Vakbeweging: erop of eronder
Jü
CAO-akkoord bij AKZO wordt voorbeeld voor toekom:
Feiten &Meningen
Betuwelijn
ondergronds
'Hü
«ei
WOENSDAG 5 APRIL 1995
Met de infrastructuur in Nederland is het
slecht gesteld. In de Miljoenennota voor
1995 had het kabinet-Kok een overzicht op
genomen van de waardering van het inter
nationale bedrijfsleven van onze infrastruc
tuur. Die waardering is voor Nederland van
eminent belang daar we ons reeds eeuwen
profileren als een land van vervoer, dienst
verlening, handel en logistiek. Een belang
rijk onderdeel van een goede logistiek is de
fysieke infrastructuur van het land, willen
we de slogan 'Nederland distributieland'
handen en voeten kunnen geven.
In de internationale waardering staan we
op de eerste plaats als het gaat om onze ha
vens en overslagfaciliteiten. De waardering
komt natuurlijk voornamelijk op het conto
van de Rotterdamse haven. Ook voor lucht
transport scoren we uitstekend met een
tweede plaats, na Denemarken. En ook hier
geldt dat die waardering voornamelijk is
opgebouwd door Schiphol. De spoorwegen
worden zeer middelmatig gewaardeerd, we
moeten zelfs Finland laten voorgaan.
De kroon wordt echter gespannen door
onze wegeninfrastructuur. We bengelen er
gens onderaan en moeten zelfs landen als
Griekenland en Portugal laten voorgaan. Je
wrijft je ogen uit, want je denkt dat onze
wegen goed zijn onderhouden. Er zitten
geen gaten in, ze zijn goed verlicht, enzo
voort. Totdat je 's morgens de radio aanzet
en dan weet je het weer. Files, files en nog
eens files. Nederland, en vooral de Rand
stad, is compleet verstopt. Het traject Rot
terdam, Den Haag, Amsterdam, is vrijwel
alle uren van de dag een probleem, maar
helemaal tijdens het spitsuur. En toch is dat
het traject dat de grootste havenstad van
Europa verbindt met de residentie en de
hoofdstad van het land. Een lullig smal,
vierbaans weggetje, meer kan er niet vanaf.
Men is al jaren bezig die weg enigszins te
verbreden, maar om de een of andere reden
wil dat niet echt op-
|W' schieten. Openbaar
i if vervoer in de Rand-
i stad biedt ook al geen
I uitkomst. Dat is niet
snel genoeg en de ver
schillende openbaar
vervoersystemen slui-
ten niet of nauwelijks
op elkaar aan.
Haal je het in je
hoofd om van Rotter-
I dam-2uid naar Am-
Pim Fortuyn sterdaa-Zuid te rei-
medewerker zen: moel Je daar
toch gauw twee uur
voor uittrekken en dan moet wel alles mee
zitten. De reiziger brengt veel van zijn tijd
door met wachten op tochtende tramhaltes
en winderige perrons. Er is geen tijdwinst,
dus kiest de reiziger als vanzelf voor de
comfortabele auto en neemt de files op de
koop toe. Ook wachten, maar niet in de re
gen en de wind, maar lekker in je eigen
comfortabele huisje met de muziek van
jouw keuze.
Toch is dit niet altijd zo geweest. Een
paar eeuwen lang hadden we een alom ge
prezen openbaar vervoersysteem van trek
schuiten en postkoetsen dat tot de beste
van Europa behoorde. Goedkoop, veilig,
snel en op tijd. Een paar decennia lang heb
ben we wereldwijd op de roem van onze
Deltawerken kunnen teren. The Dutch had
den dat toch maar even gefikst.
Vandaag de dag is dit alles een stuk som
berder. We hebben geen flitstrein en als-ie
er straks is, kan hij niet flitsen, omdat daar
voor benodigde zwaar beveiligde trajecten
ontbreken. We hebben nauwelijks onder
grondse infrastructuur, terwijl we behoren
tot een van de dichtstbevolkte landen ter
wereld. Nu ja, landen, we kunnen Neder
land beter zien als een hele grote stad met
een paar mooie landschapsparken. Onze
wegen slibben alom dicht, ons treinen-net-
werk is sedert de jaren veertig alleen maar
ingekrompen en op een enkel lijntje na niet
uitgebreid. Een Randstad-metro is er niet
en vliegvelden leggen we bij voorkeur neer
in de dichtbevolkte gebieden. Kortom, werk
aan de winkel. Het zou nu zo aardig zijn als
dit eens gebeurde op een beetje aanspre
kende manier, zodat er ook een psycholo
gisch effect vanuit gaat. Dat de mensen,
maar vooral de buitenlandse bedrijven, het
gevoel krijgen: in dat land gebeurt het. Dat
kan door een combinatie van betrekkelijk
eenvoudige maatregelen, die direct helpen
tot en met maatregelen die tot de verbeel
ding spreken. Heel veel fileproblemen zijn
provisorisch op te lossen door het te zoeken
in tijdelijke infrastructuur in afwachting van
de definitieve oplossing. Het is vaak niet
meer dan een aantal kilometers extra asfalt
op evidente knelpunten en de zaak stroomt
weer.
In Nederland kan dat niet. Daar worden
problemen grondig aangepakt, met alle
tijdverlies van dien. Het zou een prachtige
doelstelling voor het paarse kabinet kunnen
zijn om per jaar een aantal files minder te
hebben in de spits. Dat kunnen we kwanti
ficeren en daar kan de politiek dan op afge
rekend worden. Het zou ook een fantastisch
besluit zijn om te bepalen dat in de Rand
stad geen bovengrondse hoofd-infrastruc-
tuur meer wordt aangelegd en dat parkeer
garages absoluut onder de grond moeten.
Om dat op gang te brengen, besluiten we
nu om de Betuwelijn in zijn geheel onder
gronds, via boortechniek, aan te leggen.
Een uitgelezen mogelijkheid om heel veel
ervaring op te doen met ondergronds bou
wen, die ons weer van nut kan zijn in de
Randstad. En of die spoorlijn nu 25 of 50
miljard gulden in het laatje brengt, dat
moet ons koud laten. Professor Bomhoff
stelde tijdens zijn ambtsaanvaardingsrede,
jaren geleden, dat de voorspellingswaarden
van de modellen van het Centraal Plan Bu
reau 0,00 is. Welnu, dat geldt natuurlijk ook
voor zijn eigen model, waarin hij een op
brengst van 50 miljard voorspelt. De Bom-
hoff-berekeningen zij net zo goed een goed
bedoelde slag in de lucht als die van het
CPB. Belangrijker is, dat we weer eens iets
hebben dat tot de verbeelding spreekt en
waar we trots op kunnen zijn. Dan stroomt
het geld als vanzelf met bakken het Neder
landse laatje binnen.
Rampscenario onderzoekers: Nog maar 4 procent van de jongeren vakbondslid
De vakbeweging staat er veel slechter voor dan algemeen wordt gedacht. Niet alleen is het aantal werknemers dat vak
bondslid is, de afgelopen decennia gedaald van 40 tot 28 procent. Nog dramatischer is, dat die daling het grootst is in sec
toren waar de werkgelegenheid groeit. „Het is de komende jaren erop of eronder voor de vakbeweging", concludeert on
derzoeker Bert Klandermans van de Vrije Universiteit.
Samen met collega's van de Univer
siteit van Amsterdam publiceert hij
vandaag het grootste onderzoek dat
ooit is gedaan naar de betekenis
van de vakbeweging in Nederland.
In De vakbeweging na de welvaart
staat schetsen de onderzoekers in
opdracht van FNV en CNV de kan
sen van de vakbeweging, maar
vooral ook de bedreigingen. In hun
'rampenscenario' keldert het aantal
jongeren dat vakbondslid wordt van
14 procent nu naar 4 procent in
2000.
„De afgelopen 30 jaar is er enorm
veel veranderd in onze economie.
Sectoren waarin de vakbond van
oudsher veel leden heeft, kalven af.
Sectoren waarin de vakbond juist
zwak is, zeg maar de 'witte-boor-
den'-sectoren, hebben de overhand
gekregen in onze economie. Juist
onder die werknemers (hoofdarbei
ders) daalde het aantal vakbondsle
den van 18 procent in 1960 naar 10
procent nu. De vakbeweging is er
niet in geslaagd de veranderingen
bij te benen", aldus Klandermans.
Volgens de universitair hoofddocent
zijn de vakbonden in een vicieuze
cirkel terecht gekomen. „Daar waar
je maar met weinig bent kun je wei
nig nieuwe leden werven en nog
minder leden vasthouden. Contact
met de vakbond is essentieel om de
leegloop van leden te voorkomen."
Leegloop is het goede woord. Meer
dan een derde van de nieuwe leden
zegt binnen twee jaar op, de helft
binnen vijfjaar, zo blijkt uit het on
derzoek. Anders gezegd: tegenover
elke vijf nieuwkomers, staan vier
weglopers.
Klandermans: „Maar daarmee zijn
we er nog niet. Ik zet even alle el
lende op een rijtje. De kans dat ie
mand vakbondslid wordt is twee
maal zo groot als zijn of haar ouders
ook bij de vakbond waren. Er ko
men natuurlijk steeds minder jon
geren met ouders die vakbondslid
zijn.
Vakbondslid word je doorgaans kort
nadat je aan je eerste echte baan
bent begonnen, van uitstel komt af
stel. Maar steeds meer jongeren be
ginnen via een uitzendbureau, op
jaarcontract of op freelance basis en
stellen het lidmaatschap daarmee
uit en af.
De werkgelegenheid groeit juist in
het midden- en kleinbedrijf. Maar
hoe kleiner het bedrijf, hoe minder
vakbondsleden. Tot slot heeft de
vakbeweging weinig aantrekkings
kracht voor de groeiende groep
vrouwelijke werknemers en deel
tijdwerkers. Het zal uiterst moeilijk
zijn om deze spiraal te doorbre
ken."
HOOFDARBEIDERS
Hoe heeft de vakbeweging het zo
ver kunnen laten komen dat nog
maar 10 procent van de 'hoofdar
beiders' vakbondslid is?
Klandermans: „De vakbeweging be
gint er nu pas hinder van te onder
vinden dat zo weinig mensen in de
dienstensector lid zijn. Tot voor kort
leunde men zwaar op de sectoren
waar men sterk was, zoals de bouw
AANTAL VAKBONDSLEDEN MET EEN BAAN NEEMT AF
si =Organisatiegraad werknemers
(Leden met een taan
als percentage van
lemerssfet-
Organisatiegraad 45'
naar leeftijd
1950 1955 1960 1965 1970 1975 1980 1985 1990 1993
INFOGRAFIEK GPD R.S. Bronnen: J Visser CBS
en de haven. Als daar een goede
CAO werd afgesloten, met af en toe
eens een staking, dan volgde de
overheid vanzelf. En de diensten
sector paste zich noodgedwongen
aan. Maar dat bouwwerk is afge
brokkeld. De overheid volgt de
trend al lang niet meer en de dien
stensector past zich niet meer aan."
Is er geen ledenwinst te boeken als
de vakbeweging minder het 'alge
meen belang' dient en 'eigen leden
eerst' bedient?
„Daar is eenderde voor, eenderde
tegen en eenderde heeft geen me
ning. Dus wat je ook doet... het
geeft een hoop heisa. Maar als je de
brede maatschappelijke doelen van
de vakbeweging loslaat in ruil voor
de eigen-leden-eerst-filosofie dan
krijg je twee soorten werknemers.
Met alle ruzies, scheve ogen en con
flicten vandien. Dat zal de vakbewe
ging niet snel doen."
Misschien moet de vakbond net
als vroeger weer een steunorgani
satie worden en zelf de sociale ze
kerheid gaan regelen?
„Dat levert ze ongetwijfeld veel le
den op. Kijk maar naar landen als
België en Zweden, waar de bonden
de sociale zekerheid regelen. Daar is
soms 80 procent van de werkne
mers vakbondslid. Maar op die ma
nier bind je leden aan je verzeke
ringspakket, niet aan je doelstellin
gen. Daar komt bij, dat de vakbewe
ging beducht is om taken op zich te
nemen die ze in sterke sectoren wel,
maar in zwakke sectoren niet kan
regelen. Dat is begrijpelijk."
UITSTERVEN
Zolang zes op de tien werknemers
vinden dat de vakbeweging nauwe
lijks een rol speelt in hun omgeving,
lijken alle oplossingen op dweilen
met de kraan open. Volgens Klan
dermans moet de vakbond zicht
baar aanwezig worden gemaakt in
de bedrijven. „De bond moet dich
ter bij de leden komen te staan. Dat
moet je met vrijwilligers (de kader
leden) doen. Ik zie geen andere
weg."
Klandermans prijst dan ook de In
dustriebond FNV, die de vrijwilli
gers in de organisatie een sleutel
functie wil geven. „De hu
neratie vindt het vrijwillig!
de bond o zo nuttig, maar?
ben geen zin in stukken let
vergaderen. Dat werk mo
keiijker worden gemaakt e:
ten bevoegdheden bij hore
een kaderlid in een bedrijf^1
lega's écht kan helpen en kj
kan afhandelen. Nu gaat
tend vaak mis doordat het F
de klacht moet doorgeven;
districtsbestuurder en diemgf;
het hoofdkantoor."
Behalve de Industriebond Haac
neemt ook de Industriebonde e
de interne organisatie op dj de
ter meerdere eer en glorie Jent
vrijwilligers. Is de rest vandeg
weging niet doordrongen\Jaat
ernst van de situatie? Klandeit
„Het is altijd moeilijk van j<ste.
organisatie te onderkenner
met uitsterven wordt bedreig
Uitsterven is een groot woo**
een mogelijke daling van d^RD
satiegraad van 14 procent (^ej.
jongeren nu naar 4 procentner
komt daar wel dicht bij indfys
Dat rampenscenario doet zjS0I
voor als de werkloosheid stggg
het imago van de vakbondejstc
verslechtert en als de werkg^e
heid in de industrie blijft d^nc
in de dienstverlening juist g
Voorwaar geen onwaarachi
komstbeeld.
AMSTERDAM MARGREET VERMt
•J ;ig<
„Voortreffelijk", noemt CAO-coör-
dinator Henk Krul van de Industrie
bond FNV het principe-akkoord bij
AKZO Nobel. „Korter werken is nu
ook in de industrie terug op de
agenda. Een heuse doorbraak. Dit
wordt hét voorbeeld voor de CAO-
onderhandelingen van 1996 en zo
mogelijk ook nog dit jaar".
De euforische stemming van Krul
doet een beetje vreemd aan. Pas
gistermiddag en na veel vijven en
zessen besloten de Industriebond
FNV en CNV de uitkomst van de
CAO-onderhandelingen met een
positief advies aan de leden voor te
leggen. „Dat begrijp ik wel. Maar
maatschappelijk gezien is dit een
uitstekend resultaat. We moeten
aanvaardbare vormen van flexibili
sering doorvoeren om onmenselijke
vormen van flexibilisering te voor
komen".
De doorsnee-AKZO-werknemer
krijgt in 1997 een werkweek die
'mee-ademt' met de orderporte
feuille. In rustige tijden draait men
minimaal 32 uur en in drukke pe
rioden maximaal 45 uur. Over het
hele jaar genomen werkt men ge
middeld 36 uur per week, twee uur
minder dan nu. Het maandsalaris is
gebaseerd op 36 uur en dus iedere
maand gelijk. „Iedereen roept nu
dat dit een doorbraak is voor de
werkgevers. Maar men is kort van
memorie. Wij gingen bij de start
van dit CAO-seizoen de boer op
met de zogenoemde vari-tijd. Dat is
precies wat nu bij AKZO is afge
sproken".
De Industriebond wil welbewust
bedrijven de kans geven het perso
neel flexibel in te zetten. „Als we dat
niet doen, gaan werkgevers steeds
meer gebruik maken van uitzend
krachten, oproepkrachten en perso
neel op contractbasis. Dan krijg je
een grote groep tweederangs werk
nemers. Iets wat te allen tijde moet
worden voorkomen
Kortom, liever allemaal een beetje
Vakbondsonderhandelaar Henk Krul is positief over flexibilisering.
flexibel dan dat één categorie werk
nemers het gelag moet betalen.
„Precies. Bovendien worden werk
gevers op die manier gedwongen de
hele organisatie aan te passen. De
flexibiliteit met een uitzendbureau
in huis halen, kweekt luie onderne
mers".
In sommige sectoren is verkeerde
flexibilisering al te ver doorgescho
ten, vindt Krul. „In de grootmetaal
wordt al zoveel los-vast personeel
ingezet dat de betaalbaarheid van
bedrijfstakvoorzieningen in gevaar
komt, denk aan de VUT en de oplei
dingsfondsen. Bij Stork is 30 pro
cent van de werknemers ingehuurd
via detacherings- en uitzendbu
reaus. Bij Batavus is dat al een der
de. Nu gaan er stemmen op om die
uitzendkrachten óók nog eens een
premie te laten betalen voor dat
soort voorzieningen. Terwijl ze zelf
nooit en te nimmer van die voorzie
ningen zullen profiteren. Dat staat
natuurlijk haaks op waar de vak-
FOTO GPD ROLAND DE BRUIN
bond voor staat".
Tegen deze achtergrond vindt Krul
het principe-akkoord bij AKZO een
ommekeer. „Er zit natuurlijk wél
een vuiltje in het plan. De verkor
ting van de werkweek wordt vooral
door het lagere personeel betaald.
Het hogere personeel van wie de
werkweek niet wordt bekort, gaat er
in 1997 3,5 procent op vooruit.
Daarnaast krijgen ze extra vrije tijd
die ze aan de baas kunnen 'verko
pen'. Als ze dat doen, gaan ze er
Het principe- akkoord bij AKZO Nobel behelst onder meer
een serie experimenten met arbeidsduurverkorting (van 3(§?c
uur naar gemiddeld 36 uur) in combinatie met flexibiliserir1^
van arbeidstijden en arbeidsroosters. Als de proeven een jx3 1
sitief effect op de werkgelegenheid hebben, wordt de werkA01
week op 1 juli 1997 definitief korter. In ruil daarvoor blijve
de structurele loonsverhogingen tot 1998 uitermate beperli®.0
voor degenen die gaan werken en wordt de flexibilisering r
structureel doorgevoerd.
De pijn zat hem in de door de industriebonden van FNV en'
CNV gevraagde 'solidariteitsbijdrage' aan de ADV van werk
nemers die niet korter gaan werken. Aanvankelijk wilde AK
ZO Nobel iedereen die in arbeidsduur gelijk bleef in 1997 et 1
loonsverhoging van 5,5 procent geven. In het eindbod is ed I
ter sprake van een loonsverhoging van 3,5 procent. Hoger
personeel dat langer dan 36 uur moet blijven werken, krijgi
daar bovenop vijf extra verlofdagen (die 'verkocht' kunnenl 4
worden). Werknemers in de volcontinudienst krijgen die d&
gen niet.
Voor de industriebonden van FNV en CNV was dat maanda°P
reden om niet te willen spreken van een principe-akkoord.i U
len
cent. Met zo'n bescheiden kr|.
ging zullen de leden volgent^
geen genoegen nemen. Kadi.
van de bond in bijna vijftig:
bedrijven hebben al laten \\f
volgend jaar looneisen vans8
procent te willen stellen. Eni
alleen. „Die discussie speeltL-,
sectoren waar weer winst v/K
maakt", erkent Krul. Dat zo:
kenen dat de hoge looneis©
héle industrie dreigen. Wani/
ve in de exporterende metaF
ven wordt over de hele linies
winst gemaakt.
Krul: „Het is nog te vroeg or
clusies te trekken voor volgé
Natuurlijk is er frustratie olie
afspraken over werkgelegen!
rig jaar volstrekt onvoldoend""
ren. Maar AKZO laat zien da
ook anders kan".
AMSTERDAM MARGREET VERMEU1
zelfs 5,5 procent op vooruit. Ik weet
niet of AKZO welbewust de kloof
tussen hoog- en laagbetaalden wil
vergroten, maar zoiets ligt natuur
lijk emotioneel".
Ook bij de banken gaat het hoger
personeel, dat gewoon 38 of 40 uur
blijft werken, er financieel fors op
vooruit, tot ruim 7 procent. Toch is
Krul niet bang dat het hoger perso
neel straks allemaal 40 uur werkt en
de vierdaagse alleen terrein wint
onder het lagere personeel. „Alle
enquêtes wijzen op het tegendeel.
Er is juist sprake van een massale
cultuuromslag. Ook het hogere per
soneel wil écht korter werken om
tot een nieuwe taakverdeling te ko
men in het gezin. Zelfs in de klein-
metaal denk aan garage- en in
stallatiebedrijven wil 30 procent
van de werknemers in deeltijd wer
ken. Nee, voor zo'n tweedeling ben
ik niet bang".
Van de 164 CAO's die de Industrie
bond dit jaar moet afsluiten, zijn er
35 afgerond. De gemiddelde loon
stijging tot nu toe ligt op 1,9 pro-
TOM JANSSEN
We waren op
rtv een vroege zon-
dagmiddag ver-
dwaald geraakt
in Leuven, de
stad die sinds
enkele maanden
wordt bestuurd door Louis Tob
back, tevens voorzitter van de
Vlaamse socialisten. In die
laatste hoedanigheid heeft Tob
back misschien wel de mooiste
definitie gegeven van wat soci
aal-democraten zoal denken te
kunnen bewerkstelligen op deze
wereld. „Wij kunnen het weer
niet reguleren", zei hij eens,
„maar we kunnen wel iets doen
aan de verdeling van de regen
jassen en de zonnebrillen".
Het was een dag voor de verde
ling van de regenjassen en wij
hadden behoefte aan onderdak.
Nu staat Leuven bekend om
zijn vele studentenkroegen,
maai- op deze zondag bleken De
Teut, Den Delper, De Weerelt, 't
Moorinneke, 't Kraakskeen De
Geus gesloten dan wel onvind
baar. Daarom streken wij ten
slotte neer in Taverne Mister
100 in het centrum van de stad.
De taverne werd, we hadden
Mister 100
het moeten kunnen bevroeden,
door niemand minder dan de
beroemde biljarter Raymond
Ceulemans cfitgebaat. Mister
100 is de eervolle bijnaam die
Ceulemans kreeg, toen hij hon
derd nationale en internationa
le titelwedstrijden had gewon
nen. Het is een naam die hem
kennelijk grote deugd doet. Ook
in Mechelen bezit hij een lokaal
dat Taverne Mister 100 is ge
noemd en de Belgische kente-
kendienst verschafte hem eens
het speciale autonummerbord
CEU 100.
Ceulemans ging met zijn tijd
mee, dat was te merken. Je kon
hier al met 'de kaart voor al uw
kleine uitgaven' betalen. Leuven
is één van de vier Belgische ge
meenten, waar sinds enkele we
ken wordt geëxperimenteerd
met Proton, 'de elektronische
portemonnee'. Het is een chip
kaart, die je telkens opnieuw
aan automaten kunt opladen
tot een bedrag van zo'n 250 gul
den. Daarmee kun je dan weer
aan andere automaten je 'kleine
uitgaven' betalen zoals de krant,
een pakje sigaretten, je brood
bij de bakker of een lichte lunch
bij Mister 100.
De ober bracht op ons ve
twee borden dagsoep. Fle
om witlofsoep te gaan. Ef
pisch Belgisch gerecht, w
ons verzekerd. Maar natii
zeiden wij. Wij noemen w
tenslotte ook wel Brusseb
Maar die naam bleek in ff
geen begrip.
Wij konden ons eerlijk ge:
niets bij witlofsoep voor»
En dat zou ook zo blijven!
de ober de borden wegnai
formeerde hij vriendelijk!
gesmaakt had. Door de b<
heid gedwongen antwoofr
we beiden 'heerlijk'. Tervfl
eigenlijk hadden moetenj
gen: „Jazeker, maar we wl
nog steeds niet waar naar
Eenmaal buiten troostten!
ons met de wetenschap dj
Belgische keuken over he?
meen naar méér smaakt ei
mijn disgenoot voegde er!
fisch aan toe: „Zou Ceuled
zijn keu hebben beroerd?
zijn pollepel, we zouden rt
van hem hebben gehoordBi
ALY KNOL CORRESPONDENT