Mickey gaat
naar het
museum
Geregeld
In Amerika gelden ze al jaren
als kunst, de originele
tekeningen van de WaltDisney-
tekenfilms. Steven Spielberg
verzamelt ze, net als Whoopi
Goldberg en Michael Jackson.
Ze betalen grof geld voor deze
'cells'. Ook Europa ontdekt nu
de artistieke prestaties van
'Oom Walt' en zijn
medewerkers. Het
Noordbrabants Museum in
Den Bosch toont als eerste op
het oude continent zo 'n
driehonderd originelen uit de
studio's van de animatie-
tycoon: 'De Magie van Disney'.
Walt Disney liet zich tijdens
zijn leven graag portretteren
als de grootste kindervriend
aller tijden. Ook na zijn overlijden in 1966
bouwde het bedrijf dat hij achterliet stug
door aan die illusie. Want een illusie was het.
'Oom Walt' was in de praktijk een tiran van
de bovenste plank, die dronk en rookte als
een gek. Een kille persoonlijkheid, een aarts
conservatief en een nauwelijks verholen anti
semiet. Een man vol tegenstellingen, die ge
bukt ging onder het vermoeden dat hij een
bastaard was.
Het Noordbrabants Museum houdt de illu
sie in stand. De honderd zwart-wit foto's van
Walt Disney tonen de grootmeester van de
animatie als een beminnelijk man, die door
hard werken zijn eigen koninkrijk uit de
grond stampte. „De zwarte prins van Holly
wood", noemt biograaf Marc Eliot hem. „Het
beeld van zichzelf dat Walt Disney aan de
buitenwereld presenteerde, was vooral dat
van allemans 'lievelingsoom'. Als zijn gefin
geerde leven een open boek was, zou het
waarschijnlijk op één lijn gesteld worden met
de bijbel."
Eliot doet in zijn Disney-biografie echter
een boekje open over de duistere kanten van
dit fenomeen. Niet om de man genadeloos
neer te sabelen, maar eerder om aan te tonen
dat al die veelgeprezeh animatiefilms hun
oorsprong vinden in zijn verscheurde inner
lijk. Wie dat moeilijke karakter van Disney
begrijpt, kan een begin maken met de volle
dige appreciatie van zijn grootheid. Aldus
Eliot.
Technicolor
Walt Disney (1901-1966) behoorde tot de
pioniers op het gebied van de tekenfilm. Hij
slaagde erin nieuwe technische vindingen op
filmgebied razend snel te integreren in de
animatiefilm. Zo voegde Disney in 1933» als
eerste het drie-kleurensysteem Technicolor
toe aan de tekenfilm. Vijf jaar later presen
teerde hij de eerste avondvullende animatie
film (Sneeuwwitje en de Zeven Dwergen) en
in 1940 introduceerde hij het stereogeluid in
de bioscoop. Niet dat het allemaal meteen
een groot succes was,- maar Disney zette wel
de toon voor de jaren die komen zouden.
In de jaren twintig maakte Disney aan de
lopende band tekenfilmpjes met Oswald the
Lucky Rabbit. Nadat de rechten van Oswald
in 1927 op slinkse manier in de handen van
zijn distributeur waren beland, bedacht Dis
ney een nieuwe animatiefiguur: Mickey.Mou
se. Het definitieve uiterlijk van Mickey wordt
door kenners echter toegeschreven aan de
van oorsprong Nederlandse tekenaar Ubbe
Iwwerks. De eerste filmpjes met Mickey
Mouse in de hoofdrol waren geen succes. De
doorbraak kwam in 1928 met de film Steam
boat Willie, die werd voorzien van een ge
luidsspoor. Voor de eerste keer in de geschie
denis waren tekenfilmfiguurtjes te zien én te
horen.
In razendsnel tempo rolden nieuwe teken
films uit de studio. Disney tekende nauwe
lijks nog zelf. Hij leverde vooral de verhalen
aan. Het eigenlijke werk werd verricht door
een groep talentvolle tekenaars, die door Dis
ney zelf werden opgeleid. *A1 in die beginjaren
ging er veel mis. De stugge Disney wilde de
eer van zijn successen niet delen met de
mensen die het eigenlijke werk verrichtten.
Velen van hen raakten gefrustreerd omdat
hun naam niet eens op de aftiteling van de
films voorkwam.
Dramatisch voor alle partijen was de stu
diostaking van 1941. Disney gaf uiteindelijk
toe aan de eisen, maar niet zonder er zeker
van te zijn dat enkele van de stakingsleiders
(en tegelijkertijd de beste creatieve krachten
van zijn stal) meedogenloos aan een antece
dentenonderzoek werden onderworpen, met
alle nadelige gevolgen voor hun reputatie en
carrière van dien.
Petroleum
Desondanks groeide de Disney Studio tot
grote hoogten. Veel oorspronkelijk materiaal
uit de beginjaren is echter niet bewaard ge
bleven. De cells, zeg maar de transparante
vellen celluloid waarop de figuurtjes werden
Sir Hiss, de slissende raadsheer uit de film Robin Hood (1973).
illustratie parker collection
195
Origineel werk Walt Disney voor het eerst in Europa
Pinokkio en zijn maatjes worden in de ezelwagen naar Pleasure Island gereden. Uit
de film Pinokkio (1940). illustratie collectie j. darakjy
Klokkenmaker Gepetto, zijn creatie Pinokkio en de kat Figaro op een cell uit de film
Pinokkio (1940). illustratie noordbrabants museum
ZATERDAG 10 JUNI 1995
getekend, werden na gebruik schoongewas
sen. Vanwege de oorlog heerste er petrole-x
umschaarste, en celluloid wordt gemaakt op
basis van petroleum. Miljoenen tekeningen
zijn letterlijk door de afvoer weggespoeld, zo
dat de vellen opnieuw konden worden ge
bruikt.
John Basmajian werkte tussen 1943 en
1946 bij Disney als tekenaar. Hij zag met lede
ogen aan dat veel origineel materiaal werd
vernietigd. Basmajian wist enkele Disney-
medewerkers te overtuigen van de kunstzin
nige waarde van de tekeningen, en kreeg toe
stemming wat origineel materiaal mee naar
huis te nemen. Hij legde daarmee de basis
voor wat nu bekend staat als de belangrijkste
Disney-verzameling, die ruim drieduizend
items telt. Een verzameling die The Walt Dis
ney Company graag de zijne zou willen ma
ken.
Amerika kreeg al snel oog voor de artistieke
prestaties van Disney. In 1939 kocht het Me
tropolitan Museum of Art in New York een
deel van de originele tekeningen van Fanta
sia. Veel andere Amerikaanse musea volgden
dit voorbeeld. Het laatste decennium is ook
buiten de Verenigde Staten steeds meer
waardering voor de kwaliteit van het origine
le artwork van de Disney-studio's. De tien
duizenden tekeningen en cells, die de basis
vormden voor de tekenfilms, zijn in beteke
nis en waarde sterk toegenomen. Ze zijn be
langrijke verzamelobjecten geworden.
Kwaliteit
Het Disney-imperium stoelt op twee pijlers:
commercie en artisticiteit. „Om een goed
produkt op de markt te zetten, is kwaliteit
nodig. En die kwaliteit is er bij Disney. De te
kenaars zijn zeer getalenteerde mensen. Elke
tekening op zich is een juweeltje met muse
um-kwaliteit", zegt directeur Margriet van
Boven van het Noordbrabants Museum. Zij
krabde zich even achter de oren toen voorge
steld werd een expositie aan Disney te wij
den. Toch gaf ze zich snel gewonnen. Ze
vindt het nu terecht dat haar museum zo uit
bundig aandacht besteedt aan Disney. „In de
persoon Walt Disney verenigden zich de voor
velen tegenstrijdige begrippen creativiteit en
commercialiteit op volstrekt unieke wijze. Hij
schiep samen met zijn medewerkers letterlijk
cultuur voor de massa.
Merchandising vormde al snel de voor
naamste bron van inkomsten voor de Disney
Studio. Meteen na de doorbraak van Mickey
Mouse verschenen afbeeldingen van deze te
kenfilmheld op tal van produkten. Zijn broer
en zakelijk partner Roy Disney wees hem op
de handelswaarde van de muis. In eerste in
stantie voelde Walt zich vereerd. Later zag hij
ook de financiële noodzaak van de verkoop.
Door de beeltenis van Mickey en later ook
van andere figuren in licentie te geven aan
tal van fabrikanten redde Disney menigmaal
ïijn studio. De tekenfilms waren kostbaar om
te maken en brachten, ondanks het succes,
weinig geld in het laatje.
Die commerciële instelling heeft vooral in
Europa lange tijd de waardering voor het ar
tistieke werk van de Disney Studio overscha
duwd. Het Noordbrabants Museum is de eer
ste kunstinstelling in Nederland (en voor zo
ver valt na te gaan in heel Europa) die aan dit
verschijnsel van massacultuur op museaal
niveau aandacht schenkt. „Veel mensen vin
den Disney een plat produkt", stelt project
leider en samensteller Rick Vercauteren.
„Wie dat na het bekijken van deze expositie
nog steeds zegt, krijgt met mij te maken."
Dreigende, maar begrijpelijke taal van ie
mand die in een paar maanden tijd helemaal
in de ban raakte van het fenomeen Disney.
Vercauteren bedacht in drie weken het con
cept voor de expositie. In een paar maanden
tijd had het museum een „serieuze, kwalita
tieve en verantwoorde presentatie" bij elkaar.
Onder de tentoongestelde tekeningen en
cells bevinden zich items uit de fameuze Bas
majian collectie. Ook The Walt Disney Com
pany in Burbank stond gewillig materiaal af.
Kritiekloos
Margriet van Boven stelt dat 'De Magie van
Disney' een onafhankelijke visie geeft op het
verschijnsel Disney. Dat is niet helemaal
waar. Er wordt een vrij kritiekloos beeld ge
schapen, dat naadloos aansluit bij het imago
dat The Walt Disney Company zelf graag
propageert. Daarmee heeft het museum kan
sen laten liggen. Het blootleggen van het ka
rakter van Walt Disney draagt bij aan het be
ter doorgronden van de filosofie van de firma
Disney. Net zoals elke kunstenaar legde ook
Oom Walt iets van zichzelf in de animatie
films en zijn andere activiteiten. Kennis daar
over vergroot het begrip van en het respect
voor de films.
Desondanks blijft er voor de liefhebbers
veel te zien. Originele tekeningen, schetsen,
cells en achtergronden geven een indicatie
van hoe de tekenfilms van Disney ontston
den. Van de eerste film uit 1928 (Plane Crazy,
met een knipoog naar vliegpionier Charles
Lindbergh) tot aan The Lion King uit 1994.
Duidelijk wordt ook Disneys interesse voor
de Europese cultuur. Hij putte rijkelijk uit de
Europese literatuur en muziek. Veel van zijn
medewerkers hadden Europees bloed. Zo
kon het gebeuren dat in enkele films en strips
ook Nederlandse tafereeltjes voorkomen.
Natuurlijk blijft het commerciële karakter
van het Disney-bedrijf niet buiten beeld. En
kele honderden artikelen en prullaria geven
een beeld van de omvang van de merchan
dising waarmee Disney kapitalen verdient.
Op een aantal televisieschermen zijn de re
sultaten van het werk van Walt Disney te
zien. Een aanrader voor de liefhebbers van de
animatiekunst is de veertig minuten durende
film The making of Snowwhite. Maar het
mooist blijven toch de met de hand inge
kleurde tekeningen van de figuurtjes waar
mee de afgelopen zeventig jaar heel wat ge
neraties zijn opgegroeid.
De Magie van Disney is tot en met 3 september te
bezichtigen in het Noordbrabants Museum aan de
Verwersstraat 41 in Den Bosch. Openingstijden:
dinsdag tot en met vrijdag van 10 tot 17 uur en za
terdag, zondag en feestdagen van 12 tot 17 uur. De
catalogus kost 9,95.
Onze Taal
Wie het afgelopen Pinksterweekend
niet naar een popfestival hoefde, of
mee moest met vrienden in een
zeilboot, of een huis vol familie over
de vloer had, maar zo gelukkig was
om gewoon vrij te zijn, die is mis
schien wel z'n oude schoonmoeder
gaan opzoeken. Absoluut veel aan
genamer dan een popfestival, een
zeilboot of een kamer vol visite. Wij
bezoeken haar dan ook regelmatig.
Volgens strenge taalmeesters is het ge
bruik van 'regelmatig' onjuist als je zo
maar af en toe eens gaat. Je zou dan moe
ten zeggen 'geregeld'. Je zou alleen maar
mogen zeggen dat je je schoonmoeder 're
gelmatig' bezoekt, als de tussenpozen even
groot zijn: bijvoorbeeld eens per jaar met
Pinksteren, of elke eerste zondag van de
maand, of precies eens per week. Wie ech
ter minder systematisch zijn schoonmoeder
bezoekt, net zoals het uitkomt, soms twee
keer per week en soms drie weken niet, die
bezoekt haar 'geregeld' maar niet 'regelma
tig'. Dat is althans het voorschrift voor
'geregeld' en 'regelmatig' zoals we het in di
verse taal- en stijlboeken vinden.
Daar valt echter heel wat op af te dingen.
En dat ga ik vandaag eens doen, want die
strenge taalmeesters komen je af en toe de
neus uit. De beste tactiek is in dit soort ge
vallen: vragen waarom het zo moet zijn.
Waarom zouden we 'regelmatig' alleen
maar mogen gebruiken bij even grote tus
senpozen, en 'geregeld' moeten gebruiken
als er minder systeem in zit? Me dunkt dat
die taalboekjes, of tenminste de schrijvers
ervan, twee argumenten voor hun regel
kunnen bedenken. Het eerste is: aan het
woord 'regelmatig' zelf is al te zien dat er
sprake moet zijn van 'regelmaat'. Het twee
de argument is: men moet zich aansluiten
bij de betekenis die een woord in onze taal
nu eenmaal heeft.
Zijn dit overtuigende argumenten? Ik
hoop te laten zien dat ze in dit geval
geen van beide hout snijden. Laten we be
ginnen met het eerste argument. Het valt
niet te ontkennen, dat 'regelmatig' afgeleid
is van 'regelmaat'. De oorspronkelijke bete
kenis zal dus wel betrekking gehad hebben
op 'gelijke tussenpozen'. Maar wie dat be
langrijk vindt, zou bij 'geregeld' ook naar de
letterlijke of oorspronkelijke betekenis moe
ten kijken. Je zou 'geregeld' dan alleen maar
mogen gebruiken als er echt iets geregeld is.
Wie 'geregeld' naar zijn schoonmoeder gaat
zonder dat er iets geregeld is, zou dan even
zeer een woord verkeerd gebruiken. Daar
over zeggen de taalmeesters niets. Erger
nog: ze vinden zelfs dat je bij ongelijke tus
senpozen 'geregeld' zou moeten zeggen. Ik
zie niet in waarom we bij 'regelmatig' wel
naar de letterlijke betekenis moeten kijken,
en bij 'geregeld' ineens niet. Dat riekt naar
willekeur, en dat is dan ook precies wat ik
op zo'n taalregel tegen heb.
Het andere argument voor het onder
scheid tussen 'regelmatig' en 'geregeld'
is nog zwakker. Het is weliswaar verstandig
om je aan te sluiten bij de betekenissen die
de woorden in onze taal hebben, maar in
dit geval ycht het argument zich juist tegen
de regelaars. Uit het feit dat de meeste Ne
derlanders deze woorden zonder onder
scheid door elkaar gebruiken, zou je juist
moeten afleiden dat ze kennelijk synoniem
geworden zijn.'Je kunt wel blijven roepen
dat iedereen het fout doet, maar iedere
'fout' die je aanwijst verzwakt je eigen
standpunt. Wie meent dat iedereen gek is
behalve hijzelf, wordt meestal niet geloofd.
Terecht niet. Want wat is de betekenis die
een woord heeft? Hoe stel je die vast? Daar
is maar één manier voor, namelijk goed
luisteren hoe men zo'n woord gebruikt. Een
andere manier is er niet. Als nu vrijwel heel
Nederland 'regelmatig' en 'geregeld' door
elkaar gebruikt, in dezelfde betekenis als
'nogal vaak', dan hébben die woorden die
betekenis. Misschien was het vroeger an
ders, maar dat is niet van belang voor de
taal van nu.
Multatuli heeft er al eens op gewezen dat
men zijn taal veelal van 'n schoolmees
ter leert, 'dat jammer genoeg is. Maar die
schoolmeesters moeten die taal niet maken.
Zijzelf behooren die te leeren van 't volk dat
die taal spreekt en schrijft'. Hoewel ik in het
algemeen geen liefhebber ben van Multatu
li, heeft hij hier toch de spijker op de kop
geslagen. Wie dus regelmatig zijn schoon
moeder bezoekt, hoeft zich van mij niet te
bekommeren of het echt wel iedere week,
iedere maand of precies eens per jaar is.
JOOP VAN DER HORST
universitair docent Nederlands
Voor er een cell van een beeld werd gemaakt, maakten de tekenaars van Disney een
schets. Deze grove versie van een 'verbaasde faun' stamt uit Fantasia (1940).
illustratie» collectiej. darakjy