De aarde krijgt dorst fe-—ia. 193 ZATERDAG 1 JUL11995 I Zoet water wordt in de komende eeuw schaarser dan olie In deze eeuw was de strijd om olie een kwestie van oorlog of vrede. De komende honderd jaar zal dat de strijd om zoet water zijn. Het tekort aan deze levensbehoefte wordt zó'n explosief probleem dat de oliecrises erbij zullen verbleken. Door roofbouw raken we schrikbarend snel door de voorciad heen, ook in Nederland. We staan weliswaar bekend als waterland, maar in feite is de hoeveelheid zoet water hier erg klein. En is het eenmaal op, dan zijn we afhankelijk van het buitenland. Maar gelukkig heeft Nederland ook een sterk wapen: de kennis goed met water om te gaan. Droogte in de woestijn: Schrikbeeld voor iedereen? foto's cpd E 1 en zaal vol feestvierende waterzak- B J ken. Zo karakteriseerde het opper- hoofd van Rijkswaterstaat in Zee land, prof. dr. Henk Saeijs, zijn gehoor toen 'j onlangs in Den Haag achter het spreekge- toelte plaatsnam. De waterstaatkundige ibtenaren die waren samengestroomd om et eeuwfeest van hun vereniging te vieren, onsten de wenkbrauwen. Moesten zij zich beledigd voelen? Saeijs gaf hen niet de tijd daar lang over na te denken. „Voor een an der", vervolgde hij doodleuk, „bent u mis schien lucht, voor mij bent u gewoon water. .^Gemiddeld zo'n 75 liter per persoon, dus in yieze zaal zit toch al gauw zo'n 45.000 liter..." vi Saeijs wilde er nog maar eens mee bena drukken dat de mens vrijwel volledig uit wa ter bestaat. De toehoorders honoreerden de kwinkslag met een opgelucht lachje. Maar bet lachen zou hen snel vergaan. Saeijs ont popte zich als boodschapper van een allengs 0 onheilspellender klinkende mare. De mens 'leeft bij zoet water. En dat goedje wordt -Steeds schaarser. De aanleg van dammen, ka- en andere menselijke ingrepen Verstoren de natuurlijke loop van rivieren. Als daarvan houdt de aarde steeds minder hemelwater vast. De voorraad slinkt zó snel llat een catastrofe voor de deur staat. „Ge brek aan zoet water", waarschuwde Saeijs, wordt hèt probleem van de 21e eeuw. De van deze eeuw zullen daarbij ver bleken." Olie is nog vervangbaar. Zoet water niet. daaraan ook in het rijke Westen %en tekort ontstaat, heeft nog vrijwel nie mand in de gaten. Maar het voorspel van het iirama is al in volle gang. In de tropische re genwouden bijvoorbeeld. We weten inmid wel dat die de longen zijn van de aarde. kPat de bossen ook enorme sponzen zijn die laregenwater vergaren, is minder bekend. En 1 juist die vitale functie dreigt volledig te wor den vernield. a' Doordat massaal stuwmeren worden aan gelegd, droogt het tropisch regenwoud uit, eerst moeilijk aantoonbaar, maar in steeds hoger tempo. Dit proces voltrekt zich sneller, ,en met nog vernietigender gevolgen, dan de j|)lundering van het regenwoud voor de wjn- aning van hardhout. Of dan het platbranden Icvan de oerbossen om er veeweiden van te teneinde in de wereldbehoefte aan hamburgers te kunnen voorzien. Onbesuisd Dat is nog maar één aspect. Ook elders op de 'Wereld wijkt het zoete water. In minder dan 'ken eeuw zijn in vrijwel alle rivieren van de dammen, stuwmeren en kanalen aan gelegd, vaak met verwoestende ecologische, sociale en economische gevolgen. De stroomgebieden achter de dammen verdor den. De wereld telt nu al meer dan 100.000 van deze barrières, waarvan er 30.000 zijn die de waterhuishouding in gebieden van hon- tot vele duizenden vierkante kilometers pegatief beïnvloeden. En het eind van die on waterbeheersingsdrift is nog lang 'niet in zicht. De bedoelingen achter al die dammen, ^stuwmeren en gekanaliseerde rivieren lijken nobel: energie-opwekking, drinkwatervoor ziening, bevruchting van land, veiligheid, I v i scheepvaartgeleiding... Maar daarmee zijn vrijwel steeds louter lokale belangen gediend. Bijna nooit ziet men onder ogen dat de ge volgen elders in het stroomgebied desastreus kunnen zijn. Een voorbeeldje dicht bij huis. In het stroomgebied van de Rijn zijn nu al 480 're gelwerken' opgericht, maar de rivier als ge heel blijkt steeds minder controleerbaar. Het peil zakt, waardoor de omgeving uitdroogt. En de enkele keer dat het water door hevige regen- of sneeuwval stijgt, raast het zó hoog door de bedding dat half Nederland ervoor wegvlucht. Dammen, mits als uitgekiend onderdeel van het ecologisch systeem, kunnen zegen rijk werk verrichten. Maar in de huidige prak tijk is de uitwerking veelal vernietigend, zo werd in 1992 op de milieuconferentie van de Verenigde Naties in Rio de Janeiro vastge steld. Er werden dan ook documenten onder tekend met gewichtige pleidooien voor duur zame waterstaatszorg. Stuwen, dammen of kanalen zouden alleen mogen worden aan gelegd met oog voor élle in het geding zijnde belangen. Nederland loopt met die 'integrale aanpak' voorop. Maar zelfs in het stroomge bied van de Rijn is er nog geen begin mee ge maakt. Aralmeer Hoe rampzalig de gevolgen kunnen zijn, illu streert het sterven van het Aralmeer in Zuid- Rusland. Twee rivieren die deze binnenzee van water voorzien zijn afgedamd om land bouwgrond te bevloeien. Daardoor is de in houd van het Aralmeer de afgelopen dertig jaar met tweederde afgenomen. In 1980 was de watertoevoer door beide rivieren geredu ceerd tot nul. Als er niet rigoureus wordt in gegrepen, resteert rond de eeuwwisseling nog maar een zesde deel van het oorspronke lijk wateroppervlak. De droogvallende bodem van het Aralmeer is verzilt. Het zout, stuift weg en maakt om ringende landbouwgrond onvruchtbaar. De ooit bloeiende visserij is al vrijwel compleet vernietigd. Tot overmaat van ramp gaat het bovenstrooms ook fout. Het bevloeiïngssys- teem blijkt niet goed te werken, waardoor ook de nieuwe landbouwgrond verzilt. Het weglopend drainwater is vergeven van pesti ciden en andere schadelijke stoffen. De 50 miljoen mensen die in het bekken van het Aralmeer leven, zien zich hun midde len van bestaan ontnomen. Her en der in de wereld is door dit soort ontwikkelingen een groeiende stroom vluchtelingen op gang ge komen. Onderzoekers die dit fenomeen nog geen jaar geleden voor het eerst beschreven, schatten dat de wereld nu al 25 miljoen van dergelijke 'eco-vluchtelingen' telt en dat er elke dag vijfduizend bijkomen. Al in het jaar 2000 kan het aantal ontheemden dat voor droogte, erosie, verwoestijning en overstro mingen op de vlucht slaat, zijn verdubbeld. Het probleem kan vroeg in de volgende eeuw uitgroeien tot de grootste crisis die de mensheid heeft gekend. „Het doet denken aan een post-apocalyptisch science fiction- scenario", zegt Saeijs, die als bijzonder hoog leraar is verbonden aan het Studiecentrum Milieukunde van de Erasmus Universiteit. Maar fictie is het niet. Hij baseert zijn alar merende boodschap op wetenschappelijke bronnen uit alle delen van de wereld. 'Dorstige aarde'. Zo heet het referaat waar mee Saeijs iedereen die het maar weten wil met de neus op de feiten probeert te druk ken. Hij heeft zijn profetie al in diverse verga derzalen laten horen, en binnenkort publi ceert hij er uitgebreid over in het internatio nale vaktijdschrift European Water Pollution Control. Wateroorlog In het Midden-Oosten wordt de waterschaar- ste nu al als politiek drukmiddel gebruikt. Het ooit zo vruchtbare stroomgebied van de Euffaat en de Tigris, waaruit de hedendaagse beschaving zou zijn voortgekomen, wordt bedreigd door een gigantisch ontwikkelings project. Vier jaar geleden voltooide Turkije de bouw van de Atatürk-dam in de bovenloop van de Eufraat. Het is de op drie na grootste dam ter wereld. Daarnaast worden nog eens 21 stuwdammen en 19 waterkrachtcentrales gebouwd. Het is de bedoeling daarmee in Zuid-Anatolië 1,7 miljoen hectare land vruchtbaar te maken, en de Turkse elektrici- teitsproduktie met vijftig procent op te voe ren. Als dit project zonder meer wordt uitge voerd, komen grote delen van Irak en Syrië bijna volledig droog te staan. Om een wateroorlog af te wenden, heeft Turkije voorgesteld een 'pijpleiding voor de vrede' aan te leggen. De 6.000 kilometer lan ge pijp zou Syrië, Israël, Jordanië, Saudi-Ara- bië en Koeweit per seconde 250 kubieke me ter water moeten leveren. Maar de Arabieren vinden de prijs voor deze 'Turkse hand op de kraan', 1,50 per kubieke meter, te hoog. Turkije heeft beloofd de levering van water niet als politiek drukmiddel te gebruiken. Toch werd daarna al eens gedreigd de water toevoer naar Syrië stop te zetten wegens de Syrische steun aan Koerdische guerrilla's. In het Amazone-oerwoud dreigt geen oor log. Maar een ecologische en sociale ramp van mondiale betekenis is er nauwelijks meer te vermijden. In een stroomgebied van meer dan een miljoen vierkante kilometer dat op de Amazone afwatert, zijn stuwmeren aange legd voor energiewinning. Er liggen plannen op tafel voor nog eens 38 dammen en stuw meren, waardoor alle wezenlijke en onver vangbare functies van het oerwoud, waaron der die van zoet-waterreservoir, worden be dreigd. De Wereldbank lijkt er om die reden van af te zien de projecten te financieren. Maar in middels hebben Japanse investeerders hun diensten aangeboden. Dat de aanleg van een dam er financieel al eens gigantisch uit de hand is gelopen de kosten, aanvankelijk begroot op 2 miljard dollar, liepen op tot 25 miljard schrikt de investeerders niet af. De kosten worden uiteindelijk op de bevolking verhaald. Hemelwater Op de keper beschouwd heeft de aarde water in overvloed. Jammer alleen dat 97,5 procent zich in de oceanen bevindt, en dus zout is. De rest van het water is zoet, maar het groot ste deel daarvan is niet direct beschikbaar voor gebruik. Het zit in gletsjers en andere ijs- en sneeuwmassa's. Als de mensheid zou besluiten niet langer roofbouw op zoet water te plegen dat wil zeggen: stoppen met het uitputten van de natuurlijke reserves kan alleen nog hemelwater worden benut. Daar van komt jaarlijks 110.000 kubieke kilometer op het vasteland terecht. Omdat meer dan de helft verdampt, is 45.000 kubieke kilometer voor gebruik beschikbaar. Als al dat zoete water eerlijk over de aarde zou zijn verdeeld, dan zou die hoeveelheid ruim voldoende zijn om in de wereldbehoef te te voorzien. Helaas, de dammen, stuwen en kanalen hebben de natuur zo verstoord dat de aarde die hoeveelheid zoet water niet lang genoeg vasthoudt. En dan is er nog de toenemende vervuiling die steeds meer wa ter, met name ook in de stuwmeren, on bruikbaar maakt. Al met al, zo concludeerde de VN-top in Rio drie jaar geleden al, neemt de werkelijk beschikbare hoeveelheid per hoofd van de bevolking 'schrikbarend snel af, ook in Europa en Nederland. Nog een ander probleem speelt daarbij een rol: de explosieve toename van de wereldbe volking, juist in landen waar nu al sprake is van een ernstig gebrek aan water. Volgens of ficiële schattingen telt de wereld in 2025 8,5 miljard mensen. De mens kan in leven blij ven met 1 liter water per dag. Daar is meestal nog wel aan te komen. Maar de industrie, de voedselproduktie en de hygiëne slorpen gi gantische veelvouden van die hoeveelheid op. Onderzoekers schatten dat per wereldbe woner dagelijks 15.000 tot 30.000 liter nodig is om in redelijke menselijke behoeften te voorzien. Dat zou betekenen dat de aarde, onder de meest optimale omstandigheden, 4,5 tot 9 miljard mensen duurzaam van water kan voorzien. Steden Maar die ideale omstandigheden komen er niet. Ze zullen eerder veel slechter worden dan ze nu al zijn. Ook de trek van platteland naar stad speelt daarbij een rol. In 2000 leeft naar verwachting 47 procent van de wereld bevolking in steden. In 1950 was dat 29 pro cent. Het aantal steden met meer dan een miljoen inwoners stijgt de komende twintig jaar van 78 naar 408. Het aantal met meer dan 10 miljoen inwoners gaat van 3 naar 22, waarvan er 18 in ontwikkelingslanden liggen. Over-exploitatie en vervuiling van zoet-wa-| terreserves zullen het gevolg zijn. Het grond-1 waterpeil rondom dit soort grote steden zakt» zienderogen. Sterk geïndustrialiseerde steden als Sao Paulo, Calcutta, Mexico City en Cairo zijn al berucht om hun geringe zorg voor kwaliteit I van de zoet-watervoorraden. Rivieren zijn j daardoor open riolen geworden. Ook dicht bij huis. Ruim een miljoen inwoners van de Europese hoofdstad Brussel lozen hun ont-l lasting en afval nog steeds ongezuiverd, ij goedkoop en onverantwoord op het riviertjejj deZenne. Nederland behoort, hoe vreemd het ook klinkt, tot de zoet-waterarmste landen ter wereld. We zijn voor onze voorziening vrijwel volledig afhankelijk van in het buitenland ontspringende rivieren. Zou alleen uit 'eigen bron' kunnen worden geput, dan is per Ne derlander jaarlijks niet meer dan 680 kubieke meter beschikbaar. Dat is verbeneden de in ternationale armoedegrens van 1.000 kubieke j meter. Daar komt nog bij dat de lage delen fij van Nederland gigantische hoeveelden zoet Ij water nodig hebben om te voorkomen dat zeH nog dieper wegzakken en daardoor on vruchtbaar worden. Enorme hoeveelheden! zijn ook nodig om zout en vervuild water uit j de polders weg te spoelen. Ondertussen drogen de stroomgebieden! waar al dat zoet water vandaan moet komen i die van Rijn, Maas en Scheldelang zaam maar zeker uit. Dat komt niet alleen door de aanleg van dammen en stuwmeren. De kanalisering van de rivieren en het kleiner worden van de gletsjers in de Alpen speelt ook mee. En daarnaast zijn er nog vele ande- j re oorzaken. Steden, industriegebieden, land- ijj bouwgronden en wegen worden via riolering en peilregulatie zo snel mogelijk ontwaterd. J Het grondwaterpeil in West-Europa daalt, fl onder meer ook door onttrekking van water j ten behoeve van de landbouw en door mas-1 sale ontbossing, waardoor de bodem minder 8 water vasthoudt. Overstromingen De ontredderde ecosystemen van de rivieren j bezorgen Nederland in de toekomst steeds! minder water. Maar soms door hevige regen- j of sneeuwval weer plotseling veel te veel, ge- j tuige de recente overstromingen in I.imburg en Gelderland. Het is hoog tijd, waarschuwt j Saeijs, dat Nederland zich terdege van (lie j kwetsbare positie bewust wordt. Voor Nederland, zo vat Saeijs samen, geldt hetzelfde als voor alle andere zoet-waterarme gebieden van de wereld. „Het is van levens belang dat duurzame garanties worden ver- kegen voor blijvende toevoer van voldoende, goed bruikbaar en betaalbaar water", aldus de hoogleraar. „Dammen bouwen is geen kunst, ook al kun je er politiek mee scoren. Waar het nu om gaat is goed beheer. Dat oogt minder spectaculair, maar het is heel wat moeilijker. Dat vereist een traditie, die in de loop der eeuwen is opgebouwd. Die tradi tie is in Nederland gelukkig aanwezig. We hebben de kennis om goed met water om te gaan".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1995 | | pagina 35