Geluksbureau voor
gehandicapten
c
Van politie-agent tot hasj winkelier
Hietbrink
Nog steeds is het voor
invaliden en
mindervaliden
moeilijk een relatie te
krijgen. Een
aangepaste woningen
rolstoel willen nog wel
lukken, want die
vallen ruimschoots
onder de speciale
voorzieningen. Maar
in 'liefhebben'voorziet
de Wet Voorzieningen
Gehandicapten niet.
Om die leemte op te
vullen, is 'Tact'
opgericht; een
landelijk
relatiebemiddelings
bureau voor mensen
meteen lichamelijke
handicap.
ZATERDAG 25 MAART 1995
Onze Taal
to
Tl
d<
e m
al
j
ij de driehonderd min of meer re
guliere bemiddelingsbureaus ko
men invaliden en mindervaliden
tan de bak. Of beter gezegd; niet in de
lerZe staan er te boek als 'onbemiddel-
ap; Door sommige relatiebureaus worden
kirnfronterend van de hand gewezen. 'Ge-
keiicapt? Nee, daar zien wij geen perspec-
ert Weet u, in ons bestand zit een andere
ie schappij'. Of ze strijken graag het be-
hteelingshonorarium op en arrangeren een
roljiontmoeting. „Toen ik met mijn spasme
ht-»n kwam lopen, sprak de schrik uit haar
vr) Na twee minuten stonden we allebei
e buiten." Kennismakingsadvertenties
in ook weinig soelaas. En als er al een re
en op komt, zit daar meer dan eens'de
liet naar de financiële status in verscholen,
ank smartegeld na mijn ongeluk had ge
nen. En hoeveel. Want hij wilde een we
ns maken en had zelf geen geld."
mjny Erkenning, j
'Jonge tijd van onderzoek en voorberei-
n (heeft het in Nijmegen gevestigde Tact
eratichting) nu 130 mensen met een licha-
:rk<e handicap in de kaartenbak. En in-
e nels zijn er via bemiddeling zestig met el-
niin contact gekomen. „Of al met elkaar
n pg", zegt Stefan Rutgers uit Nijmegen, in
s' erije tijd voorzitter van de stichting. Sa-
iaajnet Onno van de Groep nam hij het ini-
erg tot de oprichting van het relatiebemid-
Lakjsbureau, dat inmiddels de erkenning
al t van de Gehandicaptenraad,
nisgers spreekt consequent van 'mensen
le ien lichamelijke handicap'. „We hebben
infe maken met gehandicapten, maar met
gteen die ook nog een handicap hebben,
iet eesten worden weliswaar met een han-
log geboren, maar 'gehandicapt' word je
gaiiter. Als de maatschappij je het stempel
's. Saat u maar naar een ander loket' op-
Ide. Het gemis aan een relatie is voor licha-
;ek gehandicapten eigenlijk een onzicht-
iar(iandicap erbij. Ze kunnen daar enorm
;envorstelen. Ik spreek mensen die het wel
g ae daken willen schreeuwen, maar heb-
laaeleerd hun mond te houden. Uit angst
anreacties als: 'Wat heb je nou nog te kla-
ooriet is allemaal juist zo goed geregeld. Je
weoch je stereo en je aangepaste auto...?!"
n iéens hun werk als mentor in het Groes-
e efe opleidingsinstituut Werkenrode con-
5zarden Rutgers en Van de Groep bij de
erÜdicapte jongeren telkens weer de be-
'Maar ze mogen geen wonderen verwachten'
hoefte aan een partner, vooral wanneer ze na
het verlaten van het instituut zelfstandig wa
ren gaan wonen. In praktische zin - finan-
'Gieel,i baan/dagbesteding - lukt het nog wel
een plekje in de maatschappij te vinden.
Maar het sociaal aarden schiet er behoorlijk
vaak bij in. Met name als het gaat om met ie
mand het leven te delen.
Rutgers: „En dat is voor velen toch een uit
gesproken wens. Maar dan krijg je meteen
met de keerzijde van onze maatschappij te
maken. Die schept een enorme afstand tus
sen produktief en fysiek optimaal functione-
renden, en mensen die wat minder snel stap
pen."
Hij noemt het 'de rangorde van de aantrek
kelijkheid'. Opgebouwd uit een aantal com
ponenten. „Opleiding, liefst tenminste hbo,
eigen huis, auto van je zelf als het kan, uiter
lijke kenmerken 1.82 meter voor een man en
1.76 meter voor een vrouw, goecf gebit en
liefst geen bril."
Succes
Rob Bolwerk (38) uit Dinxperlo voldoet niet
aan die optelsom. Hij blijft steken bij het feit
dat hij geen bril heeft. En alleen daarmee
kom je niet ver als het gaat om het bepalen
van je marktwaarde in de sfeer van 'huwelijk
en kennismaking'.
Hij is spastisch, woont zelfstandig, maar is
bij bijna alles op zijn rolstoel aangewezen.
Pogingen om een vriendin te krijgen misluk
ten. Bolwerk: „Een handicap werkt niet be
paald in je voordeel bij het zoeken naar een
relatie. Een gezellig pilsje drinken met elkaar,
maar meer mag je nauwelijks verwachten.
Ook al wordt dat nooit direct tegen je ge
zegd."
Hij had zich er al helemaal bij neergelegd -
'het lukt niet, pech gehad' - om alleen door
het leven te gaan, toen hij van Tact hoorde.
En jawel: door zijn inschrijving kwam Bol
werk niet veel later in contact met de gehan
dicapte 28-jarige Belinda van Rooyen uit
Zwolle. „Het gaat prima tussen ons. Een ge
zamenlijke toekomst? We praten er af en toe
heel voorzichtig over. Maar dat is iets voor la
ter."
Bolwerk, die voor halve dagen werkt bij een
kringloopwinkel, meldde zich aan bij Tact
'omdat het leven ondanks alles toch niet
compleet was'. Belinda wendde zich tot het
bureau nadat ze eerder een teleurstellend te
lefonisch contact had. De kandidaat haakte
af, omdat hij tot de conclusie kwam dat zij tè
gehandicapt was. „Vooral de familie van een
gehandicapte is daar erg gevoelig voor. Ze
hebben hun kind vaak jarenlang verzorgd.
Dus als die met iemand thuiskomt, moet het
in elk geval iemand zijn die meer valide is
dan hun kind. Dat is de manier waarop de
maatschappij tegen je aankijkt en dat wordt
door veel gehandicapten gewoon overgeno
men."
Eenmaal in de veertien dagen ontmoeten
ze elkaar. Rob gaat telkens naar Zwolle (per
trein), omdat het voor hem net iets gemakke
lijker is om te reizen dan voor Belinda. En
voor de rest bellen ze elkaar. „Als ik bij haar
ben, gaan we er ook wel op uit. We zijn een
paar keer naar het buurtcentrum geweest en
we gaan ook wel de stad in. Belinda heeft een
elektrische rolstoel en trekt mij, hand in
hand, in mijn rolstoel voort. Ik laat me rij
den..."
Jan Franssen, beleidsmedewerker relaties
en seksualiteit van de Gehandicaptenraad,
zegt positieve ervaringen te hebben met Tact.
„Van mij krijgen ze dan ook een heel groot
voordeel van de twijfel. Ook al omdat de lei
ding beroepsmatig in de gehandicaptenzorg
werkt. Zodoende kennen ze tevens de oorde
len en de vooroordelen, zoals die leven. En
dankzij directe begeleiding, hoeven de inge
schrevenen bij Tact zich niet onvoorbereid
op de markt van liefde en relatie te wagen."
Tact pretendeert overigens niet dè oplos
sing te zijn als het gaat om het aangaan van
relaties. Voorzitter Rutgers: „Mensen moeten
niet denken dat ze over een half jaar zijn ge
trouwd. Ze mogen ^een wonderen verwach
ten, maar we nemen hun verlangen wel heel
serieus."
Basis
Het bureau bemiddelt op basis van karakter
eigenschappen; „Er wordt gekekèn naar de
persoon zelf. Dat gebeurt tijdens een intake
gesprek bij de mensen thuis. Bij het zoeken
naar een partner weegt ook nog wat anders
mee: de praktische omstandigheden met be
trekking tot de handicap. „Je kunt niet een
vrouw in een rolstoel koppelen aan een bed
legerige man die op een bovenetage woont.
Ook de afstand tussen de woonplaatsen
speelt dikwijls een rol. Opvallend is dat vaak
wordt gevraagd naar een partner met een
handicap die minder zwaar is dan die men
zelfheeft. Tja, als je zelf je handen slecht kunt
gebruiken, dan is het natuurlijk heerlijk als je
Belinda van Rooyen
en Rob Bolwerk. „Een
gezamenlijke toe
komst? We praten er
af en toe heel voor
zichtig over. Maar dat
is iets voor later."
FOTO GPD
AART VELDMAN
partner de potjes pindakaas kan opendraai
en."
Veel mensen die zich tot Tact wenden, krij
gen er een handicap bij: de hoogte van het
inschrijfgeld. Wie bemiddeling wil inclusief
persoonlijke begeleiding bij de eerste kennis
makingten), moet 925 gulden betalen; zonder
die ondersteuning bedraagt het tarief 675
gulden. Die bedragen gaan op aan adverte
ren, telefoonkosten, foldermateriaal en on
kostenvergoedingen voor de medewerkers.
Naast de 130 mensen die in de kaartenbak
zijn opgenomen, staan er nog eens driehon
derd mensen op de wachtlijst... Ze kunnen
het inschrijfgeld - nog - niet betalen. Het
aanboren van externe geldbronnen in de
vorm van donaties en subsidies om zodoen
de het inschrijfgeld te kunnen verlagen,
vormt voor de stichting dan ook een van de
speerpunten voor de komende tijd.
Jan Franssen van de Gehandicaptenraad:
„Dat inschrijfgeld is inderdaad niet misselijk.
Maar niet alle mensen met een handicap ver
keren per definitie in slechte financiële om
standigheden. Bovendien kunnen lichamelijk
gehandicapten ook keuzes maken. Als het in
vesteren in een relatie zo belangrijk is, zul je
daar andere dingen voor möeten laten."
Wat dat financiële aspect betreft: Rob Bol
werk kon zich slechts aanmelden omdat hij
nog niet zo lang geleden zijn kindsdeel van
een erfenis had ontvangen. Voor Belinda
werd het financiële probleem opgelost door
een vriendin. Rutgers en Van de Groep we
ten, dat zij met hun initiatief flink de nek
hebben uitgestoken als het gaat om de inte
gratie van gehandicapten in de samenleving.
De reacties, ook uit eigen hoek, lopen nogal
uiteen en variëren van: 'Eindelijk wordt er
voor ons soort mensen ook eens iets gedaan',
tot: 'Op deze manier worden we weer met el
kaar opgescheept'.
Stefan Rutgers: „In de eerste plaats is het
voor iedereen een vrije keuze zich wel of niet
in te laten schrijven. En wat de integratie be
treft; een verliefd stel zal zeker van alles on
dernemen. Uit eten, een filmpje, een terrasje.
Ze zullen samen meer vrienden krijgen en
zich, als ze dat al niet deden, meer en meer
mengen in het gewone leven."
Om desondanks enigszins tegemoet te ko
men aan de kritiek zijn ook mensen zonder
handicap welkom bij de stichting. „Als ze
zich maar achter onze doelstelling scharen."
Stichting Tact is bereikbaar onder telefoon
nummer: 080-500448.
pijt heeft'Bert Stelten nog geen moment
V gehad. „Ik ben gewoon van baan veran-
derd, verder niks", zegt de 35-jarige oud
politieman luchtig. Stelten begrijpt echter best dat
zijn nieuwe broodwinning nogal wat opschudding
heeft veroorzaakt. Het is tenslotte geen alledaagse
overstap die hij maakte. Na achttien dienstjaren bij
de politie leverde hij eind vorig jaar pet en vuurwa
pen in en begon in het centrum van Heerlen een
heuse hasjwinkel.
„Ik heb al heel wat keer uit moeten leggen waar
om ik het zekere bestaan van een politieman heb
opgegeven", lacht Stelten. „De meesten vinden het
maar een rare overstap. Sommigen beschouwen
me nu zelfs als een crimineel. Dat zijn dan vooral
de bekrompen geesten die het verschil niet kennen
tussen hard- en softdrugs. Die niet weten dat wat ik
in mijn winkel verkoop, behalve veel waterpijpen
ook wat hasj en weeck niet slechter is dan sigaret
ten of alcohol. Mits met mate gebruikt natuurlijk,
maar dat geldt voor die andere genotsmiddelen
Aanvankelijk wilde Stelten zijn winkel opzetten in
nauwe samenwerking met zijn vorige werkge
ver, het politiekorps van Heerlen. Stelten: „Vlak bij
de binnenstad, rond het station, veroorzaakt de
vaak agressieve verkoop van hard drugs, inclusief
randverschijnselen zoals heroïne-prostitutie en veel
overlast. Ook de liefhebbers van soft drugs, die hasj
en weed alleen maar aanschaffen om thuis een
beetje te relaxen, zoals anderen een glaasje wijn bij
het eten drinken om te ontspannen, moesten daar
noodgedwongen terecht. Elders in het centrum van
Heerlen is namelijk bijna niets te krijgen. Er zijn al
leen nog maar wat huisdealers, die verder niet of
nauwelijks te controleren zijn. Daarom leek het me
zinnig de verkoop van hard- en softdrugs uit elkaar
te trekken. Het een heeft namelijk niets te maken
met het ander."
Stelten stelde zijn oude baas voor zijn klanten te
registreren en in de hasjwinkel ook uitgebreid voor
lichting te geven. „Bij de politie wordt heel wat geld
uitgegeven aan het bestrijden van de misdaad. Te
recht natuurlijk. Het geven van voorlichting, toch
ook een methode om criminaliteit de kop in te
drukken, is echter nog een onderontwikkeld ge
bied. Daarom wilde ik de verkoop van hasj en weed
nadrukkelijk koppelen aan voorlichting. Mijn idee
was met geld uit een van de politiepotjes de soft
drugs net boven de inkoopprijs te verkopen. Je slaat
dan een paar vliegen in een klap: je haalt hasj en
weed uit het illegale circuit, je kent precies je klan
ten en je geeft goede voorlichting. Op die manier
kan je de situatie op dat front volledig beheersen."
Steltens plannetje kreeg weinig bijval van de poli
tie. Ook zijn voorstel een half jaar met onbetaald
verlof te gaan om te kunnen proefdraaien werd ver
worpen. „Volgens de korpsleiding was ik tien jaar te
vroeg met mijn plan. Ik werd voor de keus gesteld*
Of stoppen met het verkopen van soft drugs of weg
bij de politie. Ik heb voor dat laatste gekozen. Spijt
heb ik daar allerminst van. In mijn winkel verdien
ik niet alleen een redelijke boterham, maar kan ik
als een veredeld sociaal werker ook veel doen aan
de opvang en begeleiding van mijn klanten."
Stelten is er trots op dat zijn nieuwe winkel afge
lopen maanden nog helemaal geen overlast heeft
bezorgd. Zelfs de aanpalende overige winkeliers
moeten erkennen dat hun angst dat allerlei gespuis
de buurt onveilig zou maken, ongegrond is geble
ken. Stelten: „Bij de politie is nog geen enkel tele
foontje binnen gekomen met een overlast-melding.
Ik doe er ook alles aan dat te voorkomen. De winkel
heeft een heel open structuur. Net zoals bij de bak
ker en de slager kan je van buiten precies zien wat
binnen gebeurt. Ik hou me, inclusief de koopavond,
precies aan de openingstijden van de overige win
keliers. Er mag binnen ook niet worden gebruikt.
Alle bezoekers krijgen een lolly mee om te voorko
men dat ze eenmaal buiten te veel lawaai maken.
Nodig is dat echter eigenlijk niet. Gebruikers van
hasi en weed zijn hele normale mensen, die je in
alle lagen van de bevolking tegenkomt."
Alhoewel Stelten alles doet om problemen te
voorkomen realiseert hij zich dat de overheid
elk moment een einde kan maken aan zijn nieuwe
stiel. „Politie en justitie zien deze winkel niet zitten.
Wat in Amsterdam heel gewoon is kan in Limburg
nog niet. Dus blijft het een onzeker bestaan. Daar
om houd ik me strikt aan de regels. Eind december
heeft de politie een inval gedaan. Daarbij is 31
gram soft drugs meegenomen, te weten mijn gehe
le voorraad plus wat ik voor eigen gebruik in huis
had. Dat er maar zo weinig was geeft al aan dat het
mij beslist niet alleen om de centen gaat. Ik wil ook
helemaal niet groter worden. Want dan moet ik el
ders voorraden opbouwen en koeriers in gaan zet
ten. Binnen de kortste keren loop je dan de kans in
'een circuit verzeild te raken waar ik helemaal niet
in terecht wil komen. Mijn uitgangspunt is en blijft
gebruikers voorzien van een beetje hasj en weed,
goede voorlichting geven en begrip kweken voor de
ongeveer een miljoen mensen die zo nu en dan soft
drugs verkiezen boven een biertje of een wijntje om
zich wat lekkerder te voelen."
Bij zijn oud-collega's ontmoet Stelten nog altijd
weinig begrip. „Op een enkele uitzondering na vin
den die het nog steeds maar gek dat ik mijn baan
als politieman heb opgegeven voor hasjwinkelier.
Binnen de drugswereld zelf wordt overigens ook
vreemd tegen me aangekeken. Ik heb al geluiden
gehoord dat ik een mol zou zijn. Dat ik namens de
politie binnen die wereld probeer te infiltreren. Te
gek voor woorden eigenlijk. Want als ik een ding
beslist niet wil is onderdeel uitmaken van het cri
minele circuit. Dat staat ver van me af en dat moet
zo blijven. Nogmaals: ik beschouw mezelf als een
simpele winkelier met een sterk sociale inslag."
De duizenddichter heeft weer toe
geslagen. Hard en onverwacht. Ge
niaal zijn z'n gedachten over taal,
en vlijmscherp is zijn kritiek op de
taalwetenschap. Geen spaan blijft er
heel van al die vermolmde taalkun
digen en hun achterhaalde denk
beelden. De wereld zit heel anders
in elkaar dan iedereen denkt. De
oorsprong van de woorden wordt
overal verkeerd begrepen. Terwijl
het toch zo simpel is. Lees dus het
boek van Willem Hietbrink dat zo
juist is uitgekomen.
Hoe moet ik het geval Hietbrink! uitleg
gen? Laat ik maar beginnen bij z'n boek,
dat pas verschenen is. Het heet 'Kwispelen
met taal' en dat klinkt nogal jolig. Maar al
op de omslag staat vermeld dat het tevens
een 'Oertaalwoordenboek' bevat, en dat is
natuurlijk geen kleinigheid.
Hietbrink, ook wel bekend als de dui
zenddichter, is het prototype van iemand
die het aan de stok heeft met de weten
schap. Hij voert een eenmansstrijd tegen de
taalwetenschap. Alle taalkundigen hebben
het mis en alleen Hietbrink weet hoe het al
lemaal zit. Gelukkig heeft hij zijn inzichten
nu te boek gesteld want anders zou hij het
ware licht straks meegenomen hebben het
graf in.
T k hou wel van die mensen die in hun een-
1 tje precies weten hoe het zit. In de wereld
volgens Hietbrink kan iedereen gemakkelijk
zelf nagaan waar de woorden vandaan ko
men en hoe ze vroeger geklonken hebben.
Een voorbeeld. Wat is de herkomst van ons
woord lucifer? Niks gezeur over Latijn, luci
fer komt gewoon van 'licht-zie-vuur'. En het
Franse 'allumette' is te herleiden tot 'al-
licht-meteen'. De snikkel laat zich verklaren
als 'is-n-ikkel' oftewel als 'is-een-eikel', en
rommel is gevormd uit 'er-omme-al'. De
vindingrijkheid van Hietbrink kent geen
grenzen. De schaaf heeft zijn naam te dan
ken aan 'is-gaaf (want door te schaven
wordt iets mooi glad) en de herkomst van
het woord school moeten we begrijpen als
'schouw-al' (allemaal kijken naar het
schoolbord).
Ook de woorden van andere talen laten
zich op z'n Hietbrinks simpel verklaren.
Neem nou het Engelse woord voor fles:
'bottle', die 'behoudt-al', en van 'behoudt-
al' naar 'bottle' is maar een kleine stap. En
'dart' heeft z'n naam te danken aan 'in-het-
hart' want bij dat spel moet je proberen in
de roos te mikken. Het Franse 'accident'
moeten we begrijpen vanuit de uitspraak
'ah-'k-zie-da-en-'t'. Dat vind ik een mees
terwerkje van bedenk-kunst.
Dat je Engelse en Franse woorden zo ge
makkelijk vanuit het Nederlands kunt her
leiden, is voor Hietbrink een bewijs dat het
Nederlands de oertaal is. Alle andere talen
ter wereld zijn verbasteringen van het Ne
derlands. Maar door goed te kijken en hier
of daar een paar klankjes te veranderen, is
altijd de oorsprong wel weer bloot te leg
gen. Dat blijkt wel uit het Russische Bolsjoi-
theater, wat niks anders is dan een verbas
tering van ons 'bal-schouw': plaats waar ge
danst wordt of naar een voorstelling geke
ken.
Lang geleden, in de 16de eeuw, is er eens
een gek geweest die hetzelfde beweerde,
namelijk dat het Nederlands de oertaal is
geweest. We zijn dan ook niet verbaasd dat
Hietbrink hem heeft weten te vinden: Goro-
pius ÉJecanus wordt als een belangrijke ge
tuige ter sprake gebracht.
Volgens het persbericht is de theorie van
Hietbrink erg omstreden. Dat lijkt me on
juist. Geen mens is zo zot om met Hietbrink
in discussie te gaan. Zijn spel is alleraar
digst, althans dertig bladzijden lang vind ik
het aardig; daarna gaat het vervelen. Maar
dat zegt niets; ik ken iemand die al twintig
jaar tennist.
Gezien de titel van zijn boek ziet hij het
zelf ook als een spelletje: 'Kwispelen met
taal'. Kijken we bij 'kwispelen', dan wordt
dat verklaard als "k-wil-spelen', en dat zij
hem van harte vergund. Toch is het boek
ook doorspekt met uithalen naar de taalwe
tenschap, dus misschien heeft hij destijds
zijn propedeuse niet kunnen halen.
De taalwetenschap, zou je kunnen zeg
gen, is ook een spel. Maar met andere spel
regels. Een schaker zal een dammer nooit
overtuigen. Ik zou bijvoorbeeld zo graag
wilden weten of men vroeger inderdaad
sprak van 'schouw-al' en 'licht-zie-vuur'.
Zijn daar aanwijzingen voor? Is het ooit in
een oud boek zo aangetroffen?
Maar alleen zulke vragen stellen, verraadt
dat je vanuit totaal andere spelregels naar
de woorden kijkt. Laat Hietbrink dus vrolijk
kwispelen met zijn eigen spelregels. En mis
schien dat ik in een slapeloze nacht nog
eens de volgende dertig bladzijden ga lezen.