Historische Leidse stadskaart herdrukt
01
Extra
Antwoorden examens
'Ik weet niet waar de Lek ligt, laat staan de Wolga'
AMENS
'Mum, I'm so bored'
damd
Mederl
)93 op
rnaldl
jstc
nog.
de act
bf
cDon
acties
-üngc
■oekki
ensdi
vandi
ZATERDAG 20 ME11995
Speciale uitgave voor lezers Leidsch Dagblad
Het Leidsch Dagblad heeft voor zijn lezers een histo
rische kaart van de stad Leiden in een beperkte opla
ge laten herdrukken. De gekleurde plattegrond uit
de Atlas van Blaeu dateert van 1649. De afmetingen
van deze getekende kaart zijn 60 x 48 centimeter. De
kaart is vanaf maandag voor een bedrag van 19,50
te koop bij ons kantoor aan de Rooseveltstraat 82.
Daarnaast is het mogelijk de stadskaart per post te
bestellen. De prijs is dan 25,50, over te maken op
gironummer 57055 ten name van het Leidsch Dag
blad, Haarlem onder vermelding Historische kaart
Leiden. Vergeet niet uw naam en adres op het giro
strookje te vermelden. De kaart wordt u dan in een
koker toegestuurd.
Ten slotte bestaat de mogelijkheid de kaart te kopen,
gevat in een wortelnoten houten lijst in de kleuren
rood, groen of bruin. De prijs voor een ingelijst
exemplaar bedraagt ƒ119,50. Het inlijsten neemt
ongeveer drie weken in beslag.
leiden «ad van k
De plattegrond van de stad,
zoals die aan de lezers van het
Leidsch Dagblad wordt aange
boden, is niet de oudste kaart
van Leiden, wél de bekendste.
De prent is namelijk afkomstig
uit de beroemde Atlas Major
van de Amsterdamse cartograaf
Joan Blaeu die in 1649 ver
scheen en daarna - ook als af
zonderlijke kaart - nog talloze
malen is herdrukt. Een stad van
een beetje betekenis uit de
Noordelijke - en Zuidelijke Ne
derlanden, dus ook Leiden,
werd in de Atlas opgenomen.
groot verschil tussen de
kaarten van toen en de platte
grond die wij nu kennen, is dat
de stad destijds 'in opstand'
werd getekend. Dat wil zeggen
dat de gevels van huizen en ge
bouwen zichtbaar zijn gemaakt
^■1 en derhalve afzonderlijk her-
C t| kenbaar zijn. Kerken namen he
lemaal een prominente plaats
in. Het waren de herkennings
punten van waaruit de landme
ters minutieus te werk gingen.
Wat dat aangaat heeft de archi
tect van tegenv/oordig zijn lesje
uit het verleden wel geleerd. Bij
cijfej het inrichten van een nieuw-
I bouwwijk fungeren flats al$
de ba richtpunten tussen de laag
bouw.
Zekerheid omtrent wie de
maker van de kaart uit 1649
was, bestaat er niet. „We nemen
aan dat het Jan Janszoon Dou is
geweest", zegt P. de Baar van
het Leidse Gemeente-archief.
„Helemaal kloppen doet die
kaart trouwens niet. De Mare-
I Huis,
kerk bijvoorbeeld was nog niet
af toen de Atlas van Blaeu uit
kwam. Je moet je voorstellen
dat daar tientallen jaren aan is
gewerkt. Op het moment dat de
kaart naar de drukker moest
was het gebouw nog niet af. De
tekenaar heeft er toen maar een
slag naar geslagen en er een
Grieks kruis van gemaakt. In
werkelijkheid werd de Marekerk
een achtkantig gebouw. Staat
niet op de kaart."
De landmeters en tekenaars
van de Amsterdamse firma
Blaeu lieten zich volgens De
Baar leiden door werk dat eer
der op dit gebied is verschenen.
„Met name de kaarten van Pie-
ter Bast en Jacob van Deventer
golden als uitgangspunten. Bast
bracht Leiden in 1600 in kaart.
Later in 1614 volgde er een ge
actualiseerde versie en ook na
derhand verschenen er, wan
neer de stad uitbreiding had
ondergaan, aangepaste kaarten.
Van Deventer werkte trouwens
nog veel eerder."
In opdracht van Filips II van
Spanje maakte Jacob van De
venter tussen 1550 en 1570
schetsen van alle steden met
stadsrechten in de Nederlan
den. Die kaarten dienden vooral
een militair doel. De koning was
meer geinteresseerd in eventue
le zwakke punten"van de Leidse
veste dan in de kortste weg naar
de Vismarkt of de Klokstpeg.
De vraag of Van Deventer
derhalve als landverrader moet
worden aangemerkt, laat De
Baar onbeantwoord. Hij beoor
deelt de cartograaf louter op
zijn werk en karakteriseert dat
als, zeker voor die tijd, 'uniek'.
En dan daarbij: kaart of geen
kaart, maar Leiden kregen de
Spanjolen toch mooi niet plat.
Wie het groen en het ge
boomte buiten de muren toebe
hoorde - zoals aangegeven op
de kaart - daarover kan De Baar
smakelijk vertellen. „Die grond
was niet van boeren uit de om- open riool. Het was er gewoon- waar ze zich op warme dagen ren daar
geving. Bij voorkeur niet zelfs, weg niet te harden. Burgers met konden vermeien. Namen als ren niet
Je moet rekenen dat het 's zo- een beetje geld kochten daarom de Lusthoflaan, de Aloëlaan en wij die i
mers in de stad stonk als een een lapje grond buiten de stad de Os en Paardenlaan herinne- tjes, dat i:
nog aan. Nee, het wa
de volkstuintjes zoals
iu kennen. Speeltuin-
5 een beter woord."
Agathie Christie
tussen de vragen
regio»
Vooral de eerste tien opgaven
van het VWO-examen schei
kunde waren volgens docent W.
van der Meer van het Fioretti
College makkelijk. Na de eerste
vragen kwam er wat meer re
ken- en formulewerk bij kijken,
maar al met al konden de leer
lingen de rest van het examen
'free-wheelend' doen.
Het HAVO-examen was wat
lastiger, vooral omdat er erg
veel tekst in stond. „Bij de HA
VO levert het leeswerk nog wel
eens problemen op. Er zaten
veel kleine vragen waar veel
voor gelezen moest worden",
zegt Van der Meer.
Tussen al die tekst stond toch
nog een aardigheidje. „Een
stukje uit een boek van Agatha
Christie en in die boeken wordt
nogal eens iemand vergiftigd. In
dit fragment vertelde een jon
gen zijn moeder wat over lood-
zouten en naar aanleiding daar
van werden twee vragen ge
steld."
Véél vragen over
Spaans landschap
regio
VBO(C) MAVO CC) ENGELS
14 D
15 C
16 B
17 B
21 C
22 B
23 C
24 C
25 C
26 B
27 B
28 C
29 B
30 A
31 C
32 D
33 C
34 C
35 C
36 B
37 C
38 C
40 C
41 A
42 D
43 B
44 B
45 D
46 C
47 D
48 D
49 C
50 C
1 B
2 F
3 D
4 A
5 F
6 B
7 A
8 B
9 D
10 A
11 B
18 B 31 B
19 E 32 B
20 D 33 B
21 B 34 A
22 D 35 E
26 A 39 C
VBO(D) MAVO(D) ENGELS
Om kwart voor vijf stond Debby al naast haar bed om voor de laatste keer haar aardrijkskunde door te nemen. Niet voor niets want nu ze haar werk heeft ingeleverd, heeft ze er toch wel
een goed gevoel over. „Gelukkig maar want dit was echt een week van alleen maar leren. Ik heb alleen af en toe tv gekeken want daar kan ik echt niet zonder." Beschaamd voegt ze er
aan toe: „Ik kijk 's middags altijd naar Santa Barbara en 's avonds naar Goede Tijden, Slechte Tijden, lekker makkelijk." foto hielco kuipers
Topografie struikelblok bij VWO-examen aardrijkskunde
11 c
12 B
13 C
14 C
15 C
16 B
17 B
18 C
19 B
20 A
21 C
22 C
23 A
24 D
25 A
26 A
27 C
28 C
29 C
30 C
31 A
32 A
33 D
34 B
35 A
36 B
37 A
4 B
5 B
6 C
7 A
8 F
9 D
18 E 31 A 44
20 B 33 A
22 A 35 D
23 E 36 C
11 B 24 A 37 D
26 B 39 B
De helft van de MAVO kandida
ten van het Fioretti College in
Lisse had vanmorgen al na een
uur zijn aardrijkskunde ingele
verd. „Een goed teken", volgens
leraar K. Arduin, „Want ik had
ook de indruk dat het niet
moeilijk was." Het examen be
vatte een nieuw onderdeel over
Spanje, waarin vooral veel weet-
vraagjes over landschap en re
liëf werden gesteld. „Er werd
wel weinig aandacht besteed
aan de irrigatie in Spanje en dat
is toch wel jammer", vindt Ard
uin.
Net als bij het VWO-examen
was een goede topografisthe
kennis een vereiste. „Daar heb
ik in de klas al veel aandacht
besteed want dat is écht iets wat
je erin moet stampen", zegt
Arduin, „Ik geloof niet dat de
topografie poblemen gaf bij het
examen.
regio marieke mittelmeuer
Katinka en Els zijn het helemaal met elkaar eens; wat is
aardrijkskunde toch een raar vak. Druk pratend staan
ze in hal van het Fioretti College in Lisse. Achter de gla
zen deuren van de aula zitten de laatste leerlingen nog
gebogen over het examen aardrijkskunde. „Wat maakt
het nou uit wat er in de bodem zit", zegt Katinka ver
ontwaardigd, „Als ik er maar op kan lopen."
Het VWO-eindexamen aardrijkskunde zat boordevol
inzichtvragen, een grote schok voor de meeste leerlin
gen. „Bij heel veel vragen stonden in de opgave precies
de dingen die je had geleerd. Daarna moest je gaan ver
klaren", zegt Stefanie, „Waar leer je dan voor?" Katinka
is het met haar eens. „Je moest verder denken dan de
dingen die je hebt geleerd en dat maakte het examen
heel pittig."
Ondertussen zijn Myra, Esther, Stefanie en Joyce aan
geschoven in de lege examenzaal. Vrolijk en opgewekt
zitten ze rqnd leraar P. Rosenhart die de fel begeerde
antwoorden op de vragen in zijn bezit heeft. De ene
vraag na de andere wordt op hem afgevuurd. „Ik snapte
niets van waag 35, wat was het antwoord?" En: „Ligt de
Sahara daar? Ik dacht dat de Sahara hier lag." Bij ieder
juist antwoord dat leraar Rosenhart de vier VWO-leer-
lingen geeft, zakken ze iets verder onderuit.
Stefanie laat haar hoofd in haar handen zakken en
Joyce gooit al haar hoop op vraag elf. „Vraag elf was
makkelijk", roept ze wanhopig, „Als ik dié niet goed
heb kan ik het wel vergeten!" De moed zakt de leerlin
gen volledig in de schoenen als Rosenhart een van de
vele kaartjes in het examen uitlegt. „Die vraag was sim
pel, je moet zien dat naast de stuwwallen een tongbek
ken ligt." Acht verraste ogen richten zich op Rosenhart.
„Een wat? Wat is nou weer een tongbekken!"
De wagen waarvoor enige topografische kennis
noodzakelijk was, vielen de leerlingen het zwaarst. Bij
het onderdeel over de voormalige Sovjet-Unie stond
een blinde kaart met daarop twee meren. De leerlingen
moesten de namen van de meren geven en de namen
van de republieken waarin ze liggen. Een onmogelijke
opgave, zo blijkt tijdens het doornemen van de opga
ven. Maar ook andere vragen waren moeilijk doordat
de leerlingen niet wisten welke plaats waar lag. „Sorry
hoor, ik weet nog niet eens waar de Lek ligt, laat staan
de Wolga!" roept Myra verontwaardigd.
Moeilijk wil Rosenhart het examen niet noemen
maar lastig was het zeker. „Er werd veel inzicht ge
waagd maar ook heel wat precieze dingen waarvoor je
je zaakjes echt geleerd moest hebben." Sommige wa
gen noemt de docent zelfs 'verneukeratief. „In één op
gave wordt Gelderland genoemd. Een leerling moet de
provinciegrenzen goed kennen om te weten dat een
deel van Gelderland in het rivierengebied ligt."
Het onderdeel over de voormalige Sovjet-Unie kun
nen de samenstellers van het examen wat Rosenhart
betreft beter even in de ijskast leggen. „Ze kunnen be
ter wachten tot het daar een beetje uitgerammeld is",
vindt Rosenhart: „Nu moesten de leerlingen tot sep
tember vorig jaar, wanneer de wagen worden gemaakt,
de krant lezen om de laatste actualiteiten te volgen."
Gelukkig was dit voor deze vier leerlingen het laatste
examen van deze week. Het weekend is begonnen, de
weersvoorspellingen zijn gunstig en de meeste leervak
ken zijn achter de rug.
De stevige lengte van de
teksten maakte h ?t
MAVO-examen Engels las
tig. De onderwerpen wa
ren wél leuk, meende le
raar F. Pronk van College
Het Hoge Land in Leiden.
De verhandeling over de
tabaksindustrie was inte
ressant en ook het stukje
'Mum, I'm so bored', dat
ging over de verveling on
der de jeugd, sprak de
leerlingen aan. „Het eerste
gedeelte bestond uit foto's
waar vragen over werden
gesteld en dat vonden de
leerlingen niet zo moeilijk"
zegt Pronk, „En het mid
delste onderdeel, waar de
kandidaten de weggelaten
woorden uit een tekst
moeten invullen, hebben
we veel geoefend dus dat
moet ook goed gaan. Al
leen de lengte van de tek
sten kan de resultaten nog
wel beïnvloeden."
[lvèbvnvm mtavörvm
I Ce yjf.v. I