'Muziek is als een schoolreisje door onbekend gebied' De rijke stinkerd ZATERDAG 13 ME11995 Onze TAAL Elvis Costello brengt zestiende studioplaat uit Rijkdom is betrekkelijk. In kinder boeken uit mijn jeugd hadden rijke mensen altijd veel narigheid. Een ongelukkig kind, een slopende ziek te, een slecht huwelijk of een valse hond. De arme mensen in die kin derboeken waren meestal gezegend met zes gezonde kinderen, een lieve moeder en een begrijpende vader, ze hadden soms geen schoenen om naar school te gaan, maar wel een ouder zusje dat bijspijkerde wat je op school gemist had. En nooit een valse hond. Waaruit maar blijkt dat rijkdom heel betrekkelijk is. Elvis Costello: „Het is vooral bedoeld als ode aan de luisteraar en verzamelaar." Ukent My Way van Frank Sinatra? Zong 01' Blue Eyes dan ook de origi nele versie van die veel gekopieerde song? Nee, Sinatra coverde. Het origineel is een Frans chanson, Comme d'Habitude van Claude Francois, dat in 1969 werd vertaald door Paul Anka. Sinatra zong dus niet eens de eerste Engelstalige versie van het lied dat sindsdien door Elvis Presley, Nina Simone, Sid Vicious, Leen Huizer en nog en kele honderden werd uitgevoerd, ledereen deed 't op zijn of haar manier, maar toch is er maar één de originele. Op Costello's zestiende studioplaat (de talloze verzamelaars niet meegeteld), staan uitsluitend co vers. Elvis - zijn Bühne-naam is al een cover van die van Presley - zingt, geestdriftig begeleid door tal van groten uit het vak, songs van Little Richard, Creamin' Jay Hawkins, Bob Dylan, Ray Davies, Randy Newman, Willie Dixon, het duo Burt Bacha- rach Hal David. De oudste kopie is een typisch bigbandnummer uit 1930: The Very Thought of You, geschreven door de Britse orkestleider Ray Noble en onvergetelijk gemaakt door Nat King Co le. Wie goed heeft gelezen is hierboven het syno niem kopie opgevallen. Een cover is echter geen kopie. Als het goed is, mag een cover nooit een, vooral simpele kopie zijn van het origineel. Door een artiest te coveren wordt hem of haar lof toege zwaaid, maar dat is niet te bereiken door het voor beeld klakkeloos te reproduceren. JMu had Sinatra natuurlijk nooit het idee een hem volslagen onbe kend Franse componistenteóm te eren. De tekst van Anka zat Frankieboy echter als gegoten en hij zong My Way vervolgens zo geloofwaardig dat de inhoud van het lied met hem - het in een arm Itali aans emigrantengezin opgegroeide schoffie dat multimiljonair werd in Amerika - werd geassoci eerd. Elvis Costello is de Woody Allen van de popmuziek. Hij behoort tot de besten op zijn vakgebied, zoals een catalogus van meer dan vierhonderd songs inmiddels bewijst. Vermoedelijk is er naast David Bowie niemand denkbaar die even fanatiek als Declan Patrick McManus (Costello's echte naam) wordt gedreven door de gedachte telkens nieuwe wegen in te slaan. Zoals Woody Allen zich ook met de geschiedenis van de film (Ingmar Bergman) bezighoudt, zo is Costello een waar historicus van de wereld van de populaire muziek. Men mag ook zeggen: liefhebberen verzamelaar. Andere bedoeling laarswoede gemeen te hebben. In zekere zin is de ze plaat dan ook nog een document voor de dagen waarin Elvis op pelgrimage was door de VS. Op twee na zijn alle covers dan ook van Amerikaanse origine. Costello: „Ja, Lennon McCartney, Ray Davies, en nog een enkele klant, maar de wortels van de populaire muziek liggen in de States. Daar werden en worden de beste songs geschreven." Boeken gaan over iets, over dingen uit het leven, Songs ook. Platen bestaan uit bundels van songs. Je kunt uit een collectie van tien of vijftien liedjes een heel scherp beeld krijgen van wat een songschrijver beweegt", zegt Costello. „Ik ben me er pijnlijk van bewust dat ik heel wat van mezelf heb laten zien toen ik in 1984 een album uitbracht met de titel Goodbye Cruel World. Ik was er toen slecht aan toe - een van de redenen waarom de plaat zo beroerd klonk, maar de impressie blijft nog steeds hangen. Je wordt er depressief van als je er naar luistert. In andere tijden wil je de de wereld te lijf en pas je enorm ambitieuze arrangementen en ritmische patronen toe en verfijn je je liedjes tot in het absur de bijna. Ik zelf deed dat op Mighty Like a Rose; er zijn heel weinig mensen diè je dan nog kunnen volgen en meer dan een of twee songs in hun bete kenis kunnen duiden. Toch staan er geweldige stukken op. Zo'n coverplaat als ik nu heb gemaakt, is in we zen en op het eerste gezicht veel beter te begrijpen of te doorgronden. Natuurlijk ken ik het vak van het liedjesschrijven van binnenuit. Natuurlijk be grijp ik dat ik de lading van songs van anderen naar mijn hand kan zetten door het arrangement dras tisch aan te passen. Bij Days en Must You Throw Dirt in My Face is dat ook gebeurd. Maar voor het overige ben ik als een kleine lekkerbek omgespron gen met al dat fraais van anderen uit het vak, van mensen die ik waardeer. En soms wordt je zelfs ge stuurd door de beperkingen van je eigen lichaam. Als ik een country-ballad zing, een langzaam dra matisch lied zoals ze er in bosjes waren tijdens de jaren vijftig, dan kan ik niet met een 'stiff upper lip' zingen zoals toen de gewoonte was. Daardoor kreeg je destijds die wat gladde, vibratoloze stem men die de emotie polijstten. Zelfs in I've been wrong before van Randy Newman moet ik me meer laten gaan dan hij." nog wel belangwekkende melodieën geprodu ceerd, maar ik moest me beperken. En wie weet is dit wel de start voor een serie coverplaten." non. Die trad op zijn eerste soloplaat naar voren met nummers vol rauwe, ongecensureerde zelfex pressie. De liedjes van The Kinks bezaten veel levensech te ervaringen, maar die lading werd vaak een beetje verbloemd door de half-grappige manier waarop Ray Davies ze over het voetlicht bracht. The Kinks hadden een jeugdige, overmoedige, 'te gekke' uitstraling: Davies durfde zijn twijfels niet openlijk te uiten. Days gaat vooral over verlies; het einde van een relatie." Elvis, lachend: „Dat het zo langzaam geworden is had ook met de omstandig heden in de tropische opnamestudio van doen. De airconditioning ging die dag kapot en na enkele minuten liepen we al ijlend van het zweet rond en bonkte je kop alsof je drugs had gebruikt. Later bleek dat die atmosfeer het liedje een heel speciale lading gaf." Muzikaal reizen De plaat van Elvis Costello komt temidden van een hausse van uitgaven van speciale covers en tribu tes. Lang niet allemaal zijn ze zo doordacht of zo oprecht' als Kojak Variety en vergelijkbare histo risch waardevolle platen van Sam Cooke (Charles Brown), Marvin Gaye, David Bowie, Bryan Ferry, The Hollies of - recentMathilde Santing. Elvis: „Ik zie muziek als een schoolreisje door landen en gebieden die je niet kent. Zelfs Sinatra leert Latijns-Amerika kennen als hij de liedjes van Antonio Carlos Jobim zihgt. Ook hij gebruikt zijn stem in bossa nova-songs anders, lichter dan in zijn gewoonlijk nogal dramatische, aangezette zangstijl. Hij is gevoeliger dan an ders. Gek genoeg gingen er vroeger meer men sen op muzikale reis dan nu: Dylan, Georgie Fame maakten ieder op die manier een album 'The Two Sides Of. Nu loop je het risico dat je publiek je niet meer herkent doordat je wat anders durft en doeL Cri tici die je niet meer kunnen volgen en alleen maar constateren dat je van je gebruikelijke paadje bent afgestapt, heffen hun handen ten he mel en roepen: Costello is gek geworden! Non sens, je onderzoekt alleen maar of een ander muzi kaal terrein ook verrassingen voor jou bevat. Je kijkt alleen maar of je door te reizen meer van je zelf kunt opsteken. Keek iemand er vroeger van op dat Harry Nilsson songs uitvoerde van Dylan? Na tuurlijk niet: dat was een zeer fijne zanger die heel mooie songs van een zeer begaafde liedjesschrijver bracht." De afgelopen achttien maanden heb ik veel ge werkt met producer Larry Adler en de oude croon er Tony Bennett. We hebben bijna uitsluitend songs van George Gershwin gedaan, omdat zijn muziek onze levens verbindt. Tijdloze mu ziek, eeuwige teksten. Als ik dót nog eens bereik...!" Met Kojak Variety had Elvis Costello een iets ande re bedoeling. „Natuurlijk wilde ik laten horen wel ke mooie songs mij aanspreken en wat ze voor mij betekenen", zegt hij aan een ongestoorde lunch op een dag dat zijn agenda eigenlijk overstroomt van andere bezigheden. Zoals de organisatie van en de programmering voor een speciaal concert van het London Philharmonic Orchestra en het uitspreken van voetbalcommentaren bij een wedstrijd in de Serie A voor het Britse TV-station Channel Four. „Maar het is vooral bedoeld als ode aan de luiste raar en verzamelaar. Zolang ik platen koop, kom ik songs tegen die me troost schenken, me onnoeme lijk veel plezier geven en me soms zelfs door heel moeilijke levensfases hebben geholpen. Goede liedjes zijn als verkeersborden langs je levensweg." Misschien moet je wel naar België voor de ware liefhebber. Via Omroep Brabant maakte de ver woede verzamelaar Arnold Rypens tijdens de jaren tachtig een dicht beluisterd programma, Domino The Originals. Rypens ging via covers op zoek naar de originals, of andersom en prikte en passant vele luchtballonnetjes door. Zo is het origineel van het klassieke chanson Les Feuilles Mortes niet van Ju liette Greco of Yves Montand maar van de onbe kende Cora Vaucaire. Hound Dog is niet van Pre sley, maar van Big Mama Thornton. En zo verwar de ene George Harrison het begrip cover met pla giaat en kopieerde He's so Fine van The Chiffons met My Sweet Lord. De rechtszaak nam vele maanden in beslag. Tegenover me zit echter Costello, een man die zelf veel is gecoverd en zoveel liedjes in voorraad heeft dat hij nauwelijks songs van anderen zou hoeven zingen. Toch leerde hij aan de hand van A Good Year for the Roses (eerste uitvoering: George Jones) dat zelfs, of misschien wel juist, de melanch olie van d,e countrymuziek hem als Ierse Brit veel had te zeggen. Soms moet je kleren van een an der aantrekken om te zien wat je nog meer staat. Op Kojak Variety dateert de garderobe uit songs die alle tus sen 1930 en 1970 zijn ge schreven. Elvis: „Na tuurlijk zijn er ook na die tijd Keuze Zoals een boek nooit zomaar tot een einde komt, zo verraadt de keus voor een slotsong veel van wat een artiest met een CD wil zeggen. Op Kojak Varie ty heeft Costello gekozen voor een wel zeer langza me, bijna tartende uitvoering van Days. Het origi neel is van de jaren zestig mod-groep The Kinks, die Ray Davies als opvallend vruchtbare liedjesma ker in hun midden wisten. De cover die Costello van het liedje maakt, verraadt dat de tekst eigenlijk vele malen bitterder is dan we van het verradelijk opgewekt-dromerige origineel kenden. Costello: „Veel songs uit de late jaren zestig - zo van de tijd rond Sgt. Pepper van The Beatles - had den een hoog autobiografisch gehalte. De 'ik' uit het liedje had veel weg van de 'ik' van de liedjes schrijver en de 'ik' van de uitvoerend artiest. Ze waren oprecht in wat ze te zeggen hadden, maar voelden zich ook wat gegeneerd door hun eigen openheid. De echte bedoelingen werden dus wat verbloemd met veel sjaaltjes, rook en theaterkle- ding. Neem Strawberry Fields Forever van John Lennon: een prachtig psychede lisch lied, maar tegelijker tijd is het ook een kwets bare song over zijn kin derjaren. Later kwa men popcom ponisten wat terug van die liedjes, zo niet Len- Document Costello heeft het merendeel van de vijftien stuk ken die op Kojak Variety zijn terechtgekomen al enkele jaren terug opgenomen met de Amerikaan se sessiemuzikanten door wie hij zich halverwege de jaren tachtig liet begeleiden (na het opnemen van de CD King of America). De namen van Jim Keltner, Larry Knechtel, Jerry Scheff en James Burton komen voor op tientallen platen hoezen, maar met Costello bleken ze een grote ver- zame- Er is in onze taal een tegenstrijdigheid als het om geld gaat. Aan de ene kant zeg gen we dat geld niet stinkt: aan de andere kant noemen we iemand met veel geld een rijke stinkerd. Als geld echt niet stinkt, dan kun je van veel geld evenmin gaan stinken. En als het stinken toch door het geld komt. dan moet geld wel stinken. Waarom noe men we een rijkaard een rijke stinkerd? En hoe is men op het idee gekomen dat geld niet stinkt? Ruik eens aan een stuiver of een v^lgebruikt briefje van vijfentwintig. Geld stinkt wel. 't Is niet voor niks dat ze bankbil jetten voor de giromaat eerst naar de sto merij brengen zodat ze gewassen en gestre ken uit de flappentap komen rollen. De uitdrukking dat geld niet stinkt, zal dus als beeldspraak opgevat moeten wor den. Zo staat het dan ook omschreven in een spreekwoordenboek: het doet er niet toe hoe je aan je geld komt, als je het maar hebt. Kortom: onderwereld-mortaal, waarte gen onze koningin kort geleden nog zo ge waarschuwd heeft. Er is een verhaal in omloop over de oor sprong van deze uitdrukking. In de Ro meinse tijd zou keizer Vespasianus belas ting gaan heffen op openbare urinoirs. Zijn zoon Titus was tegen. Ik denk omdat er de hele dag een slaaf achter hem aan liep met een gouden pispot, belastingvrij. Vader Ves pasianus zette zijn plannen echter door en ontving weldra veel geld. Hij liet dat aan Ti tus ruiken, die niets bijzonders merkte. Zie je wel, zei pa, die urinoirs zijn smerige din gen maar het geld dat ze opbrengen is goed. Het geld stinkt niet. En omdat ze des tijds Latijn spraken, zou hij dan gezegd hebben: 'Pecunia non olet'. Of het werkelijk zo gegaan is, weet ik niet. In ieder geval werden openbare urinoirs in Frankrijk wel 'vespasiennes' genoemd. Vanuit de onderwereld be^jen moge geld dan niet stinken, een beschaafd mens noemt iemand met veel geld al gauw een rijke stinkerd. Komt het dan toch door het geld? Ik denk van niet. Ik denk dat de rijke stin kerd in omloop is gekomen door de uit drukking 'stinkend rijk'. Op het eerste ge zicht is daarmee nog weinig verklaard, want waarom zou men van iemand zeggen dat hij 'stinkend' rijk is? Daarvoor moeten we een paar stappen verder terug. Letterlijk is stinkend gewoon datgene wat stinkt. Ik zal daar niet over uitweiden. Maar zoals zoveel woorden, kreeg ook 'stinkend' een figuurlijke betekenis. Bijvoorbeeld in 'een stinkende leugen Stinkend is dan 'weerzinwekkend, akelig'. De negatieve be tekenis blijft behouden, maar er komt geen neus meer aan te pas. Van een stinkende leugen is het maar een kleine stap naar 'stinkend brutaal'. Ook hier slaat stinkend niet op eèn geur, maar heeft hel wel de ne gatieve betekenis van 'akelig'. En ook al enigszins de betekenis van 'heel erg'. Vla stinkend brutaal komt men op 'stinkend ja loers', wat nog steeds akelig is maar bovenal 'heel erg jaloers'. Als dan ten slotte 'stin kend' eenmaal 'heel erg' kan betekenen, kan men ook gaan zeggen: 'Er was stinken de haast bij' (een voorbeeld uit een van de boeken van jan Mens). Na deze betekenis ontwikkeling is het niet vreemd meer om van iemand te zeggen dat hij 'stinkend rijk' is: daar komt geen neus meer aan te pas, het kan nog wel 'akelig' zijn maar alle na druk ligt dan op 'heel erg rijk'. Kortom, de rijke stinkerd stinkt niet, althans taalkundig bezien. Zo is het gegaan, denk ik. Ook al neemt dat niet weg dat we in onze samenleving de rijkaards vaak niet vertrouwen, en graag geloven dat er aan grote rijkdom een luchtje zit. De uitdrukkingen 'stinkend rijk' en 'rijke stinkerd' passen prachtig bij deze gangbare opvatting. De maatregel van Vespasianus was waar schijnlijk bedoeld om te voorkomen dat men zomaar tegen iedere boom, zuil, muur of poort zou wateren. Dat hij er geld mee verdiende, was mooi meegenomen. Geld als water. Maar ik geloof niet dat 'geld als water verdienen' ook afkomstig is van Ves pasianus.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1995 | | pagina 41