Duitsers komen er soms slecht vanaf in Nederlandse leerboeken Gokverslaving is wel te genezen, maar het mag niet Binnenland Officier van justitie krijgt harde dobber aan 'wietcontainer' Wereldbank hamert opjj zonzijde globalisering e MAANDAG 3 JULI 1995 ANP Algemeen Nederlands Persbureau CPD Geassocieerde Pers 01 ENSCHEDE PAUL VAN DER BIJ L De ingepakte Rijksdag, een project van de kunstenaar Christo v wegend negatieve imago trachtte op te vijzelen. Arne en Frank, twee Nederlandse jon gens, stappen de kranten- en souvenir kiosk op het centraal station in Mün- chen binnen. Er zijn veel klanten en maar één verkoopster, die moe en on vriendelijk overkomt. In hun beste Duits vragen de jongens om een Nederlandse krant, maar de verkoopster reageert bits: „Wir haben nur deutsche Zeitungen". Dit verhaaltje is afkomstig uit een leer boek Duits voor MAVO en VBO. Onder zoekster Tholey van het Nationaal Infor matiecentrum Leermiddelen (NICL) in Enschede haalt het aan als voorbeeld van de soms negatieve wijze waarop in de Nederlandse schoolboeken wordt ge schreven over Duitsers en Duitsland. Natuurlijk, je kunt een chagrijnige Duit se verkoopster treffen. „Maar dat je in de krantenkiosk op het centraal station in München alleen Duitse kranten kunt ko pen, lijkt erg onwaarschijnlijk." Tholey is leidster van een onlangs ge start onderzoeksproject dat in beeld moet brengen hoe Duitsland en Duitsers in Nederlandse boeken voor het voort gezet onderwijs worden gepresenteerd. Aanleiding voor het onderzoek is het in middels veel besproken onderzoek uit 1993 door het Instituut Clingendael naar het beeld dat de Nederlandse jeugd heeft van Duisters en Duitsland. Dat beeld was uitgesproken negatief. Over heersend, arrogant, oorlogszuchtig, zo luidde veelal het oordeel van dejonge- ren. Die associeerden Duitsland vooral met de Tweede Wereldoorlog, neo-na- zisme en extreem rechts. „Uit dat onderzoek bleek tegelijkertijd dat de feitelijke kennis van Duitsland ei genlijk minimaal is", aldus Tholey. „om dat ook het onderwijs, naast ouders en media, werd genoemd als belangrijke in formatiebron over Duitsland, leek het ons een goede zaak te kijken of de voor oordelen over Duitsers en Duitsland in de leerboeken bevestigd worden." Een klein vooronderzoek leverde een handvol passages en illustraties op die volgens de onderzoekers een weinig evenwichtig beeld van Duitsland en Duitsers schetsen. Zo wordt in een aard rijkskundeboek, na de mededeling dat de Rijn bij Lobith ons land binnen stroomt, de vraag opgeworpen welke idioten' die rivier toch zo vervuilen. En in een geschiedenisboek prijkt bij een verhandeling over de Duitse wederop bouw na de Tweede Wereldoorlog een foto van een serveerster met een dien blad vol bierpullen. In het onderzoek, dat het NICL uit voert met het Duitse Georg Eckert Insti- tut, worden ongeveer twintig leerboeken onder de loep genomen. Het gaat om boeken voor geschiedenis, aardrijkskun de, economie, maatschappijleer en Duits die veel gebruikt worden in de ver schillende typen voortgezet onderwijs. „We willen er enkele recent uitgegeven boeken in betrekken, want er is sinds het verschijnen van het Clingendael-onder- zoek nog al wat in gang gezet", aldus Tholey. „Er is in Nederland en Duitsland veel discussie geweest over het Duits- landbeeld van de Nederlandse jeugd. En uit een onlangs gehouden onderzoek in opdracht van de VPRO bleek dat het wel meeviel met dat negatieve beeld." Na de analyse door de onderzoekers worden bepaalde delen van de leerboe ken voorgelegd aan leerlingen en docen ten van acht scholen uit het hele land. Zij moeten aangeven hoe tekst en illu straties bij hen overkomen. Het onderzoek moet in 1997 uiteinde lijk resulteren in aanbevelingen voor au teurs en docenten en controlelijsten voor docenten, die daarmee kunnen be oordelen of het lesmateriaal een beeld van Duitsland schetst dat realistisch is en niet alleen op stereotypen en voor oordelen berust. Die beoordeling wordt aan de docenten overgelaten, er komt geen zwarte lijst. „Het is niet de bedoeling ervoor te zorgen dat in de toekomst een positief beeld van Duitsland in leerboeken wordt geschetst", benadrukt Tholey. „Het is ons begonnen om een evenwichtig beeld. Het is zaak dat alle aspecten van Duitsland aan bod komen." Ze pakt een boek om een voorbeeld te laten „Hier wordt de opkomst van de rej radicalen in Duitsland van de laatsf" ren belicht. Maar dat niet allee^( wordt ook gemeld dat na aanslagei huizen van asielzoekers grote prote|D monstraties zijn geweest. Daarvan iF" een foto afgedrukt.ire Tholey beaamt dat de onderzo^ zich op glad ijs begeven. Wie iets wipr tellen over een volk vervalt nocje dwongen in generalisaties. Wannefa iets een veralgemenisering en waija» een stereotype? Draagt een prentee een bierdrinkende Duitser in Leden in een boek bij aan een negatief ILi van Duitsland? Nederlanders woM per slot van rekening ook vaak op kL pen temidden van tulpen en kazen fc beeld. En de Tweede Wereldoorlog L eenmaal een belangrijke gebeurteiu de wereldgeschiedenis. jn Tholey: „Natuurlijk, je moet oppaa dat je niet overal wat achter zoekt. |j. indruk kan fout zijn. Daarom leggef delen van de leerboeken ook voorj docenten en leerlingen om er acht/1 komen hoe die bij hen overkomen.! derlandse en Duitse vakdeskundigej!£ ken of voorbeelden en illustraties fé1 tioneel zijn, of een onderwerp nietp1 zijdig wordt belicht. De Duitse gesfn denis omvat nu eenmaal meer dal leen de Tweede Wereldoorlog." H CAREL GOSELING „Wat doe je als je bij een ge vaarlijke kruising ziet dat ie mand bij het oversteken wordt doodgereden? Een uur later gebeurt hetzelfde met een tweede persoon. Nog eens zes tig minuten daarna gaat num mer drie onder de wielen. Dan bedenk je je toch wel drie keer voordat je oversteekt. Hoe an ders reageert een gokverslaaf de. Als hij met eigen ogen ziet dat drie spelers al hun geld verspelen, staat hij al te trillen van enthousiasme om ook te mogen. Want straks gaat dje automaat geven". Theo Adriaens is als psycho loog werkzaam bij Roder Hyde, instituut voor verslavingszorg in Sint Oedenrode. Tot voor kort de enige kliniek in Nederland met een speciale afdeling voor gokverslaafden. Geldgebrek leidde ertoe dat de 'gokgroep' werd opgeheven. Bovendien bleek de vraag naar plaatsen voor alcohol- en drugsverslaaf den zo groot dat de gokkers maar aan de kant moesten. Zij zitten nu tussen alle andere ver slaafden in. Hun behandeling duurt daarmee veel langer, te gen veel hogere kosten. Adriaens kan er woedend om worden. „Vroeger konden wij iemand in drie maanden hel pen. Echt zo dat ze de gokauto maat daarna moeiteloos kon den weerstaan. Nu duurt het meer dan een jaar. Het is eeu wig zonde. Een gokverslaafde kun je niet vergelijken met ie mand die aan de drugs of drank is. Die zijn lichamelijk afhanke lijk. Bij de gokverslaafde is het een denkpatroon". misverstanden De gedachtenwereld van de gokker zit volgéns Adriaens vol misverstanden. Zo denkt de gokker zeventig procent kans te hebben om te winnen als wordt verteld dat een gokautomaat 70 procent van de inzet uitkeert. Een andere hersenkronkel is dat een automaat 'moet gaan ge ven' als een aantal mensen ach ter elkaar heeft verloren. De machine is ook voorgeprogram meerd, meent de gokker. Eens in de zoveel tijd moet er gewon nen worden. Dat is gewoon het schema. „Er bestaat een rotsvaste overtuiging dat hét gaat gebeu ren. Van negatieve ervaringen Ieren ze ook niets. Velen heb ben ok het idee voor geluk te zijn geboren. Het spreekwoord Adrians in een gokhal: „Velen hebben het idee voor geluk te zijn geboren" 'de aanhouder wint' speelt ook een heel belangrijke rol", ver duidelijkt Adriaens. De gokverslaafden blijken vooral spelers op gokkasten te zijn. Mannen van wie de gemid delde leeftijd 30 jaar is. Er zijn echter verslaafden van dertien jaar, net zo goed als ouderen van boven de 65. De gokverslaafden komen vaak uit kansarme groepen. De jongeren spelen omdat het sta tus geeft. Vaak wordt er ook niet bij nagedacht. Het gezin is meestal gebroken. Liefde voor het kind wordt door de ouder afgekocht met een flink bedrag zakgeld. „Gokverslaafden zijn erg in zichzelf gekeerd, vaak bij na a-sociaal", weet Adriaens. Hoeveel gokverslaafden er zijn (de schattingen lopen uit een van tienduizenden tot 200.000 - red.), durft de psycho loog niet te schatten. „Dat is speculeren. Wanneer ben je verslaafd? Als je drie keer per dag speelt, of als je vier keer on vrijwillig naar de automaat te rugkeert? Met getallen schiet je niet veel op. Het gaat om de maatschappelijke kosten. Die lopen in de miljarden". criminaliteit Adriaens rekent voor dat er al leen in speelautomaten jaarlijks 2 miljard gulden verdwijnt. De spelers lenen het geld uiteinde lijk, als zij dat kunnen. Bedra gen die zij niet kunnen terugbe talen. De gezinnen gaan kapot. De baan wordt verloren. Er is professionele hulpverlening no dig, niet alleen aan de gokker zelf maar ook aan mensen in zijn omgeving. Vaak is een op name in een Idiniek vereist. Kan het geld niet of niet meer geleend worden, dan is de cri minaliteit, vooral voor de jonge ren, vaak de enige bron van in komsten. De woede om het zo veelste verlies leidt regelmatig tot vandalisme. ,J)at wordt alle maal te weinig onderkend", meent Adriaens, „deze mensen zijn obsessief bezig met de vraag: hoe kom ik aan geld? De negatieve spin-off is gigan tisch". Als behandeling werd in Sint Oedenrode de gokker onder meer duidelijk gemaakt dat de kansberekeningen niet kloppen. Adriaens: „Met dobbelstenen wordt dat snel duidelijk". Ver der proberen de psychologen de gedachtenwereld van de gokker binnen te komen. Hem bewust te maken van de effecten van zijn gedrag. Te laten leren van de ervaringen. Het leren om gaan met geld is een ander on derdeel van de aanpak. Net als het de gokker leren het bevredi gen van de gokbehoefte uit te stellen. Adriaens: „Er is lang ge dacht een verslaafde is een ver slaafde. Elke verslaafde is gelijk. Maar een gokker is heel speci fiek". De gokgroep Roder Hyde be staat niet meer. Elders is het land is er geen enkele soortgelij ke voorziening. „Als er op vier of vijf plaatsen in het land 'gok- groepen' in klinieken voor ver slaafden zouden komen, kon den wij een heleboel doen. Maar ja, nu gebeurt er niets. Terwijl de hulp in vergelijking met andere vormen van zorg zo goedkoop is". Officier van justitie Van der Velde in Assen zal een harde dobber krijgen om aan te tonen dat de verkoop van compleet ingerichte containers voor het kweken van marihuana uitlokking van een strafbaar feit is. Het tweemans bedrijfje G P Containerbouw in Emmen timmert met deze kweekcontainers aan de weg. De Drentenaren Gert en Peter, zoals ze zichzelf noemen, kwamen tijdens het roken van een joint op het idee mobiele, high tech ruimten te ont wikkelen voor de marihuanakweek. Voor een be drag van tussen de 25.000 a 30.000 gulden kan er een geheel ingerichte container bij ze worden aangeschaft. Slechts om de tien dagen hoeft men water en brandstof bij te vullen. Voor de rest re gelt de geïnstalleerde apparatuur in de volledig geïsoleerde en geluiddichte container alles zelf. Met zes oogsten per jaar is de investering zo te rugverdiend, vertelden ze. Officier Van der Velde kondigde daarop aan, naar aanleiding van een bericht in deze krant, te onderzoeken of de twee eigenaren zich schuldig maken aan een strafbaar feit. In dit geval uitlok king van een misdrijf op grond van artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht. Gezien de wat onhandige uitspraken van het tweetal is daar in beginsel alle aanleiding toe. Door de containers aan te prijzen voor de neder- wietteelt, laadt het tweetal op z'n minst de ver denking op zich mee te werken of mogelijkheden te creëren voor de nog steeds verboden mari- huanateelt. Maar juridisch ligt dit een stuk gecompliceer der. Artikel 47 (deelneming aan strafbare feiten) lid 2 zegt dat iemand strafbaar is als hij of zij door het verschaffen van gelegenheid, middelen of in lichtingen het feit opzettelijk uitlokt. Het strafba re feit moet overigens wel zijn gepleegd. Als Peter en Gert eerst juridisch advies hadden ingewonnen van advocaten of in de cannabis- branche actieve adviseurs, dan hadden zij deze valkuil eenvoudig kunnen omzeilen. In Neder land is immers een groeiend aantal growshops actief, dat apparatuur, mest, bestrijdingsmidde len literatuur en technologie verkoopt aan de kleine en grote wietkweker. Bovendien zijn er al lerlei toeleveringsbedrijven ontstaan die bijvoor beeld mest voor marihuanaplanten produceren, of speciale groeilampen. Deze bedrijven en win kels worden niet voor de rechter gesleept, terwijl ze door de bank genomen meewerken aan uitlok king van een strafbaar feit Dit komt omdat de growshops zich niet affi cheren als speciale marihuanakweek-winkels. In de advertenties of brochures komt vaak de naam marihuana niet eens voor. Uit alles blijkt overi gens dat het gebodene wel bedoeld is voor de kweker die in zo'n growshop vaak ook wietstek- ken kan kopen. Dit wordt echter in de meeste ge meenten tot op zekere hoogte gedoogd. In growshops worden klanten vaak gewaar schuwd dat het kweken van marihuana strafbaar is. Dat vermelden bijvoorbeeld de etiketten van de zakjes marihuana-zaad van het zaden-imperi um Sensi Seeds. Niemand overigens die zich wat aantrekt van de waarschuwingen. Nederwiet heeft inmiddels vijftig procent van de markt ver overd. G P Containers zou in deze optiek de contai ner kunnen aanbieden als een produktie-eenheid voor de kweker in de land- en tuinbouw. Kassen zijn immers ook niet verboden, terwijl iedereen weet dat vooral in kassen marihuana wordt ge teeld. Bovendien kunnen ze de afnemers - de be langstelling is groot, zeggen Gert en Peter - een contract laten ondertekenen dat de verkopers niet aansprakelijk zijn voor datgene wat de koper van plan is met de container. En in deze overeen komst kunnen ze de koper ook wijzen op de strafbaarheid van het kweken van marihuana. Op deze wijze wordt het voor de officier van justitie wel heel erg lastig om uitlokking van een misdrijf ten laste te leggen. Het openbaar minis terie heeft ook een ander probleem. Uitlokking van een misdrijf kan pas ten laste worden gelegd als het strafbare feit daadwerkelijk is gepleegd. En dat vergt tijdrovend en langdurig onderzoek, waarvan de uitkomst zeer onzeker is. Wat de twee zakenlieden niet kunnen voorko men is dat rechercheurs zich in de bosjes rond hun bedrijf nestelen en ijverig de personalia van hun klanten noteren. Maar daar zullen ze ook wel wat voor bedenken. 'Werkloosheid aanpakken niet onderwijr AMSTERDAM HELEEN PAALVAST De globalisering van de eco nomie en de uitdijende wer kende bevolking in de arme landen krijgen nogal eens de schuld van de druk op de lo nen en de werkloosheid in de industrielanden. Maar die ver halen kloppen niet. Volgens de ontwikkelingsbank hebben de rijke landen de werkloosheids crisis vooral aan zichzelf te wijten. Zij moeten de proble men daarom niet afwentelen op de arme landen en die niet links laten liggen. Deze landen zijn juist steeds meer een bron van economische groei, stelt de Wereldbank in het rapport 'Werknemers in een integre rende wereld'. Het centrale thema daarin is de globalisering van de econo mie en de gevolgen voor de beroepsbevolking in arme en rijke landen. De grenzen ver vagen steeds meer door de groeiende vervlechting van de goederen- en kapitaalmarkten. Van aparte, afgesloten ar beidsmarkten is daardoor ook steeds minder sprake. De we reld wordt eigenlijk steeds meer één grote (arbeids- )markt. Was twintig jaar geleden tweederde van de beroepsbe volking door protectionisme dan wel een planeconomie af gesloten van de internationale markten, in het jaar 2000 zal 90 procent van de werkers wo nen in landen die sterke ban den hebben met de wereld economie, schrijft de Wereld bank. Bovendien groeit de be roepsbevolking als kool. Ze omvat nu 2,5 miljard werkne mers, dat zijn er tweemaal zo veel als in 1965. De Wereld bank voorspelt dat er in de pe riode tot 2025 1,2 miljard ar beiders zullen bijkomen. Van hen zal 99 procent in landen met lage en middeninkomens wonen. Maar de problemen van bij voorbeeld werklozen in Frank rijk en van ongeschoolden in de VS die met een steeds lager loon moeten zien rond te ko men terwijl net afgestudeer den steeds meer verdienen, is slechts voor een klein deel het gevolg van de vrijere handel, het kapitaalverkeer en de ar beidsmigratie. Volgens de bank dekt de import vanuit de ontwikkelingslanden slechts 3 procent van het bruto binnen lands produkt, het totaal van alle goederen en diensten, van de industrielanden. Volgens de Wereldbank moet de oorzaak van de groei van de werkloosheid in indus trielanden - in Europa ligt die op ongeveer 12 procent - er gens anders gezocht worden. In sommige industrielanden is de vraag naar ongeschoolde arbeid door de technologische ontwikkelingen, in combinatie met het rigide loonsysteem en het sociale stelsel, kleiner ge worden. De rijke landen hebben ook meer te winnen dan te verlie zen door banden met de lage lonenlanden. Dat is nu al het geval. Deze landen nemen steeds meer goederen af. Uit breiding van de handel is voor werknemers profijtelijk. De ar beidsmobiliteit wordt bev|u derd, in plaats van dat wei nemers 'gijzelaar' zijn vantf binnenlandse waag. n Volgens de Wereldba dreigen wel jonge en ort-, schoolde werknemers doorl globalisering van de econoii buiten de boot te vallen. F scherming van de eigen ma is niet de oplossing. Dat juist ten koste gaan van)e economische groei. ic In het rapport distantie de bank zich van de steil dat groei geen banen oplevu zoals in Europa wel e* wordt betoogd, omdat de ep nomische opleving geen s( laas heeft gebracht op de .e beidsmarkten. Michael Wf ton, de drijvende kracht acHe bet rapport, spreekt zelfs 'fictie'. Het Verre Oosten levft volgens hem het bewijsP' landen als Zuid-Korea, leisië en Thailand zijn de^ nen in de indu*== strie tus?1 1970 en 1990 reëel met procent gestegen, terwijl u aantal banen verviervoudig* Aan de andere kant verhP de Wereldbank niet dat de beidsverhoudingen in Ocp' Azië weinig benijdenswaaif€ zijn. Geweld, kostbare stak? gen en mensenrechtenschf1 dingen zijn daarvan het r volg. p1 Het probleem van lagere?1 nen en dreigend baanverF vraagt volgens de bank e- 'degelijke binnenlandse p<* tiek', vooral op het gebied t de arbeidsmarkt. Verder i onderwijs en scholing belai rijk. De Wereldbank schrijft regeringen zich vooral moe bekommeren om wouwen minder onderwijs hebben noten, relatief weinig hoge sities bekleden en onder taald worden. Goedkoop derwijs en een betere toegi van wouwen tot de arbei markt kan ook soelaas biet tegen het kwaad van de k derarbeid. De Wereldbank ziet ook belangrijke rol weggelegd v de vakbonden, maar 1 functioneren is wel afhanke van de politieke en econo sche omstandigheden. „V bonden opereren niet in i vacuüm." De bank erkent dat ecoi mische hervormingen een 1 ge tol eisen van werknemer! landen die het communisi hebben afgeschud of prot tionisme afzweren. „Dat I aan de ziekte, niet aan het n dicijn", meent de bank. De nen in landen zoals Arger nië^ Chili en Mexico kelderd eerst met een derde voordat herstelden. Ook in Bulgar Tsjechië. Polen, Roemenië Rusland daalden de lonen het eerste overgangsjaar r 18 tot 40 procent. De Wereldbank schetst l slotte een toekomst waarbij ongelijkheid slechts langzai minder wordt. Verdienden schoolde werknemers in de dustrieland^n in 1992 zes keer zoveel als Afrikaanse b< ren. in 2010 zal dat vijftig ki zoveel zijn. Alleen de lanc ten zuiden van de Sahara dt gen steeds meer gemargim seerd te worden, en afban lijk te worden van steun v de rijke landen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1995 | | pagina 6