De leerling-verpleger is boos
Kans op zege Jospin slinkt
Feiten &Meningen
Door overlegorgaan
kende Nederland
geen klassenstrijd
Rotzooi
j vertelt Van Erp.
VRIJDAG 5 MEM 995
NIEUWSANALYSE
Niet het mes, maar de benen liggen over
het algemeen op tafel als de botsing tussen
kapitaal en arbeid in Nederland dreigt te es
caleren. Dat Nederland na de Tweede We
reldoorlog nooit een harde klassenstrijd
heeft gekend, is voor een belangrijk deel te
danken aan het bestaan van de Stichting
van de Arbeid, het overlegorgaan van werk
nemers en vakbeweging dat over twee we
ken zijn vijftigjarig jubileum viert. Deze
week woensdag had alvast de presentatie
plaats van het jubileumboek Aan den Ar
beid.
De relatieve rust staat op het spel. Steeds
vaker staan centrale vormen van overleg ter
discussie. Zo zei FNV-voorzitter Stekelen
burg twee weken geleden zich niet langer
gebonden te achten aan adviezen van de
Sociaal-Economische Raad (SER) als het ka
binet dat orgaan door de afschaffing van de
adviesplicht ter zijde schuift. Stekelenburg
verkiest in dat geval directe onderhandelin
gen met de overheid.
De voorzitter van de werkgeversorganisa
tie VNO-NCW, Rinnooy Kan, legde begin
dit jaar een bom onder de Stichting van de
Arbeid. Hij vroeg zich af of geïnstitutionali
seerde vormen van overleg nog wel be
staansrecht hebben. Een mooie illustratie
van de toekomst van de Stichting is de wei
gering van beide heren te spreken bij de
presentatie van het jublieumboek. „We
houden ons kruit liever droog tot de officië
le viering", luidt het in FNV-kring.
Nu is de geschiedenis van de Stichting
van de Arbeid er één van publiek gehakke
tak, maar ook van het besef elkaar nodig te
hebben, zo blijkt overduidelijk uit Aan den
Arbeid. Dat kan leiden tot koddige situaties,
zoals toen de toenmalige FNV-voorzitter
Kok en zijn VNO-tegenstander Van Veen in
een televisie-uitzending in 1977 (tijdens
landelijke stakingen over de prijscompensa
tie) weigerden op instigatie van de FNV-
voorlichter aan één tafel plaats te nemen.
Van Veen: „Zo werd een tegenstelling ge
creëerd en ik vond dat gewoon belachelijk.
Voor en na de uitzending achter de
schermen bleken de kemphanen het bij
zonder goed met elkaar te kunnen vinden."
Vormen van functionele ruzie en een ge
voel van onderlinge verbondenheid hebben
steeds een rol gespeeld. Het ging fout op de
momenten dat het bloed in de Stichting van
de Arbeid werd ververst, als de nieuwelin
gen elkaar nog niet goed kenden. Zoals in
de jaren vijftig. De generatie oprichters van
de Stichting, verenigd in de Raad der Ou
den, vertrok en een nieuwe stoet bestuur
ders trad aan. Er vond terstond een verhar
ding van de onderhandelingen plaats en
en dat is symptomatisch er werd meer
vertrouwelijke informatie gelekt naar de
pers.
De FNV'er Örabbe vertelt in het jubile
umboek hog zulke dingen werHen. „Demo
cratie functioheert niét als je met veertig
man zit te praten over een tiende erbij of
eraf', zegt hij. „Alles wat er aan belangrijke
dingen tot stand is gekomen, was op de een
of andere manier voorbereid. Daarbij
spelen persoonlijke verhoudingen een heel
belangrijke rol. Als je met elkaar overweg
kunt, gaat het goed. Is er wantrouwen, dan
gaat het stroef."
Ook het veel geroemde Akkoord van Was
senaar (1982), waarin de sociale partners de
uitruil maakten tussen herverdeling van ar
beid en loonmatiging, speelde, naast de
massale werkloosheid en een dreigende
looningreep, de goede verhouding tussen
Kok en Van Veen een belangrijke rol. Zon
der mandaat van hun achterban kookten zij
het akkoord voor ten huize van Van Veen.
„Je hebt zulke gesprekken in kleine kring
nodig", zegt Kok, „anders kom je er nooit
uit." En: „Je mag op die momenten geen
geheimen voor elkaar hebben."
Kok erkent in het boek overigens dat de
vakbeweging de ernst van de situatie van
eind jaren zeventig, begin jaren tachtig te
laat in de gaten heeft gehad. Drie jaar voor
'Wassenaar' was er ook bijna overeenstem
ming, maar die strandde op een 'nee' in de
FNV-achterban. Kok: „Het was waarschijn
lijk voor het economisch herstel en voor het
stoppen van de oplopende werkloosheid de
moeite waard geweest als er binnen de
FNV-bonden wel een, voldoende basis voor
was geweest, m&ar die was er niet."
Ook de huidige voormannen (tot nu toe
toe zijn er nog geen voorvrouwen geweest),
Stekelenburg en Rinnooy Kan, kunnen uit
stekend met elkaar door een deur. Dat moet
ook wel, want formele bestuursessies van
de Stichting van de Arbeid komen nog maar
zelden voor. Het voltallige, twintig leden tel
lende bestqur kwam voor het laatst bijeen
in 1991. De eerstkomende bijeenkomst is
de jubileumviering.
Afgezien van enkele voorzittersoverleggen
per jaar, zijn de heren dus aangewezen op
hun petsoonlijke ontmoetingen, op tele
foongesprekken en op de vele tientallen bij
eenkomsten waar beiden zijn uitgenodigd.
Het voorzittersoverleg is volgens de CAO-
coördinator van de FNV, L. de Waal, bij uit
stek de gelegenheid om 'met de benen op
tafel' de sociaal-economische en financiële
situatie te bespreken.
En over de informele bijeenkomsten zegt
De Waal in Aan den Arbeid: „Ik denk dat je
nauwelijks twee mensen vindt die elkaar
beter kennen dan de chauffeur van Johan
Stekelenburg en die van Rinnooy Kan. Die
zien elkaar heel veel. Dat zijn niet alleen in
stitutionele contacten, maar je wordt op
heel veel plekken uitgenodigd. Je komt el
kaar soms wel vier keer per week tegen."
den haag anp
Een paar dagen
na Koninginne
dag is het in de
hoofdstad nog
steeds een enor-
i amsterdam me bende. De
grachten wor
den ontsierd door drijvende
bierblikjes en moeilijk thuis te
brengen ander vuil. Op straat en
tussen het tere lentegroen van
struikgewas liggen grote hopen
rotzooi en in het plantsoen op
het Leidseplein rot het struif
van stapels kapotgegooide eie
ren. Ook veel rondslingerende
'losse' voorwerpen, zoals niet
verkochte oude kleding, ver
trapte bierblikjes, papier en
splinters van plastic bekertjes,
wachten nog steeds op het mo
ment dat er eindelijk een
schoonmaker langskomt.
In combinatie met het schande
lijk ontsierende gekladder van
graffiti-spuiters ziet Amsterdam
er dezer dagen uit als een stad
waarin de werknemers van de
stadsreiniging met onmiddellij
ke ingang oneervol ontslag ver
dienen. Dat betekent niet dat ze
niet hun best deden de gebrui
kelijke 220 ton gedumpte afval
van Koninginnedag op te rui
men. Ik zag ze her en der nijver
aan het werk, maar het is duide
lijk dat de reinigingsdiensten
van de zestien stadsdelen niet
in staat zijn de hoofdstad in een
dag of twee weer een enigszins
toonbaar uiterlijk te geven.
Ook als er geen sprake is van
hoogtijdagen waarop Nederlan
ders zich ontpoppen als smeer
pijpen die alle remmen losgooi
en, functioneren de diensten
achter niet zoals mag worden
verwacht. Ik zie bijvoorbeeld
geregeld gemeentelijke reinigers
mijn straat vegen, maar het is
gebruikelijk dat ze het 'moeilijk'
liggende afval gewoon laten lig
gen. De strijd tegen graffiti en
zwerfvuil is hier al lang verloren,
en kennissen van buiten die
Amsterdam smerig vinden heb
ben dan ook het grootste gelijk
van de wereld.
Het Koninginnedag-afval heeft
me wel duidelijk gemaakt wat ik
moet gaan stemmen op 17 mei.
Sinds de oproepkaart voor het
referendum over de stadspro
vincie Amsterdam in mijn bus
lag piekerde ik me daar suf over
en ik was er nog steeds niet uit.
Het college van B en W wil sa
men met zestien andere ge
meenten in de regio 'een sterke
stadsprovincie' gaan vormen.
Dit zou goed zijn voor de wo
ningbouw, de werkgelegenheid,
het milieu, het openbaar ver
voer en wat niet al. Dat leek me
niet onwaarschijnlijk en een
deugdelijke reden om vóór te
stemmen.
Het referendumcomité hecht
absoluut geen geloof aan deze
beloften. „Ik denk niet dat het
opdelen van Amsterdam in der
tien stadjes met dertien burge
meestertjes en dertien maa >e
veel wethoudertjes de besti j j
baarheid vergroot, integem
Het wordt een chaos op dit
nier. Als iedere gemeente si
z'n eigen beleid mag makel
krijg je juist een oerwoud v
regels", zegt comitélid Har
Bleeker in de speciale refei
dumkrant. Dat leek me noi
juist weer een deugdelijke i
om tégen te stemmen.
Behalve de bende op straal
deed ook wethouder Guusj
Horst me deze week definit
het kamp der tegenstandei
landen. „Voor de huidige si
delen betekent de opsplitsi
een erkenning voor wat zij
afgelopen jaren hebben lati
zien. Namelijk dat veel gen
tewerk beter dichterbij de l
ger kan gebeuren, zoals hei
derhoud van straten en ple
of het schoonhouden van c
stad", schreef ze in een wei
bedoeld artikel.
Dat zelfs goed opgeleide be
stuurders van de centrale s
niet zien dat de stadsdelen
voldoende bestuurlijke kwi
ten in huis hebben om hun
gen rommel op te ruimen,
de druppel die de emmer d
overlopen. Het lijkt me een
sie dat ze dat als geheel zei!
standige gemeente straks v
gaat lukken.
franqoise ledeboer
Franse presidentskandidaten hebben Le Pen-kiezers nodig
Boeiend, onthullend, spannend, hard, informerend, ontroerend en menselijk. Die zeven vetgedrukte woorden op wervende posters haalden school
verlaters in 1991 over de streep om voor het vak van verpleegkundige te kiezen. Vier jaar later zijn de eerste ontslagen onder leerling-verpleegkundi-
gen al gevallen. Dat pikken ze niet langer. Morgen houdt de actiegroep Leerling-verpleegkundigen In Opstand (LIO) een grote manifestatie in de
Jaarbeurs in Utrecht.
Ze zegde haar vaste baan als ziekenverzorgster in een
verpleeghuis op. Laura Schrale (23) wilde verpleeg-
I kundige worden. Het leek haar een dynamisch beroep
I BB jj *B en bovendien zou ze meer gaan verdienen. Enthou-
I siast begon Laura vier jaar geleden aan een opleiding
I als leerling-verpleegkundige in een ziekenhuis.
I Haar toekomst zag er rooskleurig uit. Ziekenhuizen
I die leerling-verpleegkundigen aannemen, moeten
hen na de vierjarige opleiding immers een vaste baan
aanbieden. Bovendien was er voor de leerlingen uit
die tijd absoluut geen reden te vrezen dat er na hun
faH opleiding geen plek meer zou zijn. In 1991 was er een
'BL jRRB groot tekort aan verpleegkundigen, en ziekenhuizen
I voerden een grootscheepse campagne waarin ze leer-
lingen probeerden te werven.
Pnf 'offiX; Het negatieve imago van werk in de zorgsector moest
ff ft a I J jKR mm worden weggepoetst. De AVRO zond een avondvul-
RRt*. R ,1 I Hf M w W^BSfei lend programma uit, waarin verpleegkundigen uit de
||SÈ MttSjfi praktijk over hun mooie vak vertelden. De campagne
^BÈBS^^. K j w^rkte. Leerling-verpleegkundigen meldden zich
l* t m massaal aan.
1 jB| fjPBRI Vlak voordat Laura vorig jaar april examen moest
pgf||« I I I ^B| -WBÊ: IRRR doen, werd ze onaangenaam verrast. Voor haar en 27
^^B||g. ÏÏ^B andere leerling-verpleegkundigen was een ontslagver-
gunning aangevraagd. Het ziekenhuis had geen geld
gü:'?i BRHB K ^^^B hen in dienst te nemen. Ze mochten hun opleiding af-
jg u '?Bi fj^^Bj maken, maar daarna konden ze als werkloze verpleeg-
- "y n"'"—11 tuk: kundigen de straat op. Uit protest richtte Laura de ac-
^^B tie-groep Leerling-verpleegkundigen In Opstand (LIO)
S fjH NU'91, de beroepsorganisatie voor verpleegkundigen,
jf 's razer)d- "Het wrange is dat worden
^Bj^K - ontslagen, die destijds met mooie woorden zijn ge-
BBE^ VËÊÊlBP lokt", zegt Michel van Erp, medewerker van NU'91.
j,, Volgens de bond zijn er de afgelopen periode zeker
^^^B 150 leerling-verpleegkundigen de laan uitgestuurd.
JÉ -'V De organisatie was destijds al fel tegenstander van de
campagne. De verpleegkundige werd afgeschilderd als
I een Florence Nightingale, maar over de barre arbeids-
JiPlilBfc omstandigheden werd met geen woord gerept. Die
moesten eerst worden verbeterd, voordat er oprecht
V V M^ESb i^^^B rec'ame kon worden gemaakt, meende NU'91. Het
- werk is geestelijk en lichamelijk zwaar, en verpleeg-
N - kundigen worden nog steeds onderbetaald. „Die pro-
«H J- I MM!'i H blemen los je niet op door extra schoolverlaters aan te
:y m V. -■ "-.4 trekken. Een leerling-verpleegkundige is geen full-ti-
f-i'ï'ÉiÊk --- me kracht. Die moet voortdurend worden begeleid",
De Nederlandse Zorg Federatie (NZF), de werkgevers-
organisatie van verpleeghuizen, (psychiatrische) zie
kenhuizen en instellingen voor gehandicaptenzorg,
wijt de ontslagen aan de economische recessie. Door
HHh *--c'ïf de bezuinigingen in de zorgsector kunnen de instel-
j| B lingen nauwelijks extra personeelsleden'aantrekken.
"4 Bovendien is het verloop de afgelopen jaren aanzien-
i lijk gedaald. Tegen alle verwachtingen in hebben min-
(ier verpleegkundigen de zorgsector verlaten. „Niet
omdat de arbeidsomstandigheden zijn verbeterd",
benadrukt NZF-woordvoerder Ans Reuling. „Het is
gebruikelijk dat werknemers tijdens een economische
J recessie honkvast zijn." Volgens Reuling valt het aan-
tal ontslagen mee. Jaarlijks vinden zo'n 7000 leerling-
H •- verpleegkundigen wèl een baan
h'} IBBHHI Uit een enquête van NU'91 blijkt echter dat de leerlin-
-w v gen die niet zijn ontslagen,.lang niet altijd de baan
ySBFm^ÊBÊ^^^Ê ;tPZ' hebben gekregen waarvoor ze zijn opgeleid. Sommi-
i, ^^B gen werken nu in de apotheek, in de keuken, als be-
jCb' jaardenverzorgster of als secretaresse.
■H De bond vindt dat de instellingen het aantal leerlin-
^^^B 8en vee' beter moet afstemmen op de verwachte uit-
••••-• stroom. Uit een enquête onder 100 ziekenhuizen
■•■•-V"-: blijkt dat dit jaar en volgend jaar maar liefst 22 pro-
cent van de leerling-verpleegkundigen mogelijk wordt
R ontslagen. Daarnaast krijgt 12 procent slechts een
^^B - part-time baan en is voor 15 procent is de toekomst
RH^RBBBBaa&rr 'ieen groot vraagteken.
Een dag nadat het ontslag voor Laura en haar 27 lot-
SÉ| 7genoten definitief bekend werd gemaakt, werden er in
^■BilP bet ziekenhuis nieuwe leerling-verpleegkundigen aan-
genomen. De NZF vindt dat niet gek. „We moeten
^BP*V- voor instroom blijven zorgen. Over vier jaar hebben
we misschien wèl mensen nodig", aldus Reuling.
BR Gedurende een half jaar solliciteerde Laura twintig
jH keer, maar ze kwam nergens aan de bak. Nu heeft ze
voor vijf maanden een baantje in het ziekenhuis waar
3 1 ze destijds werd ontslagen. Straks moet ze opnieuw
- 3 achter haar bureau gaan zitten om sollicitatie-brieven
v.te gaan schrijven. Een hoop ellende waar ze niet op
had gerekend.
Ontroerend en menselijk werk met een zekere toekomst, zo beloofden de werkgevers in de gezondheidszorg leerling-verpleegkundigen in 1991 nog. Vier jaar
later zitten veel van hen toch zonder werk. foto bert verhoeff eindhoven carine neefjes
vaag 'stemadvies' uit: „Alles om Mitter
rand te dwarsbomen".
Chirac kan bovendien rekenen op het
merendeel van de Balladur-stemmers.
De in de eerste ronde afgevallen pre
mier riep zijn achterban onmiddellijk
op in de tweede ronde op Chirac te
stemmen. „Hem mag geen stem van
mij ontbreken", heeft hij daar sindsdien
herhaaldelijk aan toegevoegd. Daarbij
komen de 5 procent van de De Villiers
stemmers. Burggraaf Philippe de VjJ-
liers, met een programma dat tegen Le
Pen aanleunde, is intussen verschenen
op een verkiezingsbijeenkomst van Chi
rac, en heeft de burgemeester van Parijs
daarmee verzekerd van zijn steun.
Noch Chirac noch Jospin moet iets
hebben'van Le Pen. Maar zij moeten le
ven met het gegeven dat één op de vijf
Fransen extreem-rechts stemt (Le Pen
of De Villiers). De Marokkaan die door
sJdnheads tijdens een Le Pen-demon
stratie in de Seine werd gegooid en ver
dronk, was de tweede dode in deze pre
sidentscampagne. De eerste was een
17-jarige jongen uit de Comoren, een
eilandengroep in de Indische Oceaan,
die in februari in zijn rug is geschoten
in Marseille door affiche-plakkers van
hetzelfde Front National van Le Pen.
Beide keren heeft Le Pen het gehad over
'een noodlottig ongeval waar het Front
niets mee te maken heeft'.
parus «jan van etten
anp
Jean-Marie Le Pen, de af
gevallen extreem-rechtse
presidentskandidaat in
Frankrijk, kiest niet tussen
de overgebleven kandida
ten Chirac en Jospin,
maar stemt blanco. Hij zei
dat woensdagavond, een
dag na het televisiedebat
tussen Chirac en Jospin.
De afgelopen week heeft
Le Pen, goed voor 15 pro
cent van de in de eerste
ronde uitgebrachte stem
men, bij voortduring uitgehaald naar de
neo-gaullist Jacques Chirac, die hij niet
kan luchten of zien. „Chirac is Jospin in
het erg", heeft hij bij herhaling geroe
pen, niet tot groot genoegen van die
laatste. Niettemin: zowel Chirac als Jos
pin hebben de stemmen van de Le Pen-
kiezers nodig voor de uiteindelijke over
winning zondag. Le Pen is zich daar
zeer van bewust, en heeft zich de afge
lopen dagen opgeworpen als 'scheids
rechter' in deze verkiezingscampagne.
De aankondiging van Le Pen blanco te
stemmen is geen officieel stemadvies
aan zijn achterban. Die laat hij vrij in
hun keuze. Le Pen vindt geen van beide
overgebleven kandidaten de moeite
waard. Maar, stemadvies of niet: de
aankondiging heeft zeker gevolgen.
De kans op de overwinning wordt klei
ner voor de socialistische kandidaat
Jospin. Hij haalde in de eerste ronde
23,5 procent van de stemmen
en kan rekenen op de ruim 8
procent van de Franse com
munisten, maar slechts op
een deel van de 3,5 procent
'ecologische' stemmen en
van de 5 procent die zijn uit
gebracht op de extreem-link-
se Arlette Laguiller.
Jospin kan nu alleen nog ho
pen op een deel van de 18
procent Balladur-stemmers in
de eerste ronde, op de 20 pro
cent thuisblijvers en op de 20
procent Fransen die nog geen idee heb
ben op wie komende zondag te stem
men. Maar Jospin ontsnapt na de be
kendmaking van Le Pen aan 'chantage'
van extreem-rechts, dat mikte op zijn
voorkeur voor evenredige vertegen
woordiging. In Frankrijk geldt een dis
trictenstelsel, waardoor het Front Na
tional van Le Pen en andere kleine par
tijen nauwelijks of niet aan de bak ko
men.
Voor Chirac, die in de eerste ronde 20
procent van de stemmen binnenhaalde,
wordt de zaak eenvoudiger en komt de
overwinning dichterbij. In het verleden
is gebleken dat Front-stemmers vaker
op rechts stemmen dan op links. Bij de
presidentsverkiezingen in 1988, waarbij
Le Pen ook afviel in de eerste ronde,
stemde 65 procent van zijn aanhang in
de tweede op Chirac, niet op Mitter
rand. Ook toen deelde Le Pen een wat