ZATERDAGS BIJVOEGSEL 'Ik zou er geen medaille voor willen hebben' ZATERDAG 22 JUL11995 Dutchbat en het heldendom Het Bosnische slagveld heefteen nieuwe paradox opgeleverd: het slachtoffer als held. Onder de voet gelopen, ontwapend, gegijzeld, vernederd en gekrenkt keren de Nederlandse blauwhelmen terug op veilige bodem. Meteen heldenontvangst. Is het begrip 'held' aan een herdefinitie toe? De 'dikke' Van Dale omschrijft het begrip alsvolgt: Held, m. (-en), dapper krijgsman, die door moed uitblinkt. Hylke Tromp, hoogleraar vredesvraagstukken: ,,De klassieke hetd is iemand die met ontblote borst op een geweer inloopt. Voor wat er in Srebrenica is gebeurd zou ik geen medaille willen hebben." Overpeinzingen bij de terugkeer van 'Onze Jongens'. Terug uit de hel van Srebrenica. Een hel denontvangst voor Dutchbat. Terecht of niet terecht, dat is de vraag. FOTO'S CPD CEES ZORN in handen van Serviërs was gevallen. Tromp: ,Pas weken na het diner met de presi dent op het Witte Huis bleek overigens dat hij ook nog eens een echte prutser was geweest." Tromp is het helemaal eens met de visie van zijn Ameri kaanse collega Luttwak. „Vroeger had je gezinnen met twaalf kinderen. Dan was het ook niet zo'n probleem als er één of twee sneuvelden. Nu willen ouders die ene zoon die ze nog hebben niet kwijt raken en de politiek durft die levens niet meer te riskeren. Het gaat er nu om dat ze iets verstandigs hebben gedaan, er het beste van hebben gemaakt. Niet iets heldhaftigs." „De geschiedenis verheerlijkt menigeen als held, die in werkelijkheid slechts slachtoffer was", schreef de Duitse filosoof Baer-Oberdorf. Het slachtoffer als held, het is een pijnlijk juiste om schrijving voor de lotgevallen van de Amerikaanse piloot O' Grady, maar ook voor de circa 340 Ne derlandse soldaten die in minder dan drie uur door de Servische in/anterie onder de voet werden gelopen en vervolgens machteloos moesten toe staan dat twintigduizend vrouwen, kinderen en bejaarden werden afgevoerd en enkele duizenden mannen gevangen gezet en vermoedelijk gemar teld en vermoord werden. De Nederlandse blauwhelmen werden ontwa pend, vastgepind op hun basiskamp en daar on der vuür gehouden door Servische mortiergrana ten en raketwerpers. Het enige wapenfeit van commandant Karremans was dat hij trachtte blauwhelmen mee te laten reizen op sommige 'deportatiebussen'. Dat was geen daad van colla boratie, maar juist een vurige wens om te voorko men dat onschuldige burgers onderweg verkracht of vermoord zouden worden. Het Franse verwijt van 'medeplichtigheid' is daarom onterecht. De gegijzelde mannen van Karremans hadden niets te kiezen. Onder onmogelijke omstandigheden het beste ervan maken, dat was het parool van de commandant in zijn moeilijkste uren. Doelstelling Moet een held anno 1995 er het beste van hebben gemaakt? Of hebben Karremans en zijn mannen zich ook in militair opzicht buitengewoon moedig overmacht. Dat er bij de Servische aanval op Srebrenica geen Nederlandse gewon den zijn gevallen, zegt iets over de ge ringheid van de risi co's die bij de verde diging van de stad zijn genomen. Aan de andere kant: ge wapend verzet tegen een vijand die tien maal sterker is zou misschien wel van moed getuigd heb ben, maar niet van veel verstand. De Nederlandse blauwheljnen, t,ei;ug uit de hel van- Srebrenica. Met een heldenonthaai, precies-zoals minister Voorhoeve van Defensie had beloofd. De regering prees hun 'moed, vastberadenheid en opoffe ringsgezindheid'. Slingers, fanfare en champagne benadrukten de hoera-stemming. Toch jeukt er iets bij alle opluchting, waardering en verstikte emoties van het thuisfront. De nog prille heldenverering heeft iets dwingends. Vorige week werd bondgenoot Frankrijk zowat gekiel haald vanwege de kritische voetnoten die minister van buitenlandse zaken De Charette bij het Ne derlandse optreden in Srebrenica yvaagde te plaat sen. Dutchbat had volgens hem nauwelijks weer stand geboden aan het Bosnisch-Servische offen sief en maakte zich vervolgens 'medeplichtig' aan de deportatie.van dertigduizend moslim-burgers. Het zijn geluiden die we even niet willen horen. Van Mierlo riep onmiddellijk de Franse ambassa deur op het matje. Kok was dagen later nog 'nij dig'. Zo rancuneus had de premier zich nog niet eerder uitgelaten, maar de Franse kritiek sneed dan ook recht door het hart. „Een opmerkelijke omwenteling in de waarde ring van soldaten", signaleert de Groningse hoog leraar vredesvraagstukken Hylke Tromp. „Vroeger waren ze gewoon kannonnenvlees. Zaten de inva lide veteranen met de hand omhoog langs de kant van de weg. Nu is er een overdreven aandacht voor de soldaten. Vreemd toch. De blauwhelmen zijn niet eens in oorlog geweest, ze hebben alleen over de hoofden-van de vijand heengeschoten. Ie dereen weet dat Srebrenica een fiasco is gewor den." Bijval Jan Schoeman van de Stichting Maatschappij en Krijgsmacht in Den Haag vindt het niet verwon derlijk dat Nederland zich achter 'onze jongens' schaart. „Het was een humanitair optreden en dat wordt in dit land heel hoog gewaardeerd. Dat het vervolgens fout loopt, doet niet ter zake. Ze heb ben belangwekkend werk gedaan, met inzet van eigen leven en dat verdient erkenning. Als je je ei gen leven in de waagschaal stelt is dat iets bijzon ders. Dat geldt ook voor een brandweerman die uit een vuurzee levens redt." Kolonel b.d. Van Needen stond in de jaren ze ventig aan de wieg van het nieuwe personeelsbe leid in het leger. Voor het eerst was er nazorg van de blauwhel men die in de hqpeloze oorlog in Libanon actief waren. Met psy chologen en al. Voor die tijd ken de Nederland alleen de 'SOK-na- zorg' (Schop Onder de Kont). Van Needen: „Indië-veteranen kregen hun medaille per post toegstuurd. Dat was fout. Die moet je opgespeld krijgen door een hoge Piet. Als kerels terugko men moet je ze steun geven. Het met fanfares binnenhalen lijkt kinderachtig en het is wellicht een beetje doorgeslagen, maar toch is het goed voor de verwer kingvan alle ervaringen." Het 'heldendom' is nogal on- getoond? Wie durft, vanuit de Nederlandse leun stoel, Karremans de maat te nemen? Want het is erg gemakkelijk dapper te zijn op veilige afstand. Maar toch. De feiten, voor zover beschikbaar, wijzen niet op een erg standvastig optreden. Na dat de Bosnische Serviërs een observatiepost in het zuiden van de enclave hadden veroverd was niet de boodschap aan de vijand 'Tot hier en niet verder!' maar: 'Slaat u alstublieft linksaf. In de commandobunker van het ministerie van defensie verklaart commodore Hilderink dat de defensiestaf er tot het laastste moment op reken de dat de Serviërs slechts het zuidelijk deel van de enclave, alsmede een daar gelegen strategische weg, wilden veroveren. Dat was nog acceptabel geweest, zo luidde het signaal aan de Serviërs. Groot was de verontwaardiging dan ook toen ge neraal Mladic, ondanks eerdere toezeggingen, toch Srebrenica zélf aanviel. Hilderink: „De hoofd doelstelling was: de veiligheid van onze eigen mensen. Ten tweede: de vluchtelingen maximale hulp bieden. We zaten er niet voor de zandkorrels van de enclave, die was toch onverdedigbaar." Kon Dutchbat de aanval afslaan als ze dat had gewild? Het antwoord is simpel: nee. Ongeveer driehonderd Nederlandse militairen moesten zich verweren tegen drieduizend zwaarbewapende Servische infanteristen, een niet kinderachtige eerlijk over de aardbol verdeeld. De ge schiedschrijving heeft bij de keus tussen - de 'held' en 'lafaard' een sterke voorkeur voor degene die zegeviert, zijn vlag plant, de vijand vertrapt of anderszins zijn superioriteit demonstreert. Ondanks zijn rooftochten en massamoorden geldt de Mongoolse heerser Djengis Khan als een groot veldheer en de medogenloze Alexander de Grote als een moedig staatsman. Maar de dictator die uiteindelijk ver liest - Stalin, Hitler, Lenin - brandt tot de grond toe af. Zijn standbeeld wordt om ver getrokken en zijn wandaden komen in de schijnwerpers. Tromp: „Bij verlo ren oorlogen en debacles keek iedereen altijd het leger met de nek aan. Zie Viet nam en Nede'rlands-Indië. Maar nu doen we het anders. Srebrenica wordt omgebouwd tot een overwinning. We hebben een roze strategie bedacht en pleiten onszelf vrij." Definitie Schoeman gelooft daar niks van. „Wij hebben ge leerd met foute oorlogen om te gaan. De Indië-ve- teranen lieten we nog in de kou staan. Pas vanaf de jaren tachtig is er iets voor hen op gang geko men. Na de missie in Libanon gaat het niet meer om de foute oorlog maar om de individuele sol daat. Dat de missie als zodanig is mislukt, doet niks af aan de inzet van de blauwhelmen. Die in zet bepaalt of iemand een held is." Het begrip 'held' is in deze tijd, waarin de inter nationale rechtsorde is verschrompeld tot papie ren resoluties, aan een nieuwe definitie toe. Tromp: „De klassieke held is iemand die moed vertoont die anderen niet hebben. Iemand die met ontblote borst op een geweer inloopt. Een held is nooit beducht voor zijn eigen hachje." De bekendste held uit de recente geschiedenis is evenwel niet een man die vijandelijke regimen ten versloeg, maar uitgerekend de wat onhandige Amerikaanse piloot Scott O'Grady die boven vij andig gebied roemloos werd neergehaald. Nie mand minder dan president Clinton hief zijn jon ge landgenoot op het schild vanwege zijn 'betoon de moed'. Zijn belangrijkste verdienste was dat hij veilig terugkeerde op vaderlandse bodem en niet 'Goed gedaan' De vraag is of het er allemaal toe doet, de ze kanttekeningen. Verdienen Nederlandse solda ten die huis en haard hebben verlaten om op vreemd grondgebied een onmogelijke opdracht te vervullen niet sowieso steun, lof en hulde? „Ja", roept de gepensioneerde kolonel Van Nee den. „Held is te veel gezegd, maar daar til ik niet zwaar aan. De toespraken van Voorhoeve en Cou- zy waren welicht wat onbeholpen, maar akkoord. De blauwhelmen hebben hun werk goed gedaan eri verdienen een pluim op de hoed. „Ja", meent ook Schoeman. „Held is de hoogste verbale onderscheiding die je als militair kunt krij gen." We hebben geleerd uit de geschiedenis, al dus Schoeman. „Het was hier in'Nederland altijd: 'Doe maar gewoon, waarom zou je een vlag uit steken?!'. Dat is onterecht. Nu zien we het in juis tere proporties. Deze nieuwe aanpak, dit welkom, is tegelijkertijd een psychologische begeleiding. Een maatschappelijke erkenning die belangrijk is voor de verwprking." „Nee", meent de hoogleraar Tromp. „Ik zou er ook geen medaille voor willen dragen. Ik zou er zelfs niet aan herinnerd willen worden. Het is een schande wat daar is gebeurd. De blauwhelmen zijn een doodlopende straat ingestuurd en ieder een verschuilt zich nu achter iedereen. Iedereen krijgt aan het einde een lintje, hoe het ook af loopt."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1995 | | pagina 25