'Geen generaal pardon Rwanda' 'Hongarije is helemaal klaar voor Europa' Feiten &Meningen Afwachten in Kikwit GIJS SCHREUDERS juridisch medewerker MAANDAG 15 MEI 1995 COLUMN Kinderen lopen niet zomaar naar de rechter Professor Miek de Langen, oprichter van de kinderrechtswinkels, pleit er til sinds jaar en dag voor dat kinde ren naar de rechter mogen stappen als hen onrecht wordt aangedaan. De kans dal het er werkelijk van komt, is flink toegenomen nu de drie regeringspartijen positief hebben ge reageerd op een voorstel van de Raad voor het Jeugdbeleid en de Ne derlandse Gezinsraad om minderja rigen toegang tot de rechter te verle nen. Het ontbreken van eigen proces rechten voor kinderen kan soms schrijnende gevolgen hebben. De Kinderrechtswinkel geeft het voor beeld van de 14-jarige Lieke die bij haar tante woont en regelmatig door haar vader wordt lastiggevallen op straal. „Hij slaat en bedreigt haar en Lieke wordt steeds banger. Ze wil dat het ophoudt, maar wat kan ze doen? In een rechtszaak wordt een kind vertegenwoordigd door ouders of voogd, maar bij problemen in een gezin zijrrdezen juist de tegenpartij. Een enkele keer lukt het een kind door het vetorecht van de ouders heen te breken. In 1993 leefde half Nederland mee met de toen 16-jari- ge Martijntje, die na van huis te zijn weggelopen door de kinderrechter onder toezicht werd gesteld en in de Groningse jeugdgevangenis het Poortje werd geplaatst. Bijgestaan door een ad vocaat ging Martijntje te gen deze vrijheidsbe neming in beroep bij het gerechts hof in Arn hem, dat de plaatsings beschikking vernietigde. Het was de eerste keer dat een min derjarige in beroep ont vankelijk werd verklaard. Er bestaat nogal wat weerstand te gen het idee dat een kind zelfstandig moet kunnen procederen. De tegen standers vrezen ondermijning van het gezin. Ze zeggen: alleen op grond van de kinderbescherming moet de rechter zich kunnen uit spreken over geschillen tussen ouder en kind. De ouder moet dan aan de rechter verantwoording afleggen over de opvoeding, vrezen ze. Buren en hulpverleners zouden uit pure bemoeizucht een kind kunnen aan zetten tot het aanspannen van een rechtszaak tegen ouders. Als er pro blemen zijn. kunnen die toch ook worden opgelost met behulp van vrienden, familie, huisarts, het JAC, de Kindertelefoon, of de Raad voor de Kinderbescherming? Om aan de bezwaren tegemoet te komen, stellen de Raad voor het Jeugdbeleid en de Nederlandse Ge zinsraad' voor om de weg naar de rechter alleen maar te openen als de kinderen eerst alle andere mogelijk heden hebben geprobeerd, dus al leen als laatste redmiddel. Boven dien moet er altijd een advocaat aan te pas komen. Het voorstel is er voorlopig ook niet op gericht dat kinderen zomaar over alles kunnen gaan procederen. De deur naar de rechter gaat alleen open als er een conflict is op het ter rein van het personen- en familie recht of een conflict van het kind met zijn wettelijke vertegenwoordi gers. Erg consequent is deze beperking overigens niet. Het uitgangspunt is immers dat kinderen mondig ge noeg zijn om voor hun rechten op te "komen. Als de kinderrechten door anderen dan de ouders worden aan getast bijvoorbeeld het recht op medische zorg, onderwijs of jeugd hulpverlening zou dit uitgangs punt ook moeten gelden Wel praktisch, maar evenmin erg principieel is het voorstel om de toe gang tot de rechter pas te verlenen vanaf twaalf jaar. Dat is toevallig de leeftijdsgrens in het kinderstrafrecht, maar het blijft een willekeurige grens. Waar het om gaat, is of kinde ren in staat zijn hun rechten op waarde te schatten en of ze de gevol gen van een procedure kunnen overzien. Toegang tot de rechter is een fundamenteel mensenrecht, dat niet aan een leeftijdsgrens is gebon den in internationale verdragen waarachter Nederland zich heeft ge schaard. De bedenking dat het gezinsleven wordt ondermijnd als kinderen zelf standig toegang tot de rechter krij gen, is weinig realistisch. Een min derjarige zal alleen in het uiterste ge val een advocaat in de arm nemen. Wat het gezin ondermijnt, is de schending van kinderrechten in de vorm van seksueel, lichamelijk of geestelijk geweld. De vrees dat de rechterlijke macht verder overbelast zou raken, is geen argument om een beroep op de rechter onmogelijk te maken. Bo vendien zal het niet zo'n vaart lopen. De ervaring leert dat voor de meeste kinderen de loyaliteit aan de ouders altijd voorop staat. Pas als er geen enkele oplossing in zicht is voor een conflict tussen ouder en kind, zal het kind zijn toevlucht tot een procedu re willen nemen. In dat uiterste ge val hoort die mogelijkheid dan ook te bestaan. Wekelijks worden in Rwanda gemiddeld vijftienhonderd mensen in de gevangenis gezet. Zonder enig verhoor worden zij in voorlopige hechtenis genomen. Verden king van deelname aan de massamoord op de Tutsi-bevolking, is voldoende grond voor hechtenis. 'Voorlopig' betekent in Rwanda het zelfde als 'voor onbepaalde tijd'. De Rotterdamse officier van justitie J. H. Wesselink onderzocht op verzoek van het ministerie van ontwikkelingssamenwerking de rechtsgang en de justitiële situatie in Rwanda. Hij stuitte daarbij op een reeks misstanden plus de onmacht die situatie te verbeteren. „Toch zijn oplossingen mogelijk", meent de officier. Daarover rapporteert hij binnenkort aan minister Pronk en de Rwandese minister van justitie, A. M. Nkubito. Probleem is veel te kleine rechterlijke macht „Ongeveer tachtig procent van de verdachten in voorlopige hechtenis was betrokken bij de genocide. Die mensen moeten worden berecht; vrijlating zou een geweldige maatschappelijke onrust teweeg brengen. De schietpartijen in de kampen een paar weken geleden, waren het directe gevolg van een incident waarbij verdachten inderdaad vrijkwamen. Niet doen dus, geen generaal pardon", zegt Wesselink. „Aan de andere kant is het ook niet zo dat de bevolking eeq collectieve doodstraf eist. In het algemeen vindt men dat de verdachten na berech ting ingezet moeten worden voor de opbouw van het land, bijvoorbeeld op het gebied van woningbouw. Na het volbrengen van die taak, kunnen zij in de gemeenschap worden geac cepteerd. Ook dat zal niet zonder problemen gaan. maar het kan." De grote moeilijkheid is dat de rech terlijke macht in Rwanda veel te klein is om al die de verdachten te berechten. Er zijn zelfs geen politie- inspecteurs die verdachten een fat soenlijk verhoor kunnen afnemen. Dat er toch verdachten achter de tra lies verdwijnen, is in strijd met het Rwandese strafrecht. Het juridische systeem is afgeleid van het Belgisch recht, dus moeten verdachten bij de rechter worden voorgeleid. Dat is in veel gevallen niet gebeurd. Wesselink: „De nieuwe regering van Rwanda staat machteloos. Al een jaar worden er vrijwel geen proces sen gevoerd. Wanneer dat probleem met man en macht zou worden aan gepakt, kan het land onder de huidi ge omstandigheden niet meer dan duizend processen per jaar behap pen. Dat betekent dat van de men sen die nu in voorlopige hechtenis zitten, de laatsten over 35 jaar voor de rechter komen." Wesselink trof in de uitpuilende ge vangenissen mensonterende om standigheden aan. „Bijvoorbeeld in Kibuye zagen we een gevangenis met een capaciteit van ongeveer honderdvijftig tot tweehonderd man, naar Belgische normen van 1935. Nu zitten daar meer dan zes honderd mensen opgesloten. De omstandigheden zijn erbarmelijk. Een klein deel van de gevangenen kan onder een afdak slapen, de rest slaapt in de open lucht onder een zeiltje, 's Nachts koelt het sterk af omdat Rwanda hoog ligt, op zo'n 1700 meter. In Kibuye waren oorspronkelijk elf rechters. Daar is er nog één van over. De anderen zijn gedood of gevlucht, twee rechters zitten vast op verden king van betrokkenheid bij de geno cide. Op de dag van onze aankomst, was de rechtszaal de avond daarvoor gebruikt voor een feestje van militai ren. De ruimte rook naar bier en overal lagen de doppen van bierfles sen. De wandkasten bleken gevuld met een paar nummers van het Rwandese Juristenblad uit 1984 en stapels oude dossiers. De kamer van de griffier lag bezaaid met dossiers en registerboeken, naa§t twee antie ke, onbruikbare schrijfmachines." Zo is de situatie vrijwel overal. En dagelijks komen er gevangenen bij. Terugkerende vluchtelingen zien hun huizen bezet door vroegere bannelingen, die tijdens de oorlog, vorig jaar, terugkwamen. „De ban nelingen schakelen de oorspronkelij ke eigenaar uit door hem aan te ge ven bij de militairen. Op iedere be sehuldiging van betrokkenheid bij de genocide slaan de regeringssoldaten onmiddellijk aan", zegt Wesselink. „Iedereen weet dat dat gebeurt, maar met de huidige middelen is het onmogelijk dergelijke zaken uit te zoeken." Wesselink meent dat veel schuldige gevangenen bereid zijn tot het afleg gen of ondertekenen van een beken tenis. „Dat kan ook collectief, waar na een collectieve berechting kan volgen." De rechterlijke macht kan zich dan vervolgens beperken tot de twijfelgevallen, onder wie zich veel onschuldigen bevinden. De aanstichters van het geweld, de plannenmakers en de mannen die de kapmessen uitdeelden waarmee duizenden Rwandezen werden ver moord en verminkt, zijn het land uit. „Het gaat om drie- tot vierhonderd mensen, een kliek rond de vroegere president, die de genocide hebben opgezet. Ze zijn ondergedoken in de buurlanden van Rwanda, maar ook in Europa, de VS en Canada. Het be rechten van die echte schuldigen zal voorlopig een wensdroom blijven. Zij zullen nooit uit vrije wil naar Rwanda terugkeren. Het weer opbouwen van het justitië le apparaat verdient volgens Wesse link prioriteit. Misdaad moet worden bestraft, vindt de officier van justitie. „Anders vervagen de normen en ver dwijnt de rechtsorde. Dan neemt de bevolking het recht in eigen hand. Staat jouw gezicht mij niet aan? Dan schiet ik je van mijn erf. Wanneer de overheid de wet niet kan handhaven, schakelt de bevolking over op eigen normen en wetten. Zo'n ontwikke ling zou in Rwanda catastrofale ge volgen hebben." Een groep Belgische, niet aan de re gering gebonden hulpverleners, startte eerder een opleiding voor po- litie-inspecteur. Volgens Wesselink leverden de Belgen uitstekend werk: de 128 nieuw inspecteurs functione ren goed. Een tweede opleiding viel in het water bij gebrek aan geld. „Toch zijn het dergelijke initiatieven die voor Rwanda van belangrijk. Soortgelijke hulpverlening, gesteund door een internationaal coördinatie team, is van levensbelang voor het land. Rwanda is een prachtig land. Er is een rijke, vruchtbare natuur, die kan voorzien in de eerste levensbehoef ten van de bevolking. Honger of on dervoeding heb ik er niet gezien. In de vluchtelingenkampen in de aan grenzende landen is dat anders; ik beperk me nu tot het land zelf. Dat in een dergelijk prachtig land zulke afschuwelijke dingen zijn gebeurd, is onbegrijpelijk. Het contrast tussen die schitterende natuur en het leed dat de mensen elkaar aandeden en nog steeds doen i£ onvoorstelbaar. Wesselink toont een foto die hij in Rwanda maakte. „Kijk, een school tje. Zie je die verkleuring op de muur? Dat is bloed. De lijken lagen daar twee meter hoog opgestapeld. Hier, een prachtige vallei; die heuvel is het graf van zeker tweeduizend mensen. Het duurde een week voor ik de praktijk van alledag weer als normaal kon beschouwen." rotterdam peter slavenburg kikwit» Al 64 mensen is het Ebola-virus fataal geworden en volgens de laatste berichten strijden nog 66 Zaïrezen tegen de dodelijke aandiening. Familieleden in de stad Kikwit komen bij het ziekenhuis pools hoogte hemen hoe het met hun dierbaren is. foto epa christophesimon Handelsminister La 'szloPa 'i zoekt Nederlandse investeerders Hongarije staat te trappelen aan de poort van Europa. De Magyaren hebben al meerdere malen geklopt aan die poort, want Boedapest wil erbij horen. Meer nog dan Tsjechië en Polen denkt Hongarije klaar te zijn voor de Europese Unie (EU). De conservatieve ex-premier Jozef An- tall was daarvan al overtuigd en de huidige regering van sociaal-demo craten (de dekmantel van de voor malige communisten) en liberalen denkt al niet anders. Toetreding vóór het jaar 2000 zit er echter niet in en ook daarna maken de Hongaren weinig kans. De EU bracht onlangs een witboek uit, waarin de voorwaarden voor toetre ding staan vermeld. En dat biedt niet veel hoop. Natuurlijk moet de eco nomie van aspirant-leden (behalve genoemde drie ook Slowakije, Bulga rije, Roemenië, Slovenië, Malta, Let land, Estland en Litouwen) aanslui ten op de Westeuropese vrije markt. Daarnaast eist de EU dat Oost- europese bedrijven op geen enkele manier worden bevoordeeld ten op zichte van Westeuropese. De econo mische dip in het Westen laat zich voelen. Daarom ook meldt het wit boek dat toetreding onzeker blijft, ook al is aan alle voorwaarden vol daan. Maar Hongarije heeft haast. Het land in Midden-Europa heeft zich redelijk opgewerkt uit de malaise van de in- gestortte communistische markt, de oude Comecon. Plotseling moesten nieuwe afzetmarkten worden ge zocht voor Hongaarse produkten en hoge prijzen betaald voor veelal on deugdelijk import. Hongarije is daar in redelijk geslaagd, dankzij een ge leidelijke aanpassing van de com munistische weg. En nu heeft de broze economie op nieuw te lijden, enerzijds onder de neergang in het Westen die een mil de vorm van protectionisme tot ge volg heeft, anderzijds onder het han delsembargo tegen Servië waarvan buurland Hongarije veel last heeft. De Hongaarse regering probeert vooral de handelscontacten met het westen van Europa te verbeteren. De ministervan handel en industrie, La'szlo' Pa'i, was daarom onlangs even in Nederland, voor een seminar over investeren in Hongarije. Nederland is voor Hongarije van niet geringe betekenis. Na de VS, Duits land, Oostenrijk, Frankrijken Italië bezet Nederland de zesde plaats van handelspartners, met een investe ringspakket ter waarde van zo'n 700 miljoen dollar. Alleen al in Boeda pest zitten liefst 400 Nederlandse be drijven. „De Nederlanders voelen zich thuis in Hongarije", constateert Pa'i tevreden. Pa'i is lid van de sociaal-democrati sche partij, die sinds vorig jaar een riante meerderheid heeft in het par lement. Hij wil er niets van weten dat de bevolking daarmee heeft ge kozen voor een terugkeer naar oude tijden. „Zo ver hoef ik toch niet te gaan om een land te vinden waar de sociaal-democraten in de regering zitten", lacht hij ten huize van de Hongaarse handelsvertegenwoordi ger in Den Haag. „Heus, er is geen weg terug, als iemand dat al zou wil len. Trouwens, de communistische partij zette in de jaren tachtig zelf de hervormingen in gang." Toch zochten de vroegere commu nisten bewust een coalitiepartner. Dat bleek niet zo'n gekke gedachte, want ook de eigen achterban kijkt met argusogen naar de bezuini gingsplannen die de regering on langs presenteerde. „Hongarije heeft vooral problemen op macro-econo misch niveau", legt Pa'i uit. „We hebben een dynamische micro-eco nomie. Het kleine ondernemerschap groeit geweldig. Maar op grote schaal is een bijstelling noodzakelijk. We kunnen niet met permanent een negatief saldo blijven zitten. Ons pakket voorziet in stimulering van de export, maar ook een hervorming van de sociale sector. We hebben een maand of vier nodig om die in gang te zetten. En het kost zeker twee jaar voor resultaten zichtbaar worden. Maar ach, veranderingen eindigen nooit." Net als de andere landen in Midden- en Oost-Europa is Hongarije gebaat bij steun van de Wereldbank en het Internationale Monetaire Fonds (IMF) „Nog deze maand hopen we een nieuw contract te sluiten met het IMF. Het hangt er vooral van af of het parlement zijn goedkeuring geeft aan ons hervormingspakket." Hulp wil de minister de internatio nale steun niet noemen. „Dat is niet het juiste woord. Wij hebben geduld nodig en samenwerking. Wat voor onze partners goed is, is ook goed voor ons: investeringen en bescher ming van de markt. Trouwens, het IMF komt niet zomaar met geld over de brug. We moeten aan strikte voorwaarden voldoen en dat geld la ter gewoon terugbetalen." Behalve investeringen van bedrijven (ABN Amro en ING zijn grote namen in Hongarije) zijn ook toeristen voor Hongarije van levensbelang. „Vanaf januari zie ik al weer auto's met gele NL-stickers opduiken in ons verkeer. Dat is mooi. Hongarije trekt nu jaar lijks twintig miljoen bezoekers. Met speciale arrangementen zullen we proberen dat aantal proberen nog te verhogen, zeker als we volgend jaar de elfhonderdste verjaardag van ons land vieren. De privatisering is in de ze brache het grootst; 90 procent van de toeristische bedrijven is in parti culiere handen." Hongarije plukt hier al de vruchten van de goede contacten met de EU, waardoor bijvoorbeeld de visa voor toeristen over en weer zijn afge schaft. Maar dit gaat Pa'i niet ver ge noeg. „Ik hoop dat we voor de eeuw wisseling als volwaardig lid kunnen toetreden. Volgend jaar worden de voorwaarden besproken op een mi nistersconferentie. Dan moeten de knopen worden doorgehakt. Ik heb ook de speculaties gehoord over een Europa van twee snelheden, waarin de economisch sterke landen nauw zouden samenwerken. Maar dat is niet realistisch. Dit continent heeft vereniging nodig, geen nieuwe gren zen. Uitbreiding van de markt kan alleen door integratie. Hongarije is deel van Europa. We zijn er klaar voor." den haag onno havermans Stuc CRONiN dionkt ninger rond v debev stand De ma Müj delfzul van za aange: bij de tenclg heefi S wider 0n< )eGc door t \la croesi het le' rijn ai Groes de au en Ni; Helgers' duit in het zakje blijkt de beste Oud-premier Lubbers vindt dat de kabinetten onder zjjn leiding te 'zakelijk' zijn gewees met te weinig aandacht voor 'fundamentele waarden'. Daar door dreigt 'vervlakking* en consumentisme. Dat zei de voormalige CDA-partijleider zaterdag op een symposium i Den Haag over de toekomst van zijn partij. In zijn bijdrage aan de discussie ging Lubbers voor het eerst sinds zijn aftre den in op zijn 12-jarig pre mierschap. Volgens de oud-re geringsleider is er door de 'no- nonsense'-stijl van zijn bewind veel bereikt, vooral sociaal- economisch. Maar zijn kabinetten hebben te weinig oog gehad voor waarden en normen in de samenleving, waardoor er 'vervlakking' en 'verzakelijking' kon optreden. De prikkelendste bijdrage aan het symposium 'De christen democratie als beweging van de toekomst' kwam van buiten de Haagse Nieuwe Kerk. Alleen was het een bijdrage waarmee de partijtop gek genoeg het minst gelukkig mee was. CDA-voorzitter Helgers heeft wat ontketend met zijn overi gens logische pleidooi om de bezem flink door de Tweede- Kamerfractie te hafen. Dat hij de suggestie wekte het aantal katholieken in die fractie ook nog te willen verhogen, maakte de kwestie alleen maar gevoeli ger. In de kerk liepen dan ook vrij dag en zaterdag briesende frac tieleden, geniffeldende oud fractieleden en een nerveuze fractieleider Heerma. „Een storm in een glas water", riep de laatste tegen iedere journa list die hem om commentaar vroeg. Toch waren de bijdragen van de sprekers op het symposium minder interessant dan die van Helgers. 'Waarden en normen', 'ethiek', 'gemeenschapszin' en 'opkomen voor de zwakke' wa ren niet van de lucht. Maar het leek erop dat Helgers de kem van het probleem beter te pak ken had. Want ze zaten ze er allemaal weer: partijbestuursleden, ka merleden, commissieleden, de oude Zijlstra en oud-KVP-kop-> stuk Schmelzer, al decennia lang een belangrijk man achter de schermen. Alleen de directe slachtoffers van het verkiezings debacle waren er niet: Elco Brinkman en oud-voorzitter Wim van Velzen. De kliek van voor de fatale 3 mei 1994 is ver-i der 'still alive and kicking'. Voor de toekomst van de chris- ten-democratie, de jeugd, was ve: slechts een half uurtje uitge trokken. In een rondetafelge sprek mochten ze hun zegje doen. CNV-bestuurder Gerda Verburg („ondanks mezelf een P jaar geleden lid geworden") was de enige die enige kritiek durfde te uiten. „De zelfgenoegzaam heid en de arrogantie van de macht hebben het CDA de das omgedaan". En onder besmuikt gelach, verwijzend naar de oude partijleiders: „Er werd in het CDA teveel verwacht van ie mand uit de Heilig Landstich ting, een man met een spleetje tussen zijn tanden en een per soon die een shuffle op het po dium deed". „Als dit symposium tekenend voor het huidige CDA is, staat het er met de toekomst slecht voor", mopperde een van de weinige jonge dertigers in een pauze. Veel van zijn leeftijdge- noten bleven thuis of gingen naar de ledenvergadering van 1 het CDJA, die toevallig die dag ook plaats vond. CDJA-voorzitter Jack de Vries liet weten dat hij het groten- deels met Helgers eens is. „Meer ruimte voor jongeren: geweldig! Meer nieuwe gezich ten ook. Maar een bloedgroe pendiscussie alsjeblieft niet." De Vries betreurt het alleen dat Helgers een aantal kansen op verjonging en vernieuwing heeft laten liggen. Zo weigerde het Strategisch Beraad de door het CDJA aangeboden kandidaat en komen er in de Provinciale Sta ten en de Eerste Kamer nauwe lijks nieuwe gezichten voor. „Het schort'aan de stijl en uit spraken van veel huidige politici en daarom is vernieuwing zo nodig." Flelgers mocht ten slotte ook in de kerk nog wat zeggen. Hij vermeed de gevoelige kwestie. Alleen aan het eind verwees hij voorzichtig naar betere tijden: „Het CDA heeft goud in han den. We hebben de boodschap en de mensen". Aan de voorzit ter om die schat te verzilveren, tegen de macht van de oude kliek in. Misschien dat Hanneke Brinkman haar doosje incasse ringsvermogen, ooit van Lub bers gekregen, wil uitlenen. den haag wilfred scholten milt uit d<

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1995 | | pagina 2