ZATERDAGS
BIJVOEGSEL
Nederlandse toeristen nog altijd
welkom in Turkije
U
L tv J
ZATERDAG 6 ME11995
'Alleen: ons hart is een beetje gebroken'
et groepje Nederlandse toeristen
I kijkt blij verrast op. 'Welkom, wel-
kom', klinkt het uit de mond van de
ansichtkaartenverkoper naast de Blauwe Moskee.
Erdal Simsek staat in een van de tientallen souve
nirstalletjes rond deze veel bezochte plek in Istan
bul. Nederland 'goed'. Drie jaar lang werkte hij in
een illegaal confectieatelier in Amsterdam. „War
moesstraat, Leidseplein", grijnst hij. Maar een
paar maanden geleden ging het mis, en werd hij
het land uitgezet. Willen we misschien een strip
penkaart van hem kopen, want anders verloopt
die voor hij over een paar maanden weer terug
gaat. Met toeristen uit Nederland heeft hij vol
strekt geen problemen. „Hartelijk welkom."
Zijn vriend, die wat beter Engels spreekt, valt
hem bij. Hij vindt dat het toestaan van de verga
dering van het Koerdisch parlement juist een
slimme zet is geweest van de Nederlandse rege
ring. „Ze kan nu controleren wat die organisatie
uitspookt. Als ze nu te ver gaan, kunnen ze ze al
tijd nog wegjagen." De ruzie tussen de regeringen
heeft volgens hem niets te maken met de mensen
in het land. „Kijk maar naar de Grieken", illu
streert hij. „Het botert al jaren niet tussen de rege
ringen, maar onderling kunnen we het goed met
elkaar vinden. Griekse toeristen zijn van harte
welkom. Met toeristen uit Nederland is het niet
anders. Negentig procent van de mensen denkt er
net zo over als wij."
Als Griekenland of Roemenië de Koerden de
kans hadden gegeven een parLement in balling
schap op te richten, zou dat niemand in Turkije
hebben verbaasd. De buurlanden zijn tenslotte
niet eikaars beste vrienden. In Frankrijk of Duits
land had het ook nog gekund, maar dat het in Ne
derland gebeurde, beschouwt Erdal Simsek als"
een aanval in de rug.' „Onze relatie is toch altijd
goed geweest? Waarom wil Nederland niet inzien
dat de terreurorganisatie PKK schuil gaat achter
dit Koerdisch parlement?"
De Turken zijn nog steeds vol van de oprichting
van het Koerdisch parlement in ballingschap op
12 april in Den Haag. Iedereen reageert onmiddel
lijk als de kwestie wordt aangesneden en heeft er
uitgesproken opvattingen over. „Ons hart is een
beetje gebroken." Studenten aan de universiteit
van Istanbul voorzien een scheuring van hun
land, want als er een afzonderlijke staat komt voor
de Koerden, valt Turkije uiteen. Zakenlui menen
dat er sprake is van een ernstige vergissing, die ze
ker moet worden hersteld. In de toeristenbranche
wordt de zaak afgedaan als een politieke zeepbel
die uit elkaar spat en dan onmiddellijk is vergeten.
„Dit heeft niets met het echte leven te maken."
Alleen politiek
Op de trappen van de Blauwe Moskee verdringen
jongetjes met tollen, mannen met blokfluiten en
kaartverkopers elkaar om hun waren aan de man
te brengen. De gids die toeziet dat de voorname
lijk Amerikaanse en Japanse toeristen hun schoe
nen uitdoen voor ze de moskee binnen gaan, wil
van geen problemen weten. „Hét is alleen maar
politiek. Praten, praten, praten en dan is het in
eens over." Zijn handen bewegen zich steeds vér
der uit elkaar en laten zien hoe een zeepbel uiteen
spat. Hij lacht er hartelijk bij. „Dat er zo weinig
Nederlanders zijn heeft hier niets mee te maken,
die komen altijd pas in augustus."
Anderen tillen heel wat zwaarder, aan de ge
beurtenis die de regering in Ankara woedend
maakte en in Den Haag tienduizenden Turken op
de been bracht om te demonstreren. Tapijtverko
per Cemal Toker is eigenlijk vooral verbaasd dat
de Nederlanders zelf niet vreselijk kwaad zijn op
hun ministers. Dat die de PKK zo maar een eigen
parlement geven! „U houdt toch ook niet van ter
roristen?" Voor hem staat vast dat de PKK hier
achter zit en daarmee is niets miszegd over de
Koerden. „Ik ben trouwens zelf Koerdisch." Want
het is niet meer dan één of twee procent die de
PKK steunt en een eigen staat wil. „Ze geven kin
deren van vijftien jaar een machinegeweer en ver
moorden vrouwen en kinderen. Niet alleen Turk
se, maar ook Koerdische. En weten jullie wel dat
ze op de Nederlandse schoolpleinen voor half geld
drugs verkopen? Ik denk dat de Nederlandse rege
ring bang is van de PKK", besluit hij zijn tirade.
„Die vergadering had zonder meer verboden
moeten worden." Celik Mehmet meent dat er een
ernstige fout is gemaakt in Den Haag. Het beroep
op de Grondwet, die de vrijheid van vergadering
De Turkse regering is nog steeds verontwaardigd dat de Koerden in Nederland
konden vergaderen om een parlement in ballingschap op te richten. De bevolking
in Turkije deelt die verontwaardiging. Maar de Nederlandse toerist merkt er niets
van. In Istanbul is iedereen even vriendelijk en aardig als altijd al willen ze graag
hun visie geven.
- -
Oude mannen en vrouwen verkopen voer voor de honderden duiven, die voortdurend te vinden zijn in de buurt van de Egyptische bazar.
FOTO THEO HAERKENS
garandeert, kan volgens hem de echte reden niet
zijn. „Het is een raar excuus. Net alsof je van een
ezel valt en zegt dat je wilde afstappen. Ze hadden
de vergadering toch kunnen stoppen op het mo
ment dat ze het parlement gingen oprichten?."
De affaire valt hem vooral zo tegen omdat de
Turken de Nederlandse economie zo goed heb
ben geholpen door er toiletten schoon te maken.
„Ik ben mijn sympathie voor de Nederlanders
kwijtgeraakt", zegt hij enigszins plechtig in de
winkel waar zijn familie tapijten verkoopt. Tot
voor kort was hij student, maar nu is hij hier nodig
en heeft hij zijn studie afgebroken.
Op het terrein van de universiteit spelen stu
denten een partijtje basketbal of nemen op een
bankje in het park ljun aantekeningen door. Een
meisje in het lang en met een hoofddoek passeert
een stelletje dat in het gras zit te stoeien. Drie stu
denten genieten van de zon. Zij weten alles van de
strubbelingen tussen Turkije en Nederland en vin
den dat Nederland „een reden moet vinden om.
volgende bijeenkomsten van het Koerdisch parle
ment tegen te houden. Want als je die toelaat, kies
je tegen Turkije." De jongen die het woord voert,
slaat zijn collega amicaal op de knie. „Hij is Koerd
en we hebben dezelfde rechten. Nu kunnen we
nog met elkaar praten en thee drinken. Maar als
er een apart Koerdistan komt, kan dat niet meer."
Leuzen op het universiteitsterrein laten zien dat
niet iedereen er zo over denkt. En ook de aanwe
zigheid van de politie heeft daarmee te maken.
„Ze moeten voorkomen dat er vechtpartijen ont
staan."
Opvallend genoeg zijn het juist degenen die het
hardste oordelen, die de verstrengeling benadruk
ken van de Turken en Koerden. „We hebben dui
zend jaar samengeleefd en we kunpjen nog wel
duizend jaar verder." Zo denkt ook tapijtenhande
laar Osman Sutuna erover. Twee van zijn zussen
zijn met een Koerd getrouwd. „Ik ben niet voor
honderd procent voor deze regering. Er moet
meer vrijheid komen en meer democratie, maar
dit was echt fout. Of willen jullie dat de Koerden
en Turken straks vechten in de staten van Neder
land?"
Geboekt
Erg veel Nederlanders zijn er op dit moment nog
niet in Turkije, het toeristenseizoen moet nog be
ginnen. De meesten zijn van middelbare leeftijd
en voelen zich toch niet helemaal op hun gemak.
„Het is dat we al geboekt hadden, anders waren
we toch ergens anders heen gegaan", erkent J. van
Veluw uit Nijkerk, die met zeven anderen voor het
eerst in Turkije op vakantie is. Hij bezoekt het
Topkapi Paleis waar het op dat moment een
beetje regent. Maar het uitzicht over de Bosporus,
de zeestraat die Europa van Azië scheidt, is schit
terend. Vervelende dingen heeft de groep waar
mee hij reist niet meegemaakt. „Nee hoor, we
merken er niets van en maken ons ook geen zor-
gen.'1
Mevrouw G. van Witsenburg uit Almelo loopt
bewonderend langs de vitrines met blauwe aarde
werk in het paleis. Zij is wat voorzichtiger. „Ik zeg
gewoon dat ik uit Engeland kom." Haar man, die
gek is op treinen, heeft besloten de treinreis op en
neer naar Ankara maar achterwege te laten. „Je
moet voorkomen dat je nu problemen krijgt met
de autoriteiten." Het stel, dat eerder onder meer
Zuid-Amerika en China bezocht, vindt het vooral
zorgwekkend dat Turkije zijn ambassadeur uit
Nederland heeft teruggeroepen. „Maar het is
moeilijk te zeggen of we onder deze omstandighe
den hadden geboekt."
Het echtpaar Grootmeijer uit Berlicum be
schouwt de zaak als „niet meer dan een diploma
tieke ruzie. Op dat niveau blijft het wel." Dat
neemt niet weg dat ze voor vertrek nog even bij
het ministerie van buitenlandse zaken hebben ge
ïnformeerd of er een negatief reisadvies gold,
maar dat was niet zo. De sfeer in de stad is ge
moedelijk, vinden de Brabanders en iedereen is
vriendelijk. „Eerlijk gezegd voel ik me hier een
stuk veilig dan in Amerika. De sfeer in sommige
delen van Amsterdam is ook heel wat bedreigen
der", vindt mevrouw Grootmeijer.
De helft
De reisbureaus merken goed dat de belangstelling
voor Turkije erg gevoelig is voor de politieke
strubbelingen. „Normaal levert een advertentie
voor een weekje Istanbul zo'n dertig telefoontjes
op en vijftien boekingen", meldt een reisbureau.
„In de afgelopen week was dat ongeveer de helft."
Ook bij eerdere gelegenheden bleek dat de Neder
landse vakantieganger Turkije, dat pas in de jaren
tachtig populairder werd, gemakkelijk de rug toe
keert.
Na de Golfoorlog was het aantal mensen dat er
heen ging gehalveerd en teruggebracht tot zo'n
100.000. Een jaar later, in 1992, gingen bijna
220.000 Nederlanders in Turkije op vakantie.
Maar enkele bomaanslagen in toeristengebieden
lieten hun sporen na. Het aantal vakantiegangers
uit Nederland bleef het volgende seizoen beperkt
tot 180.000.
In en rond de Egyptische bazar, een van de
overdekte markten in Istanbul, gaat het leven zijn
gangetje. Oude vrouwen en mannen verkopen
voer voor de honderden duiven die er rondvlie
gen. De kledingverkopers die hun spullen op de
grond hebben uitgestald, poetsen geduldig het
stof weg dat met iedere windvlaag weer terug
komt. Binnen zijn zonnebrillen, pannen, telefoon
toestellen, schoenen, nëp-merkkleding, speel
goed, tassen, radio's en sapcentrifuges in grote
hoeveelheden uitgestald.
Een groepje Nederlanders kijkt of er wat van
zijn gading bij is. Zij hebben het prima naar hun
zin. „De mensen vroegen wel eens wat er aan de
hand was, maar toen hebben we gezegd dat we
geen commentaar wilden geven. Dat was niet zo
leuk." Omgekeerd vinden ze het wel een beetje
jammer dat hun Nederlands sprekende gids niet
over politiek wilde praten. Maar verder hebben ze
niets gemerkt van enige spanning en ze zouderi
hun vrienden zonder meer een reisje naar aanra
den naar Turkije. „Als je niet vertelt dat je direc
teur bent van het congresgebouw of Van Mierlo
heet, gaat het best."