Dutchbatters zagen maar
weinig Servische gruwelen
'Ik ging peuken van de grond rapen om nog wat te kunnen
Bosnië
Mensen-in Nood: Kritiek
op Dutchbat is onterecht
Familie blauwhelmen staat
nog heel wat te wachten
Koffie in Tuzla
'.et*
Karremansf
de held van
Srebrenica
MAANDAG 24 JIJI I 1995
DEN HAAG. ANP
De kritische uitlatingen van
hulpverleners over het optreden
van de Nederlandse VN-militai-
ren in Srebrenica zijn niet goed
geverifieerd. Dat stelt hoofd
projecten van Mensen in Nood
De Wolf, die donderdagavond
terugkeerde uit Tuzla. „Het is
onterecht als collega's kritiek ui
ten op Dutchbat zonder dat zfr
ter plekke zijn geweest. Ze hou
den geen rekening met de loka
le omstandigheden".
De Wolf: „Als je merkt dat
Dutchbat-commandant Karre-
mans zich tot het uiterste heeft
ingespannen om vluchtelingen
mee te nemen en heeft gewei
gerd naar Tuzla te vertrekken
voordat vluchtelingen uit Srebe-
nica mee konden, dan vind ik
kritiek onterecht. Karremans
had allang weggekund." Kriti
sche collega's houden er vol
gens hem geen rekening mee
dat VN'ers maar beperkte mo
gelijkheden hadden om iets te
doen.
Directeur De Milliano van
Artsen zonder Grenzen uitte vo
rige week kritiek op de Neder
landse VN-militairen in Srebre
nica. Volgens De Milliano zijn
de Nederlanders hun toezeg
ging onvoldoende nagekomen
om de moslim-vluchtelingen uit
de enclave te begeleiden. Vol
gens De Wolf bevonden de twee
medewerkers van Artsen zonder
Grenzen, op wier uitspraken De
Milliano zich onder andere ba
seerde, zich in Potocari en niet
in Srebrenica. „Die weten niet
wat zich in de bossen afspeelt."
Overigens twijfelt De Wolf
niet aan de moorden en de ver
krachtingen door de Bosnische
Serviërs. „Maar je moet voor
zichtig omspringen met verha
len. Alleen als mensen onafhan
kelijk van elkaar hetzelfde ver
tellen, hecht ik er waarde aan."
Volgens De Wolf zijn er objec
tieve enqüetes nodig. „Anders
ontstaat er propagandamateri
aal met als doel de Serviërs heel
negatief af te schilderen. De bad
guys tegenover de good guys. Zo
ligt het niet. Er komen nu ook
berichten uit bij voorbeeld
Slovenië waar Serviërs worden
mishandeld."
De Wolf bezocht bijna de hele
vorige week Tuzla, Mostar en
Zenica om de behoefte aan
noodhulp in kaart te brengen.
Volgens hem doet Unprofor in
•de negen kampen bij Tuzla uit
stekend werk. „Er worden dage
lijks diverse maaltijden uitge
deeld en ook is er medische
hulp."
Volgens De Wolf is er in Tuzla
voldoende voedsel. Donderdag
moesten noodrantsoenen wor
den aangesproken, maar er was
5600 ton voedsel onderweg voor
de 30.000 vluchtelingen. „Dat is
genoeg voor drie maanden."
Wel is er gebrek aan baby- en
kindervoeding. De hulporgani
saties in Zenica treffen voorbe
reidingen voor de opvang van
vluchtelingen uit Zepa. Er is een
coördinatiecomité dat het aan
tal beschikbare noodopvang-
plaatsen inventariseert. Voedsel
zal geen probleem zijn. „Wij
schatten in dat er in Tuzla te
veel zal zijn. Dat kan dan wor
den overgebracht."
DEN HAAG ANP
Onmacht. Dat komt naar voren
uit de verhalen van familieleden
van de Nederlandse VN-militai-
ren in Bosnië. „Ze konden niets
doen tegen de Bosnische Ser
viërs toen die Srebrenica bin
nenvielen. Ze werden van alle
kanten beschoten en moesten
hun wapens afgeven", zegt een
moeder van een Dutchbatter
die was gestationeerd in Poto
cari, de Nederlandse basis in de
gevallen moslim- enclave. „Hij
wilde met niemand praten. Ik
vermoed dat hij wat vreselijks
heeft meegemaakt." De mees
ten denken dat hun zoon, doch
ter of partner het moeilijk zal
krijgen thuis weer mee te draai
en.
Hoewel de Dutchbatters allen
opgewekt klonken toen zij naar
huis belden, weet het thuisfront
wel beter. Het is de blijheid van
de vrijheid. De klap zal later ko
men. „Nu staan ze in het mid
delpunt van de belangstelling.
Maar als de rust straks is terug
gekeerd, kunnen ze pas naden
ken over wat er is gebeurd",
zegt de moeder van de 18-jarige
Alex Hagenaars uit Alkmaar.
Haar zoon is vrijwillig als
dienstplichtige naar Bosnië ge
gaan. „Daar zijn wel de nodige
woorden over gevallen. Ik was
het er niet mee eens. Hij wilde
toch, want zijn ideaal is mari
nier te worden."
Ze hoopt dat Alex ertoe komt
zijn verhaal aan haar te vertel
len en mogelijke frustraties bij
haar kwijt kan „We hebben een
goed contact. Maar ik denk dat
het beter is voor de verwerking
als hij af en toe zijn maatjes uit
Potocari opzoekt."
Ook de ouders van de 25-jarige
marinier Paul Boekei uit Sas-
senheim zijn benieuwd in wat
voor toestand ze hun zoon zul
len aantreffen als hij vandaag
op Soesterberg terugkomt. „Hij
is erg nuchter van aard. Aan de
telefoon zei hij dat het best
ging, maar ik hoorde aan zijn
stem dat er iets was. Hij zei dat
hij het thuis pas wilde vertellen.
Ik denk dat hij nog ergere din
gen heeft gezien dan wij nu
denken", zegt zijn vader. „Paul
is als marinier wel wat gewend.
Toch zal het niet in zijn kouwe
kleren gaan zitten. Hij is ook in
Irak geweest en toen hij terug
kwam, leek het wel of niks hem
kon schelen. De dagelijkse din
gen, daar stapte hij zo over
heen."
De ouders van Paul denken dat
hij ook nu weer zal moeten
wennen aan het sociale leven in
Nederland. „Uiteindelijk zal zijn
verhaal er wel uitkomen, al is
het pas na een tijdje. Het best
praten we als we zitten te vis
sen. Dan is hij rustig en ont
spannen", aldus vader Boekei.
Hoewel Paul al sinds zijn 17e in
dienst zit en hij een goede mili
taire instelling heeft, is zijn va
der er niet meer van overtuigd
dat hij in militaire dienst blijft.
„Ik ben heel benieuwd hoe hij
hier uitkomt."
De moeder van beroepsmilitair
Patrick Vissers (22) uit Ensche
de is bang dat de uitzending
van haar zoon naar oorlogsge
bied de eerste en meteen de
laatste keer is geweest. „Hij
klonk vrolijk, maar toch teneer-
geslagen. Hij voelde zich onvei
lig, vooral toen de Bosnische
Serviers hen beschoten en ook
nog hun wapens afpakten. Bij
deze schermutselingen is hij.ge
wond geraakt aan zijn handen."
„De jongens voelden zich
machteloos. Ze konden hun
taak niet volbrengen. Vlak na dë
inval wilde hij met niemand
praten. Wel zei hij dat de mos
lim-mannen werden geschei
den van de rest en afgevoerd. Ze
kwamen niet meer terug. Hij
was daar zeer van onder de in
druk en ik vermoed dat hij nog
meer vreselijke dinger* heeft ge
zien", zegt ze.
Ook denkt moeder Vissers dat
het een harde dobber wordt
voor Patrick om het leven hier
op te pakken. Familieleden van
de Dutchbatters hebben op de
speciale dag vorige week op de
basis Soesterberg al informatie
gekregen over de opvang. „Dat
was voor ons toch zinvol. Maar
toch weet je helemaal niet wat
je kan verwachten. Voor ieder
Dutchbatter is dat weer an
ders."
f
- S''"*' „ja A'
Overste Karremans: Er zijn geen good guys en geen bad guys
ZAGREB ANP
Dutchbat heeft weinig gezien van de gruweldaden waar
aan de Bosnische Serviërs zich bij de inname van Srebre
nica te buiten zouden zijn gegaan. Landmachtbevelheb
ber Couzy verklaarde gisteren in Zagreb tijdens een spe
ciale persconferentie, dat de Nederlandse blauwhelmen
slechts eén daadwerkelijke executie van een moslim heb
ben gezien. Het ging daarbij om een man die bij een huis
door het hoofd werd geschoten.
executie constateerden Dutch
batters dat Bosnische Serviërs
enkele mannen een woning in
voerden. Zij hoorden vervolgens
geweerschoten. Toen de Neder
landers daarna in het huis gin
gen kijken, zagen ze negen lij
ken met schotwonden in de rug.
Ook in een ander geval troffen
blauwhelmen negen a tien lij
ken aan, aldus Couzy, met
schotwonden in de rug en de
zij. Onduidelijk was echter of
het om dezelfde lijken ging of
de stoffelijke resten van andere
moslims.
Couzy nuanceerde zijn con
clusie door te beklemtonen dat
hij geen duidelijk inzicht heeft
in de gebeurtenissen buiten de
enclave, onder andere van het
vluchtelingentransport naar
Kladanj/Tuzla. „Mijn beeld be
treft alleen datgene wat zich in
de enclave, onder de ogen van
de Nederlanders heeft afge
speeld."
Om die reden konden Couzy
en Karremans niets zeggen over
het waarheidsgehalte van de
verhalen over verkrachtingen.
Couzy liet weten dat van ver
krachtingen in of nabij de Dut-
chbat-basis in Potocari niets be
kend is. Hetzelfde geldt voor het
transport van vrouwen en kin
deren richting Kladanj, voor zo
ver militairen van het Dutchbat
dat konden begeleiden.
Deze begeleiding verliep ove
rigens niet zoals Karremans
De commandant van de Neder
landers in Srebrenica, overste
Karremans, onderschreef het
relaas van Couzy die ook de vele
verhalen over verkrachtingen
niet kon bevestigen. Minister
Voorhoeve echter noemde de
getuigenissen van de vluchtelin
gen over wandaden 'talrijk en
authentiek'. De 330 Nederland
se VN-militairen stapten rond
de middag op het vliegtuig en
zouden aan het eind van de
middag aankomen op de vlieg
basis Soesterberg.
Voorhoeve liet weten de te
rugkeer van de Nederlandse
blauwhelmen uit de enclave
Srebrenica met gemengde ge
voelens te bekijken. Behalve
blijdschap over de terugkeer, is
er ook het verdriet over het 'vre
selijk lot' van de 40.000 bewo
ners van de enclave, aldus
Voorhoeve.
Couzy zei aan de hand van de
verklaringen van de dit week
einde teruggekeerde Dutchbat
ters 'een exact beeld van de fei
ten' te hebben gekregen. Zo wa
ren Nederlanders ervan getuige
dat moslim-mannqn bij hun ge
dwongen vertrek naar Bratunac
door de Bosnische Serviërs wer
den mishandeld. De Serviërs
stopten hiermee toen ze merk
ten dat ze werden gadegesla
gen.
Behalve de waargenomen
Gehuld in blauwhelmpak kwam ook kroonprins Willem Alexander naar
Zagreb om de verhalen aan te horen van de Dutchbatters.
FOTO REUTER JURA NANUK
vantevoren met de Bosnisch-
Servische bevelhebber Mladic
had afgesproken. Nederlandse
jeeps hebben slechts meegere
den met de eerste groep bussen
die de vluchtelingen naar de fr
ontplaats Kladanj brachten. Bij
hun terugkeer naar de basis in
Potocari werden deze Neder
landers door Serviërs aange
houden en van hun jeeps be
roofd. Nadat zo veertien jeeps
wqren ontvreemd, kon het Dut
chbat niet anders doen dan om
de tien kilometer posten instel
len op de route naar Kladanj.
Karremans geeft toe dat de Ne
derlanders niet hebben kunnen
controleren wat er tussen die
posten gebeurde. „Maar we
hebben geen aanwijzingen dat
onderweg ernstige dingen zijn
gebeurd".
De strijd om Srebrenica
maakte de Dutchbat-comman
dant wel duidelijk dat Mladic
volgens een zorgvuldig voorbe
reid scenario te werk ging. Het
was 'een uitstekend geplande
aanval'. Het was volgens Karre
mans militair onmogelijk de en
clave te beschermen. Het Ne
derlandse bataljon is tijdens de
actie niet als strijdende partij
gezien en ook niet direct aange
vallen, maar uit de observatie
posten gejaagd. De 4000 tot
5000 aanwezige moslim-strij
ders boden opvallend genoeg
nauwelijks weerstand, aldus
Karremans.
Het sterke Servische offensief
bracht het Dutchbat er snel toe
zich te concentreren op de
hulpverlening. Tachtig procent
van de 25.000 vluchtelingen die
het kamp bij Potocari over
spoelden, brachten de Neder
landers over naar nabijgelegen
fabriekshallen om paniek en
chaos te voorkomen.
Karremans oefende tijdens de
persconferentie zware kritiek op
het uitblijven van luchtsteun
toen het Nederlandse bataljon
probeerde in het zuiden van de
enclave de Serviërs te blokke
ren. „Op donderdag 6 juli heb
ben we al om die luchtsteun ge
waagd. Pas op de zesde dag
kwam ze, met het gevolg dat de
strijd in alle hevigheid door
ging." Overigens maakt hij zich
geen illusies dat met een mas
sale luchtaanval van de NAVO
Srebrenica zou zijn behouden.
In totaal voerde Karremans
vijf keer overleg met Mladic.
Daarin werd het de overste dui
delijk dat de Bosnische Serviers
zich totaal niet laten afschrik
ken door mogelijke luchtaan
vallen.
De schuld van het conflict ligt
volgens Karremans overigens
bij beide partijen. Hij herinner
de eraan dat de moslim-strij
ders in de nu tweeëneenhalf
jaar durende oorlog 129 dorpen
rond Srebrenica hebben platge
brand. „Er zijn geen good guys
en geen bad guys."
Voor de Nederlandse regering
zijn de ervaringen in Srebrenica
geen reden om van verdere
deelname aan de VN-operatie
in Bosnië af te zien. Voor pre
mier Kok en minister Voorhoe
ve staat het vast dat Nederland
ook in de toekomst een 'redelijk
aandeel' moet leveren in Un
profor. Volgens Kok is het
wachten nu op de hergroepe
ring van de VN-militairen,
waarna duidelijk wordt wat Ne
derland nog kan bijdragen. De
premier gaf wel toe, dat de VN-
aanwezigheid niet ideaal is. „Ik
ben niet overtuigd van de for
mule", aldus Kok. „Maar de
twee alternatieven, wegtrekken
of een totale grondoorlog, zijn
helemaal uitzichtloos.
er
ZAGREB CEES VAN DER LAAN 1Ê
Heeft overste Karremans, comj
mandant van Dutchbat in Sreji
brenica, zelf ook een tikje van r
de Servische propaganda mee|E|
gekregen? Heeft hij niet teveeljy
bewondering voor de Bosniscl e
Servische generaal Ratko Mla- a
die, die in enkele dagen tijd dee
enclave'etnisch zuiverde'? a
Overste Karremans wilde giste-c
ren het woord 'oorlogsmisdadig
ger' niet in de mond nemen te j;
aanzien van Mladic. „Beide p<c
tijen hebben vreselijke dingena
gedaan. De schuld moet bij be
de partijen gezocht worden. D
partijen kunnen niet worden j?
opgedeeld in good guys en baa
guys". r.
Hij vertelt het verhaal dat de e
Bosnische moslims rond Sre- e
brenica 192 Servische dorpen a
hebben platgebrand, voordat i'(
een enclave was en tijdens de ie
aanwezigheid van Dutchbat irei
Srebrenica. Hoe weet Karre- jl
mans dat? Hij heeft er over gelir
zen en de Serven hebben het b;
hem verteld je
Toch blijft Karremans de 'held
van Srebrenica', want hij bracl
zijn jongens veilig terug. Als e^,
echte troepencommandant
reed Ton Karremans (46) zate£
dagochtend, aan het hoofd vaif
170 voertuigen, hetVN-kampj
Pleso bij Zagreb binnen. Hij F
werd opgevangen in een fuik e
van militairen met zoveel mo|
gelijk balken en sterren op hui))
schouders. Allemaal wilden zé)
de overste de hand schudden,
hun held uit Srebrenica. „Hetj»
goed gegaan. Blij dat we hier
zijn", zegt Karremans tegen 111
tenant-generaal Couzy, bevel-^
hebber der landstrijdkrachten
als hij zaterdagochtend zijn lai
ge lijf uit de jeep heeft gewronj,
gen. Hij ontvangt de compli- f
menten van generaal Bastiaary
commandant van de luchtmoL
biele brigade, en kolonel Ver- c
schraegen, de contingentsconi
mandant. Het zal vermoedelijL
niet lang duren of bij Karre
mans valt de promotie tot kol(
nel op zijn deurmat.
Luitenant-kolonel (overste) Kt
remans, een Unifil-veteraan uj
de Libanon-oorlog, ging begirji
dit jaar als commandant van e
het 13e bataljon van-de lucht-p
mobiele brigade naar Srebreni
ca. Hij was het die om lucht- j
steun vroeg toen de Serviërs v,
vanaf 6 juli de aanval opendei»
Luchtsteun die hij tot zijn te- r
leurstelling pas veel te laat
kreeg. „De luchtaanval heeft
geen effect gehad". Het zal hej
nog lang dwarszitten. Net zoaj
de dood van zijn soldaat Ravi*'
van Renssen die door een Bosf
niër werd neergeschoten.
Karremans kan zijn bewondel
ring voor de militaire strategic
van Mladic niet onderdrukken
„De verovering van Srebrenici
was een militair zeer goed doe
dachte operatie. Deze was pui
gericht op de aanwezigheid vé
de enkele duizenden moslim
strijders. De BIH (het Bosniscl
leger, CvdL) heeft zich nauwe1
lijks verdedigd. Of ze wisten al
dat Srebrenica niet te verdedi^
genwas.".
Ook de gijzeling van circa 55
Nederlandse blauwhelmen erf
de 'terrorische dreiging' (aldul
minister Voorhoeve) om de f
blauwhelmen dood te schiete?
en Srebrenica en het Dutchba1
kamp in Potocari met de gron
gelijk te maken, noemt Karre-1
mans militaire strategie. Karrf
mans vertelde gisteren dat hij'
aan Mladic heeft gewaagd 1
waarom de generaal besloot
Srebrenica te veroveren. „Ik
vroeg hem of hij de aanval ha|
geopend als er geen gewapenl
moslimstrijders in Srebrenica
waren en hij antwoordde: dar
zouden we niet hebben aanga
vallen". Met andere woorden'
de Bosniërs hebben het eigen
lijk wel aan zichzelf te wijten.
Soldaten maakten dingen mee 'die je je hele leven niet meer vergeet'
ZAGREB CEES VAN DER LAAN
VERVOLG VAN VOORPAGINA
Het groepje diehards in een hoek van het
terras van hel Holland Huis op het VN-
kamp Pleso had een broertje dood aan de
verplichte débriefingsom over hun ervarin
gen te vertellen. „De jongens die toen het
bangst waren, hebben nu de grootste bek.
Je ziet ze hier rondlopen. Dat ergert me",
zegt een commando die nog net niet zegt
dat Srebrenica een soort vakantie was.
Andere militairen,.die zich opgelucht tonen
dat ze weer op veilig gebied zitten en zich
er op verheugen dat ze naar huis gaan,
slaan een serieuzere toon aan. Ze voelen
nog ieder uur de verschrikking van Srebre
nica. Zoals Pablo Waakop Reyers uit Rotter
dam, een 25-jarige dienstplichtige chauf
feur van een pantserwagen. Hij belandde
tussen Srebrenica en het vluchtkamp Poto
cari bij een bushalte tussen een grote groep
vluchtelingen die door Servische soldaten
werd opgevangen. „Ze scheidden de man
nen van de vrouwen. Ze brachten een groep
van tien mannen naar een huis en toen
hoorden we schoten. Ik denk dat ze dood
geschoten zijn. Het is een verschrikkelijke
gedachte dat twintig meter van je vandaan
mensen worden afgemaakt. Dat vergeet je
je hele leven niet. AJs VN'er sta je machte
loos. De Serviërs kenden de mannen. Ze
hadden hele lijsten bij zich en foto's. Ze
werden er zo uitgepikt".
„Wat je ook nooit vergeet is de stank van
vluchtelingen. En het geschreeuw van de
vrouwen toen ze gescheiden werden van
hun mannen. Dat zijn beelden die je niet
makkelijk van je afkunt zetten".
Dienstplichtig soldaat Rudy Kamphuis uit
Almelo geeft ronduit toe een 'paar keer
goed bang' te zijn geweest. „De Serviërs
schoten over ons kamp met granaten en ra
ketten. Dan slaat de schrik je wel om het
hart. Toch ben ik wel tevreden. We hebben
zoveel mogelijk de vluchtelingen proberen
te helpen. We gaven ze ons voedsel en
drinkwater. Nee, wij hebben niet echt hon
ger geleden, maar krap was het wel. Ik had
geen sigaretten meer. Op een gegeven mo
ment ben ik zelfs peuken gaan rapen van de
grond om nog wat te kunnen roken. Dat is
sinds de Tweede Wereldoorlog door Neder
landse soldaten niet meer gedaan".
Luitenant Egbers pakt er de kaart maar
even bij. Hij wijst aan hoe de Serviërs vanuit
het noorden de enclave Srebrenica verover
den. „Ze hebben het heel tactisch gespeeld.
Eerst vielen ze in het zuiden aan en vervol
gens kwam de grote aanval in het noorden.
Ik zag ze in linie op ons afkomen. Strate
gisch was het een slimme tactiek".
Egbers kreeg de opdracht om de-vluchtelin
gen te begeleiden van Potocari naar Klan-
danj, bij de frontlinie met Tuzla. Ze gingen
met verschillende voertuigen op weg. „We
reden op de weg die noordelijk rond de en
clave liep naar Tuzla. Er werd daar veel ge
vochten tussen moslims die wilden uitbre
ken en Serviërs. Om de twintig meter had
den de Serviërs soldaten neergezet. Wij ko
men er aan rijden en we worden gestopt
door ongeregelde Servische troepen, zeg
maar struikrovers. We moesten onze auto's
inleveren, onze wapens en onze scherfves
ten. Die hadden ze nodig, zeiden ze. Wij
zijn toen twee dagen vastgehouden in een
school, dat het hoofdkwartier was van een
Servische majoor. In de buurt werd intus
sen fel gevochten. De kogels vlogen om ons
heen".
Hij en enkele andere soldaten vertellen van
een gevecht dat bij 'de weg ontstond tussen
twee groepen moslims. „De ene groep wil
de zich overgeven, de andere niet. Ze scho
ten op elkaar. Dat kun je je niet voorstellen.
Ik heb ook gezien hoe een groep van een
paar honderd moslims de weg trachtte over
te steken. De Serviërs schoten terug en toen
gaven de moslims zich over. De gevange
nen werden overgebracht naar een ge
bouwtje. Voor zover ik weet zijn ze daar
trouwens goed behandeld".
Volgens Egbers zijn ook de Nederlandse
blauwhelmen tijdens hun gevangenschap
door de Serviërs goed behandeld. Iedereen
kreeg eten, bier en sigaretten aangeboden.
„Ze toonden zich zeer bezorgd om ons,
omdat er zo bij die weg werd gevochten. Ze
waren heel vriendelijk, zeer gedisciplineerd.
Ze hebben ons na twee dagen in een Servi
sche pantserwagen teruggebracht. Ze von
den het te gevaarlijk voor ons".
Het is opvallend hoe positief de blauwhel
men praten over de Servische soldaten en
hoe negatief over de moslim-strijders. „De
moslims stalen onze kleren en waren niet te
vertrouwen. Ze veroorzaakten constant
moeilijkheden, 's Nachts gingen ze de en
clave uit en brandden Servische dorpjes
plat", is een verhaal dat regelmatig onder
de Dutchbatters te beluisteren valt.
Ook luitenant Egbers en het groepje stoere
jongens zijn die mening toegedaan. „De
enige reden dat de Serviërs Srebrenica heb
ben veroverd was dat ze het zat waren da!
de moslims 's nachts te dorpen introkken
en mensen vermoordden", zegt hij. Hij va|
in januari drie dagen vastgehouden door:
ene Silvo, de lokale Bosnische command!
in de Badera-driehoek. „Dat was een maj
die een deel van de voedselkonvooien vol
zich opeiste en doorverkocht aan de bevc
king. Dat verhaal moet ook maar eens wil
den verteld". De commando's zijn het mi
hem eens. „Dat de Serviërs moslim-strijd
er uitpakten had alles te maken met die i
rooftochten. Ze wisten soms wie er ge
moord had en dan worden er rekeningen
vereffend".
Maatschappelijk werker kapitein Dijkmai
weet de zaken wat meer te relativeren, al
kent ook hij de verhalen. Hij ziet het draii
vooral vanuit het perspectief van de vluel
telingen. „Srebrenica is Schindlers List ar
no 1995. Dat is de tragedie die zich hier
heeft afgespeeld. Met foute en goede mei