Harder blokken voor minder geld Hij is opgestaan, Napoléon Chirac Feiten &Meningen NS zonder steun rijk op dood spoor Onzekerheid neemt gigantisch toe Universiteit wordt een worstfabriek Overmacht komt duur te staan Je moet blokken voor je beurs ZATERDAG 22 APRIL 1995 Op het eerste gezicht lijken de Neder landse Spoorwegen op de goede weg. Gisteren werd bekend dat het verlies van 62 miljoen gulden in 1993 is omge zet in een winst van 76 miljoen vorig jaar. Dat is zelfs nog beduidend meer dan de vijftig miljoen waarover in fe bruari werd gesproken. Op dat mo ment was alleen een voorlopig resul taat bekend. In werkelijkheid ziet de toekomst van de Spoorwegen er echter somber uit. De rijksbijdrage voor het reizigersver- voer was vorig jaar 460 miljoen. Als dat bedrag in mindering wordt gebracht, resteren voor NS dieprode cijfers. Theoretisch is dat niet. De. subsidie wordt in het kader van de privatisering van de Spoorwegen geleidelijk aan af gebouwd tot zestig miljoen. Dat bedrag is door het ministerie van verkeer en waterstaat toegezegd voor onrendabele lijnen. De NS willen echter tweehon derd miljoen, omdat zij anders geen kans zien de verliesgevende lijnen open te houden. Voorlopig ziet het er echter niet naar uit dat de NS ruimer bedeeld zullen worden. De vrees van de Vereniging Reizigers Openbaar Vervoer (Rover) dat de Spoorwegen met minder overheids steun niet op eigen benen zullen kun nen staan, is dan ook terecht. Verkeer en Waterstaat heeft vorig jaar al aange kondigd dat het aantal reizigerskilome ters tot het jaar 2000 met nog eens vier honderd miljoen zal afnemen. Als oor zaken werden onder meer aangevoerd de irritatie over de vele vertragingen en de forse stijging van de tarieven. NS stellen daartegenover dat de ver tragingen 'op korte termijn' tot het ver leden zullen behoren en dat het alle maal beter en mooier zal worden op en rond de rails 'als alle grote projecten zijn afgerond'. Dat verhaal wordt ech ter al jaren de wereld ingeslingerd zon der dat er iets ten goede verandert. Al leen de chaos wordt rond sommige sta tions alleen maar groter. De Spoorwegen wijzen er verder op dat het vorige kabinet de mensen uit de trein heeft gejaagd door de tarieven op 1 januari 1994 met maar liefst zes procent te verhogen. De Spoorwegen vergeten daarbij te vermelden dat dankzij die verhoging extra geld is bin nengekomen. Waarschijnlijk zal die meevaller eenmalig zijn,,omdat de prij zen dit jaar gemiddeld met 'slechts' vier procent zijn gestegen, terwijl het aantal reizigers verder is-teruggelopen.. Daarmee verdwijnt dan ook weer de Rover trekt uit dat alles de conclusie dat de overheid garanties van de NS moeten eisen dat zij niet nog meer lij nen schrappen. Rover is bang dat als gevolg van dalende inkomsten vooral- in de Randstad de onrendabele stop treinen zullen verdwijnen. Daarmee draait deze belangengroe pering de zaken echter om. Niet de Spoorwegen, maar de overheid moet onder druk worden gezet. Zonder steun van het rijk belanden NS op dood spoor. .JANPREENEN Prestatiebeurs moet er komen als het aan paarsligt De paarse partijen zijn het er al over eens: de 'prestatie beurs' moet er komen. In het regeerakkoord is immers afgesproken dat er één miljard gulden op de studiefi nanciering moet worden bezuinigd. Komende woens dag vindt het debat in de Tweede Kamer plaats, maar echt spannend wordt zal het niet worden. Vanaf 1 sep tember worden nieuwe studenten met de zoveelste va riant van het beurzenstelsel geconfronteerd: harder blokken voor minder geld. Blokken, blokken en nog eens blokken. Dat lijkt het voorland van studenten als straks de prestatiebeurs een feit i: De prestatiebeurs hét woord zegt het al gaat ervan uit dat studenten eerst een prestatie moeten leveren, voordat zij hun beurs ontvangen. In het eerste jaar van hun studie moeten de studenten aan de hogescholen en universiteiten de helft van het aantal studiepunten (in totaal 42) halen. Van af 1997 wordt de norm als de Twee de Kamer daar tegen die tijd mee ak koord gaat verhoogd tot 70 procent. Lukt dat, dan mogen zij de verkregen basisbeurs (470 gulden per maand voor uitwonenden) en aanvullende beurs (maximaal 359 gulden) als gift behouden. Als er onvoldoende tenta mens worden gehaald, moeten de stu denten de beurs terugbetalen. Het tweede, derde en vierde studiejaar van de opleiding moeten zij binnen de resterende vijf jaren afronden. Pas bij het tonen van het diploma krijgen zij de beurs als gift. Anders moet er weer gedokt worden. Het nieuwe systeem is in feite het spiegelbeeld van de huidige 'tempobeurs', waarbij iedereen eerst de studiebeurs als gift krijgt en pas bij onvoldoende prestaties het geld moet terugbetalen. Het recht op studiefi nanciering wordt bovendien met een jaar teruggebracht van vijf naar vier jaar. Daarna kan nog maximaal'drie jaar geleend worden, ongeacht het in komen van de ouders. Het nieuwe systeem geldt uitsluitend voor de nieuwe lichting studenten, maar de huidige lichting moet vanaf september ook de helft van het aantal studiepunten behalen. Zij worden hier echter jaarlijks op afgerekend. Die norm wordt over twee jaar ook ver hoogd naar ongeveer 70 procent. Wat betekenen de zoveelste verande ringen van de studiefinanciering voor de student? Is de prestatiebeurs eigen lijk wel nodig? Kunnen de universitei ten en hogescholen wel garanderen dat de studenten binnen de gestelde termijn een goede opleiding krijgen? Vragen te over. De antwoorden komen van de studentenleidster, de universi teitsbestuurder, de decaan en het ka merlid. DEN HAAG WILFRED SCHOLTEN De studentenleidster Kysia Hekster (voorzitter LSVb): „Er zit helemaal geen enkele onderwijskundige reden achter de in voering van de prestatiebeurs. Het moet nu een maal veel geld opleveren, het is puur bezuinigen. Heel slecht, te meer omdat het de zoveelste wijzi ging van de studiefinanciering is die studenten te verwerken krijgen. De onzekerheid neemt gigari- .tisch toe„_ Maar ja, kamerleden hebben er niet eens over na gedacht of deze beurs er moet komen of niet. Ze zijn met handen en voeten aan het regeerakkoord gebonden. Een principieel debat is nooit gevoerd en dat zal nu ook niet gebeuren. Misschien is dat ook wel te veel gevraagd in deze tijd. Studenten worden door de prestatiebeurs steeds meer gedwongen tot een tentamen-race. Alsof stu deren alleen maar bestaat uit het halen van tenta mens. Alsof de persoonlijke ontplooiing en ontwik keling niet meetelt. De student ziet de lesstof straks alleen nog maar als middel om het tentamenbriefje te halen. Want dat is de realiteit: als je in zes jaar één tentamen niet haalt, moet je alle studiefinan ciering terugbetalen. Te gek voor woorden. Een alternatief? Ik kijk wel uit, want ik ben tegen het hele principe. Maar als ik moét kiezen, zie ik meer voor de variant waarin je alleen de studiepun ten die je niet haalt, terugbetaalt. Als tachtig pro cent van de tentamens gehaald worden, hoefje al leen maar te betalen voor de ontbrekende twintig procent. Dat is veel eerlijker." De bestuurder J.K. Gevers, voorzitter van het college van bestuur van de Universiteit van Amsterdam: „Heeft Ritzen einde lijk eens een goed idee, gaat-ie er allerlei toeters en bellen aan hangen zodat het weer niks wordt. Onbe grijpelijk, want op zich vind ik het plan goed. Maar door allerlei bepalingen maakt hij deprestatiebeurs weer nodeloos ingewikkeld en fraudegevoelig en be zorgt hij de unjversiteiten een administratieve romp slomp. Ga maar na: studenten moeten per jaar een bepaald aantal studiepunten halen en mogen niet hun studie even stopzetten voor iets anders. Alle studenten wor den in een uniform keurslijf geperst. Heel bizar, want onze briljantste studenten zijn juist degenen die de gekste dingen doen in hun studie: ze pikken er een be paald vak bij, gaan naar het buitenland of nemen een kijkje in dè praktijk. Zoiets bevordert de intellectuele zelfstandigheid. Maar sluipenderwijs wordt via dit voorstel een schoolklassensysteem ingevoerd. De uni versiteit als worstfabriek van afgestudeerde studenten. Daar komt nog bij dat het rijk eigenlijk maar weinig bijdraagt aan de kosten van de studie. Aan mijn uni versiteit krijgt 70 procent van de studenten studiefi nanciering, de rest betaalt het zelf. Die 70 procent krijgt vervolgens maar 40 procent van hun inkomen uit een beurs, de rest verdienen ze zelfbij of betalen hun ouders. Maar de overheid is wel zo aanmatigend om voor alle studenten tot de millimeter te bepalen hoe zij hun studie moeten inrichten. Ze worden klak keloos in een bepaald regime geduwd." De decaan Karin Voorsmit, decaan aan de Katho lieke Universiteit Nijmegen: „De stu dienorm van zeventig procent van de studiepunten is in ieder geval voor eerstejaars studenten te hoog. Voor hen is alles nieuw: de sociale omge ving, de school of universiteit, hun mede-leerlingen. Dan kun je niet ver wachten dat ze ook nog eens bijna al le tentamens halen. Voor de andere studenten is het ook een hoge doel stelling, maar het lijkt mij op zich mo gelijk eraan te voldoen. Ik vind het daarnaast een slechte zaak dat de duur van de studiefinanciering opnieuw met een jaar wordt bekort. Je mag zes jaar over de studie doen, maar je krijgt maar voor vier jaar een beurs. Een heikel punt: als studenten door overmacht een tijdje niet kun nen studeren blijft de klok wel door tikken, met alle nare gevolgen van dien. En ook studenten die bestuurlijk actief zijn, kunnen op deze manier in de problemen komen. Ik hoop dan ook dat de Kamer het nog voor elkaar krijgt dat alle studenten er zeven jaar over kunnen doen en dat het makke lijker wordt de studie even te onder breken." Het kamerlid Monique de Vries (WD): „Het goede van de presta tiebeurs is dat het de verantwoordelijkheid duidelij ker bij studenten legt. Zij krijgen van het rijk een bijdrage in hun onkosten, maar daar moeten ze wel wat voor doen. Die relatie tussen geld en prestatie is er ten onrechte nooit geweest. Bovendien worden instellingen gedwongen hun onderwijs te verbete ren, zodat er.nietteveel.studenteij.de .universiteit of hogeschool verlaten zonder diploma en met een torenhoge schuld. Natuurlijk, zonder de noodzaak van een forse be zuiniging was het allemaal wat minder hard ge gaan. Het is een financiële inperking. Maar de pres tatienorm een werkweek van 40 uur is toch al leszins redelijk? Daar kun je, net als anderen, leuke en nuttige dingen naast blijven doen. Mijn enige twijfel betreft de eis dat eerstejaars al 70 procent van hun studiepunten moeten halen. Dat is heel fors, kun je dan nog wel overstappen naar een an dere opleiding als je een foute keuze hebt gemaakt? Ik wil dat de minister hierover pas besluit na een v evaluatie van de bestaande tempo-norm. Het stelsel van studiefinanciering moet na deze fundamentele wijziging de komende jaren zo blij- ven. Ik heb dan ook geen behoefte aan een discus sie over weer een nieuwe opzet, zoals de ministert voor volgend jaar heeft aangekondigd. Laten we maar een tijdje gaan kijken hoe het werkt, anders maak je de verwarring voor studenten alleen maar onnodig groter." Morgen gaan miljoenen Fransen naar de stembus voor de eerste ron de van van de presidentsverkiezin gen, die al zijn omschreven als 'de belangrijkste politieke gebeurtenis in Europa dit jaar'. Negen kandidaten hebben zich in de race naar het Ely- sée-paleis gestort, maar opiniepeilers zijn unaniem in hun oordeel dat Jac ques Chirac de man is die straks de maat voor de gordijnen gaat opne- Jacques Chirac is al twee jaar met zijn campagne bezig. Hij ging on middellijk na de parlementsverkie zingen van 1993 uit de startblokken. Zijn gaullistische RPR had de socia listen van president Mitterrand ver nederd, maar Chirac weigerde zich het ambt van premier te laten roe pen. Twee keer al had hij de poort van het Elysée-paleis voor zijn neus in het slot zien vallen, en dat zou hem niet nog eens overkomen. Chi rac wilde zijn handen vrij hebben voor de definitieve aanval op de hoogste troon, die van de pres:dent. „Twee jaar lang heeft hij negen keer per week ronde-tafeldiscussies ge voerd met gewone mensen", zucht een medewerkster. „Die bijna dui zend bijeenkomsten hebben een tweeledig doel gehad. Chirac leerde de gewone kiezers kennen, wat hem in staat heeft gesteld een populair programma te ontvouwen. En de kiezers leerden hem kennen." Pompidou, de president die zijn mentor was, vergeleek hem ooit met een 'bulldozer'. Van alle kandidaten voor het presidentschap is Chirac de grootste vechtjas. Toen hij eind vorig jaar de handschoen in de ring gooi de, had hij volgens de opiniepeilers geen schijn van kans tegen Edouard Balladur, de man die in 1993 wèl het premierschap had aanvaard en des ondanks buitengewoon populair was geworden. Zo slecht lagen de kaarten voor Chirac dat een satirisch televi sieprogramma hem 'serie-verliezer' doopte. Maar Chirac, één brok nerveuze energie, trok alle registers open. Hij begon het land te bereizen, spreek beurten te houden tot in de verste uithoeken van de republiek, interviews te ge ven aan zelfs de kleinste kranten, steun te verwer ven onder de onwaar schijnlijkste kiezers. Het contrast met Balladur, een competente droog stoppel van het type Van der Stoel, had niet groter kunnen zijn. Zelf vatte Chi rac het beleid van zijn ri vaal samen in de alomvat tende woorden: „Maak je geen zorgen. Ga gewoon slapen. Ik let wel op het land". Chiracs dadendrang is legendarisch. Als het volk morgen voor de eerste ronde naar de stembus gaat, zal hij zo veel handen hebben gedrukt, dat de zijne gekneusd zijn. Afgaande op de laatste opiniepeilingen, die wer den gepubliceerd voordat het verbod erop inging, zal er op de dag des oor deels nog maar één vraag zijn: wie eindigt als tweede, Balladur of de so cialist Jospin? WANHOPIG Jacques Chirac beheerst al meer dan dertig jaar het politieke toneel in Frankrijk. Hij werd staatssecretaris op zijn 35ste, minister op zijn 40ste, premier op zijn 41ste. In 1976 richtte hij de Rassemblement Pour la Répu- blique (RPR) op. de gaullistische par tij die hij tot 1993 leidde. Een jaar la ter werd hij burgemeester van Parijs, wat hij nog altijd is. En tussen 1986 en '88 was hij voor de tweede keer premier. Maar ondanks deze lange staat van dienst als politicus roept de huidige Chirac vooral wagen op. Het gezag hebbende Britse dagblad The Finan cial Times schreef bij na wanhopig boven een commentaar: 'Who are you, Mr Chi rac?' En een Franse krant plaatste hem 'er gens tussen Zola en Reaganwat een wei nig gedurfde kwalifica tie lijkt. Charles Pasqua, minis ter van binnenlandse zaken, zei ooit: „Chirac heeft geen ideeën van zichzelf. Hij heeft al leen ideeën die hem zijn ingefluisterd. Zijn ideeën zijn ei genlijk de ideeën van de laatste per soon met wie hij heeft gesproken." Een vluchtige analyse van het kleine groepje intimi met wie Chirac zich heeft omringd, verklaart wellicht waarom hij zich beweegt in het rui me spectrum tussen Zola en Reagan. Als Philippe Séguin de laatste is met wie Chirac heeft gesproken, kan Chi rac heel anti-Europees uit de hoek komen. Séguin, één van zijn drie naaste adviseurs,*was de man die vo rig jaar de révolte tegen het Verdrag van Maastricht leidde. Heeft Chirac daarentegen het glas geheven met met Alain Juppé, de ge wiekste minister van buitenlandse zaken, dan kan hij het Grooteurope- se gedachtengoed als geen ander uit dragen. Juppé geldt als pro-Europa. Tot de intimi behoort ook Alain Ma- delin, die een bewonderaar was van de gewezen Britse premier Margaret Thatcher. Hij is een ultra-liberale econoom, die meent dat concurren tie de motor van de economie is. Daarmee staat hij echter diametraal tegenover Séguin, die een ultra-pro tectionist is. Voor zover Jacques Chirac te duiden is, lijkt hij echter een ietsje naar links te zijn opgeschoven. Zijn benadering van de economie herinnert nog altijd aan die van Ronald Reagan. Hij wil de belastingopbrengst verhogen door de belastingvoet te verlagen, een huzarenstukje dat Reagan ook niet vermocht te volbrengen. Maar voor het overige heeft hij de retoriek van de socialisten gestolen. Zelf is hij een produkt van de Ecole Nationale d'Administration (ENA), de school die al vijftig jaar de kweek vijver is van de elite die het land be stiert. Dat weerhield Chirac er echter geenszins van om tijdens zijn verkie zingscampagne van leer te trekken tegen 'les énarques'. Zijn oudleerlingen zagen zich ge brandmerkt als 'een almachtige kaste die van de werkelijkheid is afgesne den'. DAKLOZEN Terwijl hij afstand nam van de con servatieve ENA-elite, waartoe behal ve hijzelf ook zijn intimi Séguin en Juppé behoren, haalde hij de banden met de duizenden daklozen aan. Veel van die daklozen hadden altijd in de veronderstelling verkeerd dat zij hun lot voor een goed deel te dan ken hadden aan het beleid van Chi rac, dat erop gericht was om de goedkope huizen in de stad te ver vangen door dure kantoorkolossen. Maar toen zij begin dit jaar één van die leegstaande kantoorfiats kraakten, was Chirac een en al be Jacques Chirac tijdens zijn verkiezingstoernee. grip. Terwijl Balladur een limousine stuurde om de actieleider voor een goed gesprek op te halen, liet Chirac gauw gas en water aansluiten. Behalve potentiële stemmen heeft de 'Nieuwe Chirac' echter ook de hoon van veel commentatoren gekregen. Cartoonisten tekenen hem nu routi neus in arbeidersoveralls of gewoon met een zwarte vriend in bed, terwijl hij soms ook bier drinkt met bede laars. Al heel lang geleden poogde Jacques Chirac de politieke tekenaar van Le Monde ertoe te bewegen het drup peltje onder zijn kin weg te halen, dat hem het aanzien geeft van een kwijlende hond. Maar na deze ver kiezingen, waarin Chirac al zijn te genstanders afblaft, lijkt dit een pleidooi voor dovemansoren. Voor het weekblad L'Evénement du Jeudi daarentegen is Chirac veel meer dan een vriend van de armen of een kwijlende hond. In een door wrocht artikel constateerde het blad dat de Nieuwe Chirac aantrekkings kracht uitoefent op zowel extreem rechts als links. Dat is niet vanwege zijn verkiezingsprogramma, meende het blad, maar vanwege zijn sterke persoonlijkheid en zijn anti-elitaire opstelling. En om de lezers te helpen begrijpen wat voor soort man zij waarschijnlijk tot president gaan kiezen, had het blad een fotomontage op de voorpa gina geplaatst. Onder de vette kop 'Wie is de echte Chirac?' stond Jac ques II daarop afgebeeld als nie mand minder dan Napoléon Bona parte. PARUS CEES VAN ZWEEDEN CORRESPONDENT

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1995 | | pagina 2