Dutchbatters zagen maar weinig Servische gruwelen 'Ik ging peuken van de grond rapen om nog wat te kunnen Bosnië Mensen-in Nood: Kritiek op Dutchbat is onterecht Familie blauwhelmen staat nog heel wat te wachten Koffie in Tuzla '.et* Karremansf de held van Srebrenica MAANDAG 24 JIJI I 1995 DEN HAAG. ANP De kritische uitlatingen van hulpverleners over het optreden van de Nederlandse VN-militai- ren in Srebrenica zijn niet goed geverifieerd. Dat stelt hoofd projecten van Mensen in Nood De Wolf, die donderdagavond terugkeerde uit Tuzla. „Het is onterecht als collega's kritiek ui ten op Dutchbat zonder dat zfr ter plekke zijn geweest. Ze hou den geen rekening met de loka le omstandigheden". De Wolf: „Als je merkt dat Dutchbat-commandant Karre- mans zich tot het uiterste heeft ingespannen om vluchtelingen mee te nemen en heeft gewei gerd naar Tuzla te vertrekken voordat vluchtelingen uit Srebe- nica mee konden, dan vind ik kritiek onterecht. Karremans had allang weggekund." Kriti sche collega's houden er vol gens hem geen rekening mee dat VN'ers maar beperkte mo gelijkheden hadden om iets te doen. Directeur De Milliano van Artsen zonder Grenzen uitte vo rige week kritiek op de Neder landse VN-militairen in Srebre nica. Volgens De Milliano zijn de Nederlanders hun toezeg ging onvoldoende nagekomen om de moslim-vluchtelingen uit de enclave te begeleiden. Vol gens De Wolf bevonden de twee medewerkers van Artsen zonder Grenzen, op wier uitspraken De Milliano zich onder andere ba seerde, zich in Potocari en niet in Srebrenica. „Die weten niet wat zich in de bossen afspeelt." Overigens twijfelt De Wolf niet aan de moorden en de ver krachtingen door de Bosnische Serviërs. „Maar je moet voor zichtig omspringen met verha len. Alleen als mensen onafhan kelijk van elkaar hetzelfde ver tellen, hecht ik er waarde aan." Volgens De Wolf zijn er objec tieve enqüetes nodig. „Anders ontstaat er propagandamateri aal met als doel de Serviërs heel negatief af te schilderen. De bad guys tegenover de good guys. Zo ligt het niet. Er komen nu ook berichten uit bij voorbeeld Slovenië waar Serviërs worden mishandeld." De Wolf bezocht bijna de hele vorige week Tuzla, Mostar en Zenica om de behoefte aan noodhulp in kaart te brengen. Volgens hem doet Unprofor in •de negen kampen bij Tuzla uit stekend werk. „Er worden dage lijks diverse maaltijden uitge deeld en ook is er medische hulp." Volgens De Wolf is er in Tuzla voldoende voedsel. Donderdag moesten noodrantsoenen wor den aangesproken, maar er was 5600 ton voedsel onderweg voor de 30.000 vluchtelingen. „Dat is genoeg voor drie maanden." Wel is er gebrek aan baby- en kindervoeding. De hulporgani saties in Zenica treffen voorbe reidingen voor de opvang van vluchtelingen uit Zepa. Er is een coördinatiecomité dat het aan tal beschikbare noodopvang- plaatsen inventariseert. Voedsel zal geen probleem zijn. „Wij schatten in dat er in Tuzla te veel zal zijn. Dat kan dan wor den overgebracht." DEN HAAG ANP Onmacht. Dat komt naar voren uit de verhalen van familieleden van de Nederlandse VN-militai- ren in Bosnië. „Ze konden niets doen tegen de Bosnische Ser viërs toen die Srebrenica bin nenvielen. Ze werden van alle kanten beschoten en moesten hun wapens afgeven", zegt een moeder van een Dutchbatter die was gestationeerd in Poto cari, de Nederlandse basis in de gevallen moslim- enclave. „Hij wilde met niemand praten. Ik vermoed dat hij wat vreselijks heeft meegemaakt." De mees ten denken dat hun zoon, doch ter of partner het moeilijk zal krijgen thuis weer mee te draai en. Hoewel de Dutchbatters allen opgewekt klonken toen zij naar huis belden, weet het thuisfront wel beter. Het is de blijheid van de vrijheid. De klap zal later ko men. „Nu staan ze in het mid delpunt van de belangstelling. Maar als de rust straks is terug gekeerd, kunnen ze pas naden ken over wat er is gebeurd", zegt de moeder van de 18-jarige Alex Hagenaars uit Alkmaar. Haar zoon is vrijwillig als dienstplichtige naar Bosnië ge gaan. „Daar zijn wel de nodige woorden over gevallen. Ik was het er niet mee eens. Hij wilde toch, want zijn ideaal is mari nier te worden." Ze hoopt dat Alex ertoe komt zijn verhaal aan haar te vertel len en mogelijke frustraties bij haar kwijt kan „We hebben een goed contact. Maar ik denk dat het beter is voor de verwerking als hij af en toe zijn maatjes uit Potocari opzoekt." Ook de ouders van de 25-jarige marinier Paul Boekei uit Sas- senheim zijn benieuwd in wat voor toestand ze hun zoon zul len aantreffen als hij vandaag op Soesterberg terugkomt. „Hij is erg nuchter van aard. Aan de telefoon zei hij dat het best ging, maar ik hoorde aan zijn stem dat er iets was. Hij zei dat hij het thuis pas wilde vertellen. Ik denk dat hij nog ergere din gen heeft gezien dan wij nu denken", zegt zijn vader. „Paul is als marinier wel wat gewend. Toch zal het niet in zijn kouwe kleren gaan zitten. Hij is ook in Irak geweest en toen hij terug kwam, leek het wel of niks hem kon schelen. De dagelijkse din gen, daar stapte hij zo over heen." De ouders van Paul denken dat hij ook nu weer zal moeten wennen aan het sociale leven in Nederland. „Uiteindelijk zal zijn verhaal er wel uitkomen, al is het pas na een tijdje. Het best praten we als we zitten te vis sen. Dan is hij rustig en ont spannen", aldus vader Boekei. Hoewel Paul al sinds zijn 17e in dienst zit en hij een goede mili taire instelling heeft, is zijn va der er niet meer van overtuigd dat hij in militaire dienst blijft. „Ik ben heel benieuwd hoe hij hier uitkomt." De moeder van beroepsmilitair Patrick Vissers (22) uit Ensche de is bang dat de uitzending van haar zoon naar oorlogsge bied de eerste en meteen de laatste keer is geweest. „Hij klonk vrolijk, maar toch teneer- geslagen. Hij voelde zich onvei lig, vooral toen de Bosnische Serviers hen beschoten en ook nog hun wapens afpakten. Bij deze schermutselingen is hij.ge wond geraakt aan zijn handen." „De jongens voelden zich machteloos. Ze konden hun taak niet volbrengen. Vlak na dë inval wilde hij met niemand praten. Wel zei hij dat de mos lim-mannen werden geschei den van de rest en afgevoerd. Ze kwamen niet meer terug. Hij was daar zeer van onder de in druk en ik vermoed dat hij nog meer vreselijke dinger* heeft ge zien", zegt ze. Ook denkt moeder Vissers dat het een harde dobber wordt voor Patrick om het leven hier op te pakken. Familieleden van de Dutchbatters hebben op de speciale dag vorige week op de basis Soesterberg al informatie gekregen over de opvang. „Dat was voor ons toch zinvol. Maar toch weet je helemaal niet wat je kan verwachten. Voor ieder Dutchbatter is dat weer an ders." f - S''"*' „ja A' Overste Karremans: Er zijn geen good guys en geen bad guys ZAGREB ANP Dutchbat heeft weinig gezien van de gruweldaden waar aan de Bosnische Serviërs zich bij de inname van Srebre nica te buiten zouden zijn gegaan. Landmachtbevelheb ber Couzy verklaarde gisteren in Zagreb tijdens een spe ciale persconferentie, dat de Nederlandse blauwhelmen slechts eén daadwerkelijke executie van een moslim heb ben gezien. Het ging daarbij om een man die bij een huis door het hoofd werd geschoten. executie constateerden Dutch batters dat Bosnische Serviërs enkele mannen een woning in voerden. Zij hoorden vervolgens geweerschoten. Toen de Neder landers daarna in het huis gin gen kijken, zagen ze negen lij ken met schotwonden in de rug. Ook in een ander geval troffen blauwhelmen negen a tien lij ken aan, aldus Couzy, met schotwonden in de rug en de zij. Onduidelijk was echter of het om dezelfde lijken ging of de stoffelijke resten van andere moslims. Couzy nuanceerde zijn con clusie door te beklemtonen dat hij geen duidelijk inzicht heeft in de gebeurtenissen buiten de enclave, onder andere van het vluchtelingentransport naar Kladanj/Tuzla. „Mijn beeld be treft alleen datgene wat zich in de enclave, onder de ogen van de Nederlanders heeft afge speeld." Om die reden konden Couzy en Karremans niets zeggen over het waarheidsgehalte van de verhalen over verkrachtingen. Couzy liet weten dat van ver krachtingen in of nabij de Dut- chbat-basis in Potocari niets be kend is. Hetzelfde geldt voor het transport van vrouwen en kin deren richting Kladanj, voor zo ver militairen van het Dutchbat dat konden begeleiden. Deze begeleiding verliep ove rigens niet zoals Karremans De commandant van de Neder landers in Srebrenica, overste Karremans, onderschreef het relaas van Couzy die ook de vele verhalen over verkrachtingen niet kon bevestigen. Minister Voorhoeve echter noemde de getuigenissen van de vluchtelin gen over wandaden 'talrijk en authentiek'. De 330 Nederland se VN-militairen stapten rond de middag op het vliegtuig en zouden aan het eind van de middag aankomen op de vlieg basis Soesterberg. Voorhoeve liet weten de te rugkeer van de Nederlandse blauwhelmen uit de enclave Srebrenica met gemengde ge voelens te bekijken. Behalve blijdschap over de terugkeer, is er ook het verdriet over het 'vre selijk lot' van de 40.000 bewo ners van de enclave, aldus Voorhoeve. Couzy zei aan de hand van de verklaringen van de dit week einde teruggekeerde Dutchbat ters 'een exact beeld van de fei ten' te hebben gekregen. Zo wa ren Nederlanders ervan getuige dat moslim-mannqn bij hun ge dwongen vertrek naar Bratunac door de Bosnische Serviërs wer den mishandeld. De Serviërs stopten hiermee toen ze merk ten dat ze werden gadegesla gen. Behalve de waargenomen Gehuld in blauwhelmpak kwam ook kroonprins Willem Alexander naar Zagreb om de verhalen aan te horen van de Dutchbatters. FOTO REUTER JURA NANUK vantevoren met de Bosnisch- Servische bevelhebber Mladic had afgesproken. Nederlandse jeeps hebben slechts meegere den met de eerste groep bussen die de vluchtelingen naar de fr ontplaats Kladanj brachten. Bij hun terugkeer naar de basis in Potocari werden deze Neder landers door Serviërs aange houden en van hun jeeps be roofd. Nadat zo veertien jeeps wqren ontvreemd, kon het Dut chbat niet anders doen dan om de tien kilometer posten instel len op de route naar Kladanj. Karremans geeft toe dat de Ne derlanders niet hebben kunnen controleren wat er tussen die posten gebeurde. „Maar we hebben geen aanwijzingen dat onderweg ernstige dingen zijn gebeurd". De strijd om Srebrenica maakte de Dutchbat-comman dant wel duidelijk dat Mladic volgens een zorgvuldig voorbe reid scenario te werk ging. Het was 'een uitstekend geplande aanval'. Het was volgens Karre mans militair onmogelijk de en clave te beschermen. Het Ne derlandse bataljon is tijdens de actie niet als strijdende partij gezien en ook niet direct aange vallen, maar uit de observatie posten gejaagd. De 4000 tot 5000 aanwezige moslim-strij ders boden opvallend genoeg nauwelijks weerstand, aldus Karremans. Het sterke Servische offensief bracht het Dutchbat er snel toe zich te concentreren op de hulpverlening. Tachtig procent van de 25.000 vluchtelingen die het kamp bij Potocari over spoelden, brachten de Neder landers over naar nabijgelegen fabriekshallen om paniek en chaos te voorkomen. Karremans oefende tijdens de persconferentie zware kritiek op het uitblijven van luchtsteun toen het Nederlandse bataljon probeerde in het zuiden van de enclave de Serviërs te blokke ren. „Op donderdag 6 juli heb ben we al om die luchtsteun ge waagd. Pas op de zesde dag kwam ze, met het gevolg dat de strijd in alle hevigheid door ging." Overigens maakt hij zich geen illusies dat met een mas sale luchtaanval van de NAVO Srebrenica zou zijn behouden. In totaal voerde Karremans vijf keer overleg met Mladic. Daarin werd het de overste dui delijk dat de Bosnische Serviers zich totaal niet laten afschrik ken door mogelijke luchtaan vallen. De schuld van het conflict ligt volgens Karremans overigens bij beide partijen. Hij herinner de eraan dat de moslim-strij ders in de nu tweeëneenhalf jaar durende oorlog 129 dorpen rond Srebrenica hebben platge brand. „Er zijn geen good guys en geen bad guys." Voor de Nederlandse regering zijn de ervaringen in Srebrenica geen reden om van verdere deelname aan de VN-operatie in Bosnië af te zien. Voor pre mier Kok en minister Voorhoe ve staat het vast dat Nederland ook in de toekomst een 'redelijk aandeel' moet leveren in Un profor. Volgens Kok is het wachten nu op de hergroepe ring van de VN-militairen, waarna duidelijk wordt wat Ne derland nog kan bijdragen. De premier gaf wel toe, dat de VN- aanwezigheid niet ideaal is. „Ik ben niet overtuigd van de for mule", aldus Kok. „Maar de twee alternatieven, wegtrekken of een totale grondoorlog, zijn helemaal uitzichtloos. er ZAGREB CEES VAN DER LAAN 1Ê Heeft overste Karremans, comj mandant van Dutchbat in Sreji brenica, zelf ook een tikje van r de Servische propaganda mee|E| gekregen? Heeft hij niet teveeljy bewondering voor de Bosniscl e Servische generaal Ratko Mla- a die, die in enkele dagen tijd dee enclave'etnisch zuiverde'? a Overste Karremans wilde giste-c ren het woord 'oorlogsmisdadig ger' niet in de mond nemen te j; aanzien van Mladic. „Beide p<c tijen hebben vreselijke dingena gedaan. De schuld moet bij be de partijen gezocht worden. D partijen kunnen niet worden j? opgedeeld in good guys en baa guys". r. Hij vertelt het verhaal dat de e Bosnische moslims rond Sre- e brenica 192 Servische dorpen a hebben platgebrand, voordat i'( een enclave was en tijdens de ie aanwezigheid van Dutchbat irei Srebrenica. Hoe weet Karre- jl mans dat? Hij heeft er over gelir zen en de Serven hebben het b; hem verteld je Toch blijft Karremans de 'held van Srebrenica', want hij bracl zijn jongens veilig terug. Als e^, echte troepencommandant reed Ton Karremans (46) zate£ dagochtend, aan het hoofd vaif 170 voertuigen, hetVN-kampj Pleso bij Zagreb binnen. Hij F werd opgevangen in een fuik e van militairen met zoveel mo| gelijk balken en sterren op hui)) schouders. Allemaal wilden zé) de overste de hand schudden, hun held uit Srebrenica. „Hetj» goed gegaan. Blij dat we hier zijn", zegt Karremans tegen 111 tenant-generaal Couzy, bevel-^ hebber der landstrijdkrachten als hij zaterdagochtend zijn lai ge lijf uit de jeep heeft gewronj, gen. Hij ontvangt de compli- f menten van generaal Bastiaary commandant van de luchtmoL biele brigade, en kolonel Ver- c schraegen, de contingentsconi mandant. Het zal vermoedelijL niet lang duren of bij Karre mans valt de promotie tot kol( nel op zijn deurmat. Luitenant-kolonel (overste) Kt remans, een Unifil-veteraan uj de Libanon-oorlog, ging begirji dit jaar als commandant van e het 13e bataljon van-de lucht-p mobiele brigade naar Srebreni ca. Hij was het die om lucht- j steun vroeg toen de Serviërs v, vanaf 6 juli de aanval opendei» Luchtsteun die hij tot zijn te- r leurstelling pas veel te laat kreeg. „De luchtaanval heeft geen effect gehad". Het zal hej nog lang dwarszitten. Net zoaj de dood van zijn soldaat Ravi*' van Renssen die door een Bosf niër werd neergeschoten. Karremans kan zijn bewondel ring voor de militaire strategic van Mladic niet onderdrukken „De verovering van Srebrenici was een militair zeer goed doe dachte operatie. Deze was pui gericht op de aanwezigheid vé de enkele duizenden moslim strijders. De BIH (het Bosniscl leger, CvdL) heeft zich nauwe1 lijks verdedigd. Of ze wisten al dat Srebrenica niet te verdedi^ genwas.". Ook de gijzeling van circa 55 Nederlandse blauwhelmen erf de 'terrorische dreiging' (aldul minister Voorhoeve) om de f blauwhelmen dood te schiete? en Srebrenica en het Dutchba1 kamp in Potocari met de gron gelijk te maken, noemt Karre-1 mans militaire strategie. Karrf mans vertelde gisteren dat hij' aan Mladic heeft gewaagd 1 waarom de generaal besloot Srebrenica te veroveren. „Ik vroeg hem of hij de aanval ha| geopend als er geen gewapenl moslimstrijders in Srebrenica waren en hij antwoordde: dar zouden we niet hebben aanga vallen". Met andere woorden' de Bosniërs hebben het eigen lijk wel aan zichzelf te wijten. Soldaten maakten dingen mee 'die je je hele leven niet meer vergeet' ZAGREB CEES VAN DER LAAN VERVOLG VAN VOORPAGINA Het groepje diehards in een hoek van het terras van hel Holland Huis op het VN- kamp Pleso had een broertje dood aan de verplichte débriefingsom over hun ervarin gen te vertellen. „De jongens die toen het bangst waren, hebben nu de grootste bek. Je ziet ze hier rondlopen. Dat ergert me", zegt een commando die nog net niet zegt dat Srebrenica een soort vakantie was. Andere militairen,.die zich opgelucht tonen dat ze weer op veilig gebied zitten en zich er op verheugen dat ze naar huis gaan, slaan een serieuzere toon aan. Ze voelen nog ieder uur de verschrikking van Srebre nica. Zoals Pablo Waakop Reyers uit Rotter dam, een 25-jarige dienstplichtige chauf feur van een pantserwagen. Hij belandde tussen Srebrenica en het vluchtkamp Poto cari bij een bushalte tussen een grote groep vluchtelingen die door Servische soldaten werd opgevangen. „Ze scheidden de man nen van de vrouwen. Ze brachten een groep van tien mannen naar een huis en toen hoorden we schoten. Ik denk dat ze dood geschoten zijn. Het is een verschrikkelijke gedachte dat twintig meter van je vandaan mensen worden afgemaakt. Dat vergeet je je hele leven niet. AJs VN'er sta je machte loos. De Serviërs kenden de mannen. Ze hadden hele lijsten bij zich en foto's. Ze werden er zo uitgepikt". „Wat je ook nooit vergeet is de stank van vluchtelingen. En het geschreeuw van de vrouwen toen ze gescheiden werden van hun mannen. Dat zijn beelden die je niet makkelijk van je afkunt zetten". Dienstplichtig soldaat Rudy Kamphuis uit Almelo geeft ronduit toe een 'paar keer goed bang' te zijn geweest. „De Serviërs schoten over ons kamp met granaten en ra ketten. Dan slaat de schrik je wel om het hart. Toch ben ik wel tevreden. We hebben zoveel mogelijk de vluchtelingen proberen te helpen. We gaven ze ons voedsel en drinkwater. Nee, wij hebben niet echt hon ger geleden, maar krap was het wel. Ik had geen sigaretten meer. Op een gegeven mo ment ben ik zelfs peuken gaan rapen van de grond om nog wat te kunnen roken. Dat is sinds de Tweede Wereldoorlog door Neder landse soldaten niet meer gedaan". Luitenant Egbers pakt er de kaart maar even bij. Hij wijst aan hoe de Serviërs vanuit het noorden de enclave Srebrenica verover den. „Ze hebben het heel tactisch gespeeld. Eerst vielen ze in het zuiden aan en vervol gens kwam de grote aanval in het noorden. Ik zag ze in linie op ons afkomen. Strate gisch was het een slimme tactiek". Egbers kreeg de opdracht om de-vluchtelin gen te begeleiden van Potocari naar Klan- danj, bij de frontlinie met Tuzla. Ze gingen met verschillende voertuigen op weg. „We reden op de weg die noordelijk rond de en clave liep naar Tuzla. Er werd daar veel ge vochten tussen moslims die wilden uitbre ken en Serviërs. Om de twintig meter had den de Serviërs soldaten neergezet. Wij ko men er aan rijden en we worden gestopt door ongeregelde Servische troepen, zeg maar struikrovers. We moesten onze auto's inleveren, onze wapens en onze scherfves ten. Die hadden ze nodig, zeiden ze. Wij zijn toen twee dagen vastgehouden in een school, dat het hoofdkwartier was van een Servische majoor. In de buurt werd intus sen fel gevochten. De kogels vlogen om ons heen". Hij en enkele andere soldaten vertellen van een gevecht dat bij 'de weg ontstond tussen twee groepen moslims. „De ene groep wil de zich overgeven, de andere niet. Ze scho ten op elkaar. Dat kun je je niet voorstellen. Ik heb ook gezien hoe een groep van een paar honderd moslims de weg trachtte over te steken. De Serviërs schoten terug en toen gaven de moslims zich over. De gevange nen werden overgebracht naar een ge bouwtje. Voor zover ik weet zijn ze daar trouwens goed behandeld". Volgens Egbers zijn ook de Nederlandse blauwhelmen tijdens hun gevangenschap door de Serviërs goed behandeld. Iedereen kreeg eten, bier en sigaretten aangeboden. „Ze toonden zich zeer bezorgd om ons, omdat er zo bij die weg werd gevochten. Ze waren heel vriendelijk, zeer gedisciplineerd. Ze hebben ons na twee dagen in een Servi sche pantserwagen teruggebracht. Ze von den het te gevaarlijk voor ons". Het is opvallend hoe positief de blauwhel men praten over de Servische soldaten en hoe negatief over de moslim-strijders. „De moslims stalen onze kleren en waren niet te vertrouwen. Ze veroorzaakten constant moeilijkheden, 's Nachts gingen ze de en clave uit en brandden Servische dorpjes plat", is een verhaal dat regelmatig onder de Dutchbatters te beluisteren valt. Ook luitenant Egbers en het groepje stoere jongens zijn die mening toegedaan. „De enige reden dat de Serviërs Srebrenica heb ben veroverd was dat ze het zat waren da! de moslims 's nachts te dorpen introkken en mensen vermoordden", zegt hij. Hij va| in januari drie dagen vastgehouden door: ene Silvo, de lokale Bosnische command! in de Badera-driehoek. „Dat was een maj die een deel van de voedselkonvooien vol zich opeiste en doorverkocht aan de bevc king. Dat verhaal moet ook maar eens wil den verteld". De commando's zijn het mi hem eens. „Dat de Serviërs moslim-strijd er uitpakten had alles te maken met die i rooftochten. Ze wisten soms wie er ge moord had en dan worden er rekeningen vereffend". Maatschappelijk werker kapitein Dijkmai weet de zaken wat meer te relativeren, al kent ook hij de verhalen. Hij ziet het draii vooral vanuit het perspectief van de vluel telingen. „Srebrenica is Schindlers List ar no 1995. Dat is de tragedie die zich hier heeft afgespeeld. Met foute en goede mei

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1995 | | pagina 2