'Zijn grootste zorg is
dat wij niet instorten'
Laveren tussen
betrokkenheid en
onverschilligheid
Feiten &Meningen
Topdrukte in crisiscentrum
Vrouwen spreken;'1^
elkaar moed in
Datsja
3
MAANDAG 29 ME11995
NIEUWSANALYSE
Ooit was het de bedoeling humanitaire hulp te
brengen en door strikte onpartijdigheid de ge
moederen in Bosnië tot bedaren te brengen. Maar
veel voedselkonvooien staan al geruime tijd stil.
En met VN-blauwhelmen vechtend tegen Serviërs
of geketend aan munitiedepots als menselijk
schild tegen NAVO-luchtaanvallen, lijken de VN
ten onder te zijn gegaan in het Bosnische moeras.
Druk diplomatiek overleg door onder meer de
Contactgroep voor Bosnië en de NAVO moet een
uitweg wijzen uit de snel escalerende crisis. Maar
het aantal uitgangen is zeer beperkt.
Een gevoel van gewenning is na vier jaar oorlog
in ex-Joegoslavië niet meer te vermijden. Zelfs het
recordaantal van 71 doden bij de beschieting van
een café in Tuzla, de Servische 'vergelding' voor
een eerdere NAVO-aanval, maakt al lang niet
meer dezelfde emotie los als de granaat op het
marktplein in Sarajevo, die meer dan een jaar ge
leden het letterlijke startschot was voor een iets
harder VN/NAVO-optreden.
Desondanks heeft zich de afgelopen weken in
Bosnië, op het slagveld en aan het diplomatieke
front, een kentering voltrokken. Sinds het aflopen
van het bestand op 1 mei maken alle partijen zich
op voor een zomer-offensief. Vooral de moslims
zien dat, nu ze beter worden bewapend, met
meer vertrouwen tegemoet en spiegelen zich aan
het recente succesje van het Kroatische leger, dat
in Slavonië door Servisch bezet gebied heroverde.
Daarnaast stagneren de internationale pogin
gen om een diplomatieke doorbraak te forceren.
De recente poging erkenning van Bosnië los te
krijgen van de Servische president Slobodan
Milosevic, in ruil voor opheffing van de economi
sche sancties, is mislukt.
De oplopende spanning heeft grote gevolgen
voor de circa 22.000 VN-blauwhelmen in Bosnië.
De eis van strikte neutraliteit en hun beperkte hu
manitaire taak maakten de VN de afgelopen jaren
al tot een speelbal van de
H vechtende partijen. Nu
worden zo'n 250 blauw-
helmen vastgehouden of
TVpbME/ VH gegijzeld en fungeren en-
1 1»? kelen als 'menselijk
schild'. Daarnaast worden
de door de VN uitgeroe
pen 'veilige gebieden'
weer als vanouds bescho
ten en negeren de Serviërs
de 20-kilometer-zones
waarbinnen ze geen zware
wapens mogen opstellen.
Op die crisis zijn verschil
lende antwoorden moge
lijk. Het eerste is hardhandig militair ingrijpen.
Die optie is echter volstrekt 'krankzinnig', zoals de
Franse premier Juppé gisteren zei. Een dergelijk
offensief zou meer dan 100.000 (NAVO-)man-
schappen op de grond vragen, duizenden doden
onder de burgerbevolking én de interventiemacht
kosten. Als de kruitdampen van zo'n interventie
zijn opgetrokken, zal blijken dat er nog steeds
geen (politieke) oplossing is voor het samenleven
van de verschillende etnische groepen. Voor de
Amerikaanse bravo ure-variant, luchtaanvallen op
Servische doelen, geldt in essentie hetzelfde.
De tweede optie is serieuzer, en heet 'robuuster
optreden'. Vooral de NAVO neigt daartoe. Het zou
betekenen dat de blauwhelmen sneller terug
schieten als ze worden belaagd en dat konvooien
zich desnoods met luchtsteun een weg door Bos
nië kunnen banen. Deze optie gaat er niet van uit
dat de internationale gemeenschap een oplossing
gewapenderhand kan opleggen. Maar ze is wel
een signaal dat de VN en NAVO niet meer met
zich laten sollen.
De NAVO-luchtaanvallen van de afgelopen da
gen hebben echter de beperkingen van dat ro
buustere optreden al haarfijn duideljk gemaakt.
De VN-troepen moeten zwaarder worden bewa
pend en waarschijnlijk worden uitgebreid. En de
vraag is of de strijdende partijen dat toestaan. Bo
vendien bestaat de kans dat de Serviërs gewoon
terugschieten als de blauwhelmen werkelijk hun
tanden laten zien. En dan zijn de VN echt partij in
het conflict, wat de organisatie juist wil voorko
men.
De derde optie is ingewikkelder: het is een her
groepering van de blauwhelmen in beter te verde
digen gebieden en het opgeven van andere stuk
ken terrein. Dat is een deftige manier om te zeg
gen dat de soldaten uit Nederland, Groot-Brittan-
nië en Oekraïne vluchten uit de oostelijke 'veilige
gebieden' Gorazde, Zepa en Srebrenica. Politiek
betekent dat het einde van het hele VN-idee van
'veiligheidszones'. De moslimbevolking in die en
claves zal de blauwhelmen bovendien niet willen
laten gaan. Na het vertrek van de VN zullen de
Servische milities immers zeker de drie steden in
nemen en 'etnisch zuiveren'. En die terreinwinst
brengt een politiek akkoord niet dichterbij.
De vierde optie is die van de toog: inpakken en
wegwezen, hek er om heen en laten uitvechten.
Naast het morele argument dat dat een krachtige
vorm van onverschilligheid is, zijn er ook andere
bedenkingen mogelijk tegen zo'n vaandelvlucht.
Allereerst is een terugtocht van de VN-eenhe-
den en hun voorraden militair-technisch een bij
zonder ingewikkelde operatie, die maanden zal
duren, handen vol geld kost en waarvoor circa
50.000 soldaten op de been moeten worden ge
bracht. Ook hier is het zeer de vraag hoe de bevol
king zal reageren op het vertrek van de blauwhel-
Daamaast is er een krachtig politiek argument:
als de blauwhelmen vertrekken, is er geen enkele
rem meer voor landen als Iran om de Bosniërs te
bewapenen. Vertrek van de VN'ers kan het einde
betekenen van de belangrijke doelstelling om
door middel van de blauwhelmen in Bosnië te
voorkomen dat het conflict overslaat naar Koso
vo. Albanië en Macedonië. En een derde, nog
zwaarwichtiger argument, is dat de aanwezigheid
van de merendeels Europese blauwhelmen de
beste garantie is dat noch Amerika noch Rusland
zich aan rare capriolen op de Balkan te buiten
gaat.
Resteert de vijfde mogelijkheid: doormodderen
in machteloze betrokkenheid. Voorwaarde is dan
wel dat de neutraliteit van de VN weer door alle
partijen, met name de Serviërs, wordt erkend.
Hoewel niemand deze optie verkiest, lijkt ze reëel.
Want de blauwhelmen hebben tot nu toe zeer
veel goed werk verricht. Ze hebben miljoènen
mensen in leven gebouden en ze hebben voorko
men dat het conflict ontaardde in een Balkanoor
log. Dat was hun taak en zij hebben niet gefaald.
De mislukking lag bij de politici, westerse en die
op de Balkan, die geen vredesregeling konden
produceren.
BRUSSEL PETER DE VRIES
Sylvia Gelissen zag gijzeling echtgenoot in Bosnië aankomen
Falco en Anouk Gelissen hebben de videoband waarop hun gegijzelde papa Jos in Bosnië is te
zien steeds opnieuw heen- en teruggespoeld. De 9-jarige Anouk heeft gehuild, Falco niet. De 11-
jarige zoon is niet vergeten dat zijn papa heeft gezegd dat hij het wel redt. ,,Het ergst vinden ze
dat hij niks tegen hen zegt."
Sylvia, de 36-jarige echtgenote van de ge
vangen genomen VN-waarnemer Jos Gelis
sen, krijgt vrijdagavond de schrik van haar
leven. Eerst zijn er op het Acht-uurjournaal
alleen nog beelden van buitenlandse gijze
laars, maar om half negen belt het crisis
centrum: haar man zit toch bij de gevange
nen. In het ziekenhuis in Pale, vlakbij Sara
jevo, niet vastgeketend, wel apart opgeslo-
Om 22.00 uur komen daar de beelden bij.
Een uiterlijk onbewogen Jos Gelissen in ca
mouflagepak. Met handboeien. Tergend
langzaam zoemt de camera in op zijn
naamplaatje om dat beeld een moment
vast te houden. Dan blikt hij recht in de ca
mera, de huiskamer in.
„Het was afschuwelijk!". Sylvia Gelissen
spreekt met Limburgs accent. De afgelopen
dagen hebben ook een aanslag gedaan op
haar stembanden. In haar modern inge
richte nieuwbouwwoning in Flevoland
(vanwege de privacy wil ze niet dat de
plaatsnaam in de krant komt) praat haar
moeder vanuit de achterkamer mee. Falco
speelt boven met een vriendje, Anouk is
gaan zwemmen. Ze proberen de draad weer
een beetje op te pakken.
„Ik had het er in eerste instantie vreselijk
moeilijk mee. Hij was gelukkig rustig en ook
niet als een beest aan een lantaarnpaal of
munitiedepot vastgebonden zoals die Ca
nadees en de Rus Sergej. Die beelden vond
ik zo degenererend. Toen ik Jos daar zo zag
staan, wist ik gelijk dat zijn grootste zorg
was dat wij hem zagen en dat wij in zouden
storten. Dat wil ik dus niet."
Die vrijdagmiddag hadden ze van het crisis
centrum in Den Haag nog laten weten dat
ze zich geen zorgen hoefde te maken. Er
was niets aan de hand. Haar man was veilig
evenals de vijftig andere Nederlandse waar
nemers. Ze had er al weinig geloof aan ge
hecht en voorvoeld dat het mis was. „Ik had
hem een paar dagen ervoor nog aan de te
lefoon en toen zei hij al dat het binnen een
week zou escaleren. Ik voelde dat het fout
liep."
De hele vrijdagnacht is ze opgebleven. De
televisienetten werden afgezapt op zoek
naar een flinter nieuws dat er niet kwam.
Familie, vrienden, kennissen en collega's
belden om haar te troosten. De maatschap
pelijk werker van Defensie hing om de vijf
minuten aan de lijn om haar gerust te stel
len. Haar moeder en zus reisden direct
vanuit Limburg af om haar bij te staan. Het
buurjongetje wilde op zijn verjaardag geen
slingers, omdat de buurman gevangen zat.
Een Bosnisch-Servische soldaat bewaakt Franse VN-militairen in Sarajevo.
„Ik heb honderden reacties gehad, iedereen
is verschrikkelijk geschrokken dat het nu
juist Jos moet zijn, maar eigenlijk is het bij
na logisch. Zijn auto was al beschoten en
afgepakt. Hij was al beroofd. Ze pesten de
waarnemers eigenlijk constant. Ik ken mijn
man en weet dat hij de situatie heel goed
aankan. Hij zal er rustig onder blijven en
proberen een goed contact met zijn ont
voerders op te bouwen en wellicht collega's
opbeuren. Eigenlijk is-ie ook nu gewoon
bezig met zijn werk".
Een maand geleden reisde Jos Gelissen af
naar Sarajevo. Daar voegde hij zich bij een
groepje van vier waarnemers even ten zui
den van de stad aan de Servische kant. De
moslims schieten vanuit een flat achter hun
huis op de Serviërs in de bergen. Die vuren
over hun woning weer op de moslims. „Ik
vond het niet leuk dat hij ging, maar het is
zijn beroep. Jos wilde wat doen. Iedereen zit
maar voor de TV en doet niks, vond-ie. Al is
het maar op een laag niveau, hij wilde iets
bereiken. De mensen daar op de vingers kij
ken en registreren als het fout gaat."
Hij heeft al goed werk gedaan, vindt Sylvia.
Veel contacten gelegd met commandanten,
mensen uit benarde situaties gehaald, ge
wonden bezocht in het ziekenhuis, slacht
offers geïdentificeerd en aantallen vastge
legd. „Als op de markt in Sarajevo wordt ge
schoten, probeert hij er ook achter te ko
men van welke kant het vuur komt. Alleen
al dat hij op de markt loopt, kweekt good
will bij de bevolking. Die weet dat dan de
wereld het ziet als er iets ergs gebeurt."
Ze heeft haar mening over het nut van de
ongewapende waarnemers nog niet bijge
steld na de gijzeling van haar man. „Ik vind
dat de onpartijdige waarnemers moeten
blijven. Met deze gijzeling willen de Serviërs
alleen maar bereiken dat de wereld ieder
een terugroept. Het is puur propaganda. Als
mijn man en de andere 53 waarnemers er
niet zaten, waren veel meer mensen ver
moord."
Op 8 juni zou haar man met een weekje
verlof naar Nederland komen. De dertiende
wordt hij 39. Of dat in vrijheid zal zijn, be
twijfelt Sylvia. „Dat Jos er niet is op zijn ver
jaardag is niet zo belangrijk, als het maar
goed komt. Ik zie op korte termijn geen op
lossing, maar als de VN geen nieuwe lucht
aanvallen uitvoeren, kan er niks gebeuren.
En als-ie terugkomt, gaan we feestvieren
met ballonnen in de tuin. En dan wil ik niet
meer naar die oorlog daar kijken."
FLEVOLAND PETER DE KNEGT
„Het verlofgangerskonvooi uit
Siminhan verwachten we snel
in Split... tot uw dienst". Bij
het volgende telefoontje werpt
onderofficier Uchtman een
blik op het bord waarop voor
malig Joegoslavië in kaart is
gebracht. Sarajevo geeft
alarmfase rood aan, bij het
Dutchbat is het groen en dus
veilig, Screbrenica kampt met
voedsel- en brandstoftekorten
en verlof wordt nog steeds af
gewezen door de Semërs.
Ze zijn verontrust, de familie
leden, geliefden en kennissen
van de bijna 1.500 Nederlan
ders die zich overal en nergens
in het voormalige Joegoslavië
inzetten voor de vrede. De bel
lers naar het 'Situatiecentrum
van de bevelhebber der
Landstrijdkrachten' in de
Haagse Julianakazerne willen
'precies weten hoe hun Pietje,
Jantje of Klaasje eraan toe is',
zoals generaal Pollé het uit
drukt. De achterblijvers den
ken dat nu het gedonder is
rond Sarajevo en Pale, het
overal mis is. „Gelukkig is dat
niet zo en kunnen we de mees
te bellers geruststellen", zegt
Uchtman. Meestal gaan de te
lefoontjes over het verlof en
het eten. „De begrijpelijke ou
derlijke- en familiezorg. Moe
der wil pakketjes met extra
voedsel sturen naar haar zoon,
maar op dit moment komen
die pakjes niet op de bestem
ming. In Zagreb wachten al
tweehonderd postzakken op
verdere verzending. Die wor
den allemaal tegengehouden."
Naast de gebruikelijke vragen
wordt het centrum, dat in sep
tember drie jaar bestaat, ge
confronteerd met berichten
over dodelijke ongelukken van
familieleden in Nederland en
overleden opa's en oma's. Ook
'overspannen' moeders han
gen aan de lijn. „Die bellen
vaak op, omdat de kinderen
maar niet begrijpen dat ze
geen post krijgen van pappie
of ze zien het zelf niet meer zit
ten dat hun man zes maanden
is uitgezonden." Een goed ge
sprek of doorverwijzing wil
nogal eens uitkomst brengen.
De ongeruste vader die wil we
ten waar zijn zoon uithangt die
met verlof is, kon niet worden
geholpen: de jongen was drie
dagen in Amsterdam onderge
doken.
Het centrum probeert via het
directe contact met het voor
malige Joegoslavië de soldaten
duidelijk te maken dat post en
een telefoontje naar huis be
langrijk zijn. „Maar bij de mili
tairen daar leeft dat besef niet.
Ze vinden ons eigenlijk ook
een beetje watjes".
Een van de, aldus Uchtman,
vreselijkste telefoontjes in de
afgelopen jaren was het ver
haal van een vrouw die vroeg
of het centrum aan haar man
in Bosnië kon doorgeven dat
hun dochter was aangerand.
Dat soort telefoontjes wordt
door het centrum overgedra
gen aan hulpverleners ter
plaatse. „Je kunt ons vergelij
ken met de ANWB", meent
Uchtman. „We luisteren, be
middelen zo nodig en geven
informatie." De informatie die
het crisiscentrum over de toe
stand in het voormalige Joego
slavië aan de achterblijvers
geeft, is ongecensureerd. „Dat
is ook de enige geruststelling
die we kunnen geven, dat we
het niet mooier voorstellen
dan het is."
Dat het centrum voor veel fa
milieleden belangrijk is, be
wijst naast de vele honderden
telefoontjes de enorme stapel
bedankjes. Het gebak en de
bonbons hebben ze opgegeten.
DEN HAAG PETER DE KNEGT
plkspa
irdagl
Vrijdag wordt ze 46, Antoinette
van der-Heijden uit het Bra
bantse Oosterhout. Die dag
hoopt ze even haar man vanuit
Srebrenica aan de telefoon te
zullen krijgen. „Voor drie mi
nuutjes maar. Drie buitenge
woon kostbare minuutjes. Na
afloop zal ik wel weer zitten
huilen. Maar ik zal ook sterk
proberen te zijn. Dat wordt toch
van me verwacht? Ik ben trots
op mijn man, verschrikkelijk
Trots - dat is ook Lieselotte
Schoore uit Utrecht. Maar be
zorgd is deze 22-jarige even
eens. Haar vriend zit pas sinds
afgelopen dinsdag als VN-mili-
tair in Bosnië, in de buurt van
Split. „Ik was een paar dagen
weg en had het nieuws niet zo
goed gevolgd. Zaterdag hoorde
ik van mijn moeder over gijze
lingen en mebr van die dingen.
Niet in Split maar toch... Ik ben
me werkelijk te pletter ge
schrokken."
Een vrouw van wie de man be
roeps is - sergeant-majoor. En
een meisje wier vriend voor zijn
nummer in dienst zit - als
dienstplichtig sergeant. Beiden
draaien er niet omheen: ze ma
ken als achterblijvers van
blauwhelmen angstige uren
door. Ze vinden geen rust. Ner
gens eigenlijk. Ze spreken elkaar
over de telefoon moed in.
Vooral Antoinette van der Heij
den windt er geen doekjes om:
„Hij komt als een ander mens
terug. Misschien wel heel ver
drietig. Misschien wel boos. Wie
zal het zeggen? Maar hij komt
terug. En dat is voor mij het be
langrijkste. Ik zal hem opvan
gen. Met alle kracht die ik in me
heb. Jawel, ik blijf er vertrouwen
in houden. Maar zwaar is het
wel".
De echtgenoot van Antoinette
van .der Heijden had eigenlijk al
lang weer thuis moeten zijn.
„Met moederdag had ik hem al
verwacht. Eerder al trouwens.
Maar de Serviërs laten hem en
zijn groep van 150 man niet
gaan. En intussen blijven er in
Zagreb tussen de 150 en 200 ke
rels klaar staan om mijn man en
zijn collega's af te lossen. Die
kunnen ook niets beginnen. Het
is je reinste getreiter."
Eén keer per .week heeft ze voor
een paar minuten haar man aan
de telefoon. „Hij kan in elk ge
val nog bellen. Daar ben ik in
tens dankbaar voor. Ze hebben
in Srebrenica amper brandstof
en ook haast geen voedsel
meer. Maar volgens mijn man is
het moreel goed. Daar klamp ik
me maar aan vast. Ik kijk zo
weinig mogelijk televisie. Naar
de radio luister ik bijna niet.
Kranten mijd ik als het even
kan. Wat heb ik er allemaal aan?
Ik zou nog stapelgek worden."
Haar man had het over 'zijn
laatste grote reis'. „Hij vond
echt dat hij zich voor Bosnië
moest melden. We stonden
achter heffi, mijn dochter en ik.
|ng van
En dat doen we trouwens n^pgp]g
steeds, ondanks alle onzeker J: j
heid. Wij waren in de oorlog?^- zg
toch ook dolblij dat we niet |mons
ons lot werden overgelaten?
Als zij in de schoenen van hq
man had gestaan, was ze oo^[ot(
naar Bosnië gegaan. „Die be
den, die menselijke tragedie^Li Di
wilt toch helpen? En als je damden
de kans krijgt! 54 is hij nu. Vfgen o
gend jaar komt hij met grooptsers,
verlof. Hij zal op een goed bjders.
stede tijd kunnen terugkijkeppt. ve
Wat zal ik hem gaan verwenlan de
nen. Hij heeft ongetwijfeld vpuden
schrikkelijke dingen in Bosnj
gezien. Ik hoop dat hij er
mij over zal kunnen praten'/*'"'
Ze is aangesloten bij het Thi|RECHT
front Comité. Geregeld belt I „evo
met anderen van wie de parjet eer
als VN-militair in Bosnië is. teren]
keer in de maand gaat ze naL^^j:
een ontmoetingsavond voofys cj0(
achterblijvers in het protestqjgen 2
militair tehuis in de legerpla|erbor
Keizersveer in Brabant. „Da{ scj1j(
kun je er weer even tegen. W
worden goed opgevangen, il^
kan niet anders zeggen.T1S5
Ze wou dat ze een baantje h;
„Dat zou voor afleiding zorgjj°RN
Maar ik kan niets aardigs viijngsP(
den. Dus zit ik eigenlijk te vel00™;
thuis. Naar vrijdag kijk ik nui'ee tij'
weer uit. We zullen weer netjonun
altijd in een soort steno meti'iet
kaar praten. Met veel over eijen<^ c
sluiten vanwege de satelliet\Jngen
binding. Als mijn man dertitf)rc^er
zegt, dan krijg ik weer een ge
voel van opluchting. Want di
tien is ons geluksgetal. En aa A I
het einde van het gesprek zal
mijn man weer zeggen hoev^-L
ik van hem houd en dat ik of'"'
hem wacht." ihem*
Lieselotte Schoone kreeg din
dag twee telefoontjes vanuit'
Bosnië. Ze was niet thuis. „M j:
schrikkelijk. Dat heb ik zo en 'na
gevonden." Maar gelukkig vaj
sprak ze haar vriend Han St^ajenc
linga (26) de volgende dag W N
„Hij klonk ontspannen. Hij L
het over het mooie weer. Enr.
over de kameraadschappelijk^
sfeer. Iedereen, van hoog tots
laag, noemde elkaar bij de v<jgters
naam. Vond hij heel bijzond£rcje]
Maar zaterdag ben ik toch wj j
geschrokken zeg. En hij moeL.
nog tot december", verzuch^iWg
HBO-studente personeel en) yg e
ganisatie. c
Ze hadden er tevoren lang n^ i
elkaar over gepraat. Zou hij V
naar Bosnië gaan of niet? ,,H|
wilde graag en ik kon me da^ -
goed in vinden. Eigenlijk zijif
hier samen naar toegegroeid
We hadden Joegoslavische iRSFO'
vrienden. Humanitaire hulp
bieden - dat is toch fantastisPg611
Ik heb geen idee hoe het verben
loopt. Ik weet alleen waar ik |°uw
recht kan als ik het te kwaadj vr*
krijg. En daar zal ik gebruik v P^e'
maken ook." lersfi
bntei
UTRECHT-OOSTERHOUTen8e
fetal
is op
Jbaai
dijsje." De n
„ik weet een
datsja voor jul
lie. Twee ka-
s vlakbij
Moskou en vol
gens de eigena
resse een para
vrouw die tijdelijk
op kantoor als vertaalster is in
gevallen, klinkt heel enthou
siast. Wij hadden al eens geïn
formeerd naar een vakantie
huisje voor de weekends omdat
een hele week in een grauwe
flat een mens niet erg vrolijk
maakt.
Goed stromend water was er
niet in ons datsja-deel, elektrici
teit maar af en toe, de WC stond
op het erf en 'vlakbij Moskou'
betekendê nog altijd zo'n zestig
kilometer. Maar voor de rest
klonk het prima. Alleen had de
eigenaresse, die er zelf al haar
vrije tijd doorbrengt, wel ge
waarschuwd dat we haar para
dijs waarschijnlijk niet zouden
vinden.
Een net verworven Russische
kennis beloofde evenwel mee te
zullen gaan en uitgerust met
twee gedetailleerde kaarten en
een volle tank gingen we welge
moed op weg. De eerste vijf
mislukte aanlooppogingen de
den we schouderophalend af.
Ze hebben in Rusland nu een
maal geen ANWB die om de
paar kilometer fraaie borden
plaatst. En er viel genoeg te
zien. Naast de typische Russi
sche boerenhuisjes rezen overal
superdeluxe villa's met min
stens twee garages uit de grond.
De 'nieuwe Russen' slaan toe.
Mooi was het er, heuvelachtig
met een leuk riviertje. Datsja's
genoeg, alleen niet het huisje
waarnaar wij op zoek waren.
Onze Russische kennis spande
zich vreselijk in maar zijn kaart-
leeservaring was niet al te groot
en de kaart niet al te precies.
Keer op keer moest het raampje
open om nieuwe informatie in
Ondanks alle hulpvaardigheid
bleef het zoeken naar een na
in een hooiberg. Toen daagc|
nieuwe hoop. Een wat oudei
baas bood aan ons verder teL^
gidsen. Niettegenstaande hdM
vroege uur ademde hij een f
complete drankvergunning ij
Maar dat kwam volgens hen^™
omdat hij jarig was. Vanwegl
dat heuglijke feit wilde hij bik
men voor ons kopen. Na eeiP
paar kilometer wilde hij ineë
uit de auto. Niet dat hij nu ok
zijn plaats van bestemming W
was, want uit zijn woorden
bleek dat hij hier helemaal rJ
hoefde te zijn. Hij had ons alk
leen maar op weg willen helP
Na een uitvoerig afscheid ga
nog enkele tips hoe we de da
konden bereiken... k
We belandden op paadjes diP
deze naam absoluut niet verj
nen: gaten van een halve meL
diep, rotspartijen en steile hA
lingen. Nadat de onderkant r
onze nieuwe auto een paar ld
akelig krijsend met de steena
tige bodem in contact was gk
komen, besloten we de speuP
tocht naar het paradijs maaij
beëindigen. Volgens de laatsL
informatie waren we de datsk
tot een kilometer genaderd. W
Maar ja, als je er bij droog, zd
nig weer al niet eens kunt kok
men, hoe moet dat dan als lm
regent en deze leempaden iij
onneembare barrières ve
ren?
Terug ging het allemaal r
snel. Zó snel dat de picknickl
we eigenlijk nog hadden willL
houden, er helemaal bij in II
schoot. En dat was jammer, p
want de Russen zijn helema^™
bezeten van picknicken e
worstjes grillen op open v
kunt geen paar bomen bij_elf]
kaar zien of er zit wel e
sche familie onder te smikkef
Maar dat houden we nog ti
goed. Eerst een datsja.
HANS HOOGENDUK CORRESPOND!
T III
Franse soldaten worden in Toulon ingescheept. Zij zullen hun landgenoten in Bosnië te hulp komen.
FOTO REUTER