Een schokkend mooi land n Spannend boek De oorlog is ook na twintig jaar nog overal in Vietnam n. e oorlog is overal. Elke hoek zou t v W gebruikt kunnen zijn als decor tii' voor films als Apocalypse Now, aoon of The Deer Hunter. Vietnam is een «inbenemend paradijs vol gruwelijkheden, bintwintintig miljoen bomkraters, een trhvelijke American Killer Hero die in Cii Bsper videoband vertelt hoe ze in het begin ikde jaren zeventig 118 Yanks ombracht, Oorlogsmusea volgestouwd met gebutst etentuig en horror-foto's. In de straten van :eChi Minhstad, het voormalige Saigon, Talen Zippo-aanstekers en Rolex-horloges tejeboden. Afgepakt van doodgeschoten of langengenomen Amerikaanse soldaten, ooen de vriendelijk lachende verkopers, irtdt die oorlog dan nooit op? koeilijk te voorspellen, maar wie weet. dfre American?"vragen twee giechelende i eijes in Hanoi een aan de oever van het als ?rfélein glanzende Hoan Kiem Meer rus- idp vreemdeling. Madonna is hun heldin i can Michael Jackson kochten ze in de ou- zftad (een uiterst charmante gribus vol artels van sinkel) zo pas nog twee cassette- hdjes van een uur. De nieuwe generatie ;e1jkt het heeft geen boodschap aan het iden. Sloopt de beruchte Höa Lo-gevan- e|s (in de Verenigde Staten beter bekend niet Hilton Hanoi) en bouwt aan het witte leimstrand van Danang met Amerikaans 1 een nieuw toeristisch centrum, waar vol- vt jaar surfkampioenschappen zullen wor- «houden. Pin krankzinnig land. Moestuintjes op de t f-waar tot 1968 de voor driekwart plat ge- ojbardeerde Verboden Purperen Stad van ve! stond, en vlak daarvoor de Rivier der nfen Perfume River) waarop ranke sam- !e[i in een zilveren stilte richting zee drij- Vier kilometer stroomopwaarts als [tïrdeel van de Thien Mu-pagodehèt -Cfeool van Vietnam, de zeven verdiepingen lehde Phuoc Duyenstoepa, en honderd rvir daarachter de in een etalage gestalde, s «blauwe Austin, waarmee de boeddhisti- monnik Thich Quang Due in juni 1963 I iT Saigon reed. Daar stak hij zichzelf uit z$st tegen het regime van de Zuidvietna- e president Diem in brand. Het begin, naar. Napalm-bommen fchter de voorruit geplakte foto van de als fakkel in de storm brandende monnik ikte de wereld. Zoals in Vietnam gemaak- ïelden dat vanaf dat moment twaalf jaar zouden doen. Een moeder vlucht met kinderen in paniek de rivier in, nadat trikanen haar dorp met de grond gelijk ïen gemaakt World Press Photo 1965); Zuidvietnamese politiecommandant yen Ngoc Loan schiet in Saigon midden traat een gevangen Vietcong-officier zon- n Kirrn van proces dwars door het hoofd gjld Press Photo 1968); de negenjarige Phan fam Phuc, getroffen door napalm-bom- k heeft haar brandende kleren uitgetrok- en rent naakt, schreeuwend en met een [pijn vertrokken gezicht over de weg ld Press Photo 1972). view, waarin een zekere Tan Loc, bromfiets- winkelier te Hanoi, trots meldt dat hij alleen al van het type 'Dream II' zo'n vijftien Hon da's per dag verkoopt. Ad 2.700 dollar per stuk. Suizebollend vraagt de vreemdeling zich af wat er staat te gebeuren als het brommertje straks plaats gaat maken voor een eigen auto, en praait hij doof van het geknetter en ge toetereen cyclo, die hem voor een dollar per uur door het wriemelende Saigon rijdt. Of door Hué. Of door de aantrekkelijkste van al le grote Vietnamese steden, het met Franse allure doordesemde Hanoi. Eén keer, omdat hij tijd te kort komt, vliegt hij per helikopter naar de Baai van Hai Long. Opnieuw oorlog. Alles in de machine trilt en schudt, de natte hitte maakt misselijk. Als het zweet in dikke druppels van zijn voorhoofd lekt, vraagt hij of het raampje open mag. Ja dus. Met z'n kop in de bulde rende wind ziet hij honderddertig meter on der zich brede rivieren vol goor bruin water langs blikkerende sawa's en dotjes getande palmen stromen; boven hem dokkert zwaar en dreunend de hefschroef. In zijn hoofd be gint Billy Joel aan Good Night Saigon. Lied over de gewone soldaat die maar moet zien hoe hij zijn kont redt. Oorlogsmisdaden Geen ontkomen aan. In Vietnam vormt de oorlog vooralsnog de grootste toeristische at tractie. Waar je ook gaat of staat in het twee duizend kilometer lange land, overal dringt hij zich aan je op. Hello war. Op het dakterras van Hotel Caravelle in Ho Chi Minh Stad (van waaraf in 1975 <^e verslaggevers de ge vechten in de straten volgden), op China Beach, het strand bij Danang waar in 1965 de eerste Amerikanen landden, in het Oorlogs museum aan de Vo Van Tan Straat in Ho Chi Minh Stad vooral. De'officiële naam van de in een paar oude loodsen van het Amerikaanse leger onderge brachte tentoonstelling luidt Exhibition Hou se of Aggression War Crimes, het Museum van Oorlogsmisdaden. Maar dat is een term die de gids van vandaag onmogelijk over zijn lip pen kan krijgen. Omdat hij zo dubbelop is. Oorlog is altijd misdaad, van beide kanten. Alleen al in Hué vermoordde de Vietcong tij dens het Tet-offensief in drieënhalve week drieduizend burgers. Zie je hier niets van. Maar niet altijd hoeft eenzijdigheid de wer kelijkheid in de weg te staan. Zwijgend lopen de bezoekers ('imperialisten' betalen 17,50, Vietnapiezen acht dubbeltjes: de klassestrijd duurt voort) door de gebouwen. Schuw loe rend naar foto's waarvan de één 'n nog afgrij selijker beeld toont dan de ander. Op de grond, verloren in een donker hoekje, staan vier reusachtige glazen weckpotten met mis vormde foetussen (gevolg van de chemische oorlogsvoering) en op het snikhete voorplein mag worden plaatsgenomen in replica's van de tijgerkooien waarin Vietcong-strijders werden opgesloten. Nogal deprimerend alle maal, en het glas bier, een half uur later, valt slecht. Maar misschien komt dat ook door de naam van het café: Apocalypse Now. Ranke sampans drijven in een zilveren stilte richting zee op Perfume River, de Rivier der Geuren. foto s»rob van den dobbelsteen Een goddelijk mooi land, waar in die beelden je dag en nacht achtervolgen. 'Góóóóóóóóódmor- ning Vietnam', schreeuwen de souvenirverkopers filmster Robin Williams na. Ook als je in de Baai van Hai Long, een paar mijl uit de kust, door de pastorale och tendnevel van een Japanse pen tekening vaart. Want daar heeft hij de souvenirverkoper geen oog voor. Hij wil de toerist een T-shirt verkopen. Of een rechtstreeks uit het paradijs op gedoken schelp. Of een setje full colour prentbriefkaarten. En als we dat allemaal al hebben, dan moeten we straks in Cét Ba zeker even vragen naar Gerry. In zijn War Time Souvenir Shop één van de tientallen in Vietnam verkoopt hij ook nog blikjes foot powder. De enige echte, mister. Dat spul dat de Amerikaanse GI's in hun schoenen strooiden als ze de dampende en gistende bush- bush introkken. Hoe ze dat hebben gedurfd, wordt trouwens met de dag on duidelijker. Drugs en whiskey, zo onthullen films en boeken. Maar zelfs dan... De gangetjes van het Vietcong-tunnelcomplex in Cü Chi, dertig kilometer ten noorden van Ho Chi Minh Stad, zijn ten gerieve van Westerse toeristen iets wijder en hoger gemaakt. Nog steeds echter is het er om te stikken zo heet, nog steeds is het er zo donker als de nacht en nog steeds moet je er op handen en voeten doorheen kruipen. Niette min vonden de Amerikaanse le gercommandanten vrijwilligers zo gek deze zwarte, door vijftien duizend Vietcongstrijders bevolk te hel in te duiken. No mission too difficult. De namen van de tunnelratten staan bijna allemaal in het Vietnam-memorial te Was hington gegrift. Dood of missing in action. Slechts twintig procent slaagde erin levend terug te keren naar De Wereld. Het Valkenburg van de dood, een pretpark van de oorlog. Tijd wordt het meest zichtbaar als er een poging wordt gedaan hem stil te zetten. Vaak fascinerend, soms gênant. Wie wil, mag achter een AK 47 plaatsnemen. Het op een heuveltje van zand en lege olievaten geplaatste geweer blaft de hele dag door. Een dollar per kogel. Te betalen aan een jonge, voortdurend gapende Vietnamese soldaat. WHAMMMMMMMÜÜ 'Volgende'. Opa vocht tegen de Fransen, vader tegen de Amerika nen en hij tegen de verveling. Maar er zijn slechtere manieren om aan je geld te komen. Gisteren, op de Le Loi Boulevard in Ho Chi Terug in beeld: Vietnam. Toen een land vol oorlog, nu een walhalla voor rugzaktoeristen. Maar voor hoe lang nog? In Ho Chi Minh Stad landt de ene na de andere 747 vol reizigers op zoek naar oude steden, witte stranden en dat vooral herinneringen aan 'the dirty war'. Een krankzinnige mengeling van schoonheid en gruwelijkheden. Schieten in een paradijs, een dollar per kogel. Een souvenirverkoopstertje in de baai van Hai Long. Minh Stad (Saigon zeggen de bewoners nog altijd), kriebelde er nog iets langs je knieën. Je had je na een confrontatie met een zich als een schol op een plankje voortbewegende bedelaar voorgenomen nooit meer naar be neden te kijken, maar je deed het onwillekeu rig toch. Naar adem snakkend van schrik. Op het trottoir zat een kind. Een boeddha zonder armen en be nen. 'One dollar, monsieuf. Wa terhoofd, geen neus en een vol strekt kale schedel vol zwarte bulten. Agent Orange, het ont- bladeringsmiddel van de Ameri kanen, is nog altijd niet uitge werkt. Van Tuan mag je nooit iets ge ven aan bedelaars. Of beter ge zegd, hij ontraadt het je. Mismaaktheid hoor je niet te ex ploiteren, zegt hij. Maar wie zorgt er dan voor die arme drommels? Tuan haalt zijn schouders op. Naar hem heeft ook nooit iemand omgekeken. Zijn vader behoorde tot de laatste Zuidvietnamezen die Sai gon in april 1975 vanaf het dak van de Amerikaanse ambassade per helikopter ontvluchtten. Toen hij in 1981 eindelijk zoveel geld had gespaard dat hij zijn fa milie kon laten overkomen naar de Verenigde Staten, stierf hij. Piraten Tuan was 26 op dat moment, zijn zusters 24 en 21. Ze hadden alledrie twee jaar heropvoe dingskamp achter de rug. Moe der was iets eerder vrijgekomen. In de Mekong-delta probeerden ze een nieuw leven te beginnen, maar er waren niet zo veel mo gelijkheden voor een lerares Frans met drie kinderen. De jongste vluchtte per boot en werd op weg naar Hongkong waarschijnlijk in zee gesmeten door Thaise piraten. De middel ste liep kort daarna in de armen van de grenspolitie en pleegde zelfmoord in de gevangenis. Nu woont Tuan met z'n moeder in Ho Chi Minh Stad. Hij verdient als gids zo'n driehonderd dollar per maand (honderdvijftig daar van bestaat uit fooien) en kan daar redelijk goed van leven. „Het gaat ons steeds beter en ons niet alleen." Lange leve Doi Moi, de zes jaar geleden ingezette Vietnamese perestrojka. Lang leve het sym bool ook van die pas verworven welstand, de bromfiets. Er rijden er in Ho Chi Minh Stad nu al ne genhonderdduizend rond. In Hanoi zijn het er gelukkig vier honderdduizend minder. Rechts heeft voorrang, links ook, zo'n claxon zit natuurlijk niet voor niets op je stuur, en verkeerslichten zijn er slechts om te bewijzen dat Vietnam met zijn tijd meegaat: stoppen doe je pas als je thuis bent. De chaos die deze wat magere regelgeving veroorzaakt is onbeschrijflijk en zal nog erger worden. Dat blijkt uit een artikel in de Vietnam Re- ZATERDAG 1 JUL11995 Onze Taal Wat is eigenlijk een spannend boek? De een geniet van een moord of een schietpartij, de ander wenst woeste achtervolgingen, een derde zweert bij spookkastelen en gillende mon sters. Of wereldreizen door de oer wouden van Afrika, of vliegende schotels met buitenaardse wezens, of ratten, spinnen en slangen, of uit de hand gelopen genetische experi menten, smokkelaars, superintelli gente robots... Er is voor elk wat wils. Iedereen kan genieten van zijn eigen diepste angsten. Spannende boeken zijn er in alle soorten. Mijn favoriete spannende boek is een Oudhoogduitse grammatica, een syntaxis van het Gotisch of een boek over Neder landse woordvolgorde. Daarin komen geen schietpartijen voor, geen gillende monsters of mislukte genetische proeven, maar dat zie ik als een voordeel, ik gun ondertussen iedereen zijn eigen genre. Zojuist hebben we de Maand Van Het Spannende Boek achter de rug. Dat was een actie van de CPNB, de Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek. Ik weet niet of de CPNB precies heeft vastge legd wat nu een Spannend Boek is. Vagelijk heb ik het idee dat men niet het oog heeft op Oudhoogduitse grammatica's of boeken over het Gotisch, maar zeker weten doe ik het niet. Feit is dat de boekhandel deze maand aan alle klanten een Spannend Boek cadeau deed, en dat het geen grammatica was. Het cadeauboek heette namelijk 'In de val', en was geschreven door Dean Koontz. Genre: uit de hand gelopen genetische ex perimenten. Ik ben een voorstander van boeken. Graag zie ik ook iemand een boekwinkel uitko men met een boek onder de arm. Dankzij de CPNB kwam de afgelopen maand me nigeen de winkel uit met twee boeken. Dat is heel mooi. Zelf heb ik het boekje 'In de val' ook gekregen, bij aanschaf van een woordenboek. Ik heb het zelfs gelezen. Nu mag men een gegeven paard niet in de bek kijken. Maar toch heb ik een paar vragen en opmerkingen. Ten eerste: was er nu echt in heel Nederland en Vlaams België niemand te vinden die spannende boeken schrijft? Ik zou meteen enkele kandidaten kunnen noemen, maar de CPNB weet niets beters te verzinnen dan de Amerikaan Dean Koontz. Ten tweede: als het dan toch een vertaald boek moest worden, was er nu in heel Ne derland en Vlaams België echt niemand te vinden die een beetje beter vertalen kan dan die Nico Beemsterboer? Nico moet te rug naar de HAVO, of zit daar nog. Ten der de: nu de keuze van auteur en vertaler dan toch een misser is, waarom is juist dit min derwaardige prulboek uitgekozen? Het is naar schatting in drie dagen in elkaar ge ramd. Slecht, slecht en nog 'ns slecht. Op de tweede bladzijde zit een jongetje met gipsen been dwars op de achterbank van een auto. Zijn moeder kijkt hem door de achteruitkijkspiegel even aan. Ik verzeker u dat dat niet kan. Probeer het maar eens: met geen enkele binnenspiegel kun je het gezicht zien van iemand die zo zit. Op blad zij 7 zet moeder de ruitewissers aan, maar ze rijden al een half uur in een sneeuw storm. Er ontploft een huis doordat een pe- troleumtank leegloopt, maar petroleum ontploft niet. Op bladzij 60 is de tempera tuur even onder nul, maar een kwartier la ter, op bladzij 74, hangen er al ijspegels aan de hond. Enzovoort, enzovoort. En dan hebben we het nog niet eens over de keukenmeidenstijl van die Nico B., met zinnen als de volgende. ,,In feite had hij dan gewoon stilletjes voor zich uit zitten treuren om Melissa, zijn dochter van wie hij zo ver schrikkelijk veel hield en die hij onlangs aan de gevolgen van kanker had verloren. Of al meteen op de eerste bladzij: „Stervelingen die er de voorkeur aan gaven pas na zons ondergang naar buiten te gaan werden daarom zowel door de duisternis als door de storm opgeslokt." Je vraagt je af hoe het zit met de stervelingen die al de hele dag buiten zijn. Worden die niet opgeslokt? Of alleen maar door de storm opgeslokt? Bent u wel eens opgeslokt door een storm? Op bladzij 12 lezen we over „een schild pad met een winterjas", op bladzij 13 over „de sneeuwversie van een waterval", op bladzij 16 komen we ziektes tegen „net zo dodelijk als atoombommen". En als de monsters eindelijk geschoten zijn, lezen we: „Als bloederige dweilen in een windhoos vlogen ze door de stal en smakten mors dood naast de deur tegen de muur." Kortom: voor mij nooit meer Dean Koontz, nooit meer Nico Beemsterboer, en helemaal nooit meer boekjes van Dean Koontz die vertaald zijn door Nico Beem sterboer. Al kreeg ik er van de CPNB geld op toe. JOOP VAN DER HORST universitair docent Nederlands

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1995 | | pagina 39