Lodewijk de Zeventiende
lijkt in rook opgegaan
Feiten &Meningen
Verkiezingen'94:
Wat het CDA niet
mocht werd PvdA
zelden verweten
Hans heeft lijn 2 gejat'
Fransen kiezen maar liefst 37.000 burgemeesters
ZATERDAG 10 JUN11995
Een voorbeeldje: PvdA-leider Kok bezoekt tijdens de verkie
zingstournee een crèche. De televisiecamera's snorren als Kok dui
delijk hoorbaar zijn voorlichter vraagt of hij een door zijn moeder
in zijn handen gedrukt kind op schoot moet nemen. CDA-oppo-
nent Brinkman zou om een dergelijke opmerking zijn neergesabeld
wegens populistische stemmenlokkerij. Bij Kok heet het vergoelij
kend een slip of the tongue en er wordt nauwelijks aandacht aan
besteed.
Het incident is tekenend voor de verkiezingscampagnes van 1994
het jaar van de electorale aardverschuiving en de wijze waar
op de media daarvan verslag deden. Terwijl het CDA werd verguisd
vanwege de mannetjesmakerij rond Brinkman, voerde de PvdA in
alle stilte de meest professionele en op Amerikaanse leest geschoei
de campagne.
„Wat het CDA niet mocht werd de PvdA zelden verweten", con
cluderen de Amsterdamse politicologen Brants en Van Praag in
hun boek Verkoop van de politiek over de verkiezingscampagne
van vorig jaar. Overigens valt het met .de 'veramerikanisering' van
de Nederlandse politiek reuze mee. „Politiek is in de Nederlandse
verhoudingen nog steeds een serieuze zaak."
Brants en Van Praag hebben de campagne-activiteiten en de
aandacht van de landelijke media daarvoor, uitvoerig doorgelicht.
Dat het CDA kritischer werd gevolgd dan de andere partijen, heb
ben de christen-democraten grotendeels aan zichzelf te wijten.
Interne verdeeldheid over de politieke koers, geruzie in de CDA-
top en de Arscop-affaire (het omstreden commissariaat van Brink
man bij de zaak van een oom van zijn vrouw, red.) waren op zich al
de garantie voor veel negatieve publiciteit. Dat gevoegd bij het luid
ruchtig getoeter van Brinkmans toenmalige woordvoerder Frits
Wester over diens Amerikaanse aanpak van de campagne, en de
media-ramp voor het CDA was compleet.
De PvdA heeft volgens de auteurs de campagne het meest ver
nieuwend gevoerd. Bewust werd alle aandacht op de 'staatsman
Kok' gericht. Vooraf en tijdens de campagne is er veel en diepgaand
onderzoek gepleegd naar de voorkeuren en meningen van poten
tiële PvdA-stemmers. Dat kostte de sociaal-democraten vier ton.
(Ter vergelijking: CDA en WD spendeerden ieder 75.000 gulden
aan onderzoek, D66 in het geheel niets). Ook het totale campagne
budget van de PvdA torende met bijna vier miljoen gulden hoog uit
boven dat van CDA (2 miljoen), WD (1,2 miljoen), D66 (0,75 mil
joen) en Groen Links (1,5 miljoen).
Opvallend Amerikaans in de PvdA-campagne was ook de aan
dacht voor lokale en regionale media. Net zoals Clinton de 'Was
hington-watchers' probeerde te omzeilen via de lokale media,
poogde de PvdA het kritische Haagse journaille te vermijden. Plaat
selijke omroepen en kranten werden gretig benaderd tijdens de be
zoeken. En met succes: de interviews met Kok buitelden over el
kaar heen. Het is dan ook een groot gemis dat Brants en Van Praag
de regionale pers niet in hun onderzoek hebben betrokken.
Verder verscheen Kok het meest van alle lijsttrekkers in talk
shows. In rhindere mate bewandelden ook WD en CDA de popu
listische weg van campagnevoeren. Brinkman toerde wekenlang
met een luxe bus door Nederland met in zijn kielzog een schare
aan journalisten. De geplaagde CDA'er verscheen in tal van familie
bladen, terwijl zijn collega Bolkestein (WD) ook de roddelbladen
niet oversloeg.
D66 was nog het meest traditioneel: werkbezoek, thema-gesprek
en optredend in de serieuzere programma's. De Democraten staan
daarin niet alleen, constateren Brants en Van Praag. Want ondanks
de voorzichtige aanzetten tot vernieuwing (optredens in amuse^
mentsprogramma's, talkshows), werd tweederde van de zendtijd
met politici tijdens de campagne gevuld door nieuwsprogramma's.
En met reden, want hier kijken relatief veel kiezers naar. Talkshows
namen slechts vijftien procent van de zendtijd voor hun rekening.
Dragen al die 'uitgekiende' campagne-strategiën nu bij tot zetel
winst? Zeer ten dele maar, luidt de conclusie. Immers: de PvdA ver
loor ondanks de professionele campagne twaalf zetels, terwijl het
AOV zonder aandacht van de media (toen nog wel) zes kamerzetels
veroverde. Toch zou het verlies van de PvdA nog groter zijn ge
weest als zij dezelfde campagne-fouten als het CDA had gemaakt.
Uit het onderzoek van Brants en Van Praag blijkt dat de waarde
ring voor Kok tijdens de campagne aanzienlijk is toegenomen.
Voor de helft is deze extra steun het gevolg van de wijze waarop het
NOS-Journaal de PvdA-leider in beeld bracht. De berichtgeving in
datzelfde NOS-Journaal deed de populariteit van Brinkman met
veertig procent dalen.
De twee politicologen constateren een 'beangstigend roerende
eensgezindheid' tussen de onderzochte landelijke dagbladen. Niet
alleen in de waardering van partijen en hun lijsttrekkers, maar ook
in het gebrek aan inhoudelijke informatie over de standpunten.
Net als de NOS en RTL zijn de dagbladen gefixeerd op conflicten,
opiniepeilingen, de komende formatie en sfeerverslagen over de
campagne. De kiezer die hoopt op een 'vergelijkend warenonder
zoek' tussen de partijen, komt bedrogen uit.
Dat plaatst de partijen voor een groot probleem. Steeds afhanke
lijker van de media om de (zwevende) kiezer te bereiken, hebben
diezelfde media weinig trek in de politieke boodschap. Wel is er in
teresse voor 'het plaatje met praatje' van de lijsttrekker als persoon,
'een wens waar de partijen dan ook graag op inspelen.
Om nog enige greep op de publiciteit te krijgen zullen de partijen
hun campagne-strategie verder verfijnen. Dat kost geld, veel geld,
vandaar de noodkreet van de PvdA-voorzitter Rottenberg om over
heidssubsidie. De onderzoekers verwachten dat professionelere
campagnes het wantrouwen bij de media jegens de politiek voe
den. Leuk zal het politieke nieuws volgens Brants en Van Praag
nimmer worden: „Als het over de politieke zaak gaat is het nooit
echt lolbroekerij."
'Verkoop van de politiek'. De verkiezingscampagne van 1994. On
der redactie van Kees Brants en Philip van Praag jr. (ISBN 90-
5589-015-4; 266 pag. Prijs: 37,50)
Groningse onderzoeker is overtuigd dat er geen Bourbon in Delft begraven ligt
Hier rust Lodewijk de Zeventien
de, hertog van Normandië, ko
ning van Frankrijk en Navarre.
Dat staat op een oude grafsteen
in het zogenoemde Kalverbosje
in Delft. Of het waar is, moet
DNA-onderzoek door de univer
siteit van Leuven nog dit jaar
duidelijk maken.
Aan de universiteit van Groningen
zou men van verbazing stijl ach
terover slaan als wordt vastgesteld
dat de dode in Delft inderdaad Lo
dewijk de Zeventiende is. Onder
zoeker drs. J. Petrie promoveerde
er donderdag op een proefschrift
waarin hij gedecideerd stelt dat
het graf in Delft helemaal geen ko
ning in ballingschap bevat, maar
een ander, tot op heden onduide
lijk type.
Tien jaar lang is Petrie bezig ge
weest met dossieronderzoek naar
de man die in Delft begraven is.
Zijn voornaamste bevinding is wel
dat deze figuur geen woord Frans
sprak, terwijl van Lodewijk bekend
is dat hij toch tot zijn tiende in
Frankrijk woonde. Uit dossier-on
derzoek is ook gebleken dat Lode
wijk twee pokkenlittekens had, de
man in Delft maar één.
Wie er wel in het graf in Delft
ligt, blijft mogelijk een raadsel. De
eerste stukken over de dode date
ren uit 1810 uit Berlijn. Een man,
Carl Wilhelm Naundorff, ging daar
langs de. deuren met klokken. Hij
mocht geen beroep uitoefenen
omdat hij geen geldig paspoort
bezat. „Hij praatte toen niet veel
over zijn achtergrond. Wel heeft
hij tegen zijn baas eens gezegd dat
hij van hoge afkomst was."
In 1824 raakte Naundorff in gro
te moeilijkheden. Hij kreeg vier
jaar cel wegens valsemunterij.
„Tijdens het proces kwam hij met
het verhaal dat hij het kind van de
door tegenstanders geëxecuteerde
Marie-Antoinette en Lodewijk de
Zestiende was. Een brief van zijn
moeder en een zegel van zijn va
der zouden hem door de politie in
Berlijn zijn afgepakt."
Naundorff werd opgesloten in
Brandenburg. „Uit het taalgebruik
in de brieven die hij toen schreef
komt een Saksische achtergrond
naar voren." Volgens Petrie heeft
de idee-fixe dat hij Lodewijk de
Zeventiende was, zich tijdens zijn
gevangenschap vastgezet.
In 1831 schreef Naundorff zijn
'levensverhaal'. „Het is nooit ge
publiceerd. Wel heeft er een stukje
in de Leipziger Zeitung gestaan.
Een Franse krant, Le Constitutio-
nel, nam het over. Frankrijk raakte
'Hier rust Lodewijk de Zeventiende', staat er op deze grafsteen in Delft.
in beroering en aanhangers van de
De Bourbons nodigden Naundorff
uit naar Frankrijk te komen en zijn
rechten op te eisen."
In Frankrijk, waar hij in mei
1833 arriveerde, leek Naundorff
zich plotseling allerlei details over
zijn jeugd in Versailles te herinne
ringen, verhalen die hij nooit eer
der had verteld. „Ik denk dat die
hem zijn ingefluisterd door tegen
standers van de heersende Louis-
FOTO ANP ED OUDENAARDEN
Philippe. Die hadden natuurlijk
belang bij een Lodewijk de Zeven
tiende."
Naundorff, die in 1836 'afstand'
van zijn rechten op de troon deed
om de autoriteiten niet te veel te
gen zich in het harnas te jagen,
ging contact zoeken met zijn 'zus
ter' in Praag. „Hij is haar gaan
schrijven om een onderhoud. Vol
gens die brieven zou hij haar in
tien minuten kunnen overtuigen
dat hij haar broer was. Ze is er
nooit op ingegaan, maar ze heeft
wel een contact-persoon naar
Naundorff gestuurd. Die was be
hoorlijk onder de indruk. Hij
schreef dat hij niet het idee had
met een bedrieger te maken te
hebben. Naundorff had volgens
hem zelfs 'een koninklijke waar
digheid'. Ze is wel aan het twijfe
len geslagen, maar het is nooit tot
i ontmoeting gekomen."
Het werd Naundorff te grijs. Hij
spande in 1836 een proces tegen
zijn 'familie' in Praag aan. Het le
verde hem niets op. „Tot dan toe
was Naundorff in Frankrijk ge
doogd, maar toen zei Louis-Phi-
lippe: 'En nu eruit'."
Naundorff zocht zijn heil in
Groot-Brittannië, waar hij zich be
trekkelijk rustig hield. „Wel haalde
hij zich er de ex-communicatie uit
de roomskatholieke kerk op de
hals, door zelf een Eglise Evangeli-
que Catholique op te richten. Ver
der hield hij zich bezig met het
uitvinden van bommen en grana
ten", vertelt de onderzoeker.
Na negen jaar besloot hij zijn
geluk in Nederland te beproeven.
„Defensie toonde zich enthousiast
over de demonstraties oie Naun
dorff gaf in het gebouw in Breda
waar nu de Koninklijke Militaire
Academie huist. Hij kreeg een
baan als directeur van een tech
nisch atelier in Delft, met het forse
aanvangssalaris van 80.000 gul
den. Lang heeft hij er niet van
kunnen profiteren, want hij over
leed binnen een jaar aan typhus."
In het overlijdensregister kwam te
staan dat Charles Louis de Bour
bon was gestorven. Ook de graf
steen verwijst naar de 'koninklijke'
afkomst van Naundorff. „Het ver
haal gaat dat koning W,illem II
daar toestemming voor heeft ge
geven. Maar die was ook bepaald
niet op Louis-Philippe gesteld",
aldus Petrie.
De promovendus denkt dat de
echte Lodewijk de Zeventiende in
derdaad, zoals oude bronnen mel
den, op 10-jarige leeftijd is gestor
ven in Temple. Zijn graf is nooit
gevonden. „Er zijn ook verhalen
dat hij in de goot terecht is geko
men. Er is geen spoor meer. Lode
wijk de Zeventiende is in rook op-
BARENDA GRUTTERINK
Ooit drie uur lang zelf op
i tram door Amsterdam
s wel. De
oorzaak van dat alles was
een stukje dat ik vorig jaar
I Amsterdam schreef over een tram-onge
val in Amsterdam. Daarbij
kwam een 84-jarige vrouw om het leven. De
bestuurder had bij het wegrijden van de
halte nog waarschuwend zijn bel laten ho
ren, maar de vrouw ging niet opzij. 'Hij
moet haar dus gezien hebben', schreef ik.
En stelde dat het aangekondigde politie-on-
derzoek de zaak maar duidelijk moest ma
ken.
Bij het Gemeentelijk Vervoerbedrijf in Am
sterdam vonden ze mijn stukje niet leuk,
omdat het te weinig begrip bevatte over het
werk van de trambestuurder. Het kwam me
op een uitnodiging te staan. Onlangs luis
terde ik derhalve in de remise aan de Ha
venstraat naar tram-instructeur Hans Din-
keloo, die me vertelde dat er honderden ki
lometers tramrails in Amsterdam liggen en
dat dagelijks in de hoofdstad meer passa
giers per tram worden vervoerd dan in heel
Nederland per trein.
Dat Dinkeloo me vervolgens op de bestuur
dersstoel zou neerzetten en opdracht zou
geven weg te rijden, kon ik niet bevroeden.
Maar om vijf voor elf reed ik de remise uit
en om vijf voor twee schoof ik de tram weer
naar binnen. Drie uur lang ging het kris
kras door Amsterdam. Tram 690, ongeveer
25 meter lang en zo'n 35 ton zwaar, rea
geerde gedienstig op mijn handelingen.
Aldus reed ik de drukke Leidsestraat door,
achter Artis langs, de Weteringschans over
en mocht zelfs een 'bakkie doen' in de be
stuurders-kantine aan het einde van de lijn
naar Geuzenveld. Mooie PR-stunt. Dinkeloo
en diens collega Aart Töth hielden me
nauwlettend in de gaten. Ik moest bij elke
halte stoppen. Een enkele keer bonkten
wachtende passagiers, die niet zagen dat
mijn tram 'Niet Instappen' heette, ontevre
den op de deuren: ze wilden erin.
En al die tijd zocht ik bekenden. Om even te
zwaaien, naar ze te bellen, het maakte me
niet uit; als iemand me maar had gezien.
Op de weg terug naar de remise maakte ik
met Dinkeloo en Töth een plan. De route
voerde over het traject van lijn 2 langs café
De Gruter aan de Willemsparkweg, een eta
blissement dat ik regelmatig bezoek. Pal er
voor is een tramhalte.
Ik stopte m'n wagen, rende de kroeg binnen
en vroeg Jacques, de kastelein, één minuut
mee naar buiten te komen. Doorgaans is hij
tijdens een drukke lunch met geen tien
paarden achter de bar weg te krijgen, maar
het lukte.
'Wat doe ik hier?', vroegen zijn ogen toen
hij op de halte stond, het schort nog om.
„Tot ziens Jacques", zei ik, en stapte de
in zijn ogen lege tram in. Töth en Dinke
loo zaten gebukt achterin. „Hoe kom je
daaraan?" vroeg hij nog verbouwereerd.
„Gejat!", riep ik, sloot de deur, gaf het ver
plichte belsignaal voor vertrek en reed weg.
Töth en Dinkeloo zagen Jacques' gezicht,
dat aanvankelijk grote ogen bevatte en ver
volgens begon te schaterlachen. 'Hans heeft
lijn 2 gejat!' schijnt hij te hebben geroepen
toen hij zijn zaak weer binnenliep. De lun
chende bezoekers wisten niet wie Hans
was, snapten ook niet dat je een tram kon
stelen, maar zagen wel dat het de man me-
„Straks gaat-ie de politie bellen", zei Dinke
loo die direct na vertrek weer achter me was
komen staan. Later op de dag praatte ik Jac
ques bij. Alle scenario's had-ie bedacht,
maar hij kwam steeds weer op het stelen
van een tram uit. Hij had meegewild. En
had ook al even in zijn bierhok gekeken:
„Om je'te verstoppen als de politie je te
pakken had gekregen."
TOM JANSSEN
Meeste burgers hebben hun zakken vol van schandalen
Morgen en volgende week zondag wor
den opnieuw ruim 40 miljoen Franse
kiezers verwacht in de stemlokalen, dit
maal om nieuwe gemeenteraden te kie
zen en daarmee hun burgemeesters voor
de komende zes jaar. Dat zijn er ruim
37.000: bijna net zoveel als alle andere
landen van de Europese Unie samen.
Burgemeesters zijn in Frankrijk mensen
om wie je niet heen kunt. „Ze hebben
veel te veel macht", is een vaak gehoorde
klacht na de vele schandalen van de
laatste jaren waarin het ging om steek
penningen en vriendjespolitiek. Minister
Carignon van communicatie is vorig jaar
oktober de gevangenis ingedraaid voor
zijn gerommel in Grenoble, waarvan hij
nog steeds burgemeester is. Een paar
weken gelpden kwam hij vrij in afwach
ting van zijn proces.
Ex-burgemeester Médecin van Nice, te
gen wie diverse zaken lopen, zit in voor
arrest. Médecin was gevlucht naar
Uruguay, dat hem eind vorig jaar echter
uitleverde. Zijn socialistische collega
Boucheron, die er als dienstwagen een
Ferrari op na hield, liet zijn stad Angou-
lême volslagen failliet achter en nam de
benen naar Argentinië.
Het burgemeesterschap is dikwijls een
opstapje naar de 'grote' Franse politiek.
De meeste van de 587 parlementariërs
zijn wel ergens burgemeester. Het legt de
gemeenten veelal geen windeieren wan
neer hun eerste burger in het parlement
of het kabinet zit. De burgemeester heeft
er, met het oog op zijn herverkiezing,
immers belang bij het een en ander bin
nen te slepen voor zijn gemeentenaren.
Het valt bovendien heel slecht als een
minister zijn burgemeesterszetel verliest.
In het verleden was het gebruik dat hij
dan zijn ontslag als minister indiende
en dat soms ook kreeg.
De schandalen èn de recente verkiezing
van de gaullist Chirac tot president, spe
len een rol bij de verkiezingen in de gro
tere gemeenten. Maar in de meeste idei-
ne gemeenten soms met minder dan
20 inwoners zeggen termen als links
en rechts niets. Daar spelen plaatselijke
kwesties de hoofdrol, zoals het verwijde
ren van een heg of de plaatsing van een
lantaarnpaal op het dorpsplein, de route
van de schoolbus of een nieuwe dakbe
dekking voor de kerktoren.
Net als bij andere Franse verkiezingen
geldt het meerderheidsbeginsel: een lijst
die wint, krijgt grofweg driekwart van de
zetels toegewezen in de nieuwe gemeen
teraad. Van een goed functionerende op
positie is dan geen sprake. De burge
meester kan voor zijn beleid bijna altijd
rekenen op steun door dik en dun van
zijn geestverwanten.
Kandidaten die banden hebben met de
landelijke politiek vooral in de grote
steden laijgen luid bijval van hun par
tijleiders. Politici als Jean-Marie Le Pen
van het extreemrechtse Front National
proberen ook plaatselijk vaste grond on
der de voeten te krijgen. Een voorbeeld
is het Oostfranse Mulhouse met ruim
100.000 inwoners, waar behoorlijk wat
angst heerst voor de kandidaat van het
Front, de hotelier Gérard Freulet. De
herkiesbare socialistische burgemeester
Jean-Marie Bockel en zijn liberale tegen
stander Joseph Klifa zijn zelfs bereid in
de tweede ronde de krachten te bunde
len als Freulet in de eerste ronde de
meeste stemmen haalt.
Mulhouse ligt in de Elzas, waar Le Pen
bij de eerste ronde van de afgelopen pre
sidentsverkiezingen hier en daar bijna 40
procent van de stemmen behaalde. Ook
in Noord-Frankrijk, in Marseille en om
geving en in de Parijse regio heeft het
Front veel aanhang. Maar, anders dan in
de Elzasser dorpen, fijn Le Pens stok
paardjes immigratie, werkloosheid en
onveiligheid daar echte problemen.
In Marseille lijkt het tij te zijn gekeerd
voor de liberale senator Jean-Claude
Gaudin. Die probeert al achttien jaar
burgemeester te worden. Tevergeefs,
want Marseille is sinds de oorlog linl
Ditmaal zijn er zelfs twee socialistisc
kandidaten. Het Front is er sterk, en
daarom heeft Gaudin een pact geslol
met de gaullist Muselier. Dat lijkt vot
alsnog het beste middel om Frankrijl
derde stad te behoeden voor herniei
verlammend politiek geruzie.
De bedjes van premier Alain Juppé e
liberale oud-premier Raymond Barn
ken intussen gespreid in Bordeaux ei
Lyon. De huidige doodzieke, zeer po|
laire burgemeester van Bordeaux, ex
premier Chaban-Delmas, heeft Jupp
aangewezen als zijn opvolger. En de
guur Barre is voor Lyon een garantie
het de schandalensfeer die rond de b
dige burgemeester Michel Noir hanj
eindelijk achter zich kan laten.
Ex-president Giscard d'Estaing is trot
wens ook kandidaat: in Clermont-Fe;
rand, een fabrieksstad die sinds men
heugenis in socialistische handen is.
huidige burgemeester, oud-minister
Quillot, is evenwel niet van plan zijn
tel zonder slag of stoot op te geven.
PARUS» JAN VAN ETTEN