De enige omroeper die een fanclub had RtvShow ra 1 MAANDAG 29 MEI 1995 Flierefluiter Hans van der Togt koestert wanne deken RTL Hij is de enige in Nederland die dagelijks via de televisie èn de radio de huiskamers binnenkomt. Hans van der Togt, 47 jaar, presentator van 's werelds meest succesvol le televisiekwis en sinds kort ook 'dj' bij Radio Noordzee. Geliefd en gehaat. MONIQUE DE KNEGT GPD Thuis trekt hij 's ochtends een shirt uit de stapels kleren op de stoelen. Gaat soms ongeschoren naar de radiostudio. Maar voor een televisie-optreden kan hij enorm tutten. Foeteren in cje kleedkamer omdat er een plukje haar niet goed zit. ,,Als ik uitga doe ik geen moeite. Na verloop van tijd zie je er toch uit als een lellebel." Hij was de enige omroeper die een fanclub had. Meisjes zwijmelden al bij de aankondi ging van Dallas. Moeders zagen in hem de ideale schoonzoon. Hans van der Togt liet hen in de waan. „Waarom zou ik dat beeld verstoren? Ik ken wel meer artiesten die hun homo seksualiteit voor zich houden om hun fans niet teleur te stel len." Veel erger vond hij het dat mensen hem uitmaakten voor rechtse WD-bal. „Ik verkeerde in linkse kringen en stemde ook links, maar ja, ik zag er zo uit hè." Jasje, dasje, het haar ge föhnd. Keurig, verzorgd, eeuwi ge glimlach. Een scheldkanon nade leek hij zelfs nog te beant woorden met die oproepbare vriendelijkheid. „Ik bén helemaal niet zo netjes. Ik ga graag stappen, ben tot diep in de nacht te vinden in de Amsterdamse horeca. Nou ja, dat gaat je ook allemaal niet aan." Hij verfoeide zijn AVRO- imago maar heeft niets onder nomen om het beeld van lieve brave jongen te doorbreken. Het kwam hem goed van pas. „Als TV-omroeper kreeg je slecht betaald. Maar mijn popu lariteit leverde heel veel schnab bels op. Ik werd gevraagd voor de presentatie van modeshows, beurzen en miss-verkiezingen. Die miss-verkiezingen vond ik destijds vré-se-lijk om te doen, maar ik had de poen nodig." Ooit iets geweigerd? Hij valt opeens stil. I lans van der Togt die even niets zegt. Naar buiten staart. Spijkerbroek, slobbertrui, het haar nonchalant. Een fel contrast met de luidruchtige voortrazende opgedirkte ker misattractie Rad van Fortuin. Dan: „Ik kan moeilijk 'nee' zeg- gen. Ik wil mensen altijd beha gen, plezieren." Ambitieus Koffie, jus d'orange, witte wijn en veel, heel veel sigaretten. Hans van der Togt was eigenlijk voorbestemd een beroemd voetballer te worden. Tennis- of cricketspeler eventueel. Maar in ieder geval iets in de sport, hoopte vader, zelf een goed voetbalkeeper bij het Haarlem se HFC en nationaal cricketspe ler. Maar kleine Hans hield meer van verkleedpartijen, circus, zingen in een restaurant. Ape trots was-ie toen hij op de kin dertoneelclub koning mocht spelen. Moeder vermaakte de rode velours gordijnen tot een koninklijke mantel en de 6-jari- ge dreumes liet zich de aan dacht welgevallen. Ontroost baar was hij toen hem de rol werd ontnomen omdat hij struikelde over Italiaanse woor den. Vader zag zijn kans schoon, haalde hem van de toneelclub en bracht hem naar de voetbal velden van HFC. „Dat voetbal pakje vond ik meteen leuk, maar van voetballen kon ik geen reet. Toch heb ik het nog acht jaar volgehouden." Hij bleek een talentvol tennis ser, maar miste de ambitie om het echt ver te schoppen. Geen haar op de tanden. Niet op de sportvelden van Heemstede noch in de televisiestudio's van Hilversum. In veertien jaar om- roeptijd heeft hij nooit gezegd dat hij wat anders wilde, dat hij wat anders kón,' beter dan wie ook. „Nee zeg!" Hans doet geen stap naar vo ren, Hans moet worden ge vraagd. „Ik heb een hekel aan zeer ambitieuze mensen, maar een beetje ambitie had mij geen kwaad gedaan. Dat zou me in veertien jaar AVRO verder heb ben gebracht. Maar er is ook niemand geweest die me ooit een kans heeft gegeven. Dat neem ik de AVRO een beetje kwalijk, dat ze niet zageti wat ik in me had, wat Joop van den Ende kennelijk wèl zag toen hij mij vroeg voor het Rad. Ach, het is ook wel weer begrijpelijk. Ik werkte bij de AVRO in de tijd van de grote sterren; Mies Bouwman, Jos Brink, Willem Duys, Fred Oster. Kom daar maar eens tussen. Een tijd nog waarin het 's avonds stil was op straat als Duys zijn 'Vuist' presenteerde of Mies haar 'Eén van de acht'. Zeven, acht miljoen mensen voor de buis. En Hans van der Togt die hen live toesprak. „Vaak kondigde ik met knikken de knieën de programma's aan. Hele A4-tjes moest je. uit je hoofd leren en rechtstreeks de camera inspreken. Niks tevoren opgenomen, rechtstreeks de ether in. Doodeng en tegelijker tijd een heerlijke spanning. Die mis ik nu. Het Rad wordt van tevoren opgenomen, zoals bijna alle televisieprogramma's te genwoordig." Hij kan .goed teksten in zijn magnetron. Gewoon zo'i fornuis heb ik. Ben niet z teresseerd in die dingen. Ik|' steed m'n geld liever aan reiL- en kunst, abstracte kunl A Liefst zou hij de kandidi contant geld geven, zoals ir E|D( Verenigde Staten gebeurt. zou ik echt geweldig vin< jet Zo'n dik pak bankbiljetter c m'n jasje en dan gewoon ui talen. Maar dat kan hier n< jolj Véél te duur." £IC Voor geen prijs wil hij jjei Rad kwijt. „Ik realiseer me n ern al te goed dat ik de beste fori ^0n le ter wereld in handen lje Geen kwis die al zó lang sue eic vol is in zó veel verschille nai landen. In de Verenigde Sri )en gaat Wheel of Fortune al 22 ,00 mee. Ik word binnenkort naï jaar. Met het Rad heb ik )0U waarmee ik nog wel zo'n ejn jaar vooruit kan. Lekker veilig, zul je zeg{:ntj Maar ik vind het ook heel l(Jerj, Ik ben absoluut een geluksvi jch dat ik dit mag doen. Waainet een nieuwe uitdaging aangvjii, als je lekker in je vel zit? P j0o schien, als er wat op m'n )rai komt, maar het Rad ruil illou Ouderdom Hans van der Togt wil niet v ïei „Als ik uitga, zie ik er na verloop van tijd toch uit als een lellebel." hoofd prenten. Als hij ze maar niet al te lang hoeft te onthou den. Kort geheugen. Brak hem op school al op. Dacht hij alles te kennen, was hij het de vol gende dag weer kwijt. Twee keer blijven zitten. Pesthekel aan school. „Dat systeem, het gareel, ik vond het een drama. Ik wilde gewoon werken." Op z'n 16de jaar hield hij de MULO voor ge zien. Werd ober in Den Haag, Groningen, Amsterdam en ook in Zwitserland, waar hij tegelij kertijd Frans leerde. De horeca boeide hem zo, dat hij de hotel vakschool in Duitsland volgde. Hij werd steward bij Lufthansa, verhaalde op een Amsterdamse rondvaartboot in vier talen over gevels en grachten en belandde vervolgens als omroeper bij de televisie. Eigenlijk heeft hij zijn hele le ven gepresenteerd. Optredens in de kantlijn. Alle ogen gericht op Hans. „Als kind vond ik die aandacht al fijn." En nog steeds staat hij met graagte in de schijnwerpers. Hij zou niets lie ver doen dan het Songfestival presenteren. „In vier talen, live uitgezonden in tweeëndfertig landen, miljoenen kijkers, doodeng." Buiten zijn optreden verkiest hij de anonimiteit. Op straat verafschuwt hij de aandacht voor zijn persoon. „Als omroe per vond ik het prachtig, maar nu komt het me soms de strot uit. Ik word op straat bijna geen minuut met rust gelaten. Ze noemen me meer 'Rad' dan Hans van der Togt. En die man nen maar zeuren: heb-je-Leon- tien-niet-bij-je? Ik krijg ook wel aardige opmerkingen, maar al met al vind ik het tamelijk vre selijk. Sommige dingen doe ik ook niet meer. In je eentje naar Artis gaan bijvoorbeeld. Krijg je al die moeders met kinderen achter je aan. Of naar de sauna. Niemand hoeft te weten hoe ik er bloot uitzie." En wat doet Hans van der Togt als 'de straat' hem ergert als een kleverige strontvlieg? Hij lacht vriendelijk naar de men sen terug. Geleerd in de horeca. „Maar zo ben ik ook. Ik hoef geen moeite te doen om blij over te komen. Ik bèn het. Die positieve grondhouding kun je -natuurlijk uitleggen als ja-geknik, maar ik ben gewoon optimistisch ingesteld. Ik hou niet van gezeur. Niemand bij Van den Ende. Daarom komt er ook zoveel tot stand. De sfeer daar is zó veel anders dan bij de AVRO. Als je bij Joop binnen komt word je behandeld als een 'ster'. Er staan vakmensen klaar om je van advies te dienen, thee met honing, bloemen met een kaartje 'succes'. Werken voelt daar als een warme deken. Bij de AVRO hob belde je in je eentje naar de stu dio en deed je maar wat. Nee, ik zou voor geen goud terug wil len. Naar geen enkele andere omroep. Dat eeuwige getrut en getreuzel voordat er wat tot stand komt. Memo's, vergade ringen en tot in den treure reke ning houden met de achter ban." Irritant Hans van der Togt gaat fluitend naar zijn werk. Ondanks de felle kritieken op het Rad en zijn per soon. „Ik sta altijd in de top-10 van meest populaire Nederlan ders, maar ook in de top-3 van meest irritante. Daar heb ik moeite mee. Ik troost me met een logische verklaring: ik kom heel veel op de buis en heb geen neutrale, afstandelijke pre sentatie zoals Kees Driehuis van Per Seconde Wijzer die bijvoor beeld heeft. Maar dat is een an dersoortige kwis. Wat ik doe is puur kermis." Hans dolt een beetje met de kandidaten, geeft ze een kusje bij veel pech en kletst er lustig op los. De gesponsorde prijzen- winkel vindt hij de zwakste schakel in de kwis. Het uitzoe ken van de prijzen kost veel tijd en de kandidaten hebben bijna alle spullen uit de winkel al. „Ik heb die spullen zelf alle maal niet. Geen droger, geen den, hij wil vooral blijven.- zijn Chris („Ik ben hondstro al 21 jaar dezelfde vriend") Joop van den Ende en bij Rad. Hij heeft niet de beho om zich te manifesteren een talkshow. „Er zijn gen mensen in Nederland die beter kunnen dan ik. Ik ben lil geschoold genoeg. Ik moet k nenflierefluiten." |DEN Hans ziet wel. Tot nu heeft hij het gevoel dat alleL-, c het leven hem is overkomend' dat dat geen toeval is. DaLn^ iets tussen hemel en aardLng( dat je levensloop bepaalt. je dood gaat, is het je tijd. E|oor geloof ik in. Ik ben ook lepei bang voor de dood. Als het gen is afgelopen, dan is het pe Ik denk dat het moment sterven een heel prettige ring is. Een soort prachtf LSD-trip. En daarna is het over en uit. Misschien konin als hond terug, misschien gn ergens heen nig prettig is. Maar het kan abrupt afgelopen zijn." „Misschien ook denk ik zo makkelijk over de dood angst voor de ouderdom, dens de Zonnebloemactie jaar geleden heb ik zóveel ella de en eenzaamheid gezien, leen oud worden is geen preu, vooruitzicht. En ik wórd oiark Dat weet ik zeker. Aan mijn e gen moeder, die 82 is, hoeveel ruimte haar kinde[o' en kleinkinderen opvullen, zal ik nooit hebben." liscl 'VI 11 raai eide Hij steekt nog een sigaret o^eeft Raymond Toussaint en de interactieve documentaire TON DE JONG» Maandag is de uitzending bij de NCRV. Dan wordt drie jaar werk bekroond op na tionale televisie. Drie jaar schrijven, -rege len, ritselen, draaien en doen, op en af. Daar had hij het bij kunnen laten. Maar voor Raymond Toussaint houdt zijn docu mentaire, De Omdraai, na maandag niet op met bestaan. De Omdraai moet interac tief verder leven. Een documentaire over het circusleven op een interactieve compact disc, 'n CD-i. Of eigenlijk is het dan geen documentaire meer, maar een bonte verzameling van in drukken. Bewegende beelden, circusmu- ziek, animaties, piste-foto's uit de oude doos noem maar op. Je krijgt bijvoor beeld de keus uit Artiesten, Roofdieren en Tent, je klikt op de muis van de computer en je tovert bijpassende plaatjes op het scherm, begeleid door een mondelinge toelichting. Een kleine circus-encyclopedie is het, als het ware. Technisch is het mogelijk om haar nog verder uit te breiden dan de pak weg 120 'laatjes' die er nu in zitten, maar daar wringt bij de documentairemaker de interactieve schoen: „Hoe meer keuzes ik bied, hoe moeilijker het wordt om mijn verhaal nog kwijt te raken. In feite ben je dan meer bezig met het overdragen van communicatie dan een verhaal vertellen. Het oorspronkelijke verhaal zit in De Omdraai.- Raymond Toussaint heeft een broer, Marco, die een toekomst als andra goloog aan de kant schoof om als artiest in het circus te gaan werken, samen met zijn vriendin Margo (maatschappelijk werk ster). Broer en schoonzus vormden een schril contrast met de clownsfamilie Bento, die in hetzelfde circus (Barelli) werkte. Ray mond zag daar stof in voor een mooie do cumentaire, ware het niet dat zijn broer overstapte naar een ander circus en de Bento.'s zonder werk kwamen te zitten. Toch ondanks de gewijzigde omstan digheden is die documentaire er geko men, een portret van tegenstellingen in het hedendaagse circusleven: nieuw versus traditie. ka vi Met financiële steun van buitenaf (Stimuleringsfonds, Cobo-fonds, Prins Bernhard Fonds) kon er twee weken ge draaid worden in Noord-Nederland, waar Marco Margo werkten met circus Ara- mannt, en in Duitsland, in het winterver blijf van de familie Bento. Dat levert mooie, soms mistroostige plaatjes op van papa Bento, die door zijn spulletjes en ou de foto's rommelt en met weemoed terug denkt aan de tijd dat circussen nog drie clowns nodig hadden, in plaats van twee: „Es gibt keine Klowns mehr." De clown Bernard in De Omdraai. En: „Vroeger speelden we als clowns een sketch in een kapsalon, met scheerschuim en een scheermes. Tegenwoordig weten de kinderen niet meer wat een scheermes is." Zijpaadjes Voor Toussaint was met de documentaire het verhaal echter nog niet rond, althans: niet helemaal. Hij wordt gebiologeerd door het idee dat de kijker af kan wijken van de verhaallijn die de documentairemaker voor hem heeft uitgestippeld: „Als maker wil ik een verhaal vertellen. Dat bedenk ik van tevoren: Hoe zet ik mijn spelers in het veld, zeg maar. Met als resul taat dat ik aan het eind van de documen taire een bepaald gevoel bij de kijker heb achtergelaten. Dat mensen acht minuten bij mijn documentaire wegzappen, daar hou ik van tevoren geen rekening mee. En ze ontsnappen daardoor wel even aan mijn verhaal, maar die film loopt intussen ge woon door. Dat idee houdt me gewoon erg bezig." Dus, bedacht Toussaint, zou het mooi de kijker zélf de loop van het programma kon bepalen. Dat betekent dat die kijker wel van het begin naar het einde komt, zeg maar van A naar B, maar niet noodzakelijk via de rechte weg. Onderweg zou hij naar believen zijpaadjes moeten kiezen die hem interesseren, maar steeds met de mogelijkheden om op het rechte pad terug te keren. „De ene kijker zal an dere stappen nemen dan de ander." De documentairemaker schept daarmee zijn eigen dilemma: „Kan ik dan mijn ver haal nog wel vertellen, zoals ik dat wil? Want ik probeer daar toch mijn gevoel in te leggen... Het is een beetje dubbel, d; geef ik toe." 'Dubbel' is ook het feit dat Toussaint i de documentaire niet bekend maakt dat h in De Omdraai zijn eigen broer filmt, evenmin ingaat op diens angst dat hij u de nok van de circustent naar beneden vallen. Maar de drive, waarmee Marco zijl toekomst inruilde voor het circus-kl; tergoud, die herkent Raymond heel goei „Ik heb dat op mijn manier óók. Hi vergt toch een bepaalde gedrevenheid, öi twee, drie jaar met zo'n documentaire bi zig te zijn." Dagboek In de produktieperiode combineerdji; Toussaint zijn bezigheden als filmer (ondi meer) nog met een baan als docent audio^i visuele vormgeving. Sinds 1 januari jaar heeft hij zich in Eindhoven evenwel al zelfstandig ondernemer gevestigd. Movin Media heet zijn eenmansbedrijf, en naas zijn documentaireplannen ontplooit hi onder die vlag ook (commerciële) activitei ten als interactief adviseur. Het plan voor een tweede documentair ligt op de plank. Het moet een reportag worden over een gehandicapte, die aan d hand van een dagboek zijn revalidati schetst. Dit keer probeert Toussaint oj voorhand interactieve mogelijkheden bi het project te zoeken. In het geval van Di Omdraai heeft hij dat achteraf gedaan. „II ben gewoon anders aan het denken. II denk nu permanent: Hoe kan ik hierbij teractiviteit inzetten?" De interactieve circus-CD zal, wann hij naar de zin van Toussaint helemaal 'af is, op de markt worden gebracht, al dai niet in eigen beheer. En dan zal de CD zijn weg naar de circusliefhebber wel vin den, denkt Toussaint. Maar of alle televi siedocumentaires zich lenen voor groot schalige verspreiding van een interactievt nazaat, dat zal sterk van het onderwerp af hangen. „Maar die interactiviteit, die laa me in ieder geval niet meer los. De Omdraai, NCRV, uitzending maandaj 29 mei, Nederland 1,22.55 uui 1 SC 01 X'lds

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1995 | | pagina 22