Rotogravure bijgezet in drukkerijgeschiedeni
Grafici nog steeds
lyrisch over
fluwelen tinten
•koperdiepdruk
Extra
Directeur Levisson was simpelweg
niet meer welkom bij de Roto
VRIJDAG 12 MEI 1995
IIJDA
CHEF ADRIAAN BRANDENBURG. 071 -356484. PLV CHEF DICK VAN DER PLAS. 071-3
tle>
suae
ici de
enscl
jdwo
nbee
ige
uurt l
er dl
unne
eving
Het doek valt volgende maand
definitief voor de Nederlandse
Rotogravure Maatschappij. Het
bedrijf dat bijna zestig jaar aan
het Leidse Galgewater
gevestigd was en in 1972 naar
Haarlem verhuisde, wordt
opgeheven. Er is nog een
afscheid op 17 juni en dan is
het in feite voorbij voor het
personeel. Daarmee verdwijnt
een bedrijf dat in Leiden
drukkersgeschiedenis schreef.
Het gebouwencomplex van de Rotogravure zoals het in 1963 aan het Galgewater stond.
kd."
Al in 1991 nam de directie van VNU het be
sluit de Rotogravure op te doeken. Het plan
voor verzelfstandiging van de drukkerijen
van het uitgeversconcern voorzag in schaal
vergroting bij de drukkerijen in Weert, De
venter en Etten-Leur. Dat maakte het al
twintig jaar in Haarlem gevestigde bedrijf
overbodig. Ironisch genoeg viel de keus me
de op het opheffen van de Rotogravure om
dat in Haarlem het personeel het gemakke
lijkst aan ander werk te helpen zou zijn. Dat
is ook gebleken: uiteindelijk zullen slechts
30 mensen worden ontslagen, van de 650
mensen die in 1991 bij het bedrijf werkten.
Alle betrokkenen zijn het er over eens: de
zaak is netjes afgerond.
In Leiden herinnert niets meer aan het be
staan van de Rotogravure. Aan het Galge
water, op de geboortegrond van Rem
brandt, hebben de hallen van de drukkerij
plaatsgemaakt voor woningen. Maar ruim
twintig jaar na het vertrek van de 'Roto',
zoals het bedrijf liefkozend werd genoemd,
zijn oud-werknemers nog trots op het be
drijf. Met een zekere graagte gaf het perso
neel bij feesten en partijen blijk van de
band met de aan het Galgewater geboren
Rembrandt. „Uiteindelijk was Rembrandt
ook een etser, een graficus", zegt de 90-jari-
ge Wim Planjer die van 1929 tot 1969 bij de
Rotogravure werkte.
Om de Rotogravure hing dan ook de geur
van kunst. Marten Toonder, de geestelijk
vader van Tom Poes begon er zijn carrière.
Fotografen werkten er als eersten in Neder
land met kleurenmateriaal. En behalve tijd
schriften en brochures drukte de Rotogra
vure tienduizenden kunst-reprodukties. Bij
voorbeeld voor Museum Boymans van Beu-
ningen in Rotterdam. Maar in eigen beheer
kwam er ook werk van de persen van de la
ter als Vermeer-vervalser ontmaskerde Han
van Meegeren. Zijn 'hertje in rood krijt'
hing voor de oorlog in duizenden huiska
mers. Allemaal afkomstig van de Leidse Ro
togravure. Het bedrijf dat ook internatio
naal naam maakte met zijn koperdiepdruk
proces.
De Rotogravure was in Leiden bovendien
van oudsher bekend als een goede werkge
ver. Leidenaar Wim van der Pluym (57). die
in november 40 jaar bij de NRM zou zijn
geweest, begon in 1955 als hulparbeider in
de drukkerij. „Ik ging er heen op aanraden
van mijn ouders. De Rotogravure betaalde
beter dan veel andere Leidse bedrijven, je
kreeg er een kerstgratificatie." Van der
Pluym kwam uiteindelijk terecht op de af
deling personeelszaken waar hij nu nauw
betrokken is bij de sluiting van het bedrijf.
65 e«
De hallen in Haarlem worden steeds stil n op
Geleidelijk vallen alle orders weg. Vorige et d(
maand bijvoorbeeld het weekblad Pano m e^
ma.
„Dat is toch triest. Het afscheid was wel heef
aardig. De redactie had voor speciale Pa n aa
rama-gebakjes gezorgd. Je weet dat zo'n reen
moment komt. maar toch blijft het vreei ma
als na 83 jaar - Panorama was in 1913 oi als
eerste order - zo'n band wordt doorgesn eeg.
den."
De faam van de Rotogravure berustte op de
koperdiepdruktechniek. Daarbij werd in
plaats van met gegoten loden letters ge
werkt met geëtste koperen platen. Op die
manier konden foto's welhaast perfect wor
den weergegeven. Grafici worden nu nog
lyrisch als ze het over de fluwelige tinten
van koperdiepdruk hebben. In 1913 moet
het een complete sensatie zijn geweest.
Directeur A. Frentzen van de aan de Doeza-
straat gevestigde uitgeversmaatschappij A.
Sijthoff had een jaar eerder in Duitsland
een licentie bemachtigd om het als eerste in
Nederland toe te passen. Hij wilde het door
hem bedachte geïllustreerde blad Panora
ma er mee drukken. Frentzen zocht L. Le
visson, lid van een Haagse drukkersfamilie,
aan om het nieuwe aan het Galgewater ge
vestigde bedrijf te leiden.
Onder Levisson groeide de Rotogravure uit
tot een gerenommeerde onderneming die
de kennis van koperdiepdruk op haar beurt
overdroeg op buitenlandse drukkers, zoals
de Italiaanse staatsdrukkerij, de Britse post-
zegeldrukkcr Harrison en verschillende be
drijven uit de Verenigde Staten en Frank
rijk. Koperdiepdruk werd zodoende ook wel
bekend als 'The Leyden Process'. Naast het
door Sijthoff (tot 1928) uitgegeven Panora
ma werden eigen bladen ontwikkeld zoals
'Rijk der Vrouw' en 'Cinema en Theater'.
Marten Toonder, die van 1934 tot 1939 aan
het Galgewater werkte, vertelt in zijn boek
'Vroeger was de aarde plat' hoe een handje
vol mensen soms met gebruik van schuil
namen de bladen volschreef. Levisson gaf
op patriarchale wijze leiding. Tegen het ein
de van de jaren dertig stroomden steeds
meer Duitse vluchtelingen het bedrijf bin
nen. Mensen voor wie Levisson steeds weer
een - soms onduidelijke - functie probeerde
te vinden, hetgeen hen bij de oudgedienden
niet altijd populair maakte. Uit Toonders
boek valt op te maken dat onder andere zijn
salaris mede door de komst van die niet al
tijd even produktieve krachten terugliep.
Toen hij vervolgens werd aangesproken
omdat hij ook voor anderen was gaan wer
ken, nam Toonder op staande voet ontslag.
Levisson nam direct bij het begin van de
Duitse bezetting maatregelen om ervoor te
zorgen dat de Rotogravure overeind zou
blijven. Omdat hij zich bewust was van zijn
positie als joodse directeur, benoemde hij
zijn adjuncts D. Lambinon en J. Stafleu tot
directeur.
Nadat Lambinon begin 1941 van de Duit
sers ie hóren had gekregen dat Levisson
moest verdwijnen, nam deze zelf ontslag.
Stafleu en Lambinon hielden, onder toe
zicht van een Duitse bewindvoerder het be
drijf draaiende.
De gepensioneerde Wim Planjer kan zich
die tijd nog goed herinneren.Aan de ene
kant heeft de directie ervoor gezorgd dat
het bedrijf nog heel lang is blijven draaien
en dat iedereen die er werkte een inkomen
had. Aan de andere kant zijn er ook ver
keerde dingen gebeurd. We hebben bij
voorbeeld een boek over de Luftwaffe moe
ten drukken. Maar de directie had geen
keus. Als ze iets anders hadden gedaan was
de hele drukkerij naar Duitsland afgevoerd.
Al dat koper, daar waren de Duitsers gek op.
Nu is het hele bedrijf intact gebleven."
Bang
De zoon van directeur Levisson, mr. R.A.
Levisson uit Den Haag, deelt die mening.
„Lambinon en Stafleu zijn na de oorlog op
gepakt wegens collaboratie. Dat was vol
gens mij ten onrechte. Ze zijn in de oorlog
gewoon bang geweest. Ze durfden zich niet
te verzetten. Het was natuurlijk ook zo dat
de Duitsers bijzonder kien waren op druk
kerijen. Vanwege het materiaal, maar ook
vanwege de propagandamogelijkheden.
Het neemt niet weg dat Lambinon en Staf
leu zich tegenover mijn vader uiterst mini
maal hebben gedragen. Ze weigerden elk
contact, ook financieel. Ze hebben kenne
lijk niet begrepen dat waar een wil is, altijd
een weg is en onder oorlogsomstandighe
den een omweg."
Levisson junior - inmiddels een tachtiger
die zelf van 1938 tot 1941 bij de Rotogravu
re werkte - overleefde de oorlog uiteindelijk
als Engelandvaarder. Zijn vader en moeder
doken onder in Den Haag. bij de magazijn
chef van de Rotogravure. Ook zijn broers en
zus overleefden de oorlog. „We zijn wat dat
betreft een heel uitzonderlijk gezin." Maar
de naam Levisson verdween na de oorlog
uil de geschiedschrijving van het bedrijf.
Ook in jubileum-uitgaven is de oorlog
steeds een witte vlek. Aan directeur Levis
son wordt bij het veertigjarig bestaan in
1953 een enkele keer gerefereerd als 'de
baas', een van degenen die vertrok naar 'het
land waaruit niemand weerkeert'.
In werkelijkheid lag dat anders, vertelt zijn
zoon. Levisson was simpelweg niet meer
welkom. „Ik zag mijn vader terug op 15 mei
en ik vroeg direct of hij al op de zaak was
geweest. Nee, zei hij, ik heb toch ontslag ge
nomen. Dat kun je je nu niet meer voorstel
len. Later toen hij zijn plaats weer wilde in
nemen werd dat op die grond betwist. Staf
leu en Lambinon waren ervan overtuigd dat
Directeur L. Levisson (links) in 1929 in zijn werkkamer.
hij hen iets had geflikt waardoor ze waren
opgepakt. Dat heeft tot onverkwikkelijke
processen geleid. Mijn vader kwam al ziek
uit de oorlog, hij was 67 in 1945. Hij is in
1948 overleden. Later heb ik de zaak met
Stafleu uitgepraat. Uiteindelijk denk ik dat
hij er wel van overtuigd was dat mijn vader
niet de hand had in zijn arrestatie. Lambin
on en Stafleu zijn ook niet vervolgd. Lam
binon overleed kort na de oorlog. Stafleu is
als directeür teruggekomen.
Reizen
Het is een donkere vlek in de bedrijfsge
schiedenis waar slechts weinigen weet van
hebben. Voor velen van hen was de Roto
gravure vooral een uitstekende werkgever,
die goed betaalde, en een bedrijf met een
rijk sociaal leven.
Personeelsvereniging O O (Ontwikkeling
Ontspanning) organiseerde sport- en vis
wedstrijden en bij jubilea werden complete
revue's ingestudeerd. Al voor de oorlog wer
den buitenlandse reizen met het voltallige
personeel georganiseerd. In de jaren twintig
naar Antwerpen, in 1938 naar Brussel.
In 1963, bij het gouden jubileum, plaatste
het bedrijf een zeventiende eeuws getint
Rembrandt-geveltje in de Weddesteeg, ont
huld door de echtgenote van burgemeester
Van Kinschot. Het personeel ging toen spa
ren voor de inrichting van een Rembrandt-
huis. De meubelen zijn er gekomen en tij
delijk opgeslagen in De Lakenhal. Uiteinde
lijk kwamen, net als bij een eerdere poging
in 1938, de inrichting van de Rembrandt-
kamers niet van de grond. De zo trots ge
presenteerde antieke meubels bleken na
derhand te zijn verdwenen. Vermoed wordt
dat ze geleidelijk her en der in huiskamers
terecht zijn gekomen. Het geveltje ver
dween uiteindelijk met de rest van het be-
drijfscomplex.
Dat jaar 1963 werkten er zo'n 700 mensen
bij het bedrijf. Het was het laatste feestelijke
lustrum in Leiden. De orderportefeuille was
nog groot. De Rotogravure gaf voor de Avro
het blad Televizier uit, drukte kleurige fol
ders voor bollenboeren en al het reclame
drukwerk van V D kwam er vandaan. Vijf
jaar later maakte de fusie met VNU-dochter
Haarlemse Diepdruk Industrie een einde
aan het zelfstandig bestaan.
Wim Planjer heeft wel een verklaring voor
die gang van zaken. „Er werd niet geïnves
teerd. Stafleu was een directeur die wat hij
uitgaf eerst in zijn portemonnee wilde heb
ben, liever dan vreemd kapitaal aantrek
ken." Mr. R.A. Levisson, nog lange tijd in
het bezit van een klein pakket aandelen in
het bedrijf, nuanceert dat. „Het is waar en
niet waar. De ontwikkelingen in de grafi
sche industrie gingen met zevenmijlsspron-
gen. Een familievennootschap zoals de Ro
togravure kon dat niet bijbenen." De inte
resse van de VNU had volgens hem vooral
te maken met Avro's Televizier. „VNU wilde
die titel graag hebben. En een overname
betekende tegelijk dat er een concurrent uit
de markt was."
Arbeidersmacht
Aanvankelijk, in 1968, ging het nog puur
om een fusie met de Haarlemse Diepdruk
!aai
een
Industrie. Maar in 1971 werd een reorgai
satie aangekondigd. Het leidde tot de eni Sn,
echte arbeidsonrust in de lange bedrijfsfj j|fs
schiedenis.
Een op de drie banen bij HDI en NRM va 0n[
dween, zo kondigde de directie op eenbe
sloten bijeenkomst in het Leidse Holiday
Inn aan. Bij de deur deelde de actiegroep |at,
Arbeidersmacht pamfletten uit. Fleel evei em
zorgde Arbeidersmacht, eerder actief in d
Rotterdamse haven, nog voor commotie ast<
door de vergadering binnen te stappen.
Veel aanhang had de anoniem vanuit de
Morsstraat opererende groep niet binnen
de NRM. „Ach, de meeste mensen durfde wt(
gewoon niet", blikt Wim van der Pluynn
rug. Uiteindelijk bloedde de klassestrijd,
voor zover daar sprake van was, stilletjes
dood.
""to