'Zijn grootste zorg is dat wij niet instorten' Laveren tussen betrokkenheid en onverschilligheid Feiten &Meningen Topdrukte in crisiscentrum Vrouwen spreken;'1^ elkaar moed in Datsja 3 MAANDAG 29 ME11995 NIEUWSANALYSE Ooit was het de bedoeling humanitaire hulp te brengen en door strikte onpartijdigheid de ge moederen in Bosnië tot bedaren te brengen. Maar veel voedselkonvooien staan al geruime tijd stil. En met VN-blauwhelmen vechtend tegen Serviërs of geketend aan munitiedepots als menselijk schild tegen NAVO-luchtaanvallen, lijken de VN ten onder te zijn gegaan in het Bosnische moeras. Druk diplomatiek overleg door onder meer de Contactgroep voor Bosnië en de NAVO moet een uitweg wijzen uit de snel escalerende crisis. Maar het aantal uitgangen is zeer beperkt. Een gevoel van gewenning is na vier jaar oorlog in ex-Joegoslavië niet meer te vermijden. Zelfs het recordaantal van 71 doden bij de beschieting van een café in Tuzla, de Servische 'vergelding' voor een eerdere NAVO-aanval, maakt al lang niet meer dezelfde emotie los als de granaat op het marktplein in Sarajevo, die meer dan een jaar ge leden het letterlijke startschot was voor een iets harder VN/NAVO-optreden. Desondanks heeft zich de afgelopen weken in Bosnië, op het slagveld en aan het diplomatieke front, een kentering voltrokken. Sinds het aflopen van het bestand op 1 mei maken alle partijen zich op voor een zomer-offensief. Vooral de moslims zien dat, nu ze beter worden bewapend, met meer vertrouwen tegemoet en spiegelen zich aan het recente succesje van het Kroatische leger, dat in Slavonië door Servisch bezet gebied heroverde. Daarnaast stagneren de internationale pogin gen om een diplomatieke doorbraak te forceren. De recente poging erkenning van Bosnië los te krijgen van de Servische president Slobodan Milosevic, in ruil voor opheffing van de economi sche sancties, is mislukt. De oplopende spanning heeft grote gevolgen voor de circa 22.000 VN-blauwhelmen in Bosnië. De eis van strikte neutraliteit en hun beperkte hu manitaire taak maakten de VN de afgelopen jaren al tot een speelbal van de H vechtende partijen. Nu worden zo'n 250 blauw- helmen vastgehouden of TVpbME/ VH gegijzeld en fungeren en- 1 1»? kelen als 'menselijk schild'. Daarnaast worden de door de VN uitgeroe pen 'veilige gebieden' weer als vanouds bescho ten en negeren de Serviërs de 20-kilometer-zones waarbinnen ze geen zware wapens mogen opstellen. Op die crisis zijn verschil lende antwoorden moge lijk. Het eerste is hardhandig militair ingrijpen. Die optie is echter volstrekt 'krankzinnig', zoals de Franse premier Juppé gisteren zei. Een dergelijk offensief zou meer dan 100.000 (NAVO-)man- schappen op de grond vragen, duizenden doden onder de burgerbevolking én de interventiemacht kosten. Als de kruitdampen van zo'n interventie zijn opgetrokken, zal blijken dat er nog steeds geen (politieke) oplossing is voor het samenleven van de verschillende etnische groepen. Voor de Amerikaanse bravo ure-variant, luchtaanvallen op Servische doelen, geldt in essentie hetzelfde. De tweede optie is serieuzer, en heet 'robuuster optreden'. Vooral de NAVO neigt daartoe. Het zou betekenen dat de blauwhelmen sneller terug schieten als ze worden belaagd en dat konvooien zich desnoods met luchtsteun een weg door Bos nië kunnen banen. Deze optie gaat er niet van uit dat de internationale gemeenschap een oplossing gewapenderhand kan opleggen. Maar ze is wel een signaal dat de VN en NAVO niet meer met zich laten sollen. De NAVO-luchtaanvallen van de afgelopen da gen hebben echter de beperkingen van dat ro buustere optreden al haarfijn duideljk gemaakt. De VN-troepen moeten zwaarder worden bewa pend en waarschijnlijk worden uitgebreid. En de vraag is of de strijdende partijen dat toestaan. Bo vendien bestaat de kans dat de Serviërs gewoon terugschieten als de blauwhelmen werkelijk hun tanden laten zien. En dan zijn de VN echt partij in het conflict, wat de organisatie juist wil voorko men. De derde optie is ingewikkelder: het is een her groepering van de blauwhelmen in beter te verde digen gebieden en het opgeven van andere stuk ken terrein. Dat is een deftige manier om te zeg gen dat de soldaten uit Nederland, Groot-Brittan- nië en Oekraïne vluchten uit de oostelijke 'veilige gebieden' Gorazde, Zepa en Srebrenica. Politiek betekent dat het einde van het hele VN-idee van 'veiligheidszones'. De moslimbevolking in die en claves zal de blauwhelmen bovendien niet willen laten gaan. Na het vertrek van de VN zullen de Servische milities immers zeker de drie steden in nemen en 'etnisch zuiveren'. En die terreinwinst brengt een politiek akkoord niet dichterbij. De vierde optie is die van de toog: inpakken en wegwezen, hek er om heen en laten uitvechten. Naast het morele argument dat dat een krachtige vorm van onverschilligheid is, zijn er ook andere bedenkingen mogelijk tegen zo'n vaandelvlucht. Allereerst is een terugtocht van de VN-eenhe- den en hun voorraden militair-technisch een bij zonder ingewikkelde operatie, die maanden zal duren, handen vol geld kost en waarvoor circa 50.000 soldaten op de been moeten worden ge bracht. Ook hier is het zeer de vraag hoe de bevol king zal reageren op het vertrek van de blauwhel- Daamaast is er een krachtig politiek argument: als de blauwhelmen vertrekken, is er geen enkele rem meer voor landen als Iran om de Bosniërs te bewapenen. Vertrek van de VN'ers kan het einde betekenen van de belangrijke doelstelling om door middel van de blauwhelmen in Bosnië te voorkomen dat het conflict overslaat naar Koso vo. Albanië en Macedonië. En een derde, nog zwaarwichtiger argument, is dat de aanwezigheid van de merendeels Europese blauwhelmen de beste garantie is dat noch Amerika noch Rusland zich aan rare capriolen op de Balkan te buiten gaat. Resteert de vijfde mogelijkheid: doormodderen in machteloze betrokkenheid. Voorwaarde is dan wel dat de neutraliteit van de VN weer door alle partijen, met name de Serviërs, wordt erkend. Hoewel niemand deze optie verkiest, lijkt ze reëel. Want de blauwhelmen hebben tot nu toe zeer veel goed werk verricht. Ze hebben miljoènen mensen in leven gebouden en ze hebben voorko men dat het conflict ontaardde in een Balkanoor log. Dat was hun taak en zij hebben niet gefaald. De mislukking lag bij de politici, westerse en die op de Balkan, die geen vredesregeling konden produceren. BRUSSEL PETER DE VRIES Sylvia Gelissen zag gijzeling echtgenoot in Bosnië aankomen Falco en Anouk Gelissen hebben de videoband waarop hun gegijzelde papa Jos in Bosnië is te zien steeds opnieuw heen- en teruggespoeld. De 9-jarige Anouk heeft gehuild, Falco niet. De 11- jarige zoon is niet vergeten dat zijn papa heeft gezegd dat hij het wel redt. ,,Het ergst vinden ze dat hij niks tegen hen zegt." Sylvia, de 36-jarige echtgenote van de ge vangen genomen VN-waarnemer Jos Gelis sen, krijgt vrijdagavond de schrik van haar leven. Eerst zijn er op het Acht-uurjournaal alleen nog beelden van buitenlandse gijze laars, maar om half negen belt het crisis centrum: haar man zit toch bij de gevange nen. In het ziekenhuis in Pale, vlakbij Sara jevo, niet vastgeketend, wel apart opgeslo- Om 22.00 uur komen daar de beelden bij. Een uiterlijk onbewogen Jos Gelissen in ca mouflagepak. Met handboeien. Tergend langzaam zoemt de camera in op zijn naamplaatje om dat beeld een moment vast te houden. Dan blikt hij recht in de ca mera, de huiskamer in. „Het was afschuwelijk!". Sylvia Gelissen spreekt met Limburgs accent. De afgelopen dagen hebben ook een aanslag gedaan op haar stembanden. In haar modern inge richte nieuwbouwwoning in Flevoland (vanwege de privacy wil ze niet dat de plaatsnaam in de krant komt) praat haar moeder vanuit de achterkamer mee. Falco speelt boven met een vriendje, Anouk is gaan zwemmen. Ze proberen de draad weer een beetje op te pakken. „Ik had het er in eerste instantie vreselijk moeilijk mee. Hij was gelukkig rustig en ook niet als een beest aan een lantaarnpaal of munitiedepot vastgebonden zoals die Ca nadees en de Rus Sergej. Die beelden vond ik zo degenererend. Toen ik Jos daar zo zag staan, wist ik gelijk dat zijn grootste zorg was dat wij hem zagen en dat wij in zouden storten. Dat wil ik dus niet." Die vrijdagmiddag hadden ze van het crisis centrum in Den Haag nog laten weten dat ze zich geen zorgen hoefde te maken. Er was niets aan de hand. Haar man was veilig evenals de vijftig andere Nederlandse waar nemers. Ze had er al weinig geloof aan ge hecht en voorvoeld dat het mis was. „Ik had hem een paar dagen ervoor nog aan de te lefoon en toen zei hij al dat het binnen een week zou escaleren. Ik voelde dat het fout liep." De hele vrijdagnacht is ze opgebleven. De televisienetten werden afgezapt op zoek naar een flinter nieuws dat er niet kwam. Familie, vrienden, kennissen en collega's belden om haar te troosten. De maatschap pelijk werker van Defensie hing om de vijf minuten aan de lijn om haar gerust te stel len. Haar moeder en zus reisden direct vanuit Limburg af om haar bij te staan. Het buurjongetje wilde op zijn verjaardag geen slingers, omdat de buurman gevangen zat. Een Bosnisch-Servische soldaat bewaakt Franse VN-militairen in Sarajevo. „Ik heb honderden reacties gehad, iedereen is verschrikkelijk geschrokken dat het nu juist Jos moet zijn, maar eigenlijk is het bij na logisch. Zijn auto was al beschoten en afgepakt. Hij was al beroofd. Ze pesten de waarnemers eigenlijk constant. Ik ken mijn man en weet dat hij de situatie heel goed aankan. Hij zal er rustig onder blijven en proberen een goed contact met zijn ont voerders op te bouwen en wellicht collega's opbeuren. Eigenlijk is-ie ook nu gewoon bezig met zijn werk". Een maand geleden reisde Jos Gelissen af naar Sarajevo. Daar voegde hij zich bij een groepje van vier waarnemers even ten zui den van de stad aan de Servische kant. De moslims schieten vanuit een flat achter hun huis op de Serviërs in de bergen. Die vuren over hun woning weer op de moslims. „Ik vond het niet leuk dat hij ging, maar het is zijn beroep. Jos wilde wat doen. Iedereen zit maar voor de TV en doet niks, vond-ie. Al is het maar op een laag niveau, hij wilde iets bereiken. De mensen daar op de vingers kij ken en registreren als het fout gaat." Hij heeft al goed werk gedaan, vindt Sylvia. Veel contacten gelegd met commandanten, mensen uit benarde situaties gehaald, ge wonden bezocht in het ziekenhuis, slacht offers geïdentificeerd en aantallen vastge legd. „Als op de markt in Sarajevo wordt ge schoten, probeert hij er ook achter te ko men van welke kant het vuur komt. Alleen al dat hij op de markt loopt, kweekt good will bij de bevolking. Die weet dat dan de wereld het ziet als er iets ergs gebeurt." Ze heeft haar mening over het nut van de ongewapende waarnemers nog niet bijge steld na de gijzeling van haar man. „Ik vind dat de onpartijdige waarnemers moeten blijven. Met deze gijzeling willen de Serviërs alleen maar bereiken dat de wereld ieder een terugroept. Het is puur propaganda. Als mijn man en de andere 53 waarnemers er niet zaten, waren veel meer mensen ver moord." Op 8 juni zou haar man met een weekje verlof naar Nederland komen. De dertiende wordt hij 39. Of dat in vrijheid zal zijn, be twijfelt Sylvia. „Dat Jos er niet is op zijn ver jaardag is niet zo belangrijk, als het maar goed komt. Ik zie op korte termijn geen op lossing, maar als de VN geen nieuwe lucht aanvallen uitvoeren, kan er niks gebeuren. En als-ie terugkomt, gaan we feestvieren met ballonnen in de tuin. En dan wil ik niet meer naar die oorlog daar kijken." FLEVOLAND PETER DE KNEGT „Het verlofgangerskonvooi uit Siminhan verwachten we snel in Split... tot uw dienst". Bij het volgende telefoontje werpt onderofficier Uchtman een blik op het bord waarop voor malig Joegoslavië in kaart is gebracht. Sarajevo geeft alarmfase rood aan, bij het Dutchbat is het groen en dus veilig, Screbrenica kampt met voedsel- en brandstoftekorten en verlof wordt nog steeds af gewezen door de Semërs. Ze zijn verontrust, de familie leden, geliefden en kennissen van de bijna 1.500 Nederlan ders die zich overal en nergens in het voormalige Joegoslavië inzetten voor de vrede. De bel lers naar het 'Situatiecentrum van de bevelhebber der Landstrijdkrachten' in de Haagse Julianakazerne willen 'precies weten hoe hun Pietje, Jantje of Klaasje eraan toe is', zoals generaal Pollé het uit drukt. De achterblijvers den ken dat nu het gedonder is rond Sarajevo en Pale, het overal mis is. „Gelukkig is dat niet zo en kunnen we de mees te bellers geruststellen", zegt Uchtman. Meestal gaan de te lefoontjes over het verlof en het eten. „De begrijpelijke ou derlijke- en familiezorg. Moe der wil pakketjes met extra voedsel sturen naar haar zoon, maar op dit moment komen die pakjes niet op de bestem ming. In Zagreb wachten al tweehonderd postzakken op verdere verzending. Die wor den allemaal tegengehouden." Naast de gebruikelijke vragen wordt het centrum, dat in sep tember drie jaar bestaat, ge confronteerd met berichten over dodelijke ongelukken van familieleden in Nederland en overleden opa's en oma's. Ook 'overspannen' moeders han gen aan de lijn. „Die bellen vaak op, omdat de kinderen maar niet begrijpen dat ze geen post krijgen van pappie of ze zien het zelf niet meer zit ten dat hun man zes maanden is uitgezonden." Een goed ge sprek of doorverwijzing wil nogal eens uitkomst brengen. De ongeruste vader die wil we ten waar zijn zoon uithangt die met verlof is, kon niet worden geholpen: de jongen was drie dagen in Amsterdam onderge doken. Het centrum probeert via het directe contact met het voor malige Joegoslavië de soldaten duidelijk te maken dat post en een telefoontje naar huis be langrijk zijn. „Maar bij de mili tairen daar leeft dat besef niet. Ze vinden ons eigenlijk ook een beetje watjes". Een van de, aldus Uchtman, vreselijkste telefoontjes in de afgelopen jaren was het ver haal van een vrouw die vroeg of het centrum aan haar man in Bosnië kon doorgeven dat hun dochter was aangerand. Dat soort telefoontjes wordt door het centrum overgedra gen aan hulpverleners ter plaatse. „Je kunt ons vergelij ken met de ANWB", meent Uchtman. „We luisteren, be middelen zo nodig en geven informatie." De informatie die het crisiscentrum over de toe stand in het voormalige Joego slavië aan de achterblijvers geeft, is ongecensureerd. „Dat is ook de enige geruststelling die we kunnen geven, dat we het niet mooier voorstellen dan het is." Dat het centrum voor veel fa milieleden belangrijk is, be wijst naast de vele honderden telefoontjes de enorme stapel bedankjes. Het gebak en de bonbons hebben ze opgegeten. DEN HAAG PETER DE KNEGT plkspa irdagl Vrijdag wordt ze 46, Antoinette van der-Heijden uit het Bra bantse Oosterhout. Die dag hoopt ze even haar man vanuit Srebrenica aan de telefoon te zullen krijgen. „Voor drie mi nuutjes maar. Drie buitenge woon kostbare minuutjes. Na afloop zal ik wel weer zitten huilen. Maar ik zal ook sterk proberen te zijn. Dat wordt toch van me verwacht? Ik ben trots op mijn man, verschrikkelijk Trots - dat is ook Lieselotte Schoore uit Utrecht. Maar be zorgd is deze 22-jarige even eens. Haar vriend zit pas sinds afgelopen dinsdag als VN-mili- tair in Bosnië, in de buurt van Split. „Ik was een paar dagen weg en had het nieuws niet zo goed gevolgd. Zaterdag hoorde ik van mijn moeder over gijze lingen en mebr van die dingen. Niet in Split maar toch... Ik ben me werkelijk te pletter ge schrokken." Een vrouw van wie de man be roeps is - sergeant-majoor. En een meisje wier vriend voor zijn nummer in dienst zit - als dienstplichtig sergeant. Beiden draaien er niet omheen: ze ma ken als achterblijvers van blauwhelmen angstige uren door. Ze vinden geen rust. Ner gens eigenlijk. Ze spreken elkaar over de telefoon moed in. Vooral Antoinette van der Heij den windt er geen doekjes om: „Hij komt als een ander mens terug. Misschien wel heel ver drietig. Misschien wel boos. Wie zal het zeggen? Maar hij komt terug. En dat is voor mij het be langrijkste. Ik zal hem opvan gen. Met alle kracht die ik in me heb. Jawel, ik blijf er vertrouwen in houden. Maar zwaar is het wel". De echtgenoot van Antoinette van .der Heijden had eigenlijk al lang weer thuis moeten zijn. „Met moederdag had ik hem al verwacht. Eerder al trouwens. Maar de Serviërs laten hem en zijn groep van 150 man niet gaan. En intussen blijven er in Zagreb tussen de 150 en 200 ke rels klaar staan om mijn man en zijn collega's af te lossen. Die kunnen ook niets beginnen. Het is je reinste getreiter." Eén keer per .week heeft ze voor een paar minuten haar man aan de telefoon. „Hij kan in elk ge val nog bellen. Daar ben ik in tens dankbaar voor. Ze hebben in Srebrenica amper brandstof en ook haast geen voedsel meer. Maar volgens mijn man is het moreel goed. Daar klamp ik me maar aan vast. Ik kijk zo weinig mogelijk televisie. Naar de radio luister ik bijna niet. Kranten mijd ik als het even kan. Wat heb ik er allemaal aan? Ik zou nog stapelgek worden." Haar man had het over 'zijn laatste grote reis'. „Hij vond echt dat hij zich voor Bosnië moest melden. We stonden achter heffi, mijn dochter en ik. |ng van En dat doen we trouwens n^pgp]g steeds, ondanks alle onzeker J: j heid. Wij waren in de oorlog?^- zg toch ook dolblij dat we niet |mons ons lot werden overgelaten? Als zij in de schoenen van hq man had gestaan, was ze oo^[ot( naar Bosnië gegaan. „Die be den, die menselijke tragedie^Li Di wilt toch helpen? En als je damden de kans krijgt! 54 is hij nu. Vfgen o gend jaar komt hij met grooptsers, verlof. Hij zal op een goed bjders. stede tijd kunnen terugkijkeppt. ve Wat zal ik hem gaan verwenlan de nen. Hij heeft ongetwijfeld vpuden schrikkelijke dingen in Bosnj gezien. Ik hoop dat hij er mij over zal kunnen praten'/*'"' Ze is aangesloten bij het Thi|RECHT front Comité. Geregeld belt I „evo met anderen van wie de parjet eer als VN-militair in Bosnië is. teren] keer in de maand gaat ze naL^^j: een ontmoetingsavond voofys cj0( achterblijvers in het protestqjgen 2 militair tehuis in de legerpla|erbor Keizersveer in Brabant. „Da{ scj1j( kun je er weer even tegen. W worden goed opgevangen, il^ kan niet anders zeggen.T1S5 Ze wou dat ze een baantje h; „Dat zou voor afleiding zorgjj°RN Maar ik kan niets aardigs viijngsP( den. Dus zit ik eigenlijk te vel00™; thuis. Naar vrijdag kijk ik nui'ee tij' weer uit. We zullen weer netjonun altijd in een soort steno meti'iet kaar praten. Met veel over eijen<^ c sluiten vanwege de satelliet\Jngen binding. Als mijn man dertitf)rc^er zegt, dan krijg ik weer een ge voel van opluchting. Want di tien is ons geluksgetal. En aa A I het einde van het gesprek zal mijn man weer zeggen hoev^-L ik van hem houd en dat ik of'"' hem wacht." ihem* Lieselotte Schoone kreeg din dag twee telefoontjes vanuit' Bosnië. Ze was niet thuis. „M j: schrikkelijk. Dat heb ik zo en 'na gevonden." Maar gelukkig vaj sprak ze haar vriend Han St^ajenc linga (26) de volgende dag W N „Hij klonk ontspannen. Hij L het over het mooie weer. Enr. over de kameraadschappelijk^ sfeer. Iedereen, van hoog tots laag, noemde elkaar bij de v<jgters naam. Vond hij heel bijzond£rcje] Maar zaterdag ben ik toch wj j geschrokken zeg. En hij moeL. nog tot december", verzuch^iWg HBO-studente personeel en) yg e ganisatie. c Ze hadden er tevoren lang n^ i elkaar over gepraat. Zou hij V naar Bosnië gaan of niet? ,,H| wilde graag en ik kon me da^ - goed in vinden. Eigenlijk zijif hier samen naar toegegroeid We hadden Joegoslavische iRSFO' vrienden. Humanitaire hulp bieden - dat is toch fantastisPg611 Ik heb geen idee hoe het verben loopt. Ik weet alleen waar ik |°uw recht kan als ik het te kwaadj vr* krijg. En daar zal ik gebruik v P^e' maken ook." lersfi bntei UTRECHT-OOSTERHOUTen8e fetal is op Jbaai dijsje." De n „ik weet een datsja voor jul lie. Twee ka- s vlakbij Moskou en vol gens de eigena resse een para vrouw die tijdelijk op kantoor als vertaalster is in gevallen, klinkt heel enthou siast. Wij hadden al eens geïn formeerd naar een vakantie huisje voor de weekends omdat een hele week in een grauwe flat een mens niet erg vrolijk maakt. Goed stromend water was er niet in ons datsja-deel, elektrici teit maar af en toe, de WC stond op het erf en 'vlakbij Moskou' betekendê nog altijd zo'n zestig kilometer. Maar voor de rest klonk het prima. Alleen had de eigenaresse, die er zelf al haar vrije tijd doorbrengt, wel ge waarschuwd dat we haar para dijs waarschijnlijk niet zouden vinden. Een net verworven Russische kennis beloofde evenwel mee te zullen gaan en uitgerust met twee gedetailleerde kaarten en een volle tank gingen we welge moed op weg. De eerste vijf mislukte aanlooppogingen de den we schouderophalend af. Ze hebben in Rusland nu een maal geen ANWB die om de paar kilometer fraaie borden plaatst. En er viel genoeg te zien. Naast de typische Russi sche boerenhuisjes rezen overal superdeluxe villa's met min stens twee garages uit de grond. De 'nieuwe Russen' slaan toe. Mooi was het er, heuvelachtig met een leuk riviertje. Datsja's genoeg, alleen niet het huisje waarnaar wij op zoek waren. Onze Russische kennis spande zich vreselijk in maar zijn kaart- leeservaring was niet al te groot en de kaart niet al te precies. Keer op keer moest het raampje open om nieuwe informatie in Ondanks alle hulpvaardigheid bleef het zoeken naar een na in een hooiberg. Toen daagc| nieuwe hoop. Een wat oudei baas bood aan ons verder teL^ gidsen. Niettegenstaande hdM vroege uur ademde hij een f complete drankvergunning ij Maar dat kwam volgens hen^™ omdat hij jarig was. Vanwegl dat heuglijke feit wilde hij bik men voor ons kopen. Na eeiP paar kilometer wilde hij ineë uit de auto. Niet dat hij nu ok zijn plaats van bestemming W was, want uit zijn woorden bleek dat hij hier helemaal rJ hoefde te zijn. Hij had ons alk leen maar op weg willen helP Na een uitvoerig afscheid ga nog enkele tips hoe we de da konden bereiken... k We belandden op paadjes diP deze naam absoluut niet verj nen: gaten van een halve meL diep, rotspartijen en steile hA lingen. Nadat de onderkant r onze nieuwe auto een paar ld akelig krijsend met de steena tige bodem in contact was gk komen, besloten we de speuP tocht naar het paradijs maaij beëindigen. Volgens de laatsL informatie waren we de datsk tot een kilometer genaderd. W Maar ja, als je er bij droog, zd nig weer al niet eens kunt kok men, hoe moet dat dan als lm regent en deze leempaden iij onneembare barrières ve ren? Terug ging het allemaal r snel. Zó snel dat de picknickl we eigenlijk nog hadden willL houden, er helemaal bij in II schoot. En dat was jammer, p want de Russen zijn helema^™ bezeten van picknicken e worstjes grillen op open v kunt geen paar bomen bij_elf] kaar zien of er zit wel e sche familie onder te smikkef Maar dat houden we nog ti goed. Eerst een datsja. HANS HOOGENDUK CORRESPOND! T III Franse soldaten worden in Toulon ingescheept. Zij zullen hun landgenoten in Bosnië te hulp komen. FOTO REUTER

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1995 | | pagina 2