ontkent daarme nog niet dat Hitier de bezeten voorma was van een moordenaarsbende. D< laatste was hij zeker. Maar met zijn tor spraken hield Hitier ook zijn gehoor i zijn ban. Behalve crimineel op haast or voorstelbare schaal was hij dus ook ee vakbekwaam redenaar. Mladic is mogelijk, zeer waarschijnlij zelfs, een boef. Niet zonder reden buig het Joegoslavië-tribunaal zich daarovei Maar dat sluit niet uit dat hij daarnaas een vakbekwaam militair is. Over Mla die' misdadige gehalte heeft overste Ka® remans geen oordeel uitgesproken. H(, heeft alleen gezegd dat hij Mladic eej militair vakman vindt, voorzover hij da in Srebrenica heeft kunnen vaststellen Op zichzelf is met die conclusie dus oof niets mis. p Wat betreft zijn uitspraak over goo\ guys en bad guys moet allereerst wordeh aangetekend dat die woorden komef van een man die net terug is van maaij den te velde in heel specifieke omstan digheden. Karremans en zijn mannel hebben de afgelopen tijd te maken ge had met het Servische leger en met mos lim-eenheden. Ze vinden dat ze door dij Servische troepen tamelijk correct zijl behandeld en dat ze met de moslims^ regeringsmilitairen heel wat meer te stel len hebben gehad. Dat klinkt niet pretti) in de oren van mensen die vinden dat d)i Bosniërs in het, Balkan-conflict syrnpa thie verdienen en dat de Serviërs nidi deugen. Maar dat betekent nog niet d^ Karremans onzin heeft uitgekraamd. 5 Ter verheldering nog maar eens eeh vergelijking met de Tweede Wereldoog log. Oudere inwoners van de Overbetu we (het gebied oostelijk van de snelwef Arnhem-Nijmegen) hebben heel wat ah gemopperd over de geallieerde troepen Van de Duitse eenheden hadden we vee, minder last, valt daar te vernemen. La gisch. Toen de Duitsers in 1940 binnen vielen, merkte men daarvan in de Ovei betuwe hoegenaamd niets. Maar toen dj geallieerden zich vechtend en weg doq Nederland baanden, merkten de Oveil betuwnaren dat wel degelijk. Al was ha. maar omdat Canadese troepen hier e| daar een piano vorderden ter vermaal van de voortploeterende manschappen Zeggen die mensen daarmee dat dl Duitsers wel en de Canadezen niet deug den? Nee, natuurlijk niet. Ze zeggen pr& cies wat ze zeggen: van de geallieerdel hadden we meer last dan van de Duit, sers. Niets meer en niets minder. Op da, zelfde manier constateert Karremans di hij en zijn mannen in heel concrete situ[j aties in Srebrenica meer te stellen hac den met de moslimstrijders dan mi, Mladic' troepen. Hij vertelt doodgewoo wat Dutchbat is wedervaren. Dat dat vej, len tegen de politiek-correcte borst stui zegt meer over die politiek-correcte dan over Karremans. Voorts liet de overste weten dat vo gens hem in Bosnië geen simpel ondei scheid valt te maken tussen de goeden en de slechten. Op alle partijen valt vol gens hem wel wat aan te merken. Daai mee nam hij plaats op een riskante glij; baan. En met de uitspraak dat de mos lims bijna tweehonderd dorpen hebbel j platgebrand zeepte hij die glijbaan no eens extra in. Voor die brandschatting i immers nog nooit enig bewijs geleveri) en het gaat dan ook vrijwel zeker on> Servische propagandapraat. Niet zo har j dig, ja zelfs nogal dom van Karreman om dat klakkeloos voor microfoons e 1( camera's te herhalen. Logisch dat zijl bazen Couzy en Voorhoeve van da3 laatste afstand nemen. Maar voor he overige maken zij en anderen wel er|E veel herrie over niets. Al met al valt nog het meest te zeggen voor een wat ondergesneeuwde uitn spraak van minister Voorhoeve. Maan dagavond stelde de bewindsman vast da 1 het beter was geweest als hij en/of Couzj^ eerst eens met Karremans hadden ge,, praat om er achter te komen wat dienc opvattingen waren. Pas daarna had dg overste de media te woord kunneid staan. Daarmee slaat Voorhoeve de spij ii ker op z'n kop en steekt hij terecht d ti hand in eigen boezem. De politieke eia militaire bazen hadden zichzelf en Kaï remans een hoop gedoe kunnen bespas ren. Dat hebben ze niet gedaan en dat i z dom. Dommer in elk geval dan de mees s te uitspraken van de Dutchbat-comman g dant. d HAARLEM RONALD FRISART p

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1995 | | pagina 2